Categorieën
4. Middenrijk Exodus

De exodus

De Israëlieten lopen veilig door de zee, maar het Egyptische leger verdrinkt 1

Het belang van de exodus

Israëls vertrek uit het slavenhuis Egypte is een van de belangrijkste gebeurtenissen in de Bijbel. Tegelijk is het een van de controversiële onderwerpen. Was er wel een exodus? Kwamen de Israëlieten wel uit Egypte? Tegenwoordig wordt overal aan getwijfeld; zie bijvoorbeeld Wikipedia.

Wat voor een onderzoek naar de exodus niet helpt is dat Mozes weinig details geeft over het Egypte van zijn tijd. Nergens staat hoe de bewuste farao’s heten en op zijn leeftijd en die van zijn broer Aäron bij de exodus na, is er niks gedateerd. Zelfs als het gaat over zijn adoptiemoeder, bij wie hij het grootste deel van zijn eerste veertig jaar doorbracht (Hand 7:23, 30), houdt hij het op “de dochter van de farao” (Ex 2:5). Tegelijk is het onwaarschijnlijk dat de Egyptenaren veel hebben nagelaten over de exodus. Meestal schreven ze hoe goed dingen gingen, over hun vele god(inn)en en farao’s, administratie, populaire verhalen en militaire overwinningen, niet over nederlagen als het verlies van het leger en duizenden slaven.

Ondanks dat is er met een aantal details wel iets te beginnen. Al die details samen maken duidelijk dat de exodus de kenmerken heeft van iets wat echt gebeurd is, in slechts één bepaalde periode. Omdat de post te lang zou worden als ik al het onderzoek naar de exodus hier zou plaaten, link ik naar verschillende andere posts.

Het verslag van Mozes

De belangrijkste tekst over de exodus is uiteraard het verslag van Mozes. Maar in verhouding tot de impact van de exodus, is dit verslag heel kaal. Hij heeft nog geen 16 hoofdstukken nodig (Ex 1-15:21) voor een serie gebeurtenissen waar nog duizenden jaren over werd en wordt geschreven. Her en der in de Bijbel schreef Mozes of iemand anders een korte aanvulling, en een paar daarvan zijn ook belangrijk. Maar dit is waar we het kennelijk mee moeten doen.

Dankzij dit verslag kom ik tot vier conclusies.

Conclusie 1: de Israëlieten waren minstens 120 jaar slaven

120 jaar klinkt langer dan nodig is, maar als je Mozes’ verslag langsgaat is het mogelijk om dat idee te krijgen. Het grootste deel van die 120 jaar verstreek tijdens Mozes’ leven. De exodus was in 1446 en Mozes was 80 toen hij tot de farao sprak (Ex 7:7); hij werd dus geboren in 1526.

Het bevel om alle pasgeboren Hebreeuwse zonen te doden (Ex 1:22) werd hoogstens 3 jaar eerder gegeven. Na Mozes’ geboorte vreesde zijn moeder voor zijn leven (Ex 2:2-3), maar zijn broer Aäron woonde bij de slaven in Egypte (Ex 4:14, 29). Bij zijn geboorte bestond die vrees kennelijk nog niet. Aäron was 3 jaar ouder dan Mozes (Ex 7:7), wat betekent dat de eerste Hebreeuwse zonen tussen 1529-1526 werden vermoord.

De rest van de minstens 120 jaar is de tijd voor Mozes’ geboorte. Israël werd toen talrijk en breidde zich uit (Ex 1:12), dus deze periode duurde minstens een generatie. Een generatie duurde voor volken als Israël langer dan tegenwoordig. Izak en Ezau waren 40 toen ze trouwden (Gen 25:20, 26:34) en Jakob was al 84. Jozua stierf in 1379 en was toen 110 (Joz 24:29); hij was de achtste generatie na Jozefs kleinzoon Beria, die geboren werd toen zijn broers al volwassen waren (1 Kro 7:20-27). Tussen zijn vaders geboorte, ergens na Jozefs aanstelling als vizier in 1885 (Gen 41:46, 50-52), en Jozua’s geboorte in 1489 groeiden daarom 10 generaties op. Het gemiddelde van deze 396 jaar is 39,6. Deze eerste periode van de slavernij zal daarom minimaal 40 jaar hebben geduurd.

80 en afgerond 40 geeft minimaal 120 jaar voor de duur van de slavernij.

Dit betekent dat “de” farao van de slavernij niet bestaat. Zelfs Pepi II uit dynastie VI, die maar liefst 94 jaar regeerde, haalde dat niet. Dit past bij het woord farao: het werd alleen gebruikt voor de op dat moment levende koning. (Op andere plekken op het blog heb ik het over “de farao van de slavernij” als het gaat over degene die de Israëlieten aan het begin van deze periode Pitom en Raämses liet bouwen. Dit is om de verschillende naamloze farao’s uit elkaar te houden.)

  • In de post Hoelang woonde Israël in Egypte? staat waarom ik de 430 jaar die Israël in Egypte woonde (Ex 12:40-41) letterlijk neem, en niet denk aan 210, 215 of 400 jaar, zoals anderen doen (en ik eerder ook deed).
  • In Exodus: de ligging van Gosen staat waar in Egypte de Israëlieten woonden. Dat is handig voor sommige onderdelen van het onderzoek.
  • Meestal gaan mensen ervanuit dat er 3 miljoen Israëlieten waren onder andere op basis van Numeri 1, waar 603.550 mannelijke Israëlieten van 20 jaar en ouder worden geteld (vers 45-46). Maar het Hebreeuwse woord voor duizend betekent ook bevelhebber en als je op die manier rekent, blijkt dat er misschien maar 40.000 Israëlieten waren. Zie de post Exodus: Israël, 3 miljoen of 40.000 mensen?

Conclusie 2: De exodus na een gouden tijdperk

Egypte bloeide toen de Israëlieten slaven waren. Minstens 120 jaar lang werden minstens tienduizenden mensen gedwongen om bakstenen te maken (Ex 1:14, 5:7), dus er moet ontzettend veel gebouwd zijn. Mozes kon kiezen voor de schatten (thésauros, een opslagplaats voor kostbare dingen) in Egypte, maar koos voor zijn eigen volk (Hebr 11:26).

Na deze bloei kwamen de tien plagen. Er kwam hongersnood (Ex 9:31-32, 10:10-14) en het leger van de farao van de exodus verdronk (Ex 14:7, 28). God had rechtgesproken over Egypte (Gen 15:14) en als Hij rechtspreekt over Israël, duurt het altijd even voor Israël er weer bovenop komt. Voor Egypte zal het niet anders zijn. Het land bleef bestaan, maar in een verwakte vorm.

Sinds Egypte werd verenigd aan het begin van dynastie I, door de legendarische Menes, maakte Egypte verschillende bloeiperiodes mee. Het Oude Rijk is de tijd van de bekendste piramides en werd gevolgd door de Eerste Tussenperiode, waarin ook de gewone mensen rijk werden 2. Na het einde van dynastieën IX-X ontstond de bloeiperiode van het Middenrijk. Deze werd gevolgd door de chaos van de Tweede Tussenperiode, waarin Egypte verdeeld raakte onder verschillende dynastieën. Het vreemde aan die tijd is dat veel farao’s binnen een paar jaar na hun troonsbestijging al stierven. Nadat de Hyksos-koningen van dynastie XV werden verdreven ontstond het Nieuwe Rijk, de tijd van bekende farao’s als Tutankhamun en Ramses II, waarna Egypte opnieuw verdeeld was in de Derde Tussenperiode. Een logische conclusie is daarom dat de Israëlieten slaven waren tijdens het Middenrijk.

  • In Exodus: het Middenrijk staat een aantal argumenten, onder andere de kennis van Mozes over de Egyptische uitdrukkingen, mythes en verhalen, de persoonsnamen in het boek Exodus en de archeologie, waaruit blijkt dat alleen het Middenrijk de periode van de slavernij kan zijn. De exodus was dan aan het eind van het Middenrijk.
  • Exodus: de twaalf stammen in Egypte: symbolen voor de twaalf stammen komen aan het eind van het Middenrijk voor op een zegelafdruk uit Avaris.
  • Exodus: Kanaänieten in Egypte: Uit een aantal verzen blijkt dat in ieder geval kort voor de exodus Kanaänieten in Egypte woonden.
  • Nergens in het Egypte van deze periode worden de Israëlieten en Mozes bij naam genoemd, maar in Exodus: Israël gevonden? blijkt dat het mogelijk is om hen te kunnen herkennen.
  • Exodus: de exodus volgens Ipuwer? – deel 1 en deel 2: over de mogelijke vermeldingen van Israël in Ipuwer. (15 april 2024: De laatste tijd ben ik de posts over de exodus aan het herschrijven, en ik weet nog niet wat ik met Ipuwer moet. Voorlopig laat ik ze nog staan.)
  • Na de exodus is Egypte afwezig in de Bijbel, behalve in de herinneringen van de Israëlieten. In de post Exodus: de nasleep staat een vergelijking van deze tijd met de periode na de ondergang van het Middenrijk. (15 april 2024: Ook hier moet ik nog verder naar kijken.)

Conclusie 3: Het begin van de slavernij

Voor de slavernij begon werden de Israëlieten rijk in Egypte (Ex 1:7). Maar toen kwam er een burgeroorlog (vers 10) en daarna besloot een nieuwe koning die Jozef niet gekend had (vers 8) om de Israëlieten aan het werk te zetten. Ze moesten twee steden bouwen, Pitom en Raämses (Ex 1:11). Voor een geschiedenis waarin de namen van de Egyptische hoofdrolspelers zijn genegeerd, is is dit de meest concrete aanwijzing.

  • De post Exodus 1:7 en de Eerste Tussenperiode gaat over de rijkdom uit vers 7.
  • In de post Exodus: Amenemhat I’s oorlog en Exodus 1:10 staan de Egyptische bronnen voor de burgeroorlog uit vers 10.
  • Omdat de slavernij langer duurde dan de regeringstijd van één farao heb ik de titel “farao van de slavernij” gereserveerd voor de farao in wiens tijd Pitom en Raämses werden gebouwd. De titel van de post voor de identificatie, Amenemhat I als farao van de slavernij, zegt genoeg. Amenemhat I was de stichter van dynastie XII en leefde aan het begin van het Middenrijk.
  • Dankzij een flink aantal chronologische details uit de tijd van zijn opvolgers, waarvoor zie hier, wordt het nu mogelijk om Amenemhat I te dateren op 1590-1561. De burgeroorlog was in jaar 5 (1586/5), wat betekent dat de slavernij waarschijnlijk kort daarna begon, ca.1585. Dit is bijna 140 jaar voor de exodus in 1446 en ruim genoeg voor de minstens 120 jaar die de slavernij duurde.

Over de andere farao’s uit het boek Exodus zegt Mozes in ieder geval voor mij niet genoeg om ze te kunnen identificeren. Ze namen geven is daarom volledig afhankelijk van de chronologie. Voor de identificaties in mijn chronologie, zie hier.

Conclusie 4: Er was meer dan één koning

In tegenstelling tot wat over het algemeen wordt gedacht, werd Egypte tijdens de exodus geregeerd door niet één, maar minstens twee koningen. Dat staat in Psalm 105:30, waar de tweede plaag wordt beschreven, waarschijnlijk door David (zie de vergelijkbare psalm in 1 Kro 16:7 en verder): “Hun land wemelde van de kikkers, tot in de kamers van hun koningen.”

Met “koningen” worden hier niet gouverneurs, regenten of nomarchen bedoeld. Deze laag ambtenaren heet in vers 22 van deze psalm sjaraw, vorsten; hier komt Sara’s naam vandaan. Het woord voor koningen uit vers 30 is malkehem, wat komt van het Hebreeuws voor koning. In ieder geval tijdens de exodus regeerden er dus minstens twee koningen.

  • De meest interessante vraag is ongetwijfeld: wie was de farao van de exodus? Die wordt beantwoord in de post Yakbim als farao van de exodus. Yakbim en zijn dynastie voldoen aan alle kenmerken van de gezochte farao.
  • De andere koning was in mijn chronologie Amenemhat III, uit de dynastie van Amenemhat I. Voor een paar mogelijke aanwijzingen dat hij de gezochte persoon was, zie hier.
  • In de post Exodus: Mozes’ schoonvader in een inscriptie staat een vermelding van (een) Hobab, één van de namen van Mozes’ schoonvader, in ongeveer de tijd van Amenemhat III.

Overige zaken

  • De post Exodus: oorlog in Kanaän gaat over de oorlog die tijdens de exodus in Kanaän was (Ex 13:17).
  • In de post Exodus: herkomst van de tien plagen wordt klimaatverandering aangewezen als Gods middel om Egypte te straffen. (24 mei 2024: Ook deze post moet nodig geüpdated worden.)
  • De post Exodus: Ramses II als farao van de exodus gaat in op de aanwezigheid van zoveel namen uit Ramses II’s tijd in het boek Exodus.
  • In de post Mozes’ Egyptische moeder, wordt de dochter van de farao geïdentificeerd als een dochter van Amenemhat II. Over haar is zo weinig bekend dat een duidelijke conclusie alleen mogelijk is door chronologie.
  • In de post Exodus: de berg Sinaï wordt de berg Sinaï geïdentificeerd met de Har Karkom, in het zuiden van het huidige Israël. Deze was net als de Bijbelse berg (Ex 3:1) al voor de exodus de berg van God en was daarna verlaten.

laatste wijziging: 7 maart 2023
15 april 2024: grondig herschreven. De inleiding van woorden die niks zegden vervangen.

  1. No restrictions[]
  2. Juan Carlos Moreno García, Climatic change or sociopolitical transformation? Reassessing late 3rd millennium BC in Egypt, in 2200 BC – A Climatic Breakdown as A Cause for the Collapse of the Old World?, Landesmuseums für Vorgeschichte, Halle, Band 13 (2015), p. 1-16[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *