Categorieën
Koningstijd

Bewijs voor Bijbelse personen

Inleiding

In deze post staat bewijs voor een aantal Bijbelse personen. Het zijn vooral personen uit de koningstijd, vanaf de tijd van David.

Dit overzicht is een beginnetje en wordt gaandeweg aangevuld.

Personen waar bewijs voor is gevonden, op alfabetische volgorde:

Het bewijs voor David (1011-971) bestaat uit een aantal vermeldingen van hem als stamvader van het Judeese koninklijke geslacht. Daarnaast worden “de hoogten (of het hoogland) van David” genoemd op de plek waar hij zich verborg voor Saul. Voor dit, samen met ander bewijs, zie hier.

Het bewijs voor Salomo (971-931) bestaat vooral uit archeologische vondsten van zijn bouwwerken. De enig mogelijke vermelding van zijn naam buiten de Bijbel om is een mogelijke vermelding uit de verloren gegane archieven van Tyrus. Voor de details, zie hier.

Jehu (841-814/3) is de enige koning van Israël en Juda die ergens wordt afgebeeld. Hij staat op de Black Obelisk van de Assyrische koning Salmaneser III, aan wie hij een tribuut bracht. 1

Iaua (mia-ú-a) de zoon van Omri (DUMU-mḫu-um-ri-i, mar-Ḫumrî) betaalde tribuut aan Salmaneser III, de koning van Assyrië, in diens jaar 18 (841/0). 2 Een net iets andere versie van deze tekst schrijft zijn naam als mia-a-ú 3, en een reconstructie van weer een variant, die helaas nogal beschadigd is, heeft mia-ú. 4

Wat Jehu precies gaf noemt Salmaneser ergens anders: “I received tribute from Jehu (Iaua) of the house of Omri (mar-Ḫumrî): silver, gold, a gold bowl, a gold tureen, gold vessels, gold pails, tin, the staffs of the king’s hand, (and) spears.” 5

(Voor zijn afkomst van Omri, zie hier.)

Joas (800/799-784/3) was een koning van Israël en regeerde in Samaria.

Adad-narari III, koning van Assyrië, ontving het tribuut van miu-’a-su (Joas) KUR.sa-me-ri-na-a-a (van het land Samaria). 6 De stela waar dit op staat kan worden gedateerd op ca.797. 7 Om precies te zijn kan het 796 zijn, het eerste en tegelijk laatste jaar dat Adad-nirari na 805-802 weer oorlog voerde in het westen 8.

Jerobeam II (785/4-745) wordt vermeld op een zegel van jaspis. Hierop staat: “Belonging to Shema‘ servant of Yarob‘am”. Deze is gevonden in Megiddo in 1904. 9 Dit is een kopie; op het oorspronkelijke zegel stonden nog twee tekens, een palmblad(?) links van de leeuw en een ankh rechts. 10

Afdruk van Shema’s zegel 11

Uzzia (783-732/1) wordt vermeld op het zegel van twee van zijn dienaren en door Tiglath-Pileser III, de koning van Assyrië.

Voor- en achterkant van een zegel met de tekst: “Belonging to Shebanyau servant of ‘Uzziyau”. 12

Zegel van onyx, met de tekst: “Belonging to Abiyau, servant of ‘Uzziyau.” 13

Tiglath-Pileser III, de koning van Assyrië, noemt een zekere Azriyau als koning van Jaudi. Voor zijn identificatie met Uzzia, zie hier.

Zegelafdruk, gevonden in de Stad van David, met de tekst “Van Jotham, dienaar
van de koning”. Dit is mogelijk het zegel van Jotham (749-730) als regent. 14

Menahem (744-734/3) was een koning van het tienstammenrijk, die tribuut betaalde aan Assyrië (2 Kon 15:19-20).

Tiglath-Pileser III van Assyrië (744-727) vermeldt het tribuut van mme-ni-ḫi-im-me (Menahem) URU.sa-me-ri-na-a-a (van de stad Samaria). 15 In een andere versie worden deze namen anders gespeld, als mme-ni-ḫi-me URU.sa-me-ri-i-na-a-a 16, en in een andere lijst met tribuutbetalers van Tiglath-Pileser regeerde Menahem niet over de stad (URU), maar over het land (KUR) Samaria: mmi-ni-ḫi-im-˹me˺ KUR.sa-˹me˺-ri-i-na-a-˹a˺ 17.

Het ene tribuut staat in een koninklijke inscriptie over de campagne tegen Medië in 737, maar kan worden gedateerd op de campagne uit 740; het andere tribuut komt uit 738.  18

Achaz (734-715) wordt vermeld in een zegelafdruk en op het zegel van zijn dienaar Ushna.

Zegelafdruk, gemaakt met het zegel waarop stond: “Belonging to Ahaz, son of Jotham, king of Judah”. 19

Zegel van oranje carneool, met de tekst “Belonging to Ushnâ servant of Aḥaz”. 20

Zegel: “Belonging to Abdi, servant of Hoshea (731/0-722)”. Abdi is een afkorting van Obadja. 21

Zegelafdruk, gevonden in ten zuiden van de Tempelberg in Jeruzalem en gemaakt met het zegel van Hizkia (715-686). De tekst: “Belonging to Hezekiah son of ’A[ḥ]az King of Juda[h]”. De gevleugelde zonneschijf is een algemeen symbool voor de hoogste god. Welke god verschilde per land, hier was het God. 22

Afdruk gemaakt met een zegel waarop stond: “belonging to Yesha’ya[hu h] nvy[]”. De betekenis van nvy is niet duidelijk. Het kan nvy‘ zijn, profeet, de persoonsnaam Nvy of de stad Nob, waar priesters woonden (1 Sam 22:11, Jes 10:32). Als het Nob was mist het lidwoord. Er zijn bovendien geen andere zegels en bullae gevonden met een naam die gevolgd wordt door een plaats. Het gebruikte zegel is dus mogelijk van de profeet Jesaja. Dat kan, want deze bulla is vlak bij de bulla van Hizkia gevonden. 23

Zegel van carneool, met de tekst: “Belonging to Elyaqim servant of the king”. 24 Dit is mogelijk Eljakim, de zoon van Hilkia, het hoofd van Hizkia’s hofhouding (2 Kon 18:18).

Zegelafdruk met de tekst: “Belonging to Yehozaraḥ son of Ḥilqiyahu servant of Ḥizqiyahu”. Yehozarah is mogelijk een broer van Eljakim, het hoofd van Hizkia’s hofhouding en ook zoon van (een) Hilkia. (2 Kon 18:18, Jes 36:3). 25

Afdruk van een zegel met de tekst “Belonging to Berekyahu son of Neriyahu the scribe”. Baruch, de zoon van Neria, was de schrijver van Jeremia en wordt vermeld in jaar 4 en 5 van Jojakim (605/3) (Jer 36, 45:1). 26

  1. CC BY-SA 3.0[]
  2. Tekst Shalmaneser III 008, regels 26″-27″, en Tekst Shalmaneser III 012, regels 26″-27″[]
  3. Tekst Shalmaneser 010, regel iv 11[]
  4. Tekst Shalmaneser III 016, regel 135′[]
  5. Tekst Shalmaneser 088[]
  6. Tekst Adad-narari III 07, regels 4-8[]
  7. Filip Čapek, Balancing evidence about Jehu and Joash in ancient near east texts – Critical reassessment, in Communio Viatorum, January 2014, p. 31[]
  8. Shuichi Hasegawa, Adad-nērārī III’s Fifth Year in the Saba’a Stela Historiographical Background, in Revue d’Assyriologie et d’archéologie orientale, Vol. 102 (2008), p. 95-96[]
  9. Avigad (1997), p. 49-50, afbeelding in kleur van Bible and Archaeology – Online Museum: 10. King Jeroboam II[]
  10. Ben Stanhope, Illustrations of Hebrew Seals and Bullae Identifying Biblical Persons (2020) []
  11. Bryan Windle, King Jeroboam II: An Archaeological Biography (2021) []
  12. Avigad (1997), p. 50[]
  13. Avigad (1997), p. 51, kleurenfoto van Médailles et Antiques de la Bibliothèque nationale de France[]
  14. Eilat Mazar en Reut Livyatan Ben-Arie, Hebrew and Non-Indicative Bullae, in The Summit of the City of David, Excavations 2005-2008, Final Reports Volume I (2015), p. 312-314[]
  15. Tekst Tiglath-pileser III 14, regel 10[]
  16. Tekst Tiglath-Pileser III 32, regel 2[]
  17. Tekst Tiglath-Pileser III 35, regel iii 5[]
  18. Nadav Na’Aman, Historical and Chronological Notes on the Kingdoms of Israel and Judah in the Eighth Century B.C., in Vetus Testamentum XXXVI, 1 (1986), p. 81[]
  19. Ben Stanhope, Illustrations of Hebrew Seals and Bullae Identifying Biblical Persons (2020), kleurenfoto van Bryan Windle, King Ahaz: An Archaeological Biography (2020) []
  20. Avigad (1997), p. 51, kleurenfoto van p. 2[]
  21. André Lemaire, Royal Signature: Name of Israel’s Last King Surfaces in a Private Collection, in Biblical Archaeology Review 21:6, nov./dec. 1995, p. 48[]
  22. Eilat Mazar, The Ophel Excavations to the South of the Temple Mount 2009-2013, Final Reports Volume II (2018), p. 254-255, foto van Eilat Mazar, Is This the Prophet Isaiah’s Signature? in Biblical Archaeology Review 44.2 (2018), p. 64-73[]
  23. Eilat Mazar, The Ophel Excavations to the South of the Temple Mount 2009-2013, Final Reports Volume II (2018), p. 266-268, foto van Eilat Mazar, Is This the Prophet Isaiah’s Signature? in Biblical Archaeology Review 44.2 (2018), p. 64-73[]
  24. Avigad (1997), p. 51[]
  25. Avigad (1997), p. 172-173[]
  26. Avigad (1997), p. 175-176, kleurenfoto van Paul W. Ferris, Jr, Archaeological Data: Prophets[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *