Categorieën
7. Derde Tussenperiode

Dynastie XXV

Het gebied van dynastie XXV 1

Inleiding

Na een paar honderd jaar overheerst te zijn door Egypte, werd Cusj in de 9e of 8e eeuw onafhankelijk. Daarna draaiden de Cusjieten, die soms Nubiërs worden genoemd en in oude Griekse bronnen Ethiopiërs, de rollen om. Gebruik makend van de verdeeldheid van Egypte onderwierpen ze het land, en heersten als dynastie XXV voor meer dan een halve eeuw, maar met onderbrekingen.

In 656 verdreven de Assyriërs Tantamani, de laatste Cusjitische koning van Egypte, maar Cusj bleef van hem. Daar heersten hij en zijn afstammelingen nog honderden jaren.

44 jaar

Zowel Eusebius als The Old Chronicle, die geciteerd wordt door Syncellus, geven de dynastie een totaal van 44 jaar in 3 generaties. Dit zal de periode zijn tussen Shebitku’s verovering van Egypte in 712 en 668, toen Shebitku’s tweede opvolger, Taharqa, voor de tweede keer werd verslagen door de Assyriërs en niet meer terugkeerde. Voor dat laatste, zie hier.

Alara

Alara wordt door Piye genoemd, als degene die de zorgen van zijn oma had toevertrouwd aan Amun. Ook wordt hij genoemd op Kawa stela IX. Zijn dochter Tabiry trouwde met Piye. 2

Kashta

Maare Kashta
-743/1

In Aswan is een gebroken stela van hem gevonden. 3

Piye

Usermaatre (Sneferre) Piye (Si-Ese, Si-Bast, Meryamun) (Piankhi)
743/1-712

Piyes jaar 15 wordt vermeld in een tekst die dateerbaar is op 728/7; zie hier. Hij regeerde dan vanaf 743/1.

Piye veroverde volgens zijn Overwinningsstela Beneden-Egypte en noemt daarbij al zijn tegenstanders. Deze overwinning is te dateren op 726.

Chronologie

De vermeldingen van zijn jaren 21 (723/2) en 22 (722/1) komen waarschijnlijk uit Thebe. Op een windselfragment uit westelijk Thebe staat de naam Sneferre Piye met de datering jaar 20+X, waarschijnlijk jaar 30 (714/3). In de Grote Tempel in Jebel Barkal staat een reliëf van Piyes Heb Sed-festiaval, wat volgens Kitchen betekent dat hij minstens 30 jaar regeerde. 4 Een jaar 24 is ook van hem bekend. Jaar 20+X kan ook 40 zijn. Dat meestal wordt gedacht dat hij 31 jaar regerde komt door de standaardchronologie, en berust op de aanname dat de heersers van Egypte die hij onderwierp hun correcte titels hebben. 5

Het Heb Sed-festival zegt alleen niks. Een Heb Sed werd in dynastie XII pas gevierd als een koning 30 jaar geregeerd had, 6 maar genoeg farao’s vierden het eerder. Mentuhotep III (1596-1584) bijvoorbeeld hield er een in jaar 12. 7 Anderen zijn Seti I (1052-1043), Setnakht (941-937) en Ramses IV (906-900), die allen duidelijk minder dan 30 jaar regeerden. 8 Shoshenq I (819/8-797) regeerde 21 jaar en had een tweede Heb Sed. 9 En ga zo maar door.

In de Bijbel

Piye is Adramelech, een Ethiopiër die in Egypte woonde. In één versie van de Bijbel vroeg Hosea niet koning So, maar Adramelech om hulp.

Shebitku

Djedkare Shebitku
712-704

Manetho:

  • Africanus: Sabacon, die, nadat hij Bochchoris (Bakenranef, 717-712) gevangen nam, hem levend verbrandde, en 8 jaar regeerde
  • Eusebius: Sabacon, die, nadat hij Bochchoris (Armeens: Bocchoris) gevangen nam, hem levend verbrandde, en 12 jaar regeerde
  • Jerome: Sabacho de Ethiopiër, 12 jaar
  • Book of Sothis: 75. Sabacon, een Ethiopiër, 12 jaar. Deze koning nam Bocchoris gevangen en verbrandde hem levend.

Shebitu’s jaar 3 is vermeld in Nile Level Record no. 33. Dit is de enige Record met een datum, I shemu 5. “Now then, His Majesty appeared as king in the temple of Amon, who had given to him his accession in the Two Lands (Egypte)”. 10 De verschijning als koning kan betekenen dat hij toen gekroond werd, maar ook dat hij deelnam aan het festival van Amun in Thebe, dat gevierd werd op I shemu 1-5. 11 Het zal dat laatste zijn geweest, want dit was jaar 3; hij moet minstens 2 jaar eerder al zijn gekroond. In 710 was dit 19 oktober, in 709 18 oktober.

Zijn hoogste datering is het al genoemde jaar 3, wat lang niet Africanus’ 8 jaar is. Hij liet veel minder monumenten in Egypte na dan Shabaka, terwijl hun piramides in El Kurru vergelijkbaar zijn. 12 Mogelijk was Shabaka (een deel van) zijn macht kwijtgeraakt en kreeg Shabaka Egypte al snel weer onder controle; in 703, jaar 2, werd ene Ammeris de Cusjiet koning van Saïs. Het zou verklaren waarom Diodorus Siculus zegt dat de Ethiopiërs iets minder dan 36 jaar heersten in totaal, “not consecutively but with intervals between”. 13

In de Bijbel

Jesaja profeteerde over Shebitku’s verovering van Egypte, en de slechte voortekens daarvan. Shebitku komt daarin naar voren als een harde heer, een wrede koning.

Voor, niet na Shabaka

Er werd altijd gedacht dat Shabaka voor Shebitku regeerde, en Shabaka daarom de koning was die Bakenranef verbrandde. Maar dat werd door Michael Bányai ter discussie gesteld en onderbouwd door andere gyptologen. Al het bewijsmateriaal is opgesomd door Claus Jurman. 14 Dit zijn nogal lange argumenten, want het is meestal indirect, dus ik hou het bij het duidelijkste: twee Nile Level Records. In Karnak werd op een muur de hoogte van de Nijlvloed van bepaalde jaren bijgehouden. Record 30, uit jaar 2 van Shabaka, staat direct onder Record 33, uit jaar 3 van Shabaka; bij het schrijven van 30 is duidelijk rekening gehouden met de ruimte die 33 al innam. Shebitku regeerde dus voor Shabaka.

Hierdoor vallen twee dingen op een logischere plek. Šapataku, de koning van Meluḫḫa (Cusj), wordt vermeldt in de Tang-i Var inscriptie in Iran, die gedateerd is op april 706, tijdens de regering van Sargon II van Assyrië. 15 Ook passen nu Africanus’ regeringslengtes voor de eerste twee koningen van deze dynastie.

Shabaka

Neferkare Shabaka
704-690

Manetho:

  • Africanus: Sebichos, zijn zoon, 14 jaar
  • Eusebius: Sebichos, zijn zoon, 12 jaar
  • Jerome: Sebichos, 12 jaar
  • Book of Sothis: 76. Sebechon, 12 jaar

Hij had geen co-heerschappij met Taharqa, want Taharqa schreef: “I received the Crown in Memphis after the Falcon flew to heaven” (Kawa Stela V, regel 15), dat laatste betekent dat de koning (de valk, Horus) was gestorven. 16

Shabaka’s hoogst gevonden jaar is 15, 17 dus Africanus’ 14 jaar zal het gezochte aantal volledige jaren zijn.

Apis-stier

In jaar 2 (703/2) stierf een Apis-stier. Deze kan worden geïdentificeerd met de stier die stierf in jaar 11 van Shoshenq V, aan het eind van dynastie XXII.

Taharqa

Khunefertumre Taharqa
690-664

Manetho:

  • Africanus: Tarcus, 18 jaar
  • Eusebius: Taracus (Armeens: Saracus), 20 jaar
  • Jerome: Taracus de Ethiopiër, 20 jaar
  • Book of Sothis: 77. Taraces, 20 jaar

Zijn regering eindigt, in zo ongeveer elke chronologie, in 664. Dat hij in 690 gekroond werd is een conclusie van Kitchen, 18 die algemeen overgenomen is. 19 Zijn heerschappij in Thebe begon vermoedelijk in jaar 6 (685/4), en duurde maar tot 671. In 668 was hij even terug. Voor de details, zie hier.

Eusebius’ 20 jaar zal daarom 684-664 zijn geweest. Dat is inclusief de Assyrische overheersing, die begon in 671, toen Taharqa’s leger werd verslagen en hij naar Cusj vluchtte. Voor meer details zoals het verhaal van zijn vlucht, zie de post over de overheersing. Een van de koningen van Egypte die door de Assyriërs werd aangehouden, en de meeste gunsten kreeg, was Nekau I (672-664). Africanus’ 18 jaar lopen vanaf Taharqa’s eerste jaar tot hem.

Apis-stieren

Uit zijn regering zijn drie Apis-stieren bekend:

  • de stier die stierf in jaar 14 (677/6)
    Deze kan worden geïdentificeerd met degene die stierf in jaar 37 van Shoshenq V, aan het eind van dynastie XXII.
  • de stier die stierf in jaar 24 (667/6)
  • de stier die werd geboren in jaar 25 (666/5), geïnstalleerd op IV peret 9 in jaar 26, 11 september 664, en stierf in jaar 20 van Psamtik I (645/4). De notitie op de stela dat hij 21 jaar leefde werd mogelijk pas in de 19e eeuw n.Chr. geschreven, en is dan zinloos voor de chronologie. 18 Apis-stieren schijnen geïnstalleerd te zijn met volle maan 20; 11 september 664 was een dag voor volle maan. Net als bij de stieren van Shoshenq III (766-727), Shoshenq V (713-677/1) en Psamtik II (595-589) is dit alleen ongeveer een match.
    Bij deze stier lijkt een jaar te missen. Tussen zijn installatie en dood verstreek namelijk 20 jaar, maar de stier werd 21; het zal betekenen dat Taharqa een kort jaar 27 had, dat als een volledig jaar werd meegerekend.

In de Bijbel

Hij is Taharka, de koning van Cusj (2 Kon 19:9, Jes 37:9). Toen de Assyrische koning Sanherib Hizkia (715-686) belegerde in Jeruzalem, hoorde hij dat Tirhaka in aantocht was. Sanherib leek tegen hem ten strijde te willen trekken (2 Kon 19:10), maar die nacht vermoordde de engel van de Heer minstens het grootste deel van Sanheribs leger (2 Kon 19:35). Sanherib ging daarop terug naar Assyrië, waar hij vermoord werd.

Tantamani

Bakare Tantamani
664-656

Tantamani wordt een paar keer samen vermeld met Taharqa, en op een reliëf staan ze allebei afgebeeld. Dat hoeft niet te betekenen dat ze een co-heerschappij hadden. Tanutamani hoeft alleen het reliëf te hebben afgemaakt. In jaar 1 was hij, volgens zijn Dream Stela, al alleenheerser. 21 Een co-heerschappij zal hoogstens een aantal maanden hebben geduurd.

Tantamani wordt in Thebe voor het laatst vermeld in III peret in jaar 8, 2-31 augustus 657, terwijl Psammetichus daar ruim 6 maand later, II akhet in jaar 9, 5 maart-3 april 656, voor het eerst wordt vermeld. Op dat moment arriveert zijn dochter Nitocris daar om geadopteerd te worden als godsvrouw van Amun, een belangrijke politieke functie. 21 Tantamani zal op dat moment geen koning meer in Egypte zijn geweest.

Hij raakte Egypte definitief kwijt. Na 656 was hij alleen nog koning van Cusj, en hij werd opgevolgd door een hele lijn nakomelingen. 22

laatste wijzigingen:
14 mei 2024: Piyes identificatie met Zet losgelaten, jaar 15 werd vermeld in 728/7

  1. By Lommes – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=58550864[]
  2. TIP, § 120[]
  3. TIP, § 122[]
  4. TIP, § 123[]
  5. AEC, p. 262, met voetnoot 191[]
  6. Edward F. Wente, Review van The Third Intermediate Period in Egypt (1100-650 B.C.) van Kenneth A. Kitchen, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 35, No. 4 (Oct., 1976), p. 278[]
  7. Arnold (2008), p. 93[]
  8. Salvador Costa, On the Scenes of the King Receiving the Sed-Fests in the Theban Temples of the Ramesside Period, in Studien zur Altägyptischen Kultur, Bd. 35 (2006), p. 61-74[]
  9. TIP, § 260, voetnoot 322[]
  10. Ritner (2009), p. 41[]
  11. TIP, § 137[]
  12. TIP, § 126[]
  13. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 44.2[]
  14. Claus Jurman, The Order of the Kushite Kings According to Sources from the Eastern Delta and Thebes. Or: Shabataka was here first! in Journal of Egyptian History 10 (2017), p. 124-151[]
  15. Claus Jurman, The Order of the Kushite Kings According to Sources from the Eastern Delta and Thebes. Or: Shabataka was here first! in Journal of Egyptian History 10 (2017), p. 126[]
  16. TIP, § 112[]
  17. TIP, § 125[]
  18. TIP, § 130-131[][]
  19. AEC, p. 258[]
  20. Gautschy (2015), p. 83[]
  21. TIP, § 139[][]
  22. Dows Dunham en M. F. Laming Macadam, Names and Relationships of the Royal Family of Napata, in The Journal of Egyptian Archaeology, vol. 35 (dec. 1949), p. 139-149[]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *