Categorieën
7. Derde Tussenperiode

De stieren van Apis

Een grafkamer uit het Serapeum. De gaten in de muren zijn voor de gedenkstelae. 1

De stieren van het Serapeum in Saqqara

Een van de Egyptische goden was Apis, die voorgsteld wordt als een stier. Om hem uit te beelden werd een levende stier uitgekozen en “geïnstalleerd” als Apis. Wanneer hij stierf werd hij net als koningen gemummificeerd en begraven, en werd een vervanger gezocht, die beschouwd werd als de gereïncarneerde versie van de oude. Omdat er telkens maar één stier was is dit een belangrijk punt voor elke chronologie. In de standaardchronologie missen er meerdere stieren; voor heel dynastie XXI is er geeneen bewaard gebleven.

Deze stieren werden sinds het Nieuwe Rijk begraven in het Serapeum in Saqqara. De begrafenissen zijn meestal gedateerd op de gedenkstelae die met hen werden begraven, wat ze een dankbaar onderwerp maakt voor een chronologie. Helaas is het allemaal niet zo duidelijk. Auguste Mariette, de ontdekker van het Serapeum, heeft zijn vondsten wel opgeschreven, maar in meerdere versies, die elkaar ook nog eens tegenspreken. Hoe je het ook wendt of keert, op bepaalde punten moet je altijd tegen zijn aantekeningen in gaan. Dat er sindsdien nauwelijks meer iemand in het Serapeum is geweest helpt ook niet.

De laatste begrafenis komt uit de tijd van Cleopatra VII, maar het is niet nodig om zover te gaan. Voor mijn chronologie zijn vooral de stieren van de Derde Tussenperiode belangrijk.

Stieren uit het Nieuwe Rijk

Het Serapeum werd gebouwd in opdracht van Khaemwaset, de vierde zoon van Ramses II (1043-977). Uit de periode daarvoor liggen in de buurt van het Serapeum een aantal stieren begraven, die ik voor de volledigheid mee wil nemen. De volgende lijst komt van Ad Thijs 2.

Dynastie XVIII

  • Apis, gestorven onder Amenhotep III (1142-1105)
  • Apis, gestorven mogelijk onder Akhenaten (1105-1088)
  • Apis, gestorven onder Tutankhamun (1082-1073)
  • Apis, gestorven onder Horemheb (1068-1054)
  • Apis, gestorven onder Horemheb

Dynastie XIX

  • Apis, gestorven onder Seti I (1052-1043)
  • Apis, gestorven in jaar 16 van Ramses II (1028/7)
  • Apis, gestorven in jaar 30 van Ramses II (1014/3)
  • Apis, gestorven in jaar 55 van Ramses II (989/8)
  • Apis, gestorven onder Ramses II (uiterlijk in 977) en bij de Apis uit jaar 55 begraven
  • Apis, gestorven onder Siptah (962-956)

Er zou nog een stier zijn gestorven in jaar 26 van Ramses II (1018/7), maar dat bleek een Mnevis-stier te zijn.

Dynastie XX

  • Apis, gestorven onder Ramses III (937-906)
  • Apis, gestorven in jaar 26 van Ramses III (912/1)
  • Apis, gestorven onder Ramses VI (896-888)
  • Apis, gestorven onder Ramses IX (880-862)
  • Apis, gestorven onder Ramses XI (876-839/8)
  • Apis, gestorven onder Ramses XI
  • mogelijk een derde Apis, die stierf onder Ramses XI

Gemiddelde leeftijd

Volgens de schoonmoeder van een van mijn broers, een boerin, kunnen stieren maximaal zo’n 25-30 jaar oud worden. Apis-stieren werden meestal geen 30; de oudste uit de Derde Tussenperiode was 26. In het Nieuwe Rijk werden de stieren uit jaar 55 van Ramses II en die uit Siptahs tijd minstens 25, maar veel langer zal het niet geweest zijn.

Dit is een uitstekende reden om de Derde Tussenperiode niet zo lang te maken als hij wordt voorgesteld in de standaardchronologie. Daarvoor moet namelijk een aantal stieren worden toegevoegd, waarvoor geen bewijs te vinden is in het Serapeum. Er is namelijk maar een beperkt aantal graven, en na de tijd van de Ramsessiden lijkt elk graf maar voor één stier bedoeld te zijn.

Twee extra kamers

In de tijd van Shoshenq I (819/8-797) bereidde men zich voor op de dood van de volgende stier, want hogepriester van Memphis Shedsunefertem maakte een balsemtafel voor een stier, waarop de cartouches van Shoshenq I staan. 3 Doordat de bekende stieren volgens Ad Thijs al alle ruimte in het oudste deel van Serapeum innemen, moet Shoshenqs stier wel met een van de andere worden geïdentificeerd.

In het oudste gedeelte van het Serapeum, bij de stieren uit dynastieën IX en XX, liggen nog twee kamers, die pas in deze periode werden uitgehakt:

  • Apis, begraven in kamer O. Deze ligt onder de kamer ligt waar de stieren van Ramses XI werden begraven.
  • Apis, begraven in kamer I. Tussen kamer I en de kleine kamer J, waar een stier uit de tijd van Ramses II werd herbegraven, werd een stela gevonden van een “prophet of the Temple of a Million of Years of Shoshenk Meryamun (I)”. Deze stela zal horen bij kamer I, en deze stier hoort dus thuis aan het begin van dynastie XXII.

Minstens een van beide stieren zal gebalsemd zijn op de tafel van Shedsunefertem.

De laatste stier hiervoor werd begraven onder Ramses XI, in mijn chronologie uiterlijk rond 841, en de eerstvolgende in jaar 14 van Takelot I (776/5). De drie stieren in deze 65/66 jaar werden daarom gemiddeld 22, duidelijk onder het maximum. De eigenaar van kamer I stierf dan rond 798, en Shoshenq I stierf in 797; een goede match.

Stieren uit de Derde Tussenperiode

Hierna werd het Serapeum uitgebouwd naar het noorden. De gang is tegenwoordig ingestort tussen de eerste twee kamers, en alleen Mariette heeft deze twee gezien, maar wel wordt duidelijk dat in elk graf één stier begraven ligt:

  • Apis, gestorven in jaar 14 van Takelot I 4 (776/5)
  • Apis, gestorven in jaar 23 van Osorkon II 5 (765/4)

Ten noorden hiervan liggen nog 7 kamers, die door de manier van afsluiten allemaal duidelijk bedoeld waren voor slechts één stier. Maar er zijn 9 begrafenissen gedateerd, plus een anoniem jaar 4; een paar daarvan moeten dus samenvallen. Naar mijn en Thijs’ mening zijn deze 7 stieren 6:

  • Apis, gestorven in jaar 28 van Shoshenq III (739/8)
  • Apis, geboren in jaar 28 van Shoshenq III (739/8) en gestorven in jaar 2 van Pami (714/3), 26 jaar oud
    = Apis, gestorven in een jaar 11+x, naar mijn en Thijs’ mening jaar 14 van Osorkon III (714/3)
    Voor deze identificatie, zie Pami.
    = Apis, gestorven in een jaar 4, naar mijn en Thijs’ mening van Bakenranef (714/3)
    Voor deze identificatie, zie Bakenranef.
  • Apis, gestorven in jaar 5 van Bakenranef (713/2) en begraven in jaar 6 (712/1)
  • Apis, gestorven in jaar 11 van Shoshenq V (703/2)
    = Apis, gestorven in jaar 2 van Shabaka (703/2)
    Voor deze identificatie, zie Shoshenq V.
  • Apis, geboren in jaar 11 van Shoshenq V (703/2) en gestorven in jaar 37 (677/6) van Shoshenq V
    = Apis, gestorven in jaar 14 van Taharqa (677/6)
    Voor deze identificatie, zie Shoshenq V.
  • Apis, gestorven in jaar 24 van Taharqa (667/6)
  • Apis, geboren in jaar 25 van Taharqa (666/5) en gestorven in jaar 20 van Psamtik I (665/4)

Alleen als de Derde Tussenperiode grondig wordt ingekort is het mogelijk om slechts zeven begrafenissen te hebben.

4 decenber 2022: Inmiddels is een deel van Mariettes oorspronkelijke aantekeningen teruggevonden. Het is geschreven in slecht leesbaar Frans, en dat spreek ik niet, dus ik hou het bij de belangrijkte conclusies die worden opgesomd door Jaap Titulaer. Zie hier voor de discussie die hierdoor ontstond. Nu kan bevestigd worden dat de stieren uit de jaren 11 en 37 van Shoshenq V, dezelfden zijn als die uit jaar 2 van Shabaka respectievelijk jaar 14 van Taharqa. Ook wordt duidelijk dat op de muur van de kamer waar de stier uit jaar 6 van Bakenranef (712/1) werd begraven, de cartouche van Shoshenq V (713-677/1) stond, helaas zonder jaartal, maar het past in de bovenstaande chronologie.

  1. By Ovedc – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=63405182[]
  2. Ad Thijs, “From Khaemwase to Khaemwase”, The Serapeum under the 19th and 20th Dynasty, gebaseerd op een lezing die hij in 2013 in Leiden hield voor de 41e Vlaams-Nederlandse Egyptologendag, gepubliceerd op Academia.Edu (2020). Hij heeft een meer uitgewerkt artikel (The Ramesside Section of the Serapeum, in Studien zur Altägyptischen Kultur 47 (2018), p. 293-318), maar dat staat niet online.[]
  3. TIP, § 152[]
  4. Thijs (2011), p. 53, die meteen duidelijk maakt dat het niet jaar 14 van Takelot II was, zoals vermeld in TIP, Table 20.[]
  5. TIP, Table 20[]
  6. Dateringen uit Ad Thijs, Dating Shoshenq I: an alternative view, gebaseerd op een lezing die hij in 2011 in Cambridge hield voor BICANE Colloquium, gepubliceerd op Academia.edu (2020) []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *