Categorieën
6. Nieuwe Rijk

Dynastie XX

Een deel van de dodentempel van Ramses III, Medinet Habu 1

Intro

Dynastie XX was de laatste van het Nieuwe Rijk. Het begon heel rooskleurig. Setnakht verjoeg Irsu, die met zijn handlangers chaos creëerde in Egypte, en maakte zo plaats voor een nieuwe dynastie. Hij werd al snel opgevolgd door zijn zoon, Ramses III, die op Ramses XI na het langst regeerde van deze dynastie, maar wel de meeste macht had. Hij breidde Egypte weer uit tot helemaal in Syrië, en noemt in een van zijn lijsten met plaatsnamen zelfs Naharin, ofwel Mitanni aan de Eufraat. In de Bijbel wordt hij Sisak genoemd, de plunderaar van Jeruzalem onder Salomo’s opvolger Rehabeam.

Al tijdens Ramses III raakte het rijk in verval. In 925 vormde dynastie XXI een eigen koninkrijk in de Delta. Ramses’ opvolgers heetten allemaal Ramses en hadden steeds minder macht. Onder Ramses IV ontsnapte het laatste deel van het tienstammenrijk aan hun greep en onder Ramses V ook Juda. Uiteindelijk werd ook de situatie in hun deel van Egypte zo onstabiel dat onder Ramses IX een rebel zich uitriep tot koning: Ramses XI. Hij nam uiteindelijk het rijk van Ramses IX en Ramses X over en maakte het weer een.

Als het gaat over de relatie tussen Israël en Egypte is het een periode om enthousiast van te worden. Zolang Ramses III Sisak is klopt de Bijbel met Egypte: Juda was sinds Sisaks inval een dienaar van Egypte (2 Kro 12:8), en Ramses III en IV ontvingen het tribuut van Retjenu.

Manetho

Manetho helpt niet bijzonder veel voor deze dynastie. Zijn kopiïsten noemen het aantal 12 koningen, zonder namen te geven, met verschillende totalen voor de dynastie: Africanus heeft 135 jaar en Eusebius 172, maar in zijn Armeense vertaling en Jerome is dat 178 jaar. Gelukkig zijn er meer dan genoeg papyri bekend waaruit een chronologie opgebouwd kan worden. Deze jaartallen worden ondersteund door de datums van het Prachtige Feest van de Vallei.

Syncellus vermeldt uit een zekere The Old Chronicle dat deze dynastie uit 8 generaties koningen van Diospolis (Thebe) bestond, voor 228 jaar.

Alleen in het Book of Sothis staan een paar Ramsessen vermeld, maar een definitieve identificatie is niet te maken omdat het Book of Sothis regelmatig regeringen afrondt, of decennia weghaalt of juist toevoegt. Voor mogelijke identificaties, zie Ramses XI.

Hogepriesters van Amun

De hogepriesters van Amun onder dynastie XX leveren een paar chronologische problemen op, die pas opgelost worden wanneer je dynastie XXI ongeveer tegelijk met XX laat beginnen. Voor de problemen en de weg naar de oplossing daarvan, zie deze post.

Setnakht

Userkhaure Setepenre Meryamun Setnakht Mererre Meryamun
5 januari 941/3 januari 940-4 januari 937

Book of Sothis:

  • 19. Rames(s)omenes, 15 jaar
    Voor deze identificatie, zie onder.

De datum waarop hij koning werd is onbekend, maar Von Beckerath denkt aan het begin van II shemu. Jaar 3 is mogelijk gevonden in de Sinaï, en veel langer zal hij niet hebben geregeerd. 2 Zijn jaar 4 is gevonden op een stela uit Luxor.

Hij zal zijn gestorven op I shemu 25, 4 januari 937, een dag voor de kroning van zijn zoon en opvolger. Als het toen jaar 4 was begon hij te regeren tussen I shemu 25, 5 januari 941, en I shemu 24, 3 januari 940. II shemu, zijn mogelijke kroningsmaand, is dan 10 januari-8 februari 941.

Hij werd koning nadat hij de Kanaäniet Irsu had verslagen.

Ramses III

Usermaatre Meryamun Ramses III Heqaiunu
4 januari 937-13 februari 906

Book of Sothis:

  • 20. Usimare(s), 31 jaar
    Voor deze identificatie, zie onder.
  • 62. Susakeim, 34 jaar. Deze koning bracht Libiërs, Ethiopiërs en Troglodyten naar Jeruzalem.

Hij werd gekroond op I shemu 26 3, 4 januari 937. Elk jaar van zijn regering is vermeld gevonden, behalve het eerste. Zijn begrafenisuitrusting werd op I akhet 4 naar de Vallei der Koningen gebracht, en de begrafenis vond plaats op I akhet 24. 4 Omdat mummificeren 70 dagen duurde zal hij zijn gestorven op III shemu 14 of 15, afhankelijk van of er in- of exclusief werd geteld, 13/14 februari 906. Zijn opvolger werd op III shemu 15 gekroond, wat dag 14 overlaat voor Ramses’ dood.

Volgens DB 32 werd op II shemu 20 in een jaar 3 het Prachtige Feest van de Vallei gevierd. Dit feest begon met nieuwe maan. II shemu 20 in jaar 3 van Ramses III was 29 januari 935, een dag voor nieuwe maan. Het past zolang de maan een dag eerder al onzichtbaar was, door bijvoorbeeld wolken.

DB 10 noemt III shemu 9 in jaar 7 als de datum van het Prachtige Feest van de Vallei. Op deze datum in jaar 7 van Ramses III, 15 februari 931, was het nieuwe maan.

II shemu 12 in jaar 22 en II shemu 29 in jaar 26, beide van [Ramses III] en daarom 15 januari 916 en 31 januari 912, waren beide vijftien dagen na nieuwe maan.

Volgens ostrakon Chicago 12073 verstreken er 18 jaar tussen jaar 17 van Ramses III (921/0) en jaar 3 van Ramses IV (904/3). 4 Dat past als III’s laatste jaar, dat uit een ruime maand bestond, als een volledig jaar werd geteld.

Standaardchronologie

Voor de sothisdatum die hij van Ramses II kopieerde, en in de standaardchronologie gebruikt kan worden om hem ongeveer 250 jaar eerder te plaatsen, zie hier.

Voor de vloeddatums die waarschijnlijk uit zijn regering komen, en een argument vormen tegen de standaardchronologie, zie hier.

Oogstbelasting

Uit de archeologische Level IV van Lachis in Israël komt een voor een groot deel bewaarde kom met een hiëratische tekst. Deze vermeldt een aantal keer tarwe en met de datum IV akhet 26 in jaar 4 de oogstbelasting (“1100 of the harvest tax”). Uit de andere datums op de kom is te concluderen dat de bijbehorende koning gekroond werd tussen IV akhet 26 en II shemu. Dat past goed bij Ramses III, van wie een scarabee in Level IV is gevonden. 5 Deze datum opent de mogelijkheid dat de standaardchronologie het mis heeft voor Ramses.

Tarwe werd in Egypte geoost in april-mei. 6 Volgens P. Turin 1895+2006 werd in jaar 12 van de wḥm mswt, uit de tijd van Ramses XI (876-839/8), op verschillende datums tussen II akhet 16 en IV akhet 24 de oogstbelasting in graan ontvangen. 7 Dit is de periode van 7 mei tot en met 14 juli 846, in de paar maanden na de oogst.

Meer details over de betalingstermijn van de oogstbelasting komen uit Ptolemaeïsche tijden. In deze tijd werd de oogstbelasting meestal betaald met graan in de drie maanden na deze oogst. Van de door Katelijn Vandorpe vermelde betalingen over de graanoogst staat in 78 gevallen de maand erbij. Maar liefst 65 keer, ofwel 83%, werd de belasting betaald in de eerste drie maanden na de oogst: juni (14x), juli (32x), augustus (18x) en de onduidelijkheid juni of juli (1x). Met grote achterstand volgen de omliggende maanden mei (5x) en september (4x), samen goed voor 12%. De overige 6% bestaat uit oktober (2x, in hetzelfde jaar), november (1x), augustus of september (1x) en een tweede betaling in maart (1x). 8

Tarwe werd in Israël geoogst in mei en juni. 9 Dat is slechts iets later dan in Eypte. Als net als in Egypte één tot drie maanden werd gewacht met het betalen van de oogstbelasting, zal IV akhet 26 in jaar 4 een datum opleveren in juni/juli-augustus/september. In mijn chronologie is IV akhet 26 in jaar 4 omgerekend 6 augustus 933. In de standaardchronologie regeerde Ramses ca.1186-1155 en IV akhet 26 in jaar 4 wordt dan 8 oktober 1183. Dat is een mogelijkheid, maar zoals te zien is aan de percentages hierboven een erg kleine. “Mijn” datum is dan waarschijnlijker.

Relatie met Israël

Jerobeam I (931-910/09), de eerste koning van het tienstammenrijk, vluchtte voor Salomo uit naar Sisak toe, de koning van Egypte, en bleef daar tot Salomo stierf (1 Kon 11:40). Volgens de Septuagint trouwde Jerobeam met Ano, de dochter van de koning van Egypte en een schoonzus van Sisak. Voor de identificatie van deze vrouw van Sisak met Tyti, een vrouw van Ramses III, zie hier.

Ramses III was Sisak, de koning van Egypte die in jaar 5 van Rehabeam (927/6) Jeruzalem plunderde. Sinds die tijd waren de Judeeërs zijn dienaren (2 Kro 12:8). Als bovenstaande datum van de oogstbelasting van hem is, waar het op lijkt, had hij genoeg van Juda in zijn macht om daar een administratie te beginnen. Het is daarom het meest logisch om de onderstaande vermeldingen van tribuut te zien als het tribuut van de Judeeërs.

In de Papyrus Harris I (9.1-3): “I (Ramses III) built for thee (Amun) a mysterious house in the land of Djahy, like the horizon of heaven which is in the sky, “The-House-of-Ramses-Ruler-of-Heliopolis,-L.-P.-H.,-in-Pekanan”, as the property of thy name. I fashioned thy great statue resting in the midst of it: “Amun-of-Ramses-Ruler-of-Heliopolis,-L.-P.-H.” The Asiatics of Retjenu came to it, bearing their tribute before it, for it was divine.” 10 Pekanan, waar het tribuut naartoe werd gebracht, betekent letterlijk “de Kanaän”. Het lag in het zuiden van Filistea volgens Merenptahs Israël Stela werd eerst Pekanan veroverd, en daarna Askelon, Gezer en Yenoam, drie steden die op één lijn van zuid naar noord liggen. Verderop in de Papyrus Harris I (11.11, 68a.2) staat dat Ramses 9 steden in Kharu, het gebied van de Kanaänieten, aan de goden van Thebe wijdde. 11

In de tempel van Medinet Habu staat een lange speech van Ramses aan de god Amun. Na de gebruikelijke eerbewijzen staat onder andere: “I built strongholds in thy name in Egypt and [˹all˺] lands, likewise the land of Asia. I taxed them for their impost every year, every town by its name, gathered together, bearing their tribute, to bring them [to] thy ka, O lord of gods … I made these things by my might, from that which my ka created, from my captures in the land of the Negroes, and in the land of Zahi (D’-hy, ofwel Djahy).” 12 Direct na deze speech staat de datum I shemu [26] in jaar 12, de verjaardag van Ramses’ kroning. De precieze datum is verwoest, maar staat in de kalender die hierna komt. 13 In de tijd van Seti I was het “heuvelland van Djahy” het bergland van Israël; zie hier. Uit de archeologie van Gaza en Tell el-Far’ah South in het land van de Filistijnen, en van Timna in de Negev, blijkt dat Egypte hier in Ramses III’s tijd de dienst uitmaakte. In de rest van Syrië en Israël is geen duidelijk bewijs van een Egyptische te vinden. 14 Ramses ontving dus direct na zijn verovering van Juda tribuut uit Israël.

Relatie met Assyrië

Voor de mogelijkheid dat Ramses de koning van Egypte is van wie Tiglath-Pileser I (959-922) een zending kreeg, zie hier.

Volgens Ramses’ plaatsnamenlijst in Medinet Habu strekte zijn rijk zich na zijn veroveringen uit tot in het midden en oosten van Turkije. Dit deel van zijn rijk wordt later niet meer genoemd en het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen denken dat Ramses flink heeft overdreven. 15 Voor de mogelijkheid dat Ramses deze noordelijke gebieden echt veroverde, maar kwijtraakte aan de Assyrische koningen Assur-dan II (934-912) en Assur-bel-kala (919-902), die schrijven dat ze Musri (Egypte) respectievelijk de Musru (Egyptenaren) versloegen, zie hier.

Ramses IV

Usermaatre Setepenamun, vanaf jaar 2 (905/4) Heqamaatre Setepenamun, Ramses IV Heqamaat Meryamun
14 februari 906-2 augustus/winter 900

Hij werd gekroond in Thebe op III shemu 15, 14 februari 906; dat werd een dag later gemeld aan de arbeiders in Deir el-Medina. 4 Zijn hoogst gevonden datering is IV akhet 30 in jaar 7, 2 augustus 900. 16

1 januari 901, II shemu 1 in jaar 5 van [Ramses IV], was vijftien dagen na nieuwe maan.

Op de achterkant van Papyrus Turin 1887 17, ook bekend als de Turin Indictment Papyrus, staat de oogst vermeld, met een hiëroglief die volgens Gardiner mogelijk alleen algemeen graan betekent en niet per se gerst, die in de jaren 1 tot en met 6 van Heqamaatre Setepenamun (Ramses IV) apart werd gezet voor Khnum in Elephantine. Meteen daarna staan de oogsten van jaar 1-3 van “farao”, ofwel de koning die tijdens het schrijven nog in leven was; kennelijk Ramses V. Ramses IV zal voor het apart zetten in jaar 7 zijn overleden. Helaas is de datum van het apart zetten onbekend, maar het eindigde met de komst van de vloed, die voor zover bekend uiterlijk 29 juni kwam 18, dus hij zal kort na 2 augustus 900, zijn hoogst bekende datum, zijn overleden. Na het oogsten kon nog tot augustus-september worden gewacht met de levering 19.

Omdat niet duidelijk is wanneer de oogst geleverd werd kan alleen worden gezegd dat Ramses voor de nieuwe oogst, in onze winter 900/899, overleed.

Relatie met Israël

Zijn naam is een aantal keer gevonden in Israël. Op een scarabee in een kuil in Afek 20, op een andere scarabee in Tell el-Far‘a South, dat vaak geïdentificeerd wordt met Saruhen 21, en drie keer in Timna: een keer op een armband in de tempel van Hathor 21, en twee keer op het tegenwicht van een menat 22. In totaal zijn elf scarabeeën van hem gevonden in Israël, waaronder in Jeruzalem en Beth-Sean, waar hij een garnizoen had gestationeerd. 23

Op II akhet 12 in jaar 2, 17 mei 905, wordt op een stela uit de Wadi Hammamat het tribuut van Retjenu vermeldt, dat door de inwoners naar hem toe werd gebracht. Op deze stela staat ook: “He (Ramses IV) has endued all his limbs with strength, the ˹Asiatics˺ grieve for themselves, so mighty is the fear of him; they faint (just) at his name, whenever they (but) recall it.” 24 Het ligt voor de hand dat Retjenu hier Juda is, dat een dienaar van de farao was geworden (2 Kro 12:8). Mogelijk dit tribuut wordt vermeldt in een laudatio, mogelijk van Ramses IV: “I laid hands on tributary people as much as the Sea(?), (some) of them worthy for the offices in your noble House.” 25

Op II shemu 27 in jaar 3, 27 januari 903, de datum van een andere stela uit de Wadi Hammamat, staat dat Ramses IV de Aziaten plundert “in their valleys, one valiant and victorious, powerful in his land.” 26 Dit kan niet over de Judeeërs gaan. Zij woonden dan wel in het land van Ramses, maar dit is de tijd van Asa (912/1-871/0), die op dit moment 10 jaar vrede had.

Ondanks dat Ramses de macht had over minstens één groep Aziaten, stortte onder zijn regering het rijk ten noorden van Gaza in. 27

In januari 901 streed Userkhau, de “opzichter van de noordelijke buitenlanden”. Asa van Juda streed in ongeveer dezelfde maand tegen iemand. Voor beiden is het onduidelijk wie hun tegenstander was, maar in mijn chronologie kunnen deze oorlogen worden gecombineerd.

Ramses IV was niet Sisak.

Relatie met Egypte

Ramses IV besloot om de rebel die door zijn vader niet was verslagen, aan te vallen, en eindigde uiteindelijk met vrede. Deze rebel kan Smendes (925-899) zijn geweest.

Ramses V

Usermaatre Sekheperenre Ramses V Amunhirkhepshef Meryamun
3 augustus/winter 900-28 augustus/10 september 896

Book of Sothis:

  • mogelijk 21. Ramesseseos, 23 jaar
    Voor deze identificatie, zie onder.

Zijn kroningsdatum is helaas onbekend, maar het zal een dag na de dood van zijn voorganger zijn geweest.

24 januari 898, wat II shemu 25 was in jaar 2 van [Ramses V], was twaalf dagen na nieuwe maan.

De hoogst gevonden datering is IV shemu 17 in jaar 4, 16 maart 896. 4 Hij zal een dag voor de troonsbestijging van zijn opvolger, dus tussen I peret 27 en II peret 10, 28 augustus en 10 september 896, zijn gestorven.

Relatie met Israël

In de vallei van Timna werd door de Egyptenaren koper gewonnen, van minstens de tijd van Seti I (1052-1043) tot en met de regering van Ramses V. Ook de tempel van Hathor daar bleef in gebruik tot Ramses V. 28 In de periode daarna werd in Timna alleen nog de naam van Ramses VI gevonden op een armband. 29

Timna hoorde op een gegeven moment weer bij Juda, en een overname rond het eind van de Egyptische aanwezigheid klinkt logisch. Bijna 200 jaar later, in de regering van Achaz (734-715), werd Timna ingenomen door de Filistijnen, die daar gingen wonen (2 Kro 28:18).

Asa van Juda (912/1-871/0) veroverde rond 897 op Zerah, de Cusjiet een aantal steden in het bergland van Efraïm, waarmee mogelijk Timna en omgeving wordt bedoeld. Zerah was vermoedelijk de onderkoning van Cusj onder Ramses V. Asa is dan verantwoordelijk voor het verdwijnen van Egypte uit Israël en Juda.

Ramses VI

Nebmaatre Meryamun Ramses VI Amunhirkhepshef Netjerheqaiunu
29 augustus/11 september 896-2 april/1 juni 888

Book of Sothis:

  • mogelijk 22. Ramessameno, 19 jaar
    Voor deze identificatie, zie onder.

Hij werd koning tussen I peret 28 en II peret 11, 29 augustus en 11 september 896. Jacques J. Janssen vermoedt dat het II peret 8 was, 8 september 896. Zijn hoogst gevonden datering is II peret 11 in jaar 8, 9 september 889, en dat hij 7 jaar en 9 maand regeerde wordt duidelijk in graffito 1860a uit Thebe. 30 Door de onzekerheid over zijn kroningsdatum zal zijn dood in I of II akhet zijn geweest, 2 april-1 juni 888.

Hij is mogelijk de eigenaar van II shemu 20 in het anonieme jaar 3 van DB 6. Dat was in zijn regering namelijk de datum van nieuwe maan, 27 januari 893.

Relatie met Israël

Zijn naam is gevonden op een armband in Timna 29, waar Simson trouwde (Richt 14:1), en op een voet van een bronzen standbeeld in Megiddo. 31 Hij is de laatste farao van deze dynastie wiens naam in Israël is gevonden. Maar uit de vondst van dit standbeeld zijn geen conclusies te trekken als het gaat over zijn macht in Israël, want Shoshenq I en Osorkon I van dynastie XXII gaven standbeelden van zichzelf aan de koningen van Bylos, en zij overheersten Byblos duidelijk niet. 32

Ramses VI was de laatste koning onder wie er werd gewerkt in de turqoisemijnen in de Sinaïwoestijn. Een reliëf in Karnak laat oorlog zien en een paar militaire standbeelden zijn van hem bekend, maar er is verder geen bewijs van zijn buitenlandse koninkrijk. 33

Hij was niet Sisak.

Relatie met Egypte

In zijn tijd werd de omgeving van Thebe lastiggevallen door “de vijand“. Ook is er een papyrus uit zijn tijd die meldt dat de bewoners van Thebe terugkeerden naar hun stad en hun goden weer werden vereerd. In mijn chronologie kan Thebe zijn veroverd door Amenemnisu (899-895), die zich Heqawaset, heerser (heqa) van Thebe (Waset), noemde.

Ramses VII

Usermaatre Setepenre Meryamun Ramses VII Itamun Netjerheqaiunu
2 april/1 juni 888-20 maart/11 april 880

De hoogst gevonden datering die zeker van hem is, is II shemu 16 uit jaar 7, 11 januari 881. Papyrus Turin 1883+2095 is gedateerd op een IV shemu 25 in jaar 8. Dit kan van hem zijn, maar ook van Ramses IX. 34 Door de onzekerheid had ik het toebedeeld aan Ramses IX, tot ik Kitchens vertaling van de eerste regel van deze papyrus las: “Of the King Usima<re> Setepenre <Mery>amun, Lord of Crown(s), <Ramesses VII…>” 35

Ramses VII haalde dus een jaar 8, en regeerde een jaar langer dan ik eerder dacht. De datum wordt dan 20 maart 880.

Ramses VIII

Usermaatre Akhenamun Ramses VIII (Sethhirkhepshef) Meryamun
21 maart/12 april 880-(19?) april 879

Hij werd na 20 maart 880 gekroond, want dat is de laatst bekende datum van Ramses VII.

Zijn voor zover mij bekend enige datering staat in de Thebaanse tombe no. 113, waar de priester Kynebu begraven werd. Degene die de decoraties aanbracht schreef dat hij begon op I akhet 13 in jaar 1 van Usermaatre Akhenamun, 12 april 880, en klaar was op I peret 3(?), 31 juli 880. 36

Gebaseerd op de kroningsdatum van zijn opvolger stierf hij in I akhet, mogelijk op dag 20. 34 Dit is 19 april 879, dus hij zat minstens een jaar en 7(?) dagen op de troon.

Relatie met Israël

Zijn naam is gevonden in Tell el-Far‘a South 21, in het zuiden van Filistea, en op een scarabee in Gezer 37, de stad die Salomo van zijn Egyptische schoonvader kreeg.

Op dit moment regeerde Asa (912/1-871/0). Van hem is in deze periode geen contact met Egypte bekend. Het enige wat gezegd kan worden is dat in Asa’s latere decennia oorlogen zijn deel zouden zijn (2 Kro 16:9), maar het gaat nogal ver om één vermelding uit te roepen tot bewijs voor een oorlog. Het vers kan gaan over de oorlog met Baësa, die “al hun dagen” duurde (1 Kon 15:16). Ramses’ naam in Gezer kan handel tussen Egypte en Israël betekenen.

Zonsverduistering

Hans Goedicke ontdekte in een mythologische tekst, “The Contendings of Horus and Seth“, de beschrijving van een zonsverduistering. Volgens hem beschrijft deze tekst wat er gebeurde met het koningschap na het overlijden van Ramses IV. Hij stelt alleen een verduistering voor waarvan de datum niet past bij de datum waarop Ramses IV stierf; dat geldt voor zowel de standaardchronologie als die van mij. 38

In de tekst claimt Horus voor de Ennead, de negen goden van Heliopolis, het koningschap van zijn vader Osiris. Re, de zonnegod, is daarentegen van mening dat niet Horus, maar diens oom van moederskant, Seth, koning moet worden. De god Banebdjede wordt erbij gehaald om te beoordelen wie recht heeft op de troon, maar Banebdjede verwijst hen door naar de godin Neith. Neith schrijft terug: “Award the office of Osiris to his son Horus.” De Ennead is nu van mening dat Neith gelijk heeft, maar Re wordt kwaad op Horus. Nadat Re beledigd wordt voor zijn beslissing, hij “lay down on his back very much saddened. … Ad so the great god spent a day lying on his back in his pavilion very much saddened and alone by himself.” Na een tijd keert hij terug en gaat de strijd tussen Horus en Seth verder. Na veel onenigheid, met onder andere verminkingen en een seksscène tussen Horus en Seth, vindt ook Seth dat het ambt van Osiris naar diens zoon Horus moet gaan, waarop Horus koning wordt.

Ik kan het originele artikel niet vinden, dus het is niet na te gaan waarom Goedicke dacht dat het specifiek over de troonswisseling tussen Ramses IV en V gaat, of überhaupt dat het gaat over dynastie XX. Maar als dat laatste klopt zijn de twee criteria dat ik kan vinden in de tekst:

  • een overleden koning werd opgevolgd door zijn zoon,
  • terwijl er een rivaal was, die uiteindelijk de troon afstond aan de zoon. Hij wordt één keer Horus’ oom van moederskant genoemd.

Voor het eerste criterium komen in dynastie XX meerdere koningen in aanmerking. Zowel Ramses III, IV als VI werden opgevolgd door een zoon, terwijl de relaties van Ramses IX, X en XI met hun voorgangers onduidelijk is. 39 Het is mogelijk dat Ramses XI degene is in het Book of Sothis de zoon van Uaphres wordt genoemd, en hij niet de zoon was van zijn voorganger, maar dat is onzeker. Het tweede criterium, de aanwezigheid van een rivaal, laat eigenlijk alleen Ramses IX en X over; XI kwam in ieder geval een paar jaar later in opstand tegen IX.

In mijn chronologie zijn rond de overlijdens van de koningen van XX in totaal vier zonsverduisteringen te vinden:

  • 5 november 901: de zon was voor 81,7% verduisterd in Heliopolis. Dit was alleen een jaar voor Ramses IV’s dood.
  • 13 augustus 896: de zon was voor 26% verduisterd in Heliopolis. Dat is erg weinig en meestal niet te zien. In dit jaar stierf bovendien Ramses V, die niet werd opgevolgd door zijn zoon, maar door zijn oom.
  • 4 september 879: de zon was voor 69,3% verduisterd in Heliopolis. Ramses IX was net een paar maanden koning.
  • 4 juli 857: de zon was voor 72,2% verduisterd in Heliopolis. Dit is te laat, want Ramses X was misschien al bijna een jaar gestorven en werd niet opgevolgd door zijn zoon, maar door een rebel, Ramses XI.

Alleen de verduistering uit 879 kan aan alle criteria voldoen. Horus is nu Ramses IX en zijn overleden vader Osiris is Ramses VIII. VIII was al een paar maanden dood en Horus claimde al voor de verduistering het koningschap. Seth is nu mogelijk Ramses XI, die een paar jaar later, in 876, in opstand kwam tegen VIII. Toeval of niet, de zonnegod werd onzichtbaar in Heliopolis en Ramses XI noemde zich later Netjerheqaiunu, de god (netjer), heerser (heqa) van Heliopolis (Iunu, het Bijbelse On).

Seth (Ramses XI) was volgens het verhaal Horus’ (Ramses XI’s) oom van moederskant. Voor eventuele verdere familie, zie hier.

Ramses IX

Neferkare Setepenre Ramses IX Khaemwaset Meryamun
(20?) april 879-16/18 augustus 861

Book of Sothis:

  • mogelijk 23. Ramesse Iubasse, 39 jaar
    Voor deze identificatie, zie onder.

Hij werd waarschijnlijk koning op I akhet 21, 20 april 879, maar hoe dan ook op zijn vroegst op I akhet 18, 17 april. Hij stierf in jaar 19, waarvan IV akhet, 24 juni-23 juli 861, nog gedocumenteerd is; Von Beckerath denkt dat hij aan het eind van I Peret stierf, 24 juli-22 augustus 861. 34 Dat past bij de kroningsdatum van zijn opvolger.

Ramses X

Khepermaatre Setepenre Ramses X Amunhirkhepshef Meryamun
17/19 augustus 861-24 juni 858/21 februari 857

Hij werd koning tussen I peret 25-27, 17-19 augustus 861. Zijn hoogst gevonden datering is IV Akhet in jaar 3, 24 juni-23 juli 858. 40

Voor de datum 21 februari 857 als uiterste sterfdatum, of tenminste de laatst mogelijke datum waarop hij zijn troon verloor, zie Ramses XI.

Het laatste jaar van zijn regering was geen prettige. Er wordt gesproken over “when Peinehesi destroyed Hartai”, “the year of the hyenas when there was a famine”, “war against the High Priest” (Amenhotep), de bestorming van Medinet Habu en de “war in the northern district”. 41 Voor de 8-9 maand waarin de hogepriester van Amun, Amenhotep, werd onderdrukt, zie hier. Deze maanden zijn ongeveer juni 858-februari 857 en eindigen met het begin van de wḥm mswt, het tijdperk dat Ramses XI begon.

De zoon van Nodjmet

Nodjmet, de vrouw van de latere koning Herihor, was volgens haar dodenboek een koningsmoeder. Robert Morkot denkt dat Nodjmet een konings(schoon)moeder was van Osorkon is uit dynastie XXI (845-839). 42 Maar Nodjmet wordt in haar dodenboek “who bore the Strong Bull (de koning)” genoemd; 43 de bedoelde koning was haar zoon.

Ondanks dat Nodjmets man, Herihor, toen hij koning werd al zijn 19 zonen en 19 dochters liet afbeelden in Karnak 44, staat hier geen koninklijke naam uit dynastie XXI. Een mogelijkheid is dat hij de 18e zoon was, wiens naam uitgewist is. Maar deze naam is vervangen door een kleinzoon van Herihor, waarvoor zie hier, wat eerder doet denken dat hier een onbelangrijke zoon stond. Nodjmet stierf rond 850 en op dat moment regeerde namens XXI Amenemope (854-845). Zijn afkomst is onbekend 45, maar hij was al oud toen hij stierf 46 en leefde al toen Nodjmet volgens mijn schattingen geboren werd. Nodjmet was geboren omstreeks 895 en haar dodenboek werd uiterlijk in 851 geschreven. Haar zoon was dus al koning of koning geweest. Als hij niet uit dynastie XXI kwam is de enige mogelijkheid dat hij bij dynastie XX hoorde. Haar zoon is dan Ramses X. Er zijn vier dingen in zijn voordeel:

  • Er is niks bekend over Ramses’ ouders. 47
  • Hij heette oorspronkelijk Amenhirkhopshef, net als een van Herihors zonen.
  • 861, het jaar waarin Ramses gekroond werd, is het begin van de 30 jaar die Herihor volgens een orakel binnen Thebe kreeg. Deze eindigen met zijn dood in 831; zie hier.
  • Ramses XI had weinig macht. 48 Als dat ook gold voor Ramses X, was hij vooral koning in naam en lag de echte macht bij anderen. De situatie wordt dan vergelijkbaar met die van de Merovingen: de laatste koningen waren kinderen, marionettenkoningen in dienst van degenen die hen opvolgden.

Het enige probleem is dat de naam van Herihors zoon Amenhirkhepshef in de optocht niet in een cartouche staat. Hij was alleen “The King’s Bodily Son, Amenhirkhopshef, justified”. 49 Hij was dan koning tot Herihor gekroond werd. Dat kan alleen als Herihor zijn koningschap voor zichzelf opeiste, zoals in het genoemde orakel lijkt te staan.

Ramses XI

Menmaatre Setepenptah Ramses XI Khaemwaset Meryamun Netjerheqaiunu
(kort voor 18 februari) 876-839/8

Kort na het einde van Ramses X’s regering, tussen I shemu 19 in jaar 18 en III shemu 26 in jaar 19, 9 december 858 en 14 februari 857, begon Ramses XI een nieuw tijdperk, de wḥm mswt (wehem mesut, herhaling van geboortes, ook wel Renaissance genoemd).50

III shemu 20, een datum uit de Papyrus Ashmolean 1945.96, de Adoption Papyrus, wordt als zijn kroningsdatum genoemd. 51 Hier staat dat op III shemu 20 Ramses XI naar de tempel van Karnak ging om zijn troonsbestijging te melden aan Amun, waarna er aan Amun geofferd werd. III shemu 20 is dus niet de datum van zijn troonsbestijging, maar de datum waarop hij de troonsbestijging meldde aan de god, zoals gebruikelijk was. De echte troonsbestijging was daarom eerder. 52 Als je dit samenvoegt met de dateringen uit de vorige alinea, werd hij gekroond tussen I shemu 19 en III shemu 26, ofwel 13 december 877 en 18 februari 876. Omdat Amun in deze periode de belangrijkste god was neem ik aan dat zijn troonsbestijging aan het eind van die periode was.

Tegelijk met Ramses IX en Ramses X

Ad Thijs, die de chronologie van de grafroversverhoren uit de tijd van Ramses IX en XI bestudeerde, kwam tot de conclusie dat Ramses XI tegelijk regeerde met de twee die altijd werden gezien als zijn voorgangers. Toen de regering van Ramses X eindigde in chaos, herstelde XI de orde door de heerschappij over te nemen. 53 Een kortere chronologie verklaart bijvoorbeeld waarom zeven papyri van jaar 14 van Ramses IX (866/5)-jaar 3 van Ramses X (859/8) direct naar de wḥm mswt springen, en daarbij XI’s eerste 18 jaren negeren. Het belangrijkste is dat alle bronnen uit XI’s tijd in Thijs’ chronologie passen.

Ik denk dat Thijs gelijk heeft. Ondanks dat het allemaal mogelijk is heeft hij namelijk een argument dat niet tegen kan worden gesproken. Hogepriester van Amun Amenhotep zei tegen Ramses XI: “at the time when my father went to rest on the West of Thebes [in year x] of Pharaoh”. 54 Met farao werd in deze tijd de levende koning bedoeld; Amenhoteps vader, Ramsesnakht, werd dus begraven toen Ramses XI al regeerde. Maar Ramsesnakht wordt voor het laatst vermeld in jaar 2 van Ramses IX (878/7) en Amenhotep was al hogepriester in diens jaar 9 (871/0). Amenhoteps vader kan alleen zijn gestorven onder Ramses XI als deze al voor 871/0 aan de macht was, tegelijk met Ramses IX. 55

Ramses XI als rebel

Als Ramses XI de tegenstander van Menkheperre was, zoals in mijn chronologie waarschijnlijk is, begon hij als rebel, maar werd hij binnen twee maanden alweer verdreven uit Thebe. Dit was in jaar 25 [van Psusennes I (876/5)].

Gebaseerd op deze datering begon de wḥm mswt in 858/7 met de start van Ramses’ tweede koningschap in Thebe. Ook passen de datums die Menkheperre noemen bij een troonsbestijging van Ramses XI kort voor 18 februari 876.

Het einde van Ramses X’s regering

Ook al ben ik het met Thijs eens dat Ramses XI tegelijk regeerde met zijn naamgenoten IX en X, er zijn een paar details die ik anders zie. Dit gaat over drie documenten die Thijs tussen de dood van Ramses X en het begin van de wḥm mswt plaatst. In Thijs’ chronologie betekent dit dat er tussen beide gebeurtenissen een paar jaar verstreek, maar dat is niet nodig.

Volgens Thijs is de eerste datering van Ramses XI als koning in Thebe IV akhet 25 in jaar 17, in de Brief aan onderkoning Panehsy, wat dan 17 juli 857 is. Ramses X moet voor die datum gestorven zijn. 56 De Brief komt naar mijn mening eerder uit jaar 17 van de wḥm mswt; zie onder, in het stukje over de lengte van de wḥm mswt. Ook het jaar 18 van papyrus BM 10054 kan aan de wḥm mswt worden toegeschreven; opnieuw, zie onder. Een ander document van Ramses XI dat mogelijk voor de wḥm mswt werd geschreven, is Papyrus Turin 1888. Dit is gedateerd op III peret 11, jaar onbekend, en IV shemu 24 (of 14 of 18) uit een anoniem jaar 18. De eigenaar daarvan kan door de ingekorte chronologie ook Ramses IX zijn; de schrijver van de papyrus, Dhutmose, wordt voor het eerst vermeld als arbeider in diens jaar 17. Hij werd dan al snel daarna schrijver. 57 De plaatsing van Ramses XI als de tegenstander van Menkheperre maakt van Ramses’ beginjaar 876, zodat de wḥm mswt uiterlijk in februari 857 begon. Het genoemde jaar 18 kan dan alleen van Ramses IX zijn.

Het vroegste document van Ramses XI uit Thebe komt daarom naar mijn mening uit jaar 1 van de wḥm mswt, Papyrus BM 10052, IV shemu 5 58, 22 februari 857. De wḥm mswt begon dan met Ramses XI’s machtsovernamen in Thebe en werd uitgeroepen om deze fase in te luiden. Ramses X wordt voor het laatst vermeld in juni 858 en de maanden tot februari 857 zijn de 8 of 9 maanden dat de hogepriester van Amun Amenhotep “onderdrukt” was; zie hier.

Het Necropolis Journal uit Deir el-Medina gaat na een uitgebreide berichtgeving uit de regering van Ramses X over op een jaar 1. In mijn versie van Thijs’ theorie is dit jaar 1 van de wḥm mswt, maar Thomas Schneider schrijft dat de wḥm mswt altijd bij de daarbij horende jaartelling wordt vermeld, en ziet hier daarom Ramses XI’s gewone jaar 1 in. 59 Schneiders argument hoeft niet op te gaan, want zolang Thijs’ theorie klopt zijn er meer documenten die uit de wḥm mswt komen, maar waarbij het tijdperk niet wordt genoemd. 60 Als de wḥm mswt direct bij de machtsovername van Ramses XI begon, was het niet altijd nodig om het tijdperk erbij te schrijven. Alles wat dit Journal dus zegt, is dat direct na de tijd van Ramses X een jaar 1 kwam dat, als het van de wḥm mswt was, betekent dat er niet zoals in Thijs’ originele theorie een paar jaar extra tussen horen.

Een mogelijke bevestiging van mijn aanpassingen aan Thijs’ theorie is een maandatering. Op II shemu 23 (of 22) in een jaar 22 werd tijdens het Prachtige Feest van de Vallei geofferd aan Hathor en alleen in deze chronologie past die datum bij een andere vermelding van Hathors eredienst. Beide datums zijn dan vijf dagen na nieuwe maan. Voor de details, zie hier.

De lengte van de wḥm mswt

Het is onbekend hoelang de wḥm mswt precies duurde, maar in Thijs’ kortere chronologie kunnen er een paar extra papyri aan toegewezen worden. Dat zijn bijvoorbeeld het jaar 12 van Ramses XI op de achterkant van Papyrus Turin 1895+2006, ook wel bekend als de Turin Taxation Papyrus, en het jaar 14 aan de voorkant. Papyrus BM 9997 is gedateerd op de anonieme jaren 14 en 15, maar door de vermelding van hoofdportier Pnufer, die in jaar 2 van de wḥm mswt volgens Papyrus BM 10403 nog gewoon portier was, hoort ook deze papyrus bij de wḥm mswt. Op basis van één carrière is dat misschien twijfelachtig, maar ook uit de carrières van andere mannen blijkt dat BM 9997 bij de wḥm mswt hoort.61

De wḥm mswt kan verder worden uitgebreid. Er is namelijk nog één ding dat ik kan aanmerken op Thijs’ theorie: de carrière van Panehsy, de onderkoning van Cusj. De Brief aan onderkoning Panehsy, waarin een decreet van Ramses XI aan hem staat, is gedateerd op IV akhet 25 in jaar 17. Volgens Thijs is dit, zoals hierboven staat, de eerste datering van Ramses XI in Thebe. 56 Maar dit maakt Panehsys carrière nogal verwarrend. Hij was dan in jaar 17 onderkoning van Cusj, in jaar 1 en 2 van de wḥm mswt een vijand (Papyrus BM 10052) en in jaar 12 weer onderkoning. In jaar 7 en 10 van de wḥm mswt was hij dan bovendien als onderkoning vervangen door Piankh. Thijs verklaart dit doordat Panehsy’s carrière onderbroken werd en vijand Panehsy een naamgenoot kan zijn. 62 Of de vijand nou een naamgenoot was of niet, het is logischer om jaar 17 na jaar 12 te plaatsen, als onderdeel van de wḥm mswt.

De laatste uitbreiding van wḥm mswt wordt geleverd door BM 10054. Deze papyrus begint met een tekst uit jaar 16 van Ramses IX (864/3) en heeft daarnaast teksten uit jaar 6, jaar 10 en jaar 18. 63 Thijs heeft redenen om jaar 18 niet als dat van Ramses IX te identificeren, maar uit de periode daarna. Het handschrift is anders dan de andere teksten op deze papyrus, 64 de andere papyri waarmee BM 10054 werd gevonden komen uit de jaren 16-17 van Ramses IX en werden pas vanaf een daaropvolgend jaar 6 hergebruikt, de inhoud van de tekst uit jaar 18 past bij deze latere bijschrijvingen en de waarschijnlijke geschiedenis van BM 10054 past naadloos bij deze andere papyri, die ooit werden gestolen en uiterlijk in jaar 6 teruggekocht. 65 Jaar 18 is dus niet van Ramses IX, maar kwam daarna.

De tekst uit jaar 18 gaat over plundering, waarvoor geen bewijs is in jaar 18 van Ramses IX. Volgens Thijs is dat een extra reden om de papyrus niet in IX’s tijd te plaatsen 66, maar hij plaatst de papyrus in jaar 18 van Ramses XI, in welk jaar verder ook geen bewijs is van onderzoek naar tombeplunderingen 60. Het enig andere mogelijke bewijs voor onderzoek naar plunderingen komt van papyrus BM 10068. Op de achterkant hiervan staat zowel een lijst huizen, gedateerd op jaar 12, en een lijst met de ontvangsten van goud, zilver, koper en kleding, tegenwoordig bekend als de šrmt-lijst. Het jaartal van de šrmt-lijst is weggelaten, maar door de positie op de pagina en de onregelmatige vorm van de lijst moet deze na de huizenlijst zijn geschreven, dus na jaar 12. 60 In de šrmt-lijst staan geen mensen van betekenis. Het zijn mensen met eenvoudige beroepen die goud en zilver moesten leveren, wat doet denken aan plundering of handel in gestolen goederen. Het lijkt erop dat er geen enkele moeite werd gedaan om uit te vinden wie precies wat had gestolen. 67

Het woord šrmt is mogelijk afgeleid van Semitisch shalom, vrede, zodat het vredegave of vredeoffer betekent. 68 Deze betalingen zijn dan een vredeoffer; hierna werd de rest met rust gelaten. 69 Thijs’ plaatsing van jaar 18 van BM 10054 direct voor de wḥm mswt, is in mijn chronologie onmogelijk, want de wḥm mswt begon met de machtsgreep van Ramses XI in Thebe. Omdat jaar 18 duidelijk na Ramses IX kwam, zal het bij de wḥm mswt horen. De plundering uit die tekst heeft dan mogelijk te maken met de šrmt-lijst en vormt de afsluitening van de onderzoeken naar de grafrovers.

De datum uit jaar 18 is II akhet 24. 65 Ramses XI regeerde daarom minstens tot II akhet 24 in jaar 18 van de wḥm mswt, ofwel 13 mei 840.

Book of Sothis

Er is niets uit Egypte bewaard gebleven over de exacte duur van Ramses XI’s regering. Het enige waar een conclusie uit te trekken is, is het Book of Sothis. Dit is de enige bewaarde koningslijst waarin een aantal Ramsessen staan met de vermelding van hun totale regeringsduur. Helaas is deze lijst niet erg betrouwbaar. Er missen veel koningen, jaren werden afgerond, decennia werden bijverzonnen of weggehaald en de dynastieën staan door elkaar heen. Maar de genoemde Ramsessen horen gezien de namen van hun voorgangers bij dynastieën XIX en XX:

  • 11. Acesephthres, 13 jaar
    Een Ankhkheperure: Neferneferuaten (1089-1086), Smenkhkare (1086-1084) of Saakare (1084-1082).
  • 12. Anchoreus, 9 jaar
    Tutankhamun (1082-1073), zonder Tut-. De god Amun werd later geïdentificeerd met Re.
  • 13. Armiyses, 4 jaar
    Horemheb (1068-1054). Door Africanus wordt hij Armesis genoemd, door Eusebius Armais. Volgens Josephus regeerde hij 4 jaar.
  • 14. Chamois, 12 jaar
    Ramses I (1055/4-1052). Zijn Nebty-naam was Kha-em-nisut-mi-Itemu.
  • 15. Miamus, 14 jaar
    Seti I (1052-1043) die ook Mereramun werd genoemd. De r was in het Laat-Egyptisch veranderd in een glottislag, de stilte in een woord als be-amen. 70 Volgens Eusebius regeerde hij 55 jaar.
  • 16. Amesesis, 65 jaar
    Ramses II (1043-977), 66 jaar
  • 17. Uses, 50 jaar
    Userkheperure Seti II (968-962), die 60 jaar heeft in Africanus
  • 18. Rameses, 29 jaar
    Ramses Siptah, zoals Siptah (962-956) eerst heette, regeerde 5 volledige jaren. Tausret zette zijn jaartelling voort en regeerde tot minstens in jaar 8, mogelijk in jaar 9 (956-951/0). Er zijn dan twee decennia toegevoegd.
  • 19. Rames(s)omenes, 15 jaar
    Setnakht (Mererre Mery)amun (941-937)
  • 20. Usimare(s), 31 jaar
    Usermaatre Meryamun Ramses III, 31 jaar
  • 21. Ramesseseos, 23 jaar
    Mogelijk Ramses V (Amunhirkhep)she(f), die ongeveer of bijna 4 jaar regeerde.
  • 22. Ramessameno, 19 jaar. Hij is de eerste farao vermeld in de Heilige Geschriften. In zijn regering daalde de patriarch Abraham af naar Egypte. (Dit kan doordat Ramessameno in het Book of Sothis in het eerste deel van de lijst staat.)
    Mogelijk Ramses VI Amun(hirkhepshef), 8 of bijna 8 jaar.
  • 23. Ramesse Iubasse, 39 jaar
    Mogelijk Ramses IX A(m)u(nhirkhe)pshe(f), die in jaar 19 stierf.
  • 24. Ramesse, zoon van Uaphres, 29 jaar

Ramesse de zoon van Uaphres kan Ramses XI zijn. Zolang de regeringsduur alleen die van de wḥm mswt is en ook hij een decennium extra kreeg, regeerde hij slechts iets langer dan het hierboven vermelde jaar 18. Hij stierf dan in 839/8. Bij gebrek aan beter neem ik dat voor hem aan.

De zoon van Hrere

Hrere, de moeder van Herihors vrouw Nodjmet, was volgens het dodenboek van haar dochter een koningsmoeder. Wie deze koning was wordt niet gezegd. Hij wordt wel geïdentificeerd met Herihor en haar titel betekent dan konings(schoon)moeder. 71 Dat is alleen onmogelijk. Het dodenboek werd geschreven voordat Herihor gekroond was (851); Nodjmet is volgens het boek geen koningin, maar de vrouw van een hogepriester van Amun. 72

Nodjmets koninklijke zoon kan Ramses X zijn; zie hier. Dat opent de mogelijkheid dat Hreres koninklijke zoon ook uit dynastie XX kwam. Hrere wordt geen koningin genoemd, dus haar man was geen koning. Van de heersers uit XX blijven dan Ramses IX en XI over 39. Als de gegevens rond de zonsverduistering van Heliopolis goed geïnterpreteerd zijn, waren Ramses IX’s ouders Ramses VIII en een zus van Ramses XI, en valt ook IX af. Hrere was dan getrouwd met Uaphres en de moeder van zowel Ramses XI als de vrouw van Ramses VIII.

De ouders van Ramses XI zijn, op de vermelding in het Book of Sothis na, onbekend. Ook van eventuele vrouwen en kinderen is niks bekend. 73 Qua leeftijd is een identificatie met de konijnklijke zoon van Hrere mogelijk. Hreres mogelijke vader, Ramsesnakht, werd waarschijnlijk geboren omstreeks 945. Als zij omstreeks 925 werd geboren, werd Ramses XI dat op zijn vroegst rond 905 en was hij ongeveer 65 toen hij stierf. Meer criteria voor de zoektocht naar Hreres koninklijke zoon zijn er helaas niet, dus het blijft bij een mogelijkheid.

Herihor

Hem-netjer-tep-en-Amun Herihor Siamun
851-831

Hij was oorspronkelijk een hogepriester van Amun. Voor zijn datering, ouders, zijn koningin Nodjmet en haar afkomst, zie hier.

Ramses XII

Usermaatre Heqawaset Ramses XII Mereramun
831

Bestaan

Zijn bestaan is een ontdekking van Ian Mladjov. 74 Mladjov komt op dit idee doordat de anonieme jaren 5 en 6 waarin Herihor, een hogepriester van Amun, van een opvolger van Ramses XI kunnen zijn. Ramses XII kan niet de eigenaar zijn van deze jaren, want die waren onderdeel van de wḥm mswt; zie hier. Ondanks dat liet Mladjov zien dat er een extra Ramses was.

Alle bekende Ramsessen komen soms voor onder andere namen, maar er is één vermelding van een Ramses die niet bij de anderen past. Usermaatre Heqawaset Ramses Mereramun wordt vermeld in inscriptie no. 22 uit de Wadi Hammamat. Meestal wordt gedacht dat dit nummer II is, maar aparte spellingen van zijn namen komen nooit op zichzelf voor. Deze wel. Dit kan dus een extra koning Ramses zijn. De bijnaam Mereramun komt vooral laat in dynastie XX voor; IX en XI worden zo soms genoemd. De interne chronologie van XX is goed bekend, dus de enige plek waar Ramses Mereramun thuis kan horen is aan het eind, als Ramses XII.

Mladjovs theorie doet recht aan wat gevonden is over Ramses Mereramun en plaatst zelfs een puzzelstukje dat nergens anders een plek heeft. Ook is zijn bestaan nodig om tot Manetho’s 12 koningen in deze dynastie te komen. 75 (Ad Thijs denkt dat de twaalfde koning Pinudjem is (minstens 876-851), maar hij past niet in deze dynastie.) Ik neem het daarom aan. Als Ramses XII Herihor opvolgde heerste hij in 831.

Istemkheb

Ramses XII was mogelijk een vrouw en een nicht van Herihor. Zijn naam is dan de troonnaam van Istemkheb, de dochter van Herihors broer Menkheperre die rond 840 scheidde van haar broer, HPA Pinudjem (851/45-830). Ze wordt op haar doodskist namelijk “Koning van Boven- en Beneden-Egypte” genoemd. Kitchen ziet dit als het hoogtepunt van inflatie van koninklijke titels, maar als het waar is was ze koning. 76

laatste wijzigingen:
15 januari 2023: betere identificaties van de Ramsessen uit het Book of Sothis, identificatie van Ramses XII met Istemkheb
17 januari 2023: uitbreiding van de wḥm mswt naar jaar 18, beschrijving van Ramses X’s laatste jaar
23 januari 2023: Ramses III’s relatie met Israël herschreven
6 februari 2023: Ramses III’s vloeddata op een andere pagina gezet
5 oktober 2023: toegevoegd de paragraaf over Ramses III’s oogstbelasting
20 maart 2024: III shemu 20 was toch niet de datum van Ramses XI’s troonsbestijging

  1. By I, Rémih, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7253868 []
  2. AEC, p. 214 []
  3. Ancient Records, deel IV, § 142 []
  4. AEC, p. 215 [] [] [] []
  5. Deborah Sweeney, Hieratic Inscriptions from Lachish, in The Renewed Excavations at Lachish – 1973-1994, Vol. III (2005), p. 1601-1602, 1607 []
  6. Brian Muhs, Chapter Seven, The Ptolemaic Period (332-30 BCE), in The Ancient Egyptian Economy 3000-30 BCE, p. 221 []
  7. Alan H. Gardiner, Ramesside Texts Relating to the Taxation and Transport of Corn, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 27 (Dec., 1941), p. 24, 30 []
  8. Katelijn Vandorpe, The Ptolemaic Epigraphe or Harvest tax (shemu), in Archiv für Papyrusforschung 46 (2000), p. 205-216 []
  9. Fred H. Wright, Growing and harvesting grain, paragraaf Rain and the maturing of the crops []
  10. Ancient Records, deel IV, § 219 []
  11. Ancient Records, deel IV, § 226, 384 []
  12. Ancient Records, deel IV, § 139-141 []
  13. Ancient Records, deel IV, § 142, met voetnoot b []
  14. James (2015), p. 247 []
  15. Culture and History of the Ancient Near East, Volume 91, Donald B. Redford, The Medinet Habu Records of the Foreign Wars of Ramesses III (2018), p. 134-150 []
  16. K.A. Kitchen, Ramesside Inscriptions, Translations, Volume VI, Ramesses IV to XI and Contemporaries (2012), p. 122 []
  17. Alan H. Gardiner, Ramesside Texts Relating to the Taxation and Transport of Corn, in The Journal of Egyptian Archaeology, 27 (dec. 1941), p. 60-62 []
  18. Parker (1950), p. 32 []
  19. AEC, p. 374, voetnoot 38 []
  20. Higginbotham (2000), p. 86 []
  21. Higginbotham (2000), p. 100 [] [] []
  22. Higginbotham (2000), p. 223; in de index wordt vanaf Ramses VI hiernaar verwezen. []
  23. Van der Veen en James (2011), p. 119-120 []
  24. Kitchen (2012), p. 9-10, op een Rock Stela uit de Wadi Hammamat, Couyat-Montet No.240 []
  25. Kitchen (2012), p. 67-68, Papyrus Turin, Cat. 1882, Recto []
  26. Kitchen (2012), p. 12-13, op de Great Stela uit de Wadi Hammamat, Couyat-Montet No.12 []
  27. Van der Veen en James (2015), p. 122-123 []
  28. Higginbotham (2000), p. 118-119 []
  29. Higginbotham (2000), p. 121 [] []
  30. AEC, p. 215-216 []
  31. Higginbotham (2000), p. 70 []
  32. Van der Veen en James (2015), p. 119 []
  33. Royal Families, p. 184 []
  34. AEC, p. 216 [] [] []
  35. Kitchen (2012), p. 333 []
  36. Kitchen (2012), p. 339-340 []
  37. Higginbotham (2000), p. 102 []
  38. Hans Goedicke, The Total Solar Eclipse of 1130 B.C., in Diachronic Trends in Ancient Egyptian History (2013), p. 59-62, de samenvatting (p. ix) is geciteerd door Robert Porter, Ramesses IV eclipse – a new NC fixed point?, die ook het artikel niet kon inzien []
  39. Royal Families, p. 186-187 [] []
  40. AEC, p. 216-217 []
  41. Ad Thijs, The troubled careers of Amenhotep and Panehsy: the High Priest of Amun and the Viceroy of Kush under the last Ramessides, in Studien zur Altägyptischen Kultur 31 (2003), p. 529 []
  42. James en Morkot (2010), p. 240, met voetnoot 36 []
  43. TIP, § 39 []
  44. Kitchen (2012), p. 508 []
  45. Royal Families, p. 202 []
  46. Royal Families, voetnoot 142 op p. 286 []
  47. Royal Families, p. 191 []
  48. James en Morkot (2010), p. 235 []
  49. The Epigraphic Survey, The Temple of Khonsu-Volume 1, Plates 1-110, Scenes of King Herihor in the Court, with translations of texts (1979), Plate 26, regels 24 en 25, vertaling op p. 12 []
  50. Ad Thijs, Reconsidering The end of the Twentieth Dynasty, Part VI: Some minor adjustments and observations concering the wḥm mswt, in Göttinger Miszellen 181 (2001), p. 99-102 []
  51. Ad Thijs, Reconsidering The end of the Twentieth Dynasty, Part II, in Göttinger Miszellen 170 (1999), p. 92 []
  52. Robert J. Demarée, Two Papyrus Fragments with Historically Relevant Data, in Rivista del Museo Egizio 7 (2023), p. 66 []
  53. Ad Thijs, Reconsidering The end of the Twentieth Dynasty, Part I: The fisherman Pnekhtemope and the date of BM 10054, in Göttinger Miszellen (GM) 167 (1998), p. 95-108; Part II, in Göttinger Miszellen 170 (1999), p. 83-99; Part III: Some hitherto unrecognized documents from the wḥm mswt, in Göttinger Miszellen 173 (1999), p. 175-191; Part IV: The Harshire-family as a test for the shorter chronology, in Göttinger Miszellen 175 (2000), p. 99-103; Part V: P. Ambras as an advocate for a shorter chronology, in Göttinger Miszellen 179 (2000), p. 69-83; Part VI: Some minor adjustments and observations concering the wḥm mswt, in Göttinger Miszellen 181 (2001), p. 95-103; Part VII: The history of the viziers and the politics of Menmare, in Göttinger Miszellen 184 (2001), p. 65-73, en Pap. Turin 2018, the journeys of the scribe Dhutmose and the career of the Chief Workman Bekenmut, in Göttinger Miszellen 199 (2004), p. 79-88. Zie ook Thijs’ serie A reply to critics, en zijn kritiek op Jansen-Winkelns kritiek in Thijs (2018), p. 519-523, 530-532. []
  54. Edward F. Wente, The Suppression of the High Priest Amenhotep, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 25, No. 2 (Apr., 1966), p. 78-79 []
  55. Ad Thijs, “My father was buried during your reign” The burial of the High Priest Ramessesnakht under Ramses XI, in Discussions in Egyptology 60 (2004), p. 87-95 []
  56. Ad Thijs, Reconsidering The end of the Twentieth Dynasty, Part III, in Göttinger Miszellen 173 (1999), p. 182 [] []
  57. Ad Thijs, Reconsidering The end of the Twentieth Dynasty, Part III, in Göttinger Miszellen 173 (1999), p. 178-181 []
  58. Kitchen (2012), p. 539 []
  59. Thomas Schneider, Contributions to the Chronology of the New Kingdom and the Third Intermediate Period, in Ägypte und Levante / Egypt and the Levant 20 (2010), p. 397 []
  60. Thijs (2018), p. 524 [] [] []
  61. Ad Thijs, Once more, the length of the Ramesside Renaissance, in Göttinger Miszellen 240 (2014), p. 70-75 []
  62. Ad Thijs, The troubled careers of Amenhotep and Panehsy: the High Priest of Amun and the Viceroy of Kush under the last Ramessides, de versie op academia.edu, in Studien zur Altägyptischen Kultur 31 (2003), p. 295-306 []
  63. Thijs (2018), p. 528 []
  64. Thijs (2018), p. 523, voetnoot 23 []
  65. Thijs (2018), p. 528-529 [] []
  66. Thijs (2018), p. 529 []
  67. Thijs (2018), p. 532-533 []
  68. Thijs (2018), p. 525 []
  69. Thijs (2018), p. 533 []
  70. Matthew J. Adams, Manetho’s Twenty-third Dynasty and the Legitimization of Kushite Rule over Egypt, in Antiguo Oriente, Volumen 9, Volumen en honor de Alicia Daneri Rodrigo con motivo de su retiro (2011), p. 38 []
  71. TIP, § 39, en James en Morkot (2010), p. 238 []
  72. Giuseppina Lenzo, The two funerary papyri of Queen Nedjmet (P. BM EA 10490 and P. BM EA 10541 + Louvre E. 6258), in British Museum Studies in Ancient Egypt and Sudan 15 (2010), p. 64 []
  73. Royal Families, p. 191-192 []
  74. Ian Mladjov, The Transition between the Twentieth and Twenty-First Dynasties Revisited, in Birmingham Egyptology Journal 5 (2017), p. 1-23 []
  75. Thijs (2005), p. 78 []
  76. TIP, § 54 C, voetoot 333 []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *