Categorieën
6. Nieuwe Rijk Koningstijd

Userkhau en Asa

Asa, in de Weltchronik van Fulda, tussen 1350-1375 n.Chr. 1

Wie zijn dit?

Userkhau was een “opzichter van de noordelijke buitenlanden” en “opzichter van troepen” onder Ramses IV (906-900). Hij was waarschijnlijk de laatste in die functie, want onder Ramses IV stortte het Egyptische rijk in Azië in. 2

Asa was de koning van Juda in deze periode (912/1-871/0). In zijn tijd moet er een oorlog zijn geweest waarover de Bijbel niks vertelt. In deze post identificeer ik zijn tegenstander met Userkhau.

Userkhau

Userkhau wordt genoemd op de fragmenten van twee stelae, Sinai 294 en 297, uit Serabit el-Khadim in de Sinaïwoestijn, waar de Egyptenaren turquoise wonnen. Op Sinai 297 staat Userkhau’s opzichterstitel. Sinai 294 is gedateerd op II shemu in een jaar 5 dat alleen aan Ramses IV kan worden toegeschreven, 1-30 januari 901; Ramses IV wordt namelijk met dezelfde maand vermeld op een andere stela uit Serabit el-Khadim (Sinai 276). Het woord maand (3bd, abed) is op zowel 294 als 276 apart geschreven. 2 De volledige tekst van Sinai 294 is: 3

Sinai 294, waarvan alleen de onderkant bewaard is gebleven 4

“Year 5, second(?) month of the summer season (shemu), in victory (?), the sending of the commander of bowmen, overseer of the foreign lands (?) Userkhau, true of voice, [of the lord] (?) of the two lands on his very great expedition (??) [to?] all lands […]”

Ondanks alle vraagtekens vinden Peter van der Veen en Peter James dat de tekst leesbaar genoeg is om geen vragen bij de vertaling te stellen. 5

Er is niks bekend over deze militaire expeditie. Maar Ramses IV was de laatste farao van zijn dynastie die nog wat te zeggen had in Israël, voor Egypte haar laatste grondgebieden in het Midden-Oosten kwijtraakte, 6 en Userkhau was de laatste opzichter van de noordelijke buitenlanden, dus je kan concluderen dat deze erg grote expeditie is mislukt.

Asa

Asa versloeg rond 897 Zerah, de Cusjiet. Dit moet een hoge Egyptenaar zijn geweest, want zijn leger bestond uit zowel Cusjieten als Libiërs (2 Kro 16:8).

Van der Veen en James identificeren Userkhau met Zerah. De namen lijken op elkaar en bovendien betekent -kha- in Userkhau net als Zerah “opkomend, rijzend”. 7 Maar is dat terecht? Ze richten zich op de overeenkomst tussen de namen en Userkhaus expeditie, maar negeren dat Zerah de Cusjiet wordt genoemd. Het doel van Userkhau was “alle landen”, Zerah ging alleen naar Juda. Userkhau was opzichter van de noordelijke landen, niet de farao die naar believen oorlogen voerde buiten de grenzen, dus het is mogelijk dat met “alle landen” alle tot Egypte behorende landen werden bedoeld. Er was dan een opstand. Juda hoorde al sinds de inval van Sisak (Ramses III) bij Egypte (2 Kro 12:8) en een scarabee van Ramses IV is gevonden in Jeruzalem 6, dus Juda kon in opstand zijn gekomen.

Ik denk dat Zerah kort na Userkhaus expeditie naar het noorden trok. Userkhau viel Juda binnen onder Ramses IV, en Asa versloeg Zerah onder Ramses V (900-896). Pas onder Ramses V stortten ook de laatste delen van het Egyptische rijk ten noorden van Gaza compleet in. Het noorden, waaronder het Egyptische garnizoen in Beth-Sean, werd in de tijd van Ramses IV al opgeruimd. 6 Asa lijkt een eind te hebben gemaakt aan Ramses V’s heerschappij ten noorden van Gaza; zie hier.

Het zit hem in details

Als Userkhau en Zerah beiden Juda binnenvielen, een paar jaar na elkaar, verklaart dat een klein chronologisch detail in de Bijbel. In de HSV is het maar 9 woorden.

Zerah viel Juda binnen rond 897; in maand 3 van jaar 15, 18 mei-15 juni 896 en niet lang na de aanval, werd er uit de buit geofferd in Jeruzalem (2 Kro 15:10-11). Maar nadat Asa koning werd staat er: “In zijn dagen had het land tien jaar rust.” (2 Kro 14:1) Dit is het detail waar het om gaat. Het is het meest logisch is om deze vrede aan het begin van zijn regering te plaatsen, want toen deed hij nog wat goed was in de ogen van de Heer, zijn God (2 Kro 14:2). Deze vrede eindigde niet met Asa’s oorlog tegen Zerah, want deze begon een paar jaar later. Deze vrede eindigde ook niet met Asa’s andere beschreven oorlog, die tegen Baësa van het tienstammenrijk, die “al hun dagen” duurde. Die begon namelijk toen Baësa Rama uitbouwde (1 Kon 15:16-17) na de inval van Zerah (2 Kro 16:1, 8).

Asa werd koning tussen 1 tisjri, 10 september 912, en de laatste dag van adar, 6 maart 911. Het eerste jaar zonder vrede begon daarom tussen 1 tisjri, 19 september 902, en de laatste dag van adar, 14 maart 901. Ergens in dit jaar, dat eindigde tussen 1 tisjri, 8 september 901, en de laatste dag van adar II (de Joodse schrikkelmaand), 2 april 900, moet er een oorlog zijn geweest die de schrijver van 2 Kronieken niet belangrijk genoeg vond om te vermelden.

Conclusie: Userkhau en Asa

De Bijbel zwijgt dus over Asa’s eerste oorlog. Maar als je naar mijn Egyptische chronologie kijkt vertrok midden in het halve jaar waarin Asa’s tien jaar vrede eindigde, Userkhau op zijn militaire expeditie naar “alle landen”.

Het is rond deze tijd dat Ramses IV zijn garnizoen in Beth-Sean kwijtraakte. Tegelijkertijd moet er een reden zijn waarom van deze oorlog alleen de datering in de Bijbel staat. Ik denk dat Asa samen met in ieder geval Baësa van het tienstammenrijk en misschien een paar andere koningen, de “alle landen” vormden tegen wie Userkhau ten strijde trok. De slag van Karkar, waar Achab met een groep Syrische koningen tegen de Assyrische Salmaneser III streed, staat tenslotte ook niet in de Bijbel. Het ging puur om politiek; de Bijbel gaat over geloof.

De vorige alinea is een mogelijke invulling van de wel heel weinig beschikbare gegevens, maar het is wel heel toevallig dat Userkhau, de opzichter van de noordelijke landen, op een militaire expeditie vertrok in het jaar dat Asa een niet bij naam genoemde oorlog streed en in die periode het noordelijke deel van Egypte bijna volledig instortte. Ik identificeer het einde van Asa’s vrede daarom met de erg grote expeditie van Userkhau naar alle landen.

laatste wijzigingen:
8 april 2024: licht herschreven, geen wijzigingen

  1. Unknown author, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=76620029[]
  2. Van der Veen en James (2015), p. 122-123[][]
  3. Alan H. Gardiner en T. Eric Peet, geredigeerd door Jaroslav Černý, The Inscriptions of Sinai Vol. 2 (1955), p. 193[]
  4. Alan H. Gardiner, The Inscriptions of Sinai Vol. 1 (1917), plate LXXII[]
  5. Van der Veen en James (2015), p. 122[]
  6. Van der Veen en James (2015), p. 119-120[][][]
  7. Van der Veen en James (2015), p. 123[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *