Sirius. In Egypte was nog niet bebekend dat dit een dubbelster is; het witte puntje linksonder is Sirius B. 1
Inleiding
Een van de manieren waarop de standaardchronologie van Egypte werd gebouwd, heeft te maken met de ster Sirius. In Egypte verdwijnt Sirius elk jaar voor ongeveer 70 dagen onder de horizon 2, tot ze in de eerste helft van de zomer weer boven de horizon verschijnt. Een aantal keer is de Egyptische datum van zo’n opkomst gevonden. Omdat berekend is wanneer Sirius in de afgelopen millennia weer zichtbaar werd kan aan de hand van die gevonden datums berekend worden in welke decennia ze thuis horen, en krijgen zo hele dynastieën een plek in de tijd. 3
Deze datums passen prima in de standaardchronologie. Maar in een ingekorte chronologie is dat een andere zaak. Uitgaande van deze redenatie kwam Sirius telkens maanden te vroeg op. In deze post verzamel ik de dateerbare opkomstdatums en hoop een passende reden voor die vroegte te geven.
Sirius heeft meerdere namen; in het Egyptisch was ze bekend als Sopdet, in het Grieks als Sothis. Een opkomst van Sirius is in het Egyptisch peret Sopdet, een datum van de opkomst wordt weleens een sothisdatum genoemd.
De sothisdatums
In verhouding tot hoe belangrijk peret Sopdet is voor de chronologie, worden deze datums maar heel weinig genoemd. Van een aantal opkomsten is zelfs niet duidelijk in welke tijd de datums ongeveer thuis horen en een paar kunnen wel gedateerd worden, maar komen uit oudere kalenders. Eén kan wel ongeveer gedateerd worden, maar het is niet duidelijk of het hier om een sothisdatum gaat. 4 Deze laatste laat ik daarom ook liggen. De goed dateerbare datums zijn:
De oudste sothisdatum, en tegelijk de nieuwste als het gaat over ontdekking, komt uit het Oude Rijk. Deze staat op een kruik en is gedateerd op IV akhet 1. Een regeringsjaar of koningsnaam wordt niet gegeven, maar de kruik is van een type uit het midden van dynastie V tot het begin van dynastie VI. Ook de inscriptie en paleografie passen bij het Oude Rijk. 5 Het midden van dynastie V is in mijn chronologie omstreeks 1740, het begin van VI eindigde omstreeks 1690. IV akhet 1 was in 1715, het midden van beide schattingen, 24 januari.
Ashayet, een vrouw van Mentuhotep II (1647-1596) 6, werd begraven in zijn dodentempel. Op haar doodskist staat de opkomst van Sirius vermeld op II peret 21. Deze datum past niet in de standaardchronologie, want in verhouding tot de sothisdatum van Senusret III, zie hieronder, is dit minstens 50-75 jaar te vroeg. 7 Het precieze jaar is onbekend, maar in 1647 was dit 28 maart en in 1596 15 maart. Ashayet werd begraven in het tweede derde deel van Mentuhoteps regering, 8 wat als haar doodskist in dezelfde tijd werd gemaakt van de datum ongeveer het midden maakt, rond 21/22 maart omstreeks 1622/1. Het is niet alleen mijn chronologie, maar ook deze datum die me doet denken dat er iets mis is met de standaardinterpretatie van peret Sopdet.
In jaar 7 van Senusret III (1481/0) was peret Sopdet IV peret 16. Dit is niet de datum waarop Sirius voor het eerst werd gezien, want ze werd aangekondigd in een brief die gedateerd is op III peret 25, ofwel 21 dagen eerder. In een andere papyrus uit het archief van Illahun staat dat de offers voor het Sothisfestival in jaar 7 [van Senusret III] ontvangen werden, of in ieder geval bijgeschreven in het tempeldagboek, op IV peret 17. Offers werden in Illahun meestal geleverd 1 of 2 dagen voor een festival; de opkomstdatum is dan IV peret 18. Het is mogelijk dat het in de brief verkeerd werd aangekondigd of 16 een fout is voor 18. 9 IV peret 16 en 18 in jaar 7 zijn 10 en 12 april 1480.
De papyrus Berlin 10056 uit Illahun bevat het jaarverslag van een aantal offers. Dit jaar begint met II shemu 26 in jaar 30 [van Amenemhat III], ofwel 9 juni 1438, en het beginpunt is volgens een paar theorieën de opkomst van Sirius. Gerekend vanaf Senusret III’s datum zou peret Sopdet IV peret 26 of 28 zijn, vlak voor het begin van het jaar in de papyrus. 10 Dit is 10 en 12 april 1438. Deze theorie verklaart waarom het jaar toen begon, maar er wordt in de papyrus niks gezegd over peret Sopdet, dus ik neem deze niet mee.
De beroemdste sothisdatum komt uit jaar 9 van Amenhotep I (1265-1244). Deze staat op de achterkant van de medische Ebers Papyrus, en is waarschijnlijk ouder dan de medische dingen. De opkomst van Sirius wordt vermeld op III shemu 9 in jaar 9. 11 Dit is 7 mei 1256.
In Amenhoteps feestkalender in Karnak staan maar liefst twee datums van peret Sopdet. De ene is gedateerd in I peret, ergens in de dagen 4-19, de ander op IV peret. Er staat geen jaartal bij. 12 Deze datums komen uit oudere kalenders. 13 Om het bij hetzelfde jaar 9 te houden, I peret 4-19 was toen 3-18 november 1257 en IV peret was 29 januari-27 februari 1256.
De feestkalender van Thutmose III (1229-1175) in Elephantine heeft peret Sopdet op III shemu 28; op zijn feestkalender in Buto was dit ergens in de periode van III shemu 5 tot en met 29. 14 Het jaartal is niet bekend. In 1229 was III shemu 28 19 mei, in 1175 6 mei.
De feestkalender van Ramses III (937-906) in Medinet Habu heeft peret Sopdet in I akhet: “I akhet, when Sothis goes forth on her day”. 15 Zowel de precieze datum als het jaartal zijn onbekend. In 937 was I akhet 14 april-13 mei, in 906 7 april-6 mei. In tegenstelling tot de andere vermeldingen uit het Nieuwe Rijk is dit vroeger dan de vorige datum. De kalender van Ramses III was dan ook een kopie of bewerking van die van Ramses II (1043-977). 16 Het feest wordt nog voor de opening van het jaar op I akhet 1 genoemd, en zal volgens Anthony Spalinger in die buurt zijn gevierd; hij denkt dat het mogelijk vroeg in de regering van Ramses II was. 17 In 1043, het eerst mogelijke jaar, was I akhet 1 11 mei.
De Ebers-kalender
Sirius verschijnt in Egypte, na zo’n 70 dagen afwezig te zijn aan de hemel, in juli weer boven de horizon. In één leven valt het niet op, maar de sterren verschuiven langzaam en tegenwoordig is niet juli, maar augustus de tijd dat Sirius opkomt.
Geen van de bekende datums liggen in mijn chronologie ook maar in de buurt van juli. De datum uit het Oude Rijk is zelfs een half jaar te vroeg. Mijn eerste conclusie is daarom dat peret Sopdet niet rechtstreeks te maken heeft met de opkomst van Sirius. Minstens vanaf de tijd van Amenhotep I kreeg peret Sopdet een vaste tijd in het zonnejaar, namelijk de eerste helft van mei. Zelfs zo’n 250 jaar later, onder Ramses II, werd peret Sopdet nog rond die tijd gevierd.
Voor een reden van deze datums gaan we naar de kalender op de Ebers Papyrus. De eerste regel is: “Ninth year of the reign of his majesty the king of Upper and Lower Egypt, Djeserkare (de prenomen van Amenhotep I) – may he live for ever!” 19 In de regel daaronder staat in de eerste kolom, aan de rechterkant, een maandnaam, wep renpet. Dit betekent “opening van het jaar” en wordt gevolgd door de datum III shemu 9 en peret Sopdet, ofwel “opkomst van Sirius”. In de elf regels daaronder volgen de andere 11 maandnamen met hun nummers, telkens met dag 9. In elk van deze elf regels staat onder peret Sopdet een puntje van herhaling. Letterlijk staat er dus dat Sothis twaalf maanden achter elkaar telkens op dag 9 opkwam. Opvallend is dat de epagomenen, de vijf laatste dagen van het Egyptische jaar, overgeslagen worden. 20
Egyptologen die over deze kalender schrijven hebben meestal een andere mening dan hun collega’s. III shemu 9 wordt bijvoorbeeld gezien als de datum van Amenhoteps kroning, als de datum van de nieuwe maan waarbij Sothis opkwam of als het begin van de maand waarin Sothis ergens opkwam. Er zijn discussies over of de maandnamen die van de gewone kalender zijn of van de andere Egyptische kalender, die gebaseerd was op de stand van de maan. Kortom, er is geen consensus. Wat wel duidelijk wordt is dat de namen van de maanden niet passen bij de maandnummers. Wep renpet, de eerste maand op de kalender, betekent dan wel de opening van het jaar, maar het was ooit de naam van de laatste maand en wordt hier gekoppeld aan III shemu, ofwel de elfde maand. 21
Naar mijn idee ligt de oorzaak van deze meningsverschillen bij de chronologie. Als je Egypte naast de Bijbel legt, en niet andersom – de standaardchronologie is zoals dat heet “bevrijd” van de Bijbelse chronologie 22 –, was III shemu 9 in jaar 9 van Amenhotep I, de eerstgenoemde datum van peret Sopdet, 9 mei 1256. Dit is ongeveer dezelfde dag in het zonnejaar als waar de andere sothisdatums van het Nieuwe Rijk op uitkomen, en begin mei is voor observaties van Sirius een heel interessante periode.
Rita Gautschy heeft op haar website uitgebreide tabellen gepubliceerd met de datums waarop Sirius in Egypte onderging, en waarop ze ongeveer 70 dagen later opkwam. Wat nu belangrijk wordt is de plaats waar Sirius geobserveerd werd. Die is niet helemaal duidelijk; het kan zo een paar dagen schelen. Volgens een stela uit het Middenrijk was de observatie van de opkomst van Sirius één van de taken van de hogepriester van Memphis; nog in de Romeinse tijd schreef Olympiodorus dat in Memphis de opkomst van Sirius in de gaten werd gehouden. 23 In het Nieuwe Rijk was volgens Kraus daarentegen Elephantine de plek waar Sirius in de gaten werd gehouden. 24 Gaan we naar Gautschy’s tabellen, dan blijkt dat Sirius in 1256, afhankelijk van de hoek waarin ze werd geobserveerd:
- in Memphis achter de horizon verdween tussen 8-12 mei ofwel III shemu 8-11, en in Elephantine tussen 12-16 mei ofwel III shemu 12-16. In 1043, het eerste jaar van Ramses II in welke buurt de laatste hier besproken sothisdatum thuis hoort, was dat nog steeds tussen 9-12 mei ofwel epagomene 4-I akhet 2 respectievelijk 13-16 mei ofwel I akhet 3-6.
- in Memphis weer zichtbaar werd tussen 16-19 juli ofwel I akhet 14-17, en in Elephantine tussen 10-13 juli ofwel I akhet 8-11.
Met deze datums vallen verschillende theorieën van de egyptologen samen. Sirius verdween uit de hemel rond de datum III shemu 9 van de Ebers-kalender, en kwam weer op in I akhet, in de eerste maand van het jaar. I akhet is niet alleen de letterlijke opening van het jaar, het is ook de maand waarin Amenhotep I gekroond werd. Op III shemu 9 was het bovendien nieuwe maan. De Ebers-kalender is dan een dubbele notatie in één regel, om de opkomst en het verdwijnen van Sothis samengevat op te schrijven.
Een feest
Het vorige stukje geeft alleen een verklaring voor de eerste twee regels van de Ebers-kalender. Het zijn de andere elf regels die een verklaring geven voor de sothisdatums uit het Midden- en Oude Rijk, die op het eerste gezicht niks te maken hebben met de opkomst of ondergang van Sothis.
Deze elf regels noemen peret Sopdet op de negende dag van elke maand. Dat doet me denken dat peret Sopdet een feest was, waarvan de precieze datum afhankelijk was van de datum waarop Sirius de laatste keer was verdwenen of verschenen. Aan de hand van deze datum werden dan feestdatums uitgekozen in het komende jaar.
Dat is één van de mogelijkheden om Amenhoteps feestkalender uit Karnak te verklaren. Peret Sopdet wordt hier twee keer genoemd, op I peret 4-19 en in IV peret, wat onmogelijk is als het gaat om de daadwerkelijke opkomst van Sirius. (De andere mogelijkheid is, dat als de extremen I peret 19 en IV peret 1 bedoeld waren, het een verwijzing is naar zowel de opkomst als de ondergang van Sirius. De datums liggen dan 72 dagen uit elkaar; Sirius was elk jaar ongeveer 70 dagen onzichtbaar.)
Er zijn twee andere redenen om te denken dat peret Sopdet een feest was en niet de daadwerkelijke opkomst of ondergang van Sirius. De eerste is de vergelijking van de sothisdatums van Senusret III en Ashayet, een vrouw van Mentuhotep II. In de standaardchronologie passen ze niet bij elkaar, want de datum van Ashayet kwam in verhouding tot die van Senusret minstens 50-75 jaar te vroeg. 7 In wat ik heb gelezen over de sothisdatums wordt haar datum dan ook meestal genegeerd. De tweede reden is dat Senusrets datum meer dan 20 dagen van te voren werd aangekondigd. Het echte waarnemen van Sirius was kennelijk niet belangrijk. In die tijd kon Sirius alleen vanaf de grond worden bekeken en die methode is nooit perfect. Als er bijvoorbeeld wolken waren was het al onmogelijk om haar te zien. Er werd dan een datum uitgekozen met een bepaalde reden.
De test
Er is een manier om deze feesttheorie te testen: het langsgaan van de sothisdatums van voor het Nieuwe Rijk. Om te beginnen met die van Ashayet:
Ashayets sothisdatum was II peret 21. Ze werd begraven in het tweede derde van Mentuhoteps regering 8, ofwel omstreeks 1630-1613. In mijn theorie moet Sothis daarom ergens in die 17 jaar zijn opgekomen of ondergegaan rond dag 21 van een onbekende maand. De enige match is met Memphis, waar volgens de stela uit het Middenrijk Sirius werd bekeken. Afhankelijk van de hoek waaronder werd gekeken verdween Sirius tussen 1622-1603 op II shemu 21 onder de horizon.
Senusrets sothisdatum was IV peret 16 of 18 in 1480. Dit was 10 of 12 april 1480, dus gezocht moet worden naar een datum in het voorgaande jaar. In Elephantine kwam Sirius in 1481, opnieuw afhankelijk van de hoek waaronder werd gekeken, op tussen I shemu 17-21 en ging ze onder tussen III shemu 16-20. Memphis waren die datums I shemu 13-16 respectievelijk III shemu 22-26.
De derde sothisdatum, IV shemu 1, komt van een kruik uit het latere deel van dynastie V of het begin van VI, dus ongeveer 1740-1690. Verwacht kan worden dat Sirius in het voorgaande jaar opkwam of onderging op dag 1 in een willekeurige maand. De enige match is net als bij Ashayets datum met Memphis. Tussen 1700-1690 verdween Sirius daar tussen II shemu 1-4.
Waarom werden juist deze datums uitgekozen? Het antwoord heeft mogelijk te maken met de stand van de maan. Zoals gezegd was de eerste datum op de Ebers Papyrus niet alleen een sothisdatum, maar ook die van nieuwe maan. IV shemu 1 was nieuwe maan op 25 september 1733 en 19 september 1708, II shemu 21 was een dag voor nieuwe maan op 25 maart 1632 en 20 februari 1618. Op IV peret 15 in jaar 7 van Senusret, ofwel 9 april 1480, was het volle maan. I akhet 1, de sothisdatum uit het begin van Ramses II’s regering (het dagnummer is een theorie van Spalinger), was op 7 mei 1028 de dag van nieuwe maan.
Senusrets datum wijkt af omdat het toen volle maan was. In principe hoeft deze afwijking alleen te gelden voor Illahun, waar deze datum gevonden is. De daar gebruikte kalender is namelijk uniek voor Illahun, en mogelijk zelfs uniek voor de tempel waarin deze gebruikt werd. 25 Het feest van de opkomst van Sothis werd verder met nieuwe maan gevierd. Dat Ashayets datum als enige een dag eerder was kan verklaard worden als de maan een dag eerder al onzichtbaar was, en het toevallig ook de dag van de verdwijning van Sothis in het vorige jaar.
Conclusie
In de standaardchronologie worden de peret Sopdet-datums gebruikt om Egypte aan de opkomst van Sirius vast te nagelen. In mijn ingekorte chronologie is dat onmogelijk en was het de naam van een feest, waarvan de datum afhankelijk was van wanneer Sirius de vorige keer was opgekomen of ondergegaan.
In Amenhoteps tijd was er iets veranderd waardoor het feest voortaan rond de ondergang van Sirius werd gevierd. Later veranderde er nog meer, want de twee sothisdatums van na het Nieuwe Rijk passen alleen bij de daadwerkelijke opkomst van Sirius. II shemu 1 in 239 v.Chr. en I akhet 1 in 139 n.Chr. 26 waren keurig op tijd in juli.
laatste wijzigingen:
29 januari 2023: foute datums hersteld in het stukje “De test”
- Door Hubble Space Telescope, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=477445[↩]
- AEC, p. 432[↩]
- Rita Gautschy, The star Sirius in ancient Egypt and Babylonia[↩]
- AEC, p. 445-446, met voetnoot 26[↩]
- Rita Gautschy, Michael E. Habicht, Francesco M. Galassi, Daniela Rutica, Frank J. Rühli en Rainer Hannig, A New Astronomically Based Chronological Model for the Egyptian Old Kingdom, in Journal of Egyptian History 10 (2017), p. 71, 77[↩]
- Royal Families, p. 85[↩]
- AEC, p. 447[↩][↩]
- Royal Families, p. 88[↩][↩]
- AEC, p. 448[↩]
- AEC, p. 453-454[↩]
- AEC, p. 450[↩]
- AEC, p. 445, en Anthony Spalinger, Sothis and “Official” Calendar Texts, in Varia Aegyptiaca, 10/2-3 (1995), p. 176[↩]
- Anthony Spalinger, Sothis and “Official” Calendar Texts, in Varia Aegyptiaca, 10/2-3 (1995), p. 179-180[↩]
- Anthony Spalinger, Sothis and “Official” Calendar Texts, in Varia Aegyptiaca, 10/2-3 (1995), p. 176, en AEC, p. 445[↩]
- AEC, p. 446, met voetnoot 31[↩]
- Parker (1950), p. 40[↩]
- Anthony Spalinger, Sothis and “Official” Calendar Texts, in Varia Aegyptiaca, 10/2-3 (1995), p. 177[↩]
- Papyrus Portal, P.Ebers, Taf. I[↩]
- Grimal (1994), p. 202[↩]
- M. Christine Tetley, The Reconstructed Chronology of the Egyptian Kings (2017), p. 135-136[↩]
- De verschillende meningen zijn samengevat door M. Christine Tetley en aangevuld met haar commentaar, The Reconstructed Chronology of the Egyptian Kings (2017), p. 136-151.[↩]
- Grimal (1994), p. 11[↩]
- Manfred Bitak, Egypt and Canaan During the Middle Bronze Age, in Bulletin of the American Schools of Oriental Research, No. 281, Egypt and Canaan in the Bronze Age (Feb., 1991), p. 48[↩]
- Anthony Spalinger, Sothis and “Official” Calendar Texts, in Varia Aegyptiaca, 10/2-3 (1995), p. 178[↩]
- William A. Ward, Review van Die chronologische Fixierung des ägyptischen Mittleren Reiches nach dem Tempelarchiv von Illahun, By Ulrich Luft, Journal of the American Oriental Society 114.4 (1994), p. 664[↩]
- AEC p. 446, waar de laatste datum in v.Chr. wordt geplaatst, maar blijkens p. 442 was het 139 in n.Chr.[↩]