Seti I en zijn zoon Ramses (de latere Ramses II) voor een lijst van zorgvuldig geselecteerde voorgangers in Abydos 1
Inleiding
Dit is de dynastie van de bekende Ramses II. De andere zes koningen en een koningin worden vaak over het hoofd gezien, maar een aantal zijn interessanter dan Ramses II voor wie gelooft dat de Bijbel het onfeilbare woord van God is. Ze worden niet direct in de Bijbel genoemd, op koningin Tausret na, maar de vrede van hun tijd is duidelijk merkbaar.
Archeologisch gezien is dit, tot en met Merenptah, de Late Bronstijd. In deze tijd handelde Israël met de gebieden aan de oostelijke Middellandse Zee, maar de meeste mensen in het Israël van de Late Bronstijd hadden er geen profijt van. De Egyptenaren eisten tribuut en belastingen, hadden garnizoenen in Israël (zoals in Geba, 1 Sam 13:1, en op de heuvel van God, 1 Sam 10:5) en een administratie, en kwamen regelmatig langs om te plunderen en oorlog te voeren. Israëls onafhankelijkheid, rijkdom en voorspoed gingen steeds verder achteruit. Met de tijd van Seti II (968-962) breekt de IJzertijd aan, met nieuwe groepen vestigden zich in het heuvelland (het Bijbelse bergland van Juda en Efraïm). 2
In mijn chronologie regeerde dynastie XIX naast David (1011-971) in de Late Bronstijd, en Salomo (971-931) in de vroege IJzertijd. David zorgde dat Israël veilig kon wonen door alle tegenstanders te verslaan, maar lijkt weinig aandacht te hebben geschonken aan het verhogen van de levensstandaard van zijn onderdanen. Salomo begon steden te herbouwen; voorraadsteden, wagensteden en ruitersteden, “al wat hij maar verlangde te bouwen”. Bij naam genoemd worden Gezer, Laag-Beth-Horon, Baälath en Tadmor “in de woestijn, in dat land” (1 Kon 9:17-19). Zijn opvolger Rehabeam (931-914) “bouwde verschillende steden in Juda om tot versterkte steden” (2 Kro 11:5-10), en Jerobeam I (931-910) deed daaraan mee (1 Kon 12:25).
5 generaties, 194 jaar
Syncellus vermeldt uit een zekere The Old Chronicle dat deze dynastie bestond uit 5 generaties koningen van Disopolis (Thebe), die voor 194 jaar regeerden. Als je daar 100 jaar vanaf haalt en Ramses I neemt als eerste generatie, kom je 94 jaar en 4 generaties later uit op 960. Alleen als twee onvolledige jaren als volledig werden geteld kom je uit op 962, het sterfjaar van Seti I, de vijfde generatie.
Ramses I
Menpehtyre Ramses I
20/30 oktober 1054-maart/april 1052
In Manetho’s dynastie XVIII:
- Josephus: 15. zijn zoon Ramesses, 1 jaar 4 maand
- Africanus: 15. Ramesses, 1 jaar
In het Book of Sothis:
- 14. Chamois, 12 jaar
Voor de identificatie met Ramses I, zie hier. Als dit klopt is Chamois een ingekorte versie van zijn Nebty-naam, Kha-em-(n)isu(t-mi-Itemu).
Zijn zoon werd gekroond tussen III shemu 18 en IV shemu 23, 26 maart en 30 april 1052, dus hij zal in die periode of kot daarvoor overleden zijn. Als Josephus net als bij Horemheb en Ramses II het aantal dagen heeft weggelaten, regeerde Ramses I 1 jaar en tussen de 4-5 maand. Zijn troonsbestijging ligt dan tussen zeg II peret 10 en IV peret 23, 20 oktober 1054 en 2 januari 1053.
Van Ramses zijn twee precieze dateringen bekend, I shemu 10 in jaar 1 van donatiestela Strasbourg No. 1378 en II peret 20 in jaar 2 van stela Louvre C.57 uit Buhen. 3 Hij zat niet lang op de troon; één van zijn doodskisten was zo afgeraffeld dat er delen geel zijn geverfd om het te laten lijken op goud. 4 II peret 20 in jaar 2 kan dan alleen 29 oktober 1053 zijn, een half jaar voor zijn sterfdatum. Hij besteeg dus de troon tussen II peret 21, 31 oktober 1055, en II peret 20, 30 oktober 1054. Zolang dat helemaal aan het eind van die periode was sluit dat nog net aan bij Josephus’ opgave. Ramses I besteeg dan de troon tussen 20 en 30 oktober 1054.
Ramses had een co-heerschappij met Horemheb, de laatste koning van dynastie XVIII. Op een gewicht-achtig blok van slechts 10 bij 7 centimeter, staat een groot deel van Horemhebs titulatuur en een deel van die van Ramses. Ramses’ Nebty-naam is hier wḥm rnpwt mỉ ’Itm, “jaren herhalend zoals Atum”, in plaats van de gebruikelijke ḫ‘ m nsw mỉ ’Itm, “ontstaan als koning zoals Atum”. 5
Seti I
Menmaatre Seti I Merenptah (Merenamun)
26 maart/30 april 1052-30 maart 1043
In Manetho’s dynastie XVIII:
- Josephus: 18. zijn zoon Sethos (Ramesses), 59 jaar (Theophilus: 10 jaar). Zijn kracht lag in zijn cavalerie en vloot. Hij maakte zijn broer Harmais onderkoning van Egypte en ging op expeditie tegen Cyprus en Fenicië, en later tegen de Assyriërs en Meden, en onderwierp hen allemaal. Maar Harmais kwam in opstand, Sethosis keerde terug uit Pelusium, en het land werd naar hem Aegyptus genoemd; het wordt gezegd dat Sethos Aegyptus werd genoemd, en zijn broer Harmais Danaus.
(Volgens Eusebius was Danaus Horemheb, en Aegyptus een Ramses met een regeringslengte die alleen past bij Ramses II.)
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 1. Sethos, 51 jaar
- Eusebius: 1. Sethos (Jerome: Sethus), 55 jaar
In het Book of Sothis:
- 15. Miamus, 14 jaar
Voor deze identificatie, zie hier. - 53. Certos, 20 jaar
Op III shemu 24, 30 maart 1043, werd in Deir el-Medina een feest gevierd om de dood van Seti I te herdenken. 6 Deze datum werd eerder gebruikt om Seti’s troonsbestijging te dateren, die blijkens paleisrekeningen tussen III shemu 18 en IV shemu 23 was, 26 maart en 30 april 1052, mogelijk op de festivaldatum IV shemu 2, 9 april 1052. 7 In Seti’s tombe zijn wijnkruiken gevonden uit jaar 1-4 en 8. In jaar 9 startte werk in de Aswansteengroeven dat werd afgemaakt door Ramses II; Seti zal dus dat jaar gestorven zijn. 8 Druiven werden in Egypte geoogst in juni-juli; de wijn uit jaar 1 werd dan gemaakt in 1052 en die uit jaar 8 in 1045. Opvallend afwezig is een verwachte wijnoogst uit jaar 9. Mogelijk was deze niet goed genoeg voor een koning.
Een jaar 11 met de datum IV shemu 13 is gelezen op een stela in Gebel Barkal. Maar het jaartal staat op een “verkruimeld” gedeelte en de 11 kan ook gelezen worden als 3. Voor jaar 4 wordt Seti overal rechtopstaand afgebeeld, vanaf dan begint hij te buigen en in zijn laatste jaren heeft hij een bochel. Op de stela uit Gebel Barkal staat hij nog rechtop; jaar 3 is dan logischer. 8 Zijn hoogst bekende datering is daarom III shemu 20 uit jaar 9 (Kanais B), 26 maart 1043.
Een regering van 9 jaar past bij zowel de 59 jaar van Josephus, waar maar liefst vijf decennia aan werden toegevoegd, als de naar boven afgeronde 10 jaar van Theophilus. Het Book of Sothis voegt voor Certos slechts één decennium toe.
Manetho begint dynastie XIX niet met Ramses I, maar met Seti I. Opvallend is dat Josephus Seti ook Ramses noemde. Africanus’ 51 jaar voor Seti is daarom mogelijk een optelling van beiden, aangevuld met vier decennia; Ramses regeerde ongeveer 2 jaar, Seti 9. De 55 jaar van Eusebius en 14 jaar van Miamus uit het Book of Sothis zijn mogelijk een verdere optelling met de 4-5 jaar die Manetho aan Horemheb geeft, de co-heerser van Ramses I.
Co-heerschappij met Ramses II
Seti I wordt samen met zijn zoon Ramses II vermeld op de muren van tempels in Beit-El-Wali, Abydos, Qurnah en Karnak. 9 Dat ze samen regeerden blijkt ook uit Ramses’ Dedicatory Inscription: “When my father appeared to the populace I was (yet) a boy between his arm(s). And ˹he said˺ concerning me: Cause that he appear as king so that I might see his beauty while I am (still) living. [He caused] the chamberlains [to be summoned] in order to set the crowns on my brow. ‘Place the great uraeus on his head!’ So he said concerning me when he was on earth.” 10
Het is niet duidelijk wanneer in Seti’s regering dit was. Voor de chronologie maakt het niet uit, want Ramses’ jaartelling begon pas na Seti’s dood. 11 III akhet 23 in jaar 1 van Ramses II, 1 augustus 1043, is de datum van de Dedicatory Inscription, 12 waarin Ramses over zijn vader zegt: “You rest in the afterworld like Osiris when I appear as Re to the people”. 13 Met Osiris werd een overleden koning bedoeld.
Standaardchronologie
In de standaardchronologie wordt Seti omstreeks 1300 geplaatst. Voor Egyptisch bewijs waarom dat onmogelijk is en hij op zijn vroegst omstreeks 1100 regeerde, zie hier.
Relatie met Israël
Seti I veroverde Israël in 1051, het jaar waarin Israël onder Saul onderworpen werd aan een nieuwe Filistijnse (Egyptische) overheersing die 20 jaar zou duren. Voor de details, zie hier.
Ramses II
Usermaatre Setepenre Ramses II Meryamun
2 april 1043-29 mei 977
In Manetho’s dynastie XVIII:
- Josephus: 16. zijn zoon Harmesses Miamun, 66 jaar 2 maand
- Eusebius: 13. Ramesses (Aegyptus), 68 jaar
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 2. Rapsaces, 61 (66) jaar
- Eusebius: 2. Rampses (Jerome: Ramses), 66 jaar
In het Book of Sothis:
- 16. Amesesis, 65 jaar
Voor deze identificatie, zie hier. - 47. Ramesses, ook Aegyptus genoemd, 68 jaar
- 54. Rampsis, 45 jaar
Op III shemu 27 werd in Deir el-Medina het feest gevierd van de troonsbestijging van Usermaatre Setepen[re]. 6 Op [II akhet] 16 werd in Deir el-Medina gemeld dat er iets was met de Valk, Usermare Setepenre, ofwel Ramses II. Een fragment van een necropolisdagboek uit het midden van dynastie XX vermeldt voor II akhet 6: “Free. Sailing of Usimare Setepenre”. “Sailing” was het feest om overleden koningen te gedenken. 14 Hij besteeg dus de troon op III shemu 27, 2 april 1043, en stierf op II akhet 6, 29 mei 977. Manetho’s 66 jaar en 2 maand eindigen op I akhet 26 en is dan een afronding naar beneden van 66 jaar, 2 maand en 10 dagen.
Een graffiti op een piramide in Saqqara is gedateerd op IV shemu 24 in jaar 34 van Ramses II en vermeldt de “day of the feast of Ptah-south-of-his-wall”. Dit was volgens Krauss dag 4 in de maancyclus, maar volgens een voetnoot dacht Borchardt dat dit volle maan was. 15 De datum is 21 april 1010, de vierde dag in de maancyclus sinds de nieuwe maan van 18 april.
Een andere graffiti in Saqqara meldt dat twee ambtenaren uit Memphis genoten van een wandeling op II peret 25 in jaar 47 van Ramses II. Volgens Krauss betekent de afwezigheid van werk een publieke feestdag, en was ook dit dag 4 in de maancyclus. 15 De datum is 20 oktober 997, de derde dag sinds de nieuwe maan van 18 oktober. Als de maan een dag eerder al onzichtbaar was, door bijvoorbeeld wolken (in ieder geval in november en december was het weer niet altijd goed genoeg om goede observaties van de maan te doen 16 ), kan dat het verschil verklaren.
II peret 27 in jaar 52 was de dag van een nieuwe maan, en wordt vermeld in een scheepsjournaal van een schip dat toen voor anker lag in Pi-Ramesses, Ramses’ hoofdstad. 17 In mijn chronologie is dat 22 oktober 992, precies de dag van nieuwe maan.
Standaardchronologie
In de standaardchronologie wordt Ramses II in de 13e eeuw geplaatst. Voor genealogisch bewijs uit Egypte dat dat onmogelijk is en hij juist 200-250 jaar later hoort te zitten, zie hier.
Voor de vloeddatum uit waarschijnlijk zijn regering, die een argument vormt tegen de standaardchronologie, zie hier.
Ramses III (937-906) kopieerde van Ramses II een kalender, waarop de opkomst van Sothis wordt vermeld. Voor de manier waarop deze datum past bij Ramses II’s datering in mijn chronologie, zie hier.
Relatie met Israël
Ramses II was waarschijnlijk getrouwd met koningin Tachpenes uit de Bijbel.
Hij was niet Sisak. Ondanks dat is het Salem dat hij veroverde dankzij Psalm 79 te identificeren met Jeruzalem. Ramses en Asaf, de schrijver van de Psalm, beschrijven dan beide kanten van Israëls onderdrukking.
Ook was Ramses II niet de farao van de exodus. Wel vocht hij tegen Saul.
Vanaf het midden van Ramses II’s regering tot de tijd van Ramses III (937-906) schrijven de Egyptenaren maar weinig over activiteiten in Israël. De enige uitzondering is Merenptah; zie hier. 18 Dit is de tijd van David (1011-971) en Salomo (971-931), die hier regeerden zonder dat er over oorlog met Egypte wordt gesproken. Ook archeologisch past de tijd van Ramses II bij die van David en Salomo; zie hier en hier.
Relatie met Assyrië
In jaar 19 (1033), ofwel de tijd van Ramses II, ontving Tukulti-Ninurta I een Egyptische diplomaat. Voor de consequenties daarvan voor mijn chronologie, en de Egyptische zegelingen uit Dur-Katlimmu in het oosten van Syrië die te dateren zijn op ongeveer Ramses II’s en Tukulti-Ninurta I’s tijd, zie hier.
Merenptah
Baenre Merynetjeru (Meryamun) Merenptah Hotephirmaat
29/30 mei 977-23/24 oktober 968
In Manetho’s dynastie XVIII:
- Josephus: 17. zijn zoon Amenophis, 19 jaar 6 maand
- Africanus: 16. Amenophath (Amenoph), 19 jaar
- Eusebius: 14. Ammenophis (Jerome: Menophis), 40 jaar
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 3. Ammenephthes, 20 jaar
- Eusebius: 3. Ammenephthis, 40 (8) jaar (Jerome: Amenophis, 40 jaar)
In het Book of Sothis:
- 48. Amenophis, 8 jaar
Ammenephthes is mogelijk een inkorting van (Mery)amun (Meren)ptah, met een Griekse eind-s. Anders is het, uitgezonderd de A-, een uitstekende weergave van zijn naam. De r veranderde in het Laat-Egyptisch in een glottisslag (de stilte in een woord als beamen, tussen de e en a) 19, er was dus geen reden om de r op te schrijven in het Grieks. Jerome noemt hem dan niet voor niets Menophis, zonder A-.
De verschillen tussen Manetho’s kopiïsten zijn op de 8 jaar na keurig uit te leggen, als je bedenkt dat Manetho regelmatig een of soms zelfs meerdere decennia toevoegde aan iemands regering (zie bijvoorbeeld het decennium van Thutmose II, de twee van Akhenaten en de ene van Smenkhkare). Als Merenptah 9 jaar en 6 maand regeerde kon dat afgerond worden naar zowel 9 als 10. Merenptah kreeg er één decennium bij in Josephus en Africanus, en maar liefst drie in Eusebius.
Merenptah kwam op de troon tussen I akhet 19 en II akhet 13, 12 mei en 5 juni 977, volgens Von Beckerath tussen II akhet 5-7. Zijn hoogst bekende datering is IV akhet 7 uit jaar 10, 27 juli 968, dat vermeldt wordt in de Papyrus Sallier I. Het bericht van zijn dood bereikte Deir el-Medina op […] peret 16, en zijn opvolger werd besteeg de troon uiterlijk op III peret 6, 24 oktober 968. 11 Zijn vader was op II akhet 6 gestorven, 29 mei 977, wat voor de eerste datum alleen II akhet 6-7 overlaat. Manetho geeft hem *9 jaar en 6 maand. Afgaande op zijn opgaves voor Horemheb, Ramses I en Ramses II is dat naar beneden afgerond, en stierf Merenptah in de zevende maand, ofwel tussen III peret 6/7 en IV peret 6/7, 24/25 oktober-23/24 november 968. Op een inclusieve telling blijven er vervolgens slechts twee mogelijkheden over:
- Hij werd koning op II akhet 6 en stierf op III peret 5/6.
- Hij werd koning op II akhet 6/7 en stierf op III peret 6.
Standaardchronologie
In de standaardchronologie regeerde Merenptah toen de Kanaänieten met hun 900 ijzeren strijdwagens Israël onderdrukten (1223-1203) (Richt 4:2-3). Hij voerde oorlog in Israël en alhoewel zijn tegenstanders volgens een reliëf in Karnak strijdwagens hadden, was dat slechts één onderdeel van hun leger. Ruim 900 strijdwagens worden juist als tegenstand vermeld door Thutmose III (1229-1175).
Voor de vloeddatums uit zijn regering, die een argument vormen tegen de standaardchronologie, zie hier.
Relatie met Israël
Merenptah voerde oorlog in Israël en had daar een garnizoen; zie hier. Uitgezonderd dit garnizoen is er geen duidelijk archeologisch bewijs dat zijn rijk verder reikte dan het Filistijnse gebied. Er was contact met Ugarit; daar is een bronzen zwaard met zijn naam gevonden en eeen koning van Ugarit vroeg om een beeldhouwer om een beeld van de farao te maken. Dit verzoek werd kennelijk geweigerd en Ugarit bleef een vazal van Hatti tot haar einde. Merenptahs relatie met de stadstaten van Fenicië was niet per se die van overheerser en vazal, maar kan een ander soort contact betekenen. 18
Dit is de tijd van Salomo (971-931). Hij handelde vrij en zonder tegenwerkingen met Tyrus (1 Kon 5:1-14) en met Egypte, waar Israël toen geen onderdeel van was: “Want hij heerste over al het land aan deze zijde van de rivier (de Eufraat), vanaf Tifsah tot aan Gaza, over alle koningen aan deze zijde van de rivier, en hij had vrede aan al zijn zijden, van rondom.” (1 Kon 4:24)
Merenptah was niet Salomo’s schoonvader.
Hadad
In mijn chronologie is Merenptah de (anonieme) farao die Hadad, een Edomitische prins die Davids uitgebreide slachting van de Edomieten had overleefd, terug liet gaan naar zijn land. Ook hierin komt de onmacht van Egypte in het Midden-Oosten naar voren: “Maar toen Hadad in Egypte hoorde dat David bij zijn vaderen te ruste gegaan was (971) en dat Joab, de legerbevelhebber, dood was (in hetzelfde jaar, 1 Kon 2:1, 5-6, 29-31), zei Hadad tegen de farao: Laat mij gaan, dan trek ik naar mijn land. De farao zei echter tegen hem: Waaraan ontbreekt het u bij mij dat, zie, u naar uw land wilt trekken? En hij zei: Aan niets, maar laat mij evenwel gaan.” (1 Kon 11:21-22)
Seti II
Userkheperure Meryamun Setepenre Seti II Merenptah
23/24 oktober 968-19/20 augustus 962
In Manetho’s dynastie XVIII:
- Josephus: 19. zijn oudste zoon, Rampses, 66 jaar
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 4. Ramesses, 60 jaar
In het Book of Sothis:
- 17. Uses, 50 jaar
Voor deze identificatie, zie hier. - mogelijk 56. Ochyras, 14 jaar, de opvolger van Amenses (Amenmesse)
De identiteit van Rampses (Ramesses) is een raadsel, en tegelijkertijd is Seti II niet te vinden in Manetho. In plaats van Rampses aan de kant te schuiven denk ik dat hij Seti II is onder de naam van zijn opa. Manetho noemt de zoon van koning Amenophis (Merenptah) namelijk Sethos, die ook Ramesses werd genoemd, naar zijn opa Rhampses (Ramses II). 20 Seti’s regering is dan in Josephus’ werk met precies 6 decennia verhoogd.
Zijn troonsbestijging was tussen het eind van I peret (om precies te zijn I peret 29 21 ) en III peret 6, 17 september en 24 oktober. Volgens Von Beckerath blijft daarvan alleen de periode II peret 29-III peret 6 over, 17-24 oktober 968. 11 Merenptah stierf waarschijnlijk op III peret 5 of 6, dus Seti kan alleen op die twee dagen koning zijn geworden.
II shemu 25 in jaar 6 van [Seti II] was 9 februari 962, twaalf dagen na nieuwe maan.
Seti’s dood werd in Thebe gerapporteerd op I peret 19 in jaar 6, 6 september 962, terwijl I peret 17, 4 september 962, nog gedateerd is op zijn regering. Een graffiti boven de tombe van zijn weduwe, Tausret, dateert zijn begrafenis op III peret 11 in jaar 1 (van Siptah), 28 oktober 962. 11 Mummificeren duurde 70 dagen, dus hij overleed op I peret 1 of misschien 2, als er inclusief geteld werd; dit was 19-20 augustus 962.
Relatie met Israël
Seti II vocht, toen hij nog een kroonprins was, in naam van zijn vader in 974 tegen David, en was de schoonvader van Salomo. Ook is hij koning Vaphres, die Salomo arbeiders stuurde voor de tempelbouw.
Uit Seti’s tijd komt een ostrakon over een Egyptische bevelhebber in het gebied van Gaza, ofwel het Filistijnse gebied. Het handvat van een kruik met zijn naam in Gezer is geen bewijs voor zijn heerschappij over Gezer, want de kruik kan eigendom zijn geweest van een afgezant in dienst van de lokale heerser. 18 Daarnaast is Seti’s naam gevonden in Haruba. 22 Als Haruba Kharruba is, ligt het in de buurt van Gezer.
In Israël regeerde Salomo (971-931), in wiens tijd er vrede was (1 Kon 4:24).
Amenmesse
Menmire Setepenre Amenmesse Heqawaset
14 januari/5 maart 967-12 januari 962/4 maart 961
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 5. Ammenemes, 5 jaar
- Eusebius: 4. Ammenemes, 26 jaar
In het Book of Sothis:
- 55. Amensês, ook Ammenemês genoemd, 26 jaar
Er is discussie over de vraag of Amenmesse tussen Merenptah en Seti II in regeerde, of tijdens Seti’s regering in opstand kwam. Seti wordt voor het laatst vermeld in het gebied rond Thebe in jaar 2, “well attested”, met als laatste maand IV peret. Zijn volgende vermeldingen in Thebe komen uit jaar 5, in de maand II akhet bij de begrafenis van de gouvernante van zijn dochters, in III shemu in een zaak van majesteitsschennis en een ongedateerde graffiti. Een ostrakon (ODM 889) is gedateerd op I akhet 23 in een jaar 4, dat door het genoemde personeel in Seti II’s tijd thuishoort. Amenmesse wordt in de regio van Thebe tot aan het eerste deel van jaar 4, op III shemu 29. Die drie jaar passen niet in de periode tussen jaar 2 en I akhet 23 in jaar 4. 23
Amenmesse werd gekroond tussen I shemu 27 en III shemu 18, en wordt in Thebe alleen genoemd in jaar 3 en 4; een jaar 1 en 2, vermeld op ostraka, zouden van hem zijn, maar dat hoeft niet. Als hij Seti’s rivaal was verklaart dat de verschillende fases in de decoratie van Seti’s tombe, en de tijdelijke stop in het werk aan Tausrets tombe. Seti’s grote “schoonmaak” in Deir el-Medina kwam dan kort na Amenmesses laatste vermelding. 24 Amenmesse had maar een deel van het land in handen, want alhoewel veel van zijn monumenten uit Opper-Egypte komen, is zijn naam slechts één keer gevonden in Beneden-Egypte. 25 Ostrakon ODM 889 is alleen bewijs dat er een jaar 4 was in Seti’s tijd. De naam van de koning wordt niet genoemd, en als Amenmesse tegelijk met hem regeerde kan jaar 4 ook van hem zijn, en regeerde hij hier nog bijna twee maand langer dan zijn laatst vermelde datum. Het laatste bewijs dat Amenmesse pas tijdens Seti’s regering in opstand kwam zijn hun kroningsdatums. Merenptahs sterfdatum en Seti’s kroningsdatum kwamen in het seizoen peret, Amenmesses kroningsdatum viel in shemu.
Amenmesse werd dus gekroond tussen I shemu 27 en III shemu 18, 14 januari en 5 maart 967, en zijn laatste zekere datering is III shemu 29 in jaar 4, 15 maart 964. Africanus geeft hem 5 jaar, maar zowel Eusebius als het Book of Sothis hebben 26. Een verschil in decennia komt vaker voor tussen Manetho’s kopiïsten. Omdat Amenmesse voor het laatst wordt vermeld in jaar 4 kunnen de twee extra decennia worden verwijderd. Het verschil tussen 5 en *6 kan een afronding zijn van 5 jaar en een aantal maanden, wat betekent dat Amenmesses jaar 5 en 6 net als zijn jaren 1 en 2 niet vermeld zijn. Amenmesse stierf dan tussen I shemu 27, 12 januari 962, en III shemu 18, 4 maart 961.
Koningin Takhat
Amenmesses afkomst is onzeker. In zijn tombe werd het deksel van de doodskist van een koningin Takhat gevonden. Zij was moeder van de koning, vrouw van de koning en dochter van de koning, maar welke koningen hiermee bedoeld werden is onbekend. Mogelijk is zij de Takhat die getrouwd was met Seti II, maar op Seti’s monumenten was zij nooit moeder van de koning. 26 Seti liet Amenmesses naam zo goed mogelijk verwijderen uit Egypte 27 en zal hem niet erkend hebben als koning. Beide Takhats zijn daarom te identificeren als Seti de vader was van zijn rivaal. De titel moeder van de koning gaf alleen Amenmesse aan haar.
Relatie met Israël
Uit Amenmesses tijd is niks bekend over Egyptische militaire actie in de Levant, en dus in Israël. Het had dus geen macht buiten het Filistijnse gebied tot de tijd van Ramses III. 28
In Israël regeerde Salomo (971-931), in wiens tijd er vrede was (1 Kon 4:24).
Siptah
Sekhaienre Setepenre Ramses Siptah, veranderde tussen I peret 8 in jaar 2 en I shemu 20 in jaar 3 29, 25 augustus 961 en 4 januari 959, zijn naam in Akhenre Setepenre Siptah Merenptah
20 augustus 962-30 mei 956
In de koningslijsten:
- Eratosthenes: 36. Siphthas, ook Hermes genoemd, 5 jaar
- Book of Sothis: 18. Rameses, 29 jaar
Voor deze identificatie, zie hier. - Book of Sothis: mogelijk 57. Amendes, 27 jaar; hij werd opgevolgd door Tausret
Siptah komt niet voor in Manetho, die zijn regeringstijd bij Tausret optelde.
Hij werd koning tussen IV akhet 28 en I peret 11, 16 en 29 augustus 962, mogelijk op I peret 2, 20 augustus 962. 24 Seti II stierf op I peret 1 of 2, dus Siptah zal op II peret 2 op de troon zijn gekomen. Hij was nog jong en stond onder regentschap van Tausret, Seti’s weduwe, en kanselier Bay. 30 Bay maakte het kennelijk nogal bont, want hij werd als “de grote vijand Bay” geëxecuteerd door farao (Siptah), wat op III shemu 27 in jaar 5, 12 maart 958, werd gemeld aan de arbeiders in Deir el-Medina. 31
DB 9 geeft III shemu 9 in een jaar 6 als datum van het Prachtige Feest van de Vallei; dit is de datum van nieuwe maan. Deze datum past alleen bij Siptah en is dan 21 februari 956, precies nieuwe maan.
Hij stierf tussen II akhet 9 en 12, wat volgens von Beckerath in jaar 7 was, maar volgens Krauss en Schneider in jaar 6. 24 Door de datum van Tausrets Prachtige Feest van de Vallei blijft alleen jaar 6 over. De datums worden dan 27 en 30 mei 956. Ostrakon CG 25792, uit de periode Seti II-Ramses III, vermeldt, zonder koning of jaar te noemen, op IV akhet 22 een begrafenis. 32 Wie er begraven werd is ook onbekend, maar als de overledene gemummificeerd was stierf hij of zij op II akhet 12 of 13, afhankelijk van de manier van tellen, en kan het Siptah zijn. Hij stierf dan op II akhet 12, 30 mei 956. Volgens Robert J. Demarée is de begravene inderdaad Siptah. 33
Siptahs familie
In zijn tombe werd een canopische kist gevonden van Tia, vrouw van de koning, die elders de titel moeder van de koning heeft; ze kan dus niet Siptahs vrouw zijn. 34 Mogelijk was Tia de Egyptische naam van Siptahs moeder, ene Šoteraja. 35 Ze was dan niet de enige buitenlander in die een nieuwe naam kreeg. Rentmeester bnjsn uit trbsn in Syrië heette bijvoorbeeld Ramessu-Meryamun-Mira. 36
Siptah was door kanselier Bay “established … in the seat of his father”. Er bestaat een standbeeld van Siptah met zijn vader, waarbij zijn vaders gezicht is weggehakt; de enige koning die in deze periode zo’n behandeling verdiende was Seti’s tegenstander Amenmesse. 37 Dat kan verklaren waarom Seti II door dynastie XX erkend werd als koning en Siptah genegeerd 38, terwijl Tausret, de weduwe van Seti, nog genoemd wordt op een houten beeld uit de tijd van Ramses VI 39.
Relatie met Israël
Uit Siptahs tijd is niks bekend over Egyptische militaire actie in de Levant, en dus in Israël. Het had dus geen macht buiten het Filistijnse gebied tot de tijd van Ramses III. 28 Zijn cartouche is in Israël maar een keer gevonden, op een scarabee-amulet uit Beth-Semes. 40
In Israël regeerde Salomo (971-931), in wiens tijd er vrede was (1 Kon 4:24).
Hij was koning Necho, die door Salomo werd opgedragen om ambachtslieden te sturen voor de tempelbouw.
Siptah is waarschijnlijk ook koning Amenophis, die bekend is uit een alternatief exodusverhaal, dat in de eeuwen rond Jezus’ leven op aarde de ronde deed als het echte exodusverhaal.
Tausret
Sitre Meryamun Tausret Setepenmut
30 mei 956-951
In Manetho’s dynastie XIX:
- Africanus: 6. Thuoris, 7 jaar
- Eusebius: 5. Thuoris, 7 jaar
In het Book of Sothis:
- 49. Thuoris, 17 jaar
- 58. Thuoris, 50 jaar.
In Eratosthenes:
- 37. Phruoro (Phuoro), of “de Nijl”, 5 (? 19) jaar
Ze begon geen nieuwe jaartelling, maar telde door vanaf Siptahs troonsbestijging. 41
DB 3 geeft II shemu 28 in haar jaar 7 als datum van het Prachtige Feest van de Vallei. Deze datum was die van een nieuwe maan; dit is 10 februari 955, de dag van nieuwe maan.
Haar hoogst bekende datering is de maand IV shemu uit jaar 8, 15 maart-13 april 954, op ostrakon Cairo CG 25293. 33 II shemu 29 in jaar 8, 11 februari 954, staat op een van de stenen uit de fundering van haar dodentempel in Gournah. Deze tempel was in tegenstelling tot wat altijd werd gedacht afgemaakt of bijna afgemaakt, maar werd al vrij snel daarna afgebroken. Ze zal dus minstens een paar jaar na deze datum hebben geregeerd. 42 Dat past bij de 5 jaar die Eratosthenes aan haar geeft. Hij heeft vaak ongelijk, maar in dit geval geeft hij Siptah het correcte aantal complete jaren. Tausrets regering eindigde dan, in een exclusieve telling, in 951/0.
Manetho slaat Siptah over en geeft Tausret 7 jaar. Zolang dit geteld werd vanaf Siptahs troonsbestijging eindigden ze, opnieuw in een exclusieve telling, in 954/3. In 954 viel de Kanaäniet Irsu binnen, die Egypte 13 jaar lang zou onderdrukken. 951/0 is dan het jaar waarin hij het hele land in handen kreeg.
De Trojaanse Oorlog en Salomo
Zowel Africanus, Eusebius, Eusebius’ kopiïst Jerome als het Book of Sothis (bij nr. 58) schrijven dat Thuoris een man was, en door Homerus in de Odyssey Polybus werd genoemd (in de Armeense vertaling van Eusebius: de actieve en galante Polybus), de man van Alcandra. Na de inname van Troje zouden Menelaus en Helena met hem zijn meegereisd. Manetho negeert Siptah, dus als er een mannelijke koning wordt bedoeld kan hij dat zijn. De val van Troje kan ook dankzij oude genealogieën uit Wales worden gedateerd op het midden van de 10e eeuw 43.
Ze was daarom een tijdgenoot van Salomo. Volgens Clement van Alexandrië: “Hiram gave his daughter to Solomon about the time of the arrival of Menelaus in Phœnicia, after the capture of Troy, as is said by Menander of Pergamus, and Lætus in The Phœnicia.” 44
Relatie met Israël
Uit Tausrets tijd is niks bekend over Egyptische militaire actie in de Levant, en dus in Israël. Het had dus geen macht buiten het Filistijnse gebied tot de tijd van Ramses III. 28 Haar cartouche is in Israël maar een keer gevonden, op een kruik van faience uit Tell Deir ‘Alla in het Overjordaanse. 40
In Israël regeerde Salomo (971-931), in wiens tijd er vrede was (1 Kon 4:24).
Tausret was de koningin van Sjeba.
laatste wijzigingen:
20 januari 2023: toegevoegd het stukje Standaardchronologie bij Seti I
26 januari 2023: idem bij Ramses II
6 februari 2023: idem bij Merenptah. De vloeddata naar een eigen post gebracht.
18 juni 2023: fout in de datering van Ramses I hersteld.
6 juli 2023: bij Ramses II toegevoegd de zin over de zegelingen uit Dur-Katlimmu
24 juli 2023: het stuk over Amenmesse herschreven, de bron bij de relatie van deze koningen met Israël vervangen door een betere bron. Fout in Tausrets eindjaar hersteld.
24 maart 2024: fouten (van datums, geen jaartallen) hersteld in de dateringen van Seti I en Ramses II. Ramses I’s 1 jaar en 4 maand in Josephus blijkt niet de periode van zijn alleenheerschappij, maar die van zijn totale regering.
27 maart 2024: fouten (van datums, geen jaartallen) hersteld in de datering van Ramses I en Merenptah en de troonsbestijging van Seti I
- By Rudolf Ochmann – Own work, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1183095[↩]
- Garth Gilmour en Kenneth A. Kitchen, Pharaoh Sety II and Egyptian Political Relations with Canaan at the End of the Late Bronze Age, in Israel Exploration Journal, Volume 62 (2012), Number 1, p. 4[↩]
- K. A. Kitchen, Ramesside Inscriptions Translated And Annotated I: Translations, Volume I (2017), p. 3 voor jaar 1, p. 1-2 voor jaar 2[↩]
- Cyril Aldred, Two Monuments of the Reign of Ḥoremḥeb, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 54 (Aug., 1968), p. 102-103[↩]
- Cyril Aldred, Two Monuments of the Reign of Ḥoremḥeb, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 54 (Aug., 1968), p. 100-102[↩]
- Robert J. Demarée, Two Papyrus Fragments with Historically Relevant Data, in Rivista del Museo Egizio 7 (2023), p. 67[↩][↩]
- AEC, p. 210-211[↩]
- Aston (2012), p. 295[↩][↩]
- William J. Murnane, The Earlier Reign of Ramesses II and His Coregency with Seti I, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 34, No. 3 (juli 1975), p. 161-183[↩]
- Anthony Spalinger, The Great Dedicatory Inscription of Ramesses II, A Solar-Osirian Tractate at Abydos (2009), p. 33-34[↩]
- AEC, p. 212[↩][↩][↩][↩]
- Anthony Spalinger, The Great Dedicatory Inscription of Ramesses II, A Solar-Osirian Tractate at Abydos (2009), p. 22[↩]
- Anthony Spalinger, The Great Dedicatory Inscription of Ramesses II, A Solar-Osirian Tractate at Abydos (2009), p. 68[↩]
- Robert J. Demarée, Announcement of the Passing of Ramesses II, in Journal of the ancient near eastern society “Ex Oriente Lux”, 46 (2016), p. 121-125[↩]
- AEC, p. 418[↩][↩]
- Krauss (2015), p. 363[↩]
- AEC, p. 414[↩]
- James (2015), p. 246[↩][↩][↩]
- Matthew J. Adams, Manetho’s Twenty-third Dynasty and the Legitimization of Kushite Rule over Egypt, in Antiguo Oriente, Volumen 9, Volumen en honor de Alicia Daneri Rodrigo con motivo de su retiro (2011), p. 38[↩]
- Flavius Josephus, Against Apion, 1.26[↩]
- Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 12[↩]
- Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 1-2, 14[↩]
- Garth Gilmour en Kenneth A. Kitchen, Pharaoh Sety II and Egyptian Political Relations with Canaan at the End of the Late Bronze Age, in Israel Exploration Journal, Volume 62 (2012), Number 1, p. 6-7, met voetnoot 13[↩]
- AEC, p. 213[↩][↩][↩]
- Callender (2004), p. 82[↩]
- Callender (2004), p. 83[↩]
- Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 6[↩]
- James (2015), p. 247[↩][↩][↩]
- Thomas Schneider, Siptah und Beja, Neubeurteiling einer historischen Konstellation, in Zeitschrift Für Ägyptische Sprache Und Altertumskunde 130 (2003), p. 142-143[↩]
- Grimal (1994), p. 270[↩]
- Ostrakon DM 886, volgens Robert J. Demarée, Hieratic Texts, in The Temple of Tausret, The University of Arizona Egyptian Expedition Tausret Temple Project, 2004-2011 (2011), p. 129[↩]
- Thomas Schneider, Siptah und Beja, Neubeurteiling einer historischen Konstellation, in Zeitschrift Für Ägyptische Sprache Und Altertumskunde 130 (2003), p. 143[↩]
- Robert J. Demarée, Hieratic Texts, in The Temple of Tausret, The University of Arizona Egyptian Expedition Tausret Temple Project, 2004-2011 (2011), p. 129[↩][↩]
- Cyril Aldred, The Parentage of King Siptah, in The Journal of Egyptian Archaeology, vol. 49 (dec. 1963), p. 41-42[↩]
- Louvre reliëf E 26901, Thomas Schneider, Siptah und Beja. Neubeurteilung einer historischen Konstellation, in Zeitschrift für ägyptische Sprache und Altertumskunde 130 (2003), p. 140[↩]
- Thomas Schneider, Siptah und Beja, Neubeurteiling einer historischen Konstellation, in Zeitschrift Für Ägyptische Sprache Und Altertumskunde 130 (2003), p. 136-137[↩]
- Royal Families, p. 181[↩]
- Aldred (1963), p. 41-43[↩]
- Callender (2004), p. 87[↩]
- Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 16[↩][↩]
- Royal Families, p. 183[↩]
- Richard H. Wilkinson, Tausert Temple Project: 2010-11 Season, in The Ostracon: The Journal of the Egyptian Study Society, 22 (Fall 2011), p. 8[↩]
- Darrell Wolcott, Brutus, the Legendary Eponym of Britain, en The Chronology of Eratosthenes[↩]
- Clement van Alexandrië, Stromata, boek 1, hoofdstuk 21, met dank aan Nikos Kokkinos, Josephus and Greek Chronography: Troy, Solomon, Shishak and Ramesses III, in Solomon and Shishak: BICANE Colloquium (Cambridge 2011) (2015), p. 160[↩]