Standbeeld van Nesykhonsuunnekhy, uit het artikel van Payraudeau. Het hoofd mist.
Inleiding
In de verschillende versies van de standaardchronologie regeerde Seti omstreeks 1300. Ik plaats hem in 1052-1043, wat een belangrijke overeenkomst met de Bijbel oplevert. Dat zijn standaarddatering onmogelijk is bewijst een lange genealogie uit de Derde Tussenperiode.
De verschillende familieleden worden vermeld op standbeeld Cairo JE 37880 (van Nesykhonsuunnekhy), stela Lyon MBA IE 328 (van Hor) en in een papyrus (van Nesykhonsuunnekhy’s zoon Amenemhat). Dat deze documenten bij elkaar horen bleek uit onderzoek van Frédéric Payraudeau. Het beeld dateert hij op de periode eind XXII-begin XXVI, ofwel omstreeks 700-650. De stela is iets eerder gemaakt, aan het eind van XII, iets eerder binnen diezelfde jaartallen. 1
Welke Menmaatre?
De genealogie is helaas niet zonder problemen. Nesykhonsuunnekhy en Hor noemen dezelfde familielijnen aan zowel moeders- als vaderskant, en hadden dezelfde moeder, Isetkhati. Op Nesykhonsuunnekhy’s beeld staan 10 extra generaties aan vaderskant en op Hors stela 3 generaties extra aan moederskant. In ieder geval aan de kant van Isetkhati, die belangrijk is voor de datering van Seti, vullen de verschillen elkaar aan. Haar familielijn eindigt volgens de stela met Ramose, hoofd van de wab-priesters van Sekhmet in de tijd van koning Menmaate.
Dat er af en toe een generatie mist is geen probleem. Bierbrier gebruikt zo’n genealogie juist als bewijsvoering van de standaardchronologie en houdt er rekening mee dat er meer generaties kunnen missen. 2 10 missende generaties is bijzonder veel, dus het is fijn dat de voor deze post belangrijke familielijn via Isetkhati loopt.

De eerste onduidelijkheid is de identificatie van Menmaatre. Seti was niet de enige Menmaatre, ook Ramses XI (876-839/8) heette zo. Volgens de foto van de stela in Payraudeau’s artikel is de cartouche ongeveer drie hiërogliefen breed; aan de linkerkant is nog net het einde van de cartouche te zien. Alhoewel Payraudeau de bedoelde Menmaatre identificeert met Ramses XI, kan het alleen Seti zijn. Ramses’ prenomen was namelijk voluit Menmaatre Setepenptah en Setepenptah werd in de de cartouche geschreven. 3 Zijn prenomen heeft daarom meer ruimte nodig dan beschikbaar is op de stela. Voor de prenomen van Seti 4 is genoeg ruimte. De stamboom van moeder Isetkhati eindigt dus 14 generaties voor haar met Ramose, die in de tijd van Seti I leefde.
Isetkhati, of Nakhtbastetiru?
Een tweede onduidelijkheid is Isetkhati’s plaats in de stamboom. Ze wordt door zowel Nesykhonsuunnekhy als Hor hun moeder genoemd, maar volgens de tekst op de voorkant van Nesykhonsuunnekhy’s beeld heette zijn moeder Nakhtbastetiru. Nesykhonsuunnekhy’s vader was bovendien een achterkleinzoon van Hors vader, Buirtuhura. Ondanks dat Buirtuhura in de twee bronnen verschillende titels heeft (op de stela was hij vierde profeet van Osiris en vierde profeet van Sokar, op het beeld profeet van Montu de meester van Thebe) is dit dezelfde persoon, want op beide heeft hij dezelfde voorouders.
Er zijn twee manieren om deze verwarring op te lossen. De eerste manier is van Payraudeau. Hij gaat ervanuit dat de schrijver een grote fout heeft gemaakt door Isetkhati als moeder van Nesykhonsuunnekhy te noemen, en kennelijk ook dat deze fout niet gezien werd. Dat is niet waarschijnlijk. Nesykhonsuunnekhy was een belangrijk man in de tempels van Egypte en had in totaal drie schrijversambten, waaronder een in Heliopolis. Herodotus sprak met de priesters in Memphis, Heliopolis en Thebe en schreef dat “The Heliopolitans have the reputation of being the best skilled in history of all the Egyptians.” 5 Nesykhonsuunnekhy kon hiërogliefen lezen en schrijven en had dus meteen door dat op het beeld de naam en afkomst van zijn moeder niet kloppen. Als hij een fout maakte of liet maken over iemand die zo dicht bij hem stond, terwijl zijn collega-schrijvers en iedereen die hem kende die fout makkelijk kon vinden, belooft dat niet veel goeds voor zijn schrijversambten en de reputatie van de Heliopolitanen.
De tweede manier is mijn idee. Nakhtbastetiru kan een andere naam zijn van Isetkhati; in de Derde Tussenperiode hadden meerdere personen, zowel mannen als vrouwen, twee namen. 6 Het betekent dat ze twee generaties jonger was dan Buirtuhura en weer een generatie ouder dan haar andere man, die ook haar stiefachterkleinzoon is. In de Derde Tussenperiode is een gemiddelde generatielengte van 20 jaar een redelijke schatting. Zolang haar zonen ook 20 jaar in leeftijd schelen past het net en verklaart dat het kleine verschil tussen Payraudeau’s datering van de stela en het beeld. Het levert een bijzondere stamboom op, maar bijzonder betekent niet per se onmogelijk. Beide situaties komen ook tegenwoordig nog voor. Ik ga er dus vanuit dat de verschillende gegevens over Isetkhati kloppen en Nakhtbastetiru haar andere, mogelijk latere, naam is. Nesykhonsuunnekhy’s genealogie kwam dan uit een oudere bron, waarin haar oorspronkelijke naam stond. De familie is dan:

Datering van Ramose
Nesykhonsuunnekhy kan volgens Payraudeau dankzij zijn titels worden geïdentificeerd met een naamgenoot, de vader van een Amenemhat die als getuige optreedt in papyrus 47.218.3 in het Brooklyn Museum, uit jaar 14 van Psamtik I (651/0). Dat Nesykhonsuunekhy niet tussen de belangrijke mensen in die papyrus wordt genoemd betekent, opnieuw volgens Payraudeau, dat hij toen al was overleden. Een andere naamgenoot, die vermeld wordt op papyrus Louvre E 3228b uit jaar 13 van Shabaka (692/1) kan door zijn titels ook dezelfde persoon zijn. Het enige probleem is dat de vader van deze naamgenoot Djedhor heette in plaats van Djedmutiuefankh. Als Djedhor een andere naam is van de laatste is een identificatie mogelijk, anders waren ze alleen familie.
Als Amenemhat geboren werd omstreeks 700 was hij 50 jaar toen hij getuige was. Nesykhonsuunnekhy zou toen 70 zijn en dat geeft hem genoeg tijd om zijn vele ambten uit te oefenen. Isetkhati werd in deze chronologie geboren omstreeks 760. Voor de volledigheid volgen hier de generaties van haar naar Ramose. De namen tussen ( en ) zijn de afwijkend spellingen op de stela van Hor: 7
- Isetkhati
- Hor
- Iry
- Khasuenmehyt (Khasumehyt)
- Wennefer
- Nesykhasuty (Kashuty)
- Nesypanesuttawy (Nesuttawy)
- Nesybamenekh
- Nesyheqaidebuy (Nesyhekaidebuy)
- Hor
- Tjay
- Djay
- My
- Heti (Hutj)
- Amen[…]
- Ramose
Zoals gezegd is 20 jaar een redelijke generatielengte in Egypte. Bierbrier schreef dat “any increase of the time span of each generation over 25 years is suspect”. 8 Uitgaande van deze twee getallen werd Ramose geboren omstreeks 1135-1060. Hij kan dus prima het hoofd van de wab-priesters van Sekhmet zijn in de tijd van Seti I (1052-1043).
Conclusie
Ramose, een tijdgenoot van koning Menmaatre, werd geboren omstreeks 1135-1060. In de standaardchronologie regeerde Menmaatre Seti I daarentegen omstreeks 1300 en is het logischer om Menmaatre Setepenptah Ramses XI aan te wijzen. Maar de bedoelde koning kan alleen Seti zijn, want de titel Setepenptah (Uitverkorene van Ptah) werd in de cartouche van Ramses’ prenomen geschreven. En in de cartouche bij Ramoses titel is daar geen plek voor.
Tussen 1300 en 860, het vroegst mogelijke geboortejaar van Isetkhati in de standaardchronologie, zit 440 jaar. Verdeeld over de genealogie betekent dit een gemiddelde van 29,3 jaar per generatie, wat ruim boven Bierbriers maximum van 25 jaar is. Seti I kan dus nooit rond 1300 al hebben geregeerd.
De gegevens uit deze genealogie passen perfect bij die van de genealogie van Ankhefensekhmet. Ankhefensekhmet noemt niet alleen twee voorouders uit de tijd van Menmaatre, maar gaat nog door tot Ptahemheb, een tijdgenoot van Mentuhotep II (1647-1596). Doordat Ankhefensekhmets nog veel meer voorouders plaatst in de tijd van bepaalde farao’s wordt het mogelijk om de geboortes van Sokaremsaf en Netjerwyhotep, de twee voorouders uit de tijd van Menmaatre, te dateren omstreeks 1083 en 1064. Voor de details, zie hier.
laatste wijziging: 26 januari 2023
- Frédéric Payraudeau, Généalogie et mémoire familiale à la troisième période intermédiaire: Le cas de la statue Caire JE 37880, in Revue d’Égyptologie 64 (2013), p. 63-92. Hij publiceerde helaas in het Frans. Dat spreek ik niet, maar met de transcriptie van de hiërogliefen en een vertaalmachine is wel uit de belangrijkste informatie te komen. Eventuele fouten in Payraudeau’s interpretatie komen dus van mij.[↩]
- Bierbrier (1975), p. 51[↩]
- Jürgen von Beckerath, Handbuch der ägyptischen Königsnamen (1984), p. 251[↩]
- Jürgen von Beckerath, Handbuch der ägyptischen Königsnamen (1984), p. 236[↩]
- Herodotus, Histories, boek II, 3[↩]
- TIP, § 184, 190[↩]
- Payraudeau slaat Amen[…] over in zijn overzicht op p. 84, maar heeft hem wel in de vertaling van Hors stela op p. 82.[↩]
- Brovarski (2010), p. 73, voetnoot 33[↩]