Categorieën
8. Late Periode

Dynastie XXVI

Portret van een farao uit deze dynastie 1

Intro

Na de versnippering in de Libische periode en de Assyrische overheersing, toen er wel 20 koningen, gouverneurs en regenten waren in Egypte, was het onder dynastie XXVI dat het land weer één werd. Egypte bloeide onder hen, er werd veroverd en gebouwd, tot de Perzische koning Cambyses, de zoon van de Bijbelse Kores (Ezra 1:1-8, Jes 45:1-6), binnenviel en een eind maakte aan de onafhankelijkheid.

De hoofdstad van XXVI was Saïs, in de Delta.

Deze dynastie heeft ongeveer dezelfde jaartallen als die uit de standaardchronologie, omdat ze ook Bijbels gezien goed op de tijdlijn zit. Het beste bewijs daarvoor zijn Ezechiëls profetieën (Ez 29-32) over een farao die alleen Wahibre (Apries) kan zijn.

Ammeris

Ammeris de Ethiopiër
703-685

Manetho:

  • Africanus: –
  • Eusebius: Ammeris de Ethiopiër, 12 jaar
  • Armeense Eusebius: Ameres de Ethiopiër, 18 jaar
  • Jerome: <A>merres de Ethiopiër, 11 jaar. Ondanks dat nummert hij de jaren 1 tot en met 12.
  • Book of Sothis: 78. Amaes, 38 jaar

Hij werd mogelijk aangesteld door de Ethiopische (Cusjitische) overheerser Shabaka (704-690).

Er is een reden om te geloven dat hij 18 jaar regeerde, niet 12: de totalen voor zijn dynastie. Africanus geeft 150 jaar en 6 maand, wat precies het totaal is van de door hem genoemde regeringsjaren. Eusebius heeft 163 of, in de Armeense vertaling, 167. Beide kloppen niet met de totalen van de regeringsjaren. Er zijn dan 5 respectievelijk 6 jaar te weinig.

Syncellus citeert uit een zekere The Old Chronicle dat deze dynastie uit 7 generaties koningen van Memphis bestond, voor 177 jaar. Het aantal generaties klopt zolang Nekauba de broer was van Nekau I, en Ammeris en Ahmose II niet werden meegerekend, want zij waren niet de zoon van een voorganger. Memphis klopt niet, al was het een belangrijke stad. Maar 177 Egyptische jaren is precies wat je krijgt als Ammeris 18 jaar regeerde – 703-527. Dit levert drie stemmen op voor 18 jaar en twee voor 12 jaar, waardoor ik 18 kies.

Tefnakht II

(Menibre/Iribre?) Tefnakht II
685-678

Manetho:

  • Africanus: Stephinates, 7 jaar
  • Eusebius: Stephinathis (Armeens: Stephinathes), 7 jaar
  • Book of Sothis: 79. Stephinathes, 27 jaar

Op een aantal scarabeeën en kralen uit deze periode staan de verder onbekende prenomens Menibre en Iribre. Dit kunnen de prenomens van Tefnakht II en Nekauba zijn; van beiden is geen prenomen bekend. 2

Als hij vernoemd was naar een opa, wat vaker gebeurde in deze tijd, kan hij een zoon zijn van Bakenranef (717-712) van dynastie XXIV, die aan het eind van de achtste eeuw in Saïs regeerde.

Nekauba

(Menibre/Iribre?) Nekauba
678-672

Manetho:

  • Africanus: Nechepsos, 6 jaar
  • Eusebius: Nechepsos, 6 jaar
  • Book of Sothis: 80. Nechepsus, 13 jaar

Nechepsos wordt meestal geidentificeerd met Nekauba, koning van Boven- en Beneden-Egypte, die genoemd wordt op een (nu) gebroken menat-amulet. 2 Die identificatie is bijna traditie geworden, en ik volg hem.

Kim Ryholt denkt, doordat Nekau II ook Nechepsos wordt genoemd, dat een eerdere Nechepsos niet heeft bestaan. 3 Maar ik zie niet in waarom dit gevolgen heeft voor de eerdere Nekauba. Ryholt gebrukt zijn eigen ideeën om deze Nechepsos te kunnen schrappen uit Manetho, maar is niet consequent. Ergens anders gebruikt hij juist Manetho’s werk om een van zijn ideeën te bevestigen. 4

Nekau I

Menkheperre Nekau I
672-664

Manetho:

  • Africanus: Nechao, 8 jaar
  • Eusebius: Nechao (Jerome: Necho), 8 jaar
  • Book of Sothis: 81. Nechao, 8 jaar

Hij was de zoon van een koning Tefnakht 5, die Tefnakht II zal zijn geweest. Nekauba was dan mogelijk een broer. In latere eeuwen werd hij Nekau Merneith genoemd, “Nekau geliefde van Neith”; Neith was de hoofdgodin van Saïs. 6

Als Niku, heerser van Mempi (Memphis) en Saa (Saïs), wordt hij in 671-668 vermeld door de Assyriërs. In deze lijst staan twee mogelijke familieleden van hem: Tapnaḫte en Bukurninip, de koningen van Punubu en Paḫnutu. Deze namen lijken op Tefnakht en Bakenranef.

Volgens Herodotus werd Necos vermoord door Sabacos de Ethiopiër, en vluchtte zijn zoon Psammetichus daarna naar Syrië. 7 Sabacos zal niet de koningen Shebitku of Shabaka zijn geweest, want zij waren in 664 al overleden.

In de Inarosverhalen, een serie verhalen die ontstonden rondom de Assyrische overheersing van Egypte, heet hij ook Necho. 8

Psamtik I

Wahibre Psamtik I
664-610

Manetho:

  • Africanus: Psammetichus, 54 jaar
  • Eusebius: Psammetichus, 45 jaar
  • Armeense Eusebius: Psametichus, 44 jaar
  • Jerome: Psammetichus, 44 jaar
  • Book of Sothis: 82. Psammetichus, 14 jaar

Herodotus: Psammetichus, 54 jaar. Daarvan belegerde hij 29 jaar lang Azotus, een grote stad in Syrië, tot hij het eindelijk innam. 9 Azotus ligt in Israël. Met Syrië werd in die tijd een groter gebied bedoeld dan vandaag; Herodotus heeft het over “the part of Syria called Palestine”. 10 Dat was niet nieuw. De Assyriërs noemden Syrië-Israël, inclusief Moab en Edom, Amurru. 11 In het Nieuwe Rijk was Retjenu de naam voor Israël en Syrië tot en met de rivier de Orontes, en ook vandaag nog is de Levant de naam voor het land ten oosten van de Middellandse Zee, waaronder Syrië en Israël.

Hij bevrijdde Egypte van de Assyriërs.

Op I shemu [5] in jaar 14, 4 oktober 651, werd een Tepi Shemu-festival gevierd. 12 Dit feest begon met nieuwe maan en duurde 5 dagen. 4 oktober 651 is een dag na nieuwe maan, tijdens het feest.

Een Apis-stier werd geboren op II peret 19 in jaar 53 van Psamtik I, 10 juli 612. Het dier was 16 jaar, 7 maand en 17 dagen oud toen hij stierf op II akhet 6 in jaar 16 van Nekau II, wat gebaseerd op de verdere chronologie 23 februari 595 moet zijn. 13 Uit de datering van de stier die deze opvolgde blijkt dat het jaar waarin de ene farao stierf en de volgende aan de macht kwam, voor beiden werd geteld. Psamtik I stierf daarom in jaar 55, dat begon op 23 januari 610, wat tegelijk jaar 1 van Nekau II was.

Psamtik regeerde dus tot in jaar 55. Dat verklaart alle hierboven genoemde getallen, zolang er met decennia is gerommeld. Manetho deed dat ook bij bijvoorbeeld Akhenaten, Horemheb en vooral bij Seti I.

Maansverduistering

Volgens een jonge priester uit Dafne, in de noordoostelijke Delta, stierf Psamtik tijdens een eclips: “I heard in Daphnae, my home town, that the sky had swallowed the disk … after the sun when it was going to its rest in the evening. The death of Pharaoh occurred in the lands to the east of Na’amepinhas.” Mark Smith heeft aangetoond dat dit een maansverduistering was, nadat de zon onder was gegaan. 14

In 610/09, het sterfjaar van Psamtik, komt de maansverduistering van 22 maart 610 in aanmerking:

Nekau II

Wehemibre Nekau II (Necho)
610-4 mei/23 november 595

Manetho:

  • Africanus: Nechao de Tweede, 6 jaar. Hij nam Jeruzalem in, en leidde koning Ioachaz gevangen naar Egypte.
  • Eusebius: Nechao de Tweede, 6 jaar. Hij nam Jeruzalem in, en leidde koning Ioachaz gevangen naar Egypte.
  • Jerome: een tweede Nechao, ook genaamd Nechepsos, 6 jaar
  • Book of Sothis: 50. Nechepsos, 19 jaar
  • Book of Sothis: 83. Nechao II (Farao), 9 jaar

Herodotus: Necos, 16 jaar

Op II akhet 7 in jaar 16 van Nekau (II), 24 februari 595, werd een Apis-stier geboren. Deze was 17 jaar, 6 maand en 5 dagen oud toen hij stierf op IV peret 12 in jaar 12 van Wahibre, wat daarom 24 augustus 578 moet zijn. 15 De stier leefde alleen ruim 17 jaar als jaar 16 van Nekau II gelijk was aan jaar 1 van Psamtik II, en jaar 7 van Psamtik II gelijk was aan jaar 1 van Wahibre. Anders moet je er nog twee bij optellen.

Nekau stierf daarom in zijn 16e jaar, om precies te zijn tussen IV akhet 16 16, toen deze stier werd begraven, en III shemu 9 in jaar 1 van Psamtik II 17, 23 november 595. Mogelijk stierf hij vlak voor III shemu 9, aan het eind van het jaar, want op het Book of Sothis na laten de Griekse schrijvers zijn regering eindigen op een 6. Manetho heeft dus weer een decennium weggelaten.

Nekau de Wijze

Het is Jerome die, door te zeggen dat Nechao ook Nechepsos werd genoemd, een theorie van Kim Ryholt bevestigt. 3

Nekau-pa-shesa, wat Nekau de Wijze betekent, was de bijnaam van een Nekau, de opvolger van een Psamtik; dit kunnen alleen Nekau II en Psamtik I zijn. Ryholts bronnen noemen ook “het festival van farao” op II peret 1. Wat er gevierd werd is niet bekend. Ryholt denkt dat dit de kroningsdag is, maar dat zou 22 juni 610 zijn, en dat is wel erg laat; Psamtik I stierf tijdens de zonsverduistering van 22 maart 610, wat II akhet 29 is op de Egyptische kalender. Bovendien zegt een van Ryholts bronnen dat Psamtik begraven werd toen Nekau al koning werd.

Nekau-pa-shesa was erg geïntereseerd in astrologie. Hij sprak daarover met Petesis en Petosiris en ontving instructies uit een papyrus die Imhotep nog had geschreven. Als het festival van farao op II peret 1 niet te maken heeft met zijn geboortedatum, heeft het mogelijk met astrologie te maken.

Relatie met Israël

Hij liet Josia (641/0-609) sneuvelen, nam Joahaz (609) mee naar Egypte en stelde Jojakim (609-598) aan als koning van Juda.

Nekau II in de Bijbel

Psamtik II

Neferibre Psamtik II
595-9 februari 589

Manetho:

  • Africanus: Psammuthis de Tweede, 6 jaar
  • Eusebius: Psammuthis (Armeens en Jerome: Psammuthes) de Tweede, ook Psammetichus genoemd, 17 jaar (Jerome: 12 jaar)
  • Book of Sothis: 51. Psammuthis, 13 jaar
  • Book of Sothis: 84. Psamuthes de Tweede, ook Psammetichus genoemd, 17 jaar

Andere koningslijsten:

P.CtYBR inv. 2885, de naast de Turin Canon enig bewaarde koningslijst uit Egypte 18
  • Herodotus: Psammis, 6 jaar
  • P.CtYBR inv. 2885: […] 9 […]
    Deze papyrus is een fragment van vijf bij zeven centimeter, met daarop de restanten van een koningslijst die, op de eerste opgave na, past bij dynastie XXVI. Van het getal in deze, de bovenste bewaarde, regel is alleen een restant overgebleven, dat alleen de demotische 9 kan zijn. Psamtik II regeerde alleen niet 9, maar net iets meer dan 7 jaar. 19

Psamtik II werd koning voor III shemu 9, 23 november 595, want dat is de datum uit zijn regering waarop een nieuwe Apis-stier werd geïnstalleerd. 17 Zo’n installatie gebeurde meestal met volle maan 20, en deze datum kan niet in een ander jaar thuishoren door de dateringen van zijn voorgangers en opvolgers, maar het was 4 dagen voor volle maan. Net als bij de stieren van Shoshenq III (766-727), Shoshenq V (713-677/1) en Taharqa (690-664) is dit alleen ongeveer een match.

Psamtik II stierf op I akhet 23 in jaar 7, 9 februari 589. 21

Wahibre

Haaibre Wahibre (Apries, Hofra)
589-568

Manetho:

  • Africanus: Uaphris, 19 jaar. Het restant van de Joden vluchtte naar hem, toen Jeruzalem ingenomen was door de Assyriërs.
  • Eusebius: Uaphris (Armeens: Uaphres, Jerome: Vaphres), 25 jaar (Jerome: 30 jaar). Het restant van de Joden vluchtte naar hem (Armeens: zocht bij hem een toevlucht), toen Jeruzalem ingenomen was (Armeens: werd onderworpen) door de Assyriërs.
  • Book of Sothis: 85. Uaphris, 34 jaar

Andere koningslijsten:

  • Herodotus: Apries, de zoon van Psammis, regeerde in zijn plaats. In zijn 25 jaar had hij meer geluk dan elke andere koning, behalve zijn overgrootvader Psammetichus (Psamtik I). Hij zond een leger tegen Sidon en vocht op zee met de koning van Tyrus. Alles ging goed, tot hij een grote nederlaag leed tegen Cyrene, en de Egyptenaren in opstand kwamen. 22
  • Diodorus Siculus: Vier generaties na Psammetichus (Psamtik I) was Apries koning voor 22 jaar. Hij ging op campagne met strijdmachten te land en ter zee tegen Cyprus en Fenicië en nam Sidon in met grote kracht, wat de andere Fenicische steden bang voor hem maakte. Hij onderwierp ze dan ook zo. Hij versloeg de Feniciërs en Cyprioten in een grote zeeslag en keerde terug naar Egypte met een grote buit. 23
  • P.CtYBR inv. 2885: […] 19 jaar

In de Bijbel

Apries’ einde en Jeremia’s profetie

Over hem is uitgebreid geschreven in de Bijbel.

Ahmose II

Khnemibre Ahmose II Sa-Neith
570-2 januari/3 september 527

Manetho:

  • Africanus: Amosis, 44 jaar
  • Eusebius: Amosis (Jerome: Amasis), 42 jaar
  • Book of Sothis: 86. Amosis, 50 jaar

Andere koningslijsten:

  • Diodorus Siculus: Amasis, 55 jaar. Hij stierf toen Cambyses Egypte aanviel, in het derde jaar van de 63e olympiade, toen Parmenides uit Camarina de stadionrace had gewonnen. 24
  • Herodotus: 44 jaar. Hij stierf toen Cambyses Egypte aanviel. 25
  • P.CtYBR inv. 2885: […] 44 jaar

Dat 570 zijn beginjaar was kan worden bevestigd dankij Papyrus Louvre 7848, waar 13 payni (II shemu) in jaar 12 van Ahmose vermeld wordt als zijnde 15 pachon (I shemu) op de maankalender. 26 Dag 15 op de maankalender betekent dat het 14 dagen eerder, I shemu 29 op de civiele kalender, nieuwe maan was. Als jaar 1 van Ahmose 570 was is deze datum 5 oktober 559, precies nieuwe maan.

Een priester die Psamtik heette werd geboren op III shemu 1 in jaar 1 van Nekau II, 19 november 610. Hij was 65 jaar, 10 maand en 2 dagen oud toen hij stierf op IV peret 28 in jaar 27 van Ahmose II, ofwel 31 augustus 544 moet zijn. 27

Onder Amasis bereikte Egypte zijn grootste voorspoed; in zijn tijd waren er 20.000 steden. Hij begon een eerste versie van de jaarlijkse belastingaangifte. Hij maakte een wet dat elke Egyptenaar elk jaar aan de heerser van zijn provincie zijn middelen van bestaan moest verklaren; als hij dat niet deed, of niet kon bewijzen dat hij een juist leven had, kreeg hij de doodstraf. Solon introduceerde deze wet in Athene, waarna Herodotus schreef: “may they ever keep it! for it is a perfect law.” 28

Amasis’ dood en de komst van de Perzen

Aan het eind van Ahmoses regering viel Cambyses, de koning van de Perzen binnen, en uiteindelijk werd Egypte veroverd. Het precieze jaartal is onduidelijk, het wordt ergens in 527-525 geplaatst. 29 De verschillende bronnen samen zorgen dan ook voor verwarring.

Diodorus dateert Ahmoses dood aan de hand van de Olympische Spelen. Deze werden in de zomer gehouden en het jaar dat Diodorus noemt, loopt van de zomer van 526 tot die van 525. Dit plaatst Ahmoses dood in een niet voltooid jaar 45, dat begon op 2 januari 526 en eindigde op 1 januari 525. Als je beide combineert stierf hij tussen de zomer van 526 en 1 januari 525. Maar Diodorus is niet altijd betrouwbaar; hij geeft Amasis 55 jaar en plaatst de tweede Perzische verovering in 350/49, bijna een decennium te vroeg. 30 Papyrus BN 215 sluit bovendien een jaar 45 uit; hierin wordt twee keer gezegd dat Ahmoses regering eindigde met jaar 44. Datzelfde zegt ook een stela van Ptolemaeus VIII uit Herakleion. De demotische papyrus Rylands IX laat jaar 44 van Amasis opvolgen door jaar 3 en 4 van Cambyses. 31 Ahmose stierf dus in jaar 44, ofwel tussen 2 januari 527 en 1 januari 526.

Ahmose werd opgevolgd door zijn zoon, Psamtik III. De drie bekende koningslijsten geven Psamtik een regering van 5 of 6 maand. Omdat voor hem in tegenstelling tot zijn voorgangers geen aantal jaren wordt genoemd, is het waarschijnlijk dat die 5 of 6 maand volledig in het sterfjaar van zijn vader thuis horen. Psamtik stierf dan uiterlijk op 1 januari 526. Uitgaande van een regering van minstens 5 maand en 1 dag werd hij tussen I akhet 2, 3 januari 527, en I shemu 5, 4 september 527, gekroond. Hij werd dus op zijn vroegst afgezet op II peret 3, 3 juni 527.

Verdere onduidelijkheden ontstaan bij Manetho. Volgens zijn meeste kopiïsten veroverde Cambyses Egypte in jaar 5; de Armeense versie van Eusebius heeft jaar 15, wat duidelijk een fout is, en Jerome zou jaar 6 hebben 32, maar in de online-versie staat weer jaar 5. Africanus schrijft dat Cambyses 6 jaar regeerde, dus vanaf jaar 3 zoals in de papyrus Rylands IX, maar Eusebius houdt het op 3 jaar. Het eerste jaar van Eusebius begon op 1 januari 524. Ondanks dat Eusebius’ telling hier op zijn zachtst gezegd bijzonder is, is het door een paar andere puzzelstukjes mogelijk om al deze verschillen, uitgezonderd het jaar 15 en het jaar 6 dat Jerome zou hebben, een plek te geven in de bovenstaande reconstructie.

Een Apis-stier, die geboren was in jaar 27 van Ahmose, werd begraven op III shemu 10 in jaar 6 van Cambyses. Zijn opvolger daarentegen werd geboren op I peret 28 in jaar 5. Van deze stieren was er altijd maar één tegelijk; ze werden pas na de dood van de vorige geboren. 33 Het verschil in het jaartal kan worden verklaard door verschillende manieren van tellen. In Egypte werd zowel de Babylonische manier van tellen, waarbij jaar 1 van een koning pas begon na diens eerste nieuwjaar als koning, en de manier van dynastie XXVI, waarbij jaar 1 begon op het moment van troonsbestijging en doorliep tot het eerste nieuwjaar, door elkaar heen gebruikt. 34 Cambyses werd gekroond in augustus 530. 35 Jaar 6 is gerekend op de Egyptische manier van tellen, zodat de eerste stier stierf op 6 november 525; jaar 5 op de Babylonische manier van tellen is ook 525.

Het volgende puzzelstukje wordt geleverd door Herodotus. Hij schreef dat Cambyses, na zijn verovering van Egypte en een afgeblazen veldtocht tegen Ethiopië, aankwam in Memphis terwijl Apis was verschenen, ofwel er was een nieuwe stier “herkend” als de reïncarnatie van Apis. Het kalf werd naar Cambyses gebracht, die het beest vermoordde. 36 Dit kan niet de opvolger zijn van de stier die stierf in jaar 6, want deze werd volwassen. Herodotus vermeldt daarom een stier die buiten dit verhaal om onbekend is. Hierna bleef Cambyses in Memphis tot, helemaal aan het eind van zijn regering, de valse Smerdis tegen hem in opstand kwam. 37 Hij stierf op de terugtocht naar Perzië, in Damascus. 38 Als de eerste van deze twee stieren, die in 525 was gestorven, direct werd opgevolgd door het kalf dat door Cambyses vermoord werd, is 525 het jaar waarin hij terugkwam in Memphis. Eusebius’ 3 jaar van hem beginnen dan met 524 en werden geteld op de Babylonische manier.

Cambyses veroverde Egypte dus in de tweede helft van 527 (jaar 3 op de Babylonische manier van tellen) en kwam tussen 6 november 525 en 1 januari 526 (jaar 5 op de Babylonische manier van tellen) terug in Memphis, waar hij bleef regeren tot hij in 522 terugkeerde naar Perzië. Het enige probleem dat nog overblijft is de jongste van de 3 stieren. Hij werd vier maanden voor de dood van de eerste stier geboren, wat in principe onmogelijk is. Mogelijk heeft dit te maken met de uitzonderlijke situatie die Cambyses creëerde door het kalf te vermoorden. Er werd dan in allerijl een ander kalf uitgekozen.

In de Bijbel

Nadat Nekau II in 605/4 door Nebukadnezar was verslagen, profeteerde Jeremia dat Egypte gegeven zou worden in de handen van Nebukadrezar (Jer 46:25-26), die Memphis zou verwoesten en haar inwoners in ballingschap zou afvoeren (vers 19). “Maar daarna zal zij bewoond worden als in de dagen van weleer, spreekt de HEERE.” (vers 26)

Deze inval van Nebukadnezar is vermeld in een, helaas nogal beschadigde, tekst uit Babylon: “… [in] the 37th year (568/7), Nebuchadnezzar, king of Bab[yon] mar[ched against] Egypt (Mi-ṣir) to deliver a battle. [Ama]sis ([…]-a(?)-su), of Egypt, [called up his a]rm[y] … […]ku from the town Puṭu-Iaman … distant regions which (are situated on islands) amids the sea … many … which/who (are) in Egypte … [car]rying weapons, horses and [chariot]s … he called up to assist him and … did […] in front of him … he put his trust …” 39

Psamtik III

Ankhkaenre Psamtik III
3 januari/4 september 527-3 juni 527/1 januari 526

Manetho:

  • Africanus: Psammecherites, 6 maand
  • Eusebius: –

In andere koningslijsten:

  • Herodotus: Psammenitus, 6 maand 40
  • P.CtYBR inv. 2885: [Psamtik de zoon van] Amasis 5 maand

In Egypte is geen datering van hem gevonden. 41

Voor zijn datering, zie boven.

Toen Cambyses Egypte veroverd had was hij van plan om de zoon van Psammenitus (Psamtik III) te sparen, maar hij was te laat; ze waren al begonnen met executeren. In plaats daarvan werd Psammetichus naar hem toegebracht en goed behandeld. Terwijl Cambyses nog in de buurt was bereidde Psammetichus een opstand voor. En dat was zijn val, want zonder die opstand was hij gouverneur van Egypte geworden. Toen hij werd betrapt en Cambyses het hoorde, dwong Cambyses hem om stierenbloed te drinken en stierf hij. 42

Volgens een samenvatting van Ctesias’ Persica heette Psamtik Amyrtaeus. Mogelijk was hij in verwarring met de latere rebel van die naam.

laatste wijziging: 4 december 2022

  1. By Jona Lendering – Livius .orgProvided under “Licence CC0 1.0 Universal” per notice under the photograph, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=91221690[]
  2. TIP, § 117[][]
  3. Kim Ryholt, New light on the legendary king Nechepsos, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 97 (2011), p. 61-72[][]
  4. Kim Ryholt, King Necho I son of king Tefnakhte II, in Göttinger Miszellen nr. 10 (2011), p. 127[]
  5. Kim Ryholt, King Necho I son of king Tefnakhte II, in Göttinger Miszellen nr. 10 (2011), p. 123-128[]
  6. Kim Ryholt, New light on the legendary king Nechepsos, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 97 (2011), p. 67[]
  7. Herodotus, Histories, boek II, 152[]
  8. Ryholt (2004), p. 485-486[]
  9. Herodotus, Histories, boek II, 157[]
  10. Herodotus, Histories, boek III, 91[]
  11. http://oracc.museum.upenn.edu/rinap/corpus/, tekst Sennacherib 004, regel 36-38[]
  12. Demotic Pap. Vienna, in Krauss (2015), p. 363[]
  13. Ancient Records, deel IV, § 974-975[]
  14. Papyrus Berlin 13588, iii, 1-3, in Gerry Gilmore en John Ray, A Fixed Point in Coptic Chronology: The Solar Eclipse of 10 March, 601, in Zeitschrit für Papyrologie und Epigraphik, Bd. 158 (2006), p. 190-192[]
  15. Ancient Records, deel IV, § 984[]
  16. Ancient Records, deel IV, § 976[]
  17. Ancient Records, deel IV, § 987[][]
  18. Yale Digital Collections, P.CtYBR inv. 2885[]
  19. Joachim Friedrich Quack, Papyrus CTYBR 2885 RT. – Reste Einer Demotischen Königsliste Auf Papyrus?, p. 108-110[]
  20. Gautschy (2015), p. 83[]
  21. Ancient Records, deel IV, § 988E[]
  22. Herodotus, Histories, boek II, 161[]
  23. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 68.1[]
  24. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 68.6[]
  25. Herodotus, Histories, boek III, 10[]
  26. AEC, p. 267[]
  27. Ancient Records, deel IV, § 1028-1029[]
  28. Herodotus, Histories, boek II, 177[]
  29. AEC, p. 267-268[]
  30. Quack, op. cit., p. 229-230[]
  31. Joachim Friedrich Quack, Zum Datum der persischen Eroberung Ägyptens unter Kambyses, in Journal of Egyptian History 4 (2011), p. 233-237[]
  32. Quack, op. cit., p. 229, voetnoot 6[]
  33. Quack, op. cit., p. 231[]
  34. Quack, op. cit., p. 239-240[]
  35. AEC, p. 266[]
  36. Herodotus, Histories, boek III, 17-29[]
  37. Herodotus, Histories, boek III, 30-37, 61[]
  38. Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, 11.2.2[]
  39. ANET, p. 308[]
  40. Herodotus, Histories, boek III, 14[]
  41. AEC, p. 282[]
  42. Herodotus, Histories, boek III, 14-15[]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *