Categorieën
6. Nieuwe Rijk Koningstijd

Seti II als schoonvader van Salomo

Thutmose I (1244-1232) en zijn dochter, de latere koningin Hatshepsut (1228-1208). 1 Thutmose I is een van de kandiaten voor Salomo’s (in de Bijbel naamloze) schoonvader.

Inleiding

Salomo (971-931) trouwde met de dochter van een farao. Zowel van haar als haar vader wordt in de Bijbel geen naam genoemd, het enige dat duidelijk wordt is dat hij ergens voor het huwelijk Gezer, een stad ten noordoosten van het land van de Filistijnen, had veroverd. “Farao, de koning van Egypte, was namelijk opgetrokken en had Gezer ingenomen, en het met vuur verbrand, de Kanaänieten die in de stad woonden, gedood, en het aan zijn dochter, de vrouw van Salomo, als geschenk gegeven. Salomo heeft toen Gezer herbouwd” (1 Kon 9:16-17a).

Hier en daar worden verschillende farao’s aangewezen als schoonvader. Dat is meestal afhankelijk van de gebruikte chronologie, want Salomo’s huwelijk kan uitstekend gedateerd worden in 968 of 967. Er waren 3 jaren verstreken van Salomo’s koningschap (1 Kon 2:39, 971-968), maar er werd getrouwd voor de start van de tempelbouw, in de lente van 967 (1 Kon 6:1).

Mijn keuze voor de schoonvader, Seti II, heb ik nergens anders gezien (26 oktober 2022: op de site van Albert Welleweerd na; hij heeft mijn conclusie overgenomen). Om toch te kunnen laten zien dat hij de gezochte man is wil ik op chronologische volgorde alle kandidaten bespreken. Daarna is het de vraag waaròm dit huwelijk plaatsvond. Het was namelijk tegen het Egyptische gebruik in om een prinses ten huwelijk te geven aan een buitenlandse koning.

Thutmose I

Thutmose I (1244-1232) zou Gezer ingenomen hebben, de stad die Salomo’s koninklijke schoonvader aan zijn dochter meegaf (1 Kon 9:16). Wie de connectie tussen Salomo en Thutmose I maakte kan ik niet terugvinden, want in mijn eerste versies van deze chronologie had ik geen bronvermelding. In ieder geval is het niet waarschijnlijk. 18 januari 2022: Gevonden! En dan blijkt het helemaal onwaarschijnlijk te zijn.

Dit idee is van Down en Ashton. 2 In Retjenu en omgeving was Thutmose voor zover bekend alleen actief in Naharin (Mitanni). Hij ging daarnaartoe om “zijn hart te wassen” door het te veroveren en veel gevangenen af te slachten. Anderen werden afgevoerd naar Egypte. 3 Gezer ligt bijna op de route naar Naharin, maar als dat op dezelfde campagne gebeurde kan worden verwacht dat hij ook zijn hart waste in Gezer. En dat staat niet in de twee beschrijvingen. Het enige doel van die campagne was Naharin.

Thutmoses noordelijke grens was het “omgekeerde water”. Dat is een beschrijving van de Eufraat; de Nijl stroomt naar het noorden en de Eufraar naar het zuiden. 4 Onafhankelijk van de eeuw waarin Thutmose regeerde was het niet nodig om binnen zijn eigen grenzen een stad te verwoesten en die in de handen te geven van een koning in Retjenu. In plaats van een bondgenootschap of vriendschap te versterken zou hij daarmee een tegenstander in de hand werken.

Neferubity met haar ouders, Thutmose I en Ahmose, in een tekening van het origineel 5

Down en Ashton identificeren Salomo’s vrouw met Neferubity, de volle zus van Hatshepsut (1228-1208), wat misschien komt omdat ze Hatshepsut identificeren met de koningin van Sjeba; maar dat is onmogelijk. Neferubity wordt afgebeeld op de muren van het heiligdom in Hatshepsuts tempel in Deir el-Bahari 6 als een klein kind, samen met haar koninklijke ouders. Gebaseerd op de chronologie van Down en Ashton 7 was Neferubity hooguit een kind tijdens het huwelijk, wat te jong is.

Thutmose III

Thutmose III (1229-1175) is de keuze van Anne Habermehl, en op zich een logische. Hij veroverde Gezer en volgens de archeologie verwoestte hij het grondig. Habermehl baseert haar chronologie van het Nieuwe Rijk op deze connectie met de Bijbel. 8

In Thutmoses uitgebreide lijst van plaatsen die hij veroverde staat inderdaad q-d-r 9, ofwel Gezer 10. Maar Gezer zal niet vrijwillig zijn afgestaan, want Thutmose IV (1152-1142) noemde zich de “veroveraar van Kharu”, ofwel het gebied van de Kanaänieten die ten (noord)westen van Israël woonden, en plaatste gevangen genomen bewoners uit Gezer in Thebe. 11 Daarnaast is in deze periode een huwelijk van Thutmoses dochter met een buitenlandse koning onwaarschijnlijk. Volgens een van de Amarnabrieven, waarschijnlijk uit de correspondentie tussen Amenhotep III (1142-1105) en Kadashman-Enlil van Karduniash (Babylon), schreef de koning van Egypte: “From time immemorial no daughter of the king of Egy[pt] is given to anyone.” 12 Of dat inderdaad voor de volledige geschiedenis geldt is onduidelijk, maar het zal in ieder geval over de periode direct hiervoor gaan. Deze zin werd hoogstens een eeuw na Thutmoses veroveringen geschreven en dus is het huwelijk van zijn dochter met een buitenlandse koning onwaarschijnlijk.

Ook het gevolg van Habermehls keuze voor Thutmose III als schoonvader, dat Amenhotep II (1178-1152) Sisak is, is tegen te spreken.

Horemheb

Horemheb (1068-1054) is volgens Wikipedia de keuze van David Rohl. Op Wikipedia worden geen details gegeven, maar het is een logisch chronologisch gevolg van Rohls identificatie van Ramses II met Sisak.

Dat Ramses II Sisak was is tegen te spreken. Dat op zich maakt de keuze voor Horemheb als Salomo’s schoonvader al onmogelijk, maar daarnaast is er genoeg bewaard gebleven van Horemhebs oorlogen om te kunnen zeggen dat hij niet in Israël vocht. Een van zijn Aziatische oorlogen kan worden gedateerd in de periode dat hij nog een generaal van Thutankhamun (1082-1073) was, en bij een scène waarin gestreden wordt om een stad staat “Fortress which his Majesty captured in the land of Kad[esh]”, ofwel in Syrië. 13 Er zijn twee lijsten met door Horemheb veroverde plaatsen bewaard gebleven, maar deze liggen allemaal in Syrië, van Naharin (Mitanni) aan de Eufraat tot Kadesh aan de grens met Libanon. 14 Er is dus niks te vinden over een oorlog tegen Gezer.

Merenptah

Merenptah (977-968) wordt door Peter James aangewezen als schoonvader, omdat volgens de Israël Stela in zijn tijd Gezer verwoest werd. Op een stela in de tempel van Amada in Cusj noemt hij zich bovendien “plunderaar van Gezer”. 8

Daarentegen lijkt het erop dat Merenptah net als tijdens zijn oorlog tegen de Libiërs thuis was gebleven, en zijn zoon, de latere koning Seti II, er met het leger op uit had gestuurd. 15 Voor de details en de Bijbelse kant van het oorlogsverslag, zie mijn post over de Israël Stela. Ik denk daarom dat ook Merenptah niet de gezochte schoonvader is. Ondanks dat kan hij nog wel de plunderaar van Gezer zijn geweest, als hij speciaal nadat Gezer ingenomen was ernaartoe reisde.

Seti II, op een standbeeld 16

Seti II

In mijn chronologie kan alleen Seti II (968-962) de gezochte schoonvader zijn. Hij voerde in naam van zijn vader Merenptah in 974 de oorlog in Israël die wordt genoemd op de Israël Stela. Hierop wordt ook vermeld: “Seized upon is Gezer”.

De datering past net. Salomo’s jaar 4, het laatste waarin de bruiloft kan hebben plaatsgevonden, begon op 30 september 968, en Seti werd koning op 4 oktober van dat jaar. Seti’s regering is niet verplaatsbaar; het is gebaseerd op een datum van nieuwe maan uit zijn regering en twee datums van nieuwe maan uit de tijd van Ramses II. Het resultaat geeft ruim een half jaar voor de bruiloft.

Ook archeologisch is deze verwoesting van Gezer te vinden. Stratum (bewoningslaag) XV werd gedeeltelijk of helemaal verwoest aan het eind van de Bronstijd, de tijd van Merenptah. In het volgende stratum, XIV, dat nog gedeeltelijk een voorzetting was van XV, is een cartouche van Seti II gevonden, nu duidelijk als koning. 17 Dat past bij zowel de Bijbelse vermelding dat Gezer herbouwd moest worden als het “Seized upon is Gezer” van de Israël Stela, dat niet automatisch betekent dat Gezer compleet werd verwoest. Ook past het bij de Bijbel; Seti bezat de stad voordat hij haar aan zijn dochter gaf. Hij gaf de stad namelijk toen zijn dochter al de vrouw van Salomo was (1 Kon 9:16).

Siamun

In de standaardchronologie regeerde Siamun (839-820) toen Salomo gekroond werd, en moet hij wel de gezochte schoonvader zijn. Dat klinkt op zich logisch. Siamun regeerde kort voor Shoshenq I, die meestal geïdentificeerd wordt met de Bijbelse farao Sisak die Jeruzalem plunderde in 926/5. 8 Er bestaat bovendien een triomfscène van Siamun Meryam[un] in een tempel in Tanis, waarop hij klaarstaat om een groep gevangenen(?) te slaan. Hij is de enige koning in XXI waarvoor bewijs bestaat dat hij in de Levant was. Het wapen van de gevangenen(?) lijkt niet op de bekende wapens uit Israël, maar wel op de wapens van het Egeïsche gebied. Het kan dus een strijd tegen de Filistijnen zijn waarbij hij Gezer veroverde. 18

In de standaardchronologie is Siamun een goede optie. Het chronologische argument gaat hier alleen niet op, en dan blijft er weinig over. Het is inderdaad mogelijk dat Siamun Gezer veroverde in de uitgebeelde oorlog, maar daar is helaas geen duidelijk bewijs voor. Omdat de vele farao’s die in mijn chronologie wèl gedateerd kunnen worden aan de hand van de Bijbel, Siamun duidelijk na Salomo plaatsen, is ook een verovering van Gezer uitgesloten. Het gebied van Gezer bleef na Salomo’s dood een onderdeel van Juda. Dat stopte waarschijnlijk pas toen de Filistijnen het westen van Juda veroverden en daar gingen wonen, omdat God Juda vernederde vanwege Achaz (734-715) (2 Kro 28:18).

Shoshenq I

Shoshenq I (819/8-797) is de keuze van een zekere E. Lipinski. 19

De details heb ik eerlijk gezegd niet opgezocht, want dit is makkelijk te weerleggen. Zoals uitgelegd hierboven bij Siamun bleef Gezer na de gift aan Salomo’s vrouw waarschijnlijk tot de 8e eeuw in Judeese handen; het is dan zowel in de standaardchronologie als mijn op de Bijbel gebaseerde chronologie onmogelijk dat Shoshenq het in de 10e of 9e eeuw veroverde. Shoshenq I’s oorlog in Juda en Israël past bovendien uitstekend in 798/7.

Conclusie

Na het afwijzen van alle kandidaten die ik kon vinden blijft er een farao over die door geen van allen wordt genoemd: Seti II. Het belangrijkste is dat dit ook chronologisch gezien past bij alles wat de Bijbel verder zegt over het Egypte van het Nieuwe Rijk.

Omdat het naar mijn mening dus Seti II was, is het helaas niet mogelijk om achter de naam van Salomo’s vrouw te komen. Van Seti II zijn namelijk geen dochters bekend, alleen twee zonen, Seti Merenptah 20 en waarschijnlijk Amenmesse.

Het waarom

De laatste vraag die overblijft is wat een farao bezielde om, tegen het Egyptische gebruik in, niet alleen een dochter met een buitenlandse koning te laten trouwen, maar ook om een deel van zijn grondgebied weg te geven. De meeste farao’s streden juist hard om alle gebieden binnen de Egyptische grenzen te houden.

Maar was het wel Seti die zijn dochter aan Salomo ten huwelijk gaf? Een farao die zijn eigen dochter ten huwelijk gaf aan een buitenlander is in alle tijden een ongehoorde situatie. De enige voorbeelden van Egyptische prinsessen die met een buitenlander trouwden zijn Nitetis, de dochter van Apries, en Ano, de vrouw van Jerobeam I. Zij werden beide weggegeven door een farao die zijn eigen dochters binnen de grenzen hield; zie hier. In dat geval is het interessant dat de naam Merenptah in het oorlogsverslag in Karnak eerst veranderd werd in Amenmesse, en daarna pas in Seti II. 21 Ook Amenmesse claimde dus die oorlog te hebben gevoerd en gezien het jaartal wil dat iets zeggen.

De datering van de bruiloft, tussen 968 en de lente van 967, is namelijk ook interessant. Aan het begin van 967, om precies te zijn tussen 14 januari en 5 maart, kwam Amenmesse in het zuiden van Egypte in opstand tegen Seti. Hij werd een paar jaar later verslagen; Seti hield toen een grote “schoonmaak” in Deir el-Medina. 22 Seti probeerde elke herinnering aan hem te verwijderen, door zijn monumenten te verwoesten en zijn inscripties te usurperen. 23 Het is dus mogelijk dat Amenmesse toen hij in opstand kwam via het huwelijk een bondgenoot zocht in Salomo. Salomo had op dit moment nog niet zijn wijsheid van God gekregen, maar was al wel een stabiele factor in de regio (1 Kon 2:46); Amenmesse was waarschijnlijk de zoon van Seti en een huwelijk van Salomo met zijn zus zou zorgen dat Salomo de gebeurtenissen in Egypte niet kwam verstoren. Amenmesse kon de prinses tegen het Egyptische gebruik in rustig weggeven, want haar vader was in zijn ogen niet de rechtmatige koning. Dat Salomo voor zover bekend Amenmesse niet hielp kan weer de reden zijn dat Vaphres (Seti) volgens latere bronnen duizenden arbeiders zond voor de tempelbouw.

Tijdens de bruiloft van Salomo met Seti’s dochter wordt niks gezegd over Gezer (1 Kon 3:1). Gezer gaf hij dan ook pas weg toen zijn dochter al met Salomo getrouwd was (1 Kon 9:16). Zolang zij Gezer kreeg voordat Amenmesse verslagen was, had Amenmesse nog de gelegenheid om op de muren van Karnak de verovering van Gezer te claimen en zo voor de goden van Egypte duidelijk maken dat wat Seti deed onrechtmatig was.

laatste wijziging: 26 oktober 2022
24-25 juli 2023: het waarom gewijzigd

  1. By Nina M. Davies, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65139456[]
  2. David Down en Dr. John Ashton, Unwrapping the Pharaohs, Chapter 29, The Pharaohs of the Bible (2010) []
  3. Ancient Records, deel II, § 81, 85[]
  4. Ancient Records, deel II, § 73[]
  5. By Karl Richard Lepsius – Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3088727[]
  6. Royal Families, p. 140[]
  7. David Down en Dr. John Ashton, Unwrapping the Pharaohs, Chapter 28, A Correct Chronology (2010) []
  8. Anne Habermehl, Chronology and the Gezer connection – Solomon, Thutmose III, Shishak and Hatshepsut, in Journal of Creation 32(2) 2018, p. 84[][][]
  9. Simons (1937), p. 118, nummer 104[]
  10. Simons (1937), p. 217[]
  11. Ancient Records, deel II, § 821-822[]
  12. Brief EA 4, in Amarna, p. 8-9[]
  13. John Coleman Darnell en Colleen Manassa, Tutankhamun’s Armies: Battle and conquest during ancient Egypt’s late 18th Dynasty (2007), p. 182[]
  14. Simons (1937), p. 134-136[]
  15. Garth Gilmour en Kenneth A. Kitchen, Pharaoh Sety II and Egyptian Political Relations with Canaan at the End of the Late Bronze Age, in Israel Exploration Journal, Volume 62 (2012), Number 1, p. 9[]
  16. CC BY 2.5[]
  17. Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 2[]
  18. K. A. Kitchen, On the Reliability of the Old Testament (2003), p. 109-110[]
  19. Anne Habermehl, Chronology and the Gezer connection – Solomon, Thutmose III, Shishak and Hatshepsut, in Journal of Creation 32(2) 2018, p. 89[]
  20. Royal Families, p. 178[]
  21. Frank J. Yurco, Merenptah’s Canaanite Campaign, in Journal of the American Reserach Center in Egypt, Vol. 23 (1986), p. 196-199, 201, 203-204[]
  22. AEC, p. 213[]
  23. Gilmour en Kitchen, op. cit., p. 6[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *