Categorieën
6. Nieuwe Rijk

Dynastie XVIII

Egypte onder dynastie XVIII 1

Inleiding

Dynastie XVIII is misschien wel de best bekende van heel Egypte. Het is de tijd van Hatshepsut en Thutmose III, Akhenaten en Nefertiti en hun schoonzoon Tutankhamun, maar ook een van grote overeenkomsten met de Bijbel. Zolang de koningen gedateerd worden zoals ik hieronder doe past hun tijd namelijk uitstekend naast de tijd van de richteren (1369-1052). Verschillende overeenkomsten zijn tot op het jaar precies.

XVIII volgens de Griekse schrijvers

  • Josephus: 393 jaar
  • Africanus: 16 koningen van Diospolis (Thebe), 263 jaar
  • Eusebius: 14 koningen van Diospolis (Thebe), 348 jaar
  • The Old Chronicle in Syncellus: 14 generaties koningen van Memphis, 348 jaar
  • Excerpta Latina Barbari: een dynastie koningen van Hermupolis, 260 jaar

Manetho telt voor XVIII een aantal koningen mee uit XIX, die hij vreemd genoeg herhaalt bij XIX.

Er valt vanalles te goochelen om deze periodes te laten passen, maar dat wordt zo speculatief dat ik daar niet eens aan wil beginnen. Ze helpen sowieso niet als deze periodes zijn berekend door alle verschillende regeringsjaren bij elkaar op te tellen, want die zijn regelmatig verlengd met een enkele keer zelfs vier of vijf decennia.

Wel is het mogelijk om in te zoomen op de verschillende koningen. Manetho’s versie van de dynastie is bewaard gebleven dankzij drie bekende schrijvers, Josephus, Africanus en Eusebius. Josephus’ lijst werd weer gekopieerd door Theophilus, en alhoewel Eusebius’ Griekse origineel niet meer bestaat is zijn versie hij bekend uit Syncellus, een Armeense vertaling en een Latijnse van Jerome. In plaats van Theophilus, de Armeense Eusebius en Jerome apart in het rijtje vermeldingen van die koning te noemen, geef ik alleen de verschillen aan met Josephus en Eusebius. Dat zijn er niet veel.

Alle koningsnamen van Manetho zijn te herleiden tot de historische personen, maar het betekent dat ze vreemd genoeg in een willekeurige volgorde staan. Dit zal al gedaan zijn door Manetho, want elke kopie heeft deze volgorde. Dit is gelukkig de enige dynastie waarbij dat zo is. Maar als je ze op de goede volgorde zet en hun gegevens vergelijkt met die van de monumenten en papyri, zijn de opgaves vaak een of soms meerdere decennia te lang. Niet alle kopiïsten hebben dezelfde extra decennia, dus moet er ergens na Manetho’s tijd mee gerommeld zijn.

De nummering van het Book of Sothis is die uit het “boek”. Dit is een lijst koningen van Egypte, waarbij vele koningen ontbreken en de verschillende dynastieën vaak niet in de juiste volgorde staan. Meer nog dan Manetho of diens kopiïsten heeft de schrijver de regeringslengtes aangepast.

Manetho’s volgorde

Manetho’s volgorde van de koningen is bijzonder, om het zo te zeggen. Ze staan regelmatig niet op de volgorde die gereconstrueerd kan worden van de monumenten en zelfs de volgorde tussen de vier kopiïsten (Josephus, Africanus, Eusebius en de schrijver van het Book of Sothis) is soms anders.

Mijn identificatie van de Griekse namen met die van de monumenten is anders dan gebruikelijk. In de gebruikelijke versie is geen orde te ontdekken en verschillende koningen in Manetho’s lijst blijven onduidelijk. Toch is elke op het eerste gezicht vreemde naam te verklaren als inkorting van een prenomen, een nomen of allebei. Op Amenhotep III na, die niet 37 maar 30 jaar kreeg, past elke regeringslengte in mijn chronologie. Ook brengen deze identificaties orde in Manetho’s volgorde en wordt het mogelijk om een reden te zoeken voor deze bijzondere volgorde. Tussen ( en ) staan de Griekse namen in Josephus’ spelling en nummering:

  • Ahmose I (1. Tethmosis)
  • Amenhotep I (3. Amenophis) en Thutmose I (2. Chebron) zijn omgedraaid.
  • Thutmose II (5. Mephres) en Hatshepsut (4. koningin Amessis) zijn omgedraaid, en Eusebius slaat Hatshepsut over. Het Book of Sothis plaatst na Hatshepsut eerst Thutmose III, dan Thutmose II.
  • Thutmose III (6. Mephramuthosis). Zijn regeringslengte klopt niet en zal die van zijn zoon Amenhotep II zijn, die door alle kopiïsten wordt overgeslagen, misschien met uitzondering van Africanus. Hij noemt Thutmose III namelijk “Amosis, ook genaamd Misphragmuthosis”.
  • Thutmose IV (7. Thmosis)
  • Amenhotep III (8. Amenophis)
  • Akhenaten (9. Orus)
  • Neferneferuaten (10. koningin Acencheres)
  • Smenkhkare (12. Acencheres) en Saakare (13. Acencheres II) zijn samen omgedraaid met Tutankhamun (11. Rathotis). Het Book of Sothis noemt één Acherres, maar met twee mogelijke regeringslengtes. Neferneferuaten wordt hier opgevolgd door Tutankhamun (Athoris), Ay (Chencheres) en dan pas door Acherres.
  • Ay wordt alleen genoemd door Eusebius in Jeromes kopie (Chenchres) en het Book of Sothis (Cencheres). Eusebius in Syncellus en het Armeens heeft een stuk overgeslagen. Hij springt van Neferneferuaten (Achencherses) naar de regeringslengte van Chenchres (16 jaar), maar Jerome voegt daartussen Achencherses’ regeringslengte, Athoris (Tutankhamun) met 9 jaar en de naam Chenchres. Chenchres kan niet dezelfde zijn als Acencherers II, want die wordt ook door Eusebius vermeldt.
  • Horemheb (14. Harmais)

De omkeringen van Amenhotep I, Thutmose I, Thutmose II en Hatshepsut zijn te verklaren als Manetho hen niet zoals tegenwoordig netjes onder elkaar plaatste, maar in een ander patroon en mogelijk niet altijd even netjes op de regel. Op die manier zijn ook de verschillen tussen zijn kopiïsten over dynastie XV te verklaren. De Egyptenaren schreven de ene keer van links naar rechts en de andere keer van rechts naar links. Manetho kon deze koningen daarom van rechts naar links hebben gepresenteerd, gevolgd door een mogelijk verhalend stuk over de veroveraar Thutmose III, die in alle kopiïsten goed staat. In de nummering van Josephus:

Als Manetho niet recht op de regel schreef kon de schrijver van het Book of Sothis van Hatshepsut naar Thutmose III springen, en denken dat Thutmose II op dezelfde regel stond als zijn naamgenoot. Tegelijk konden Josephus en Africanus denken dat Hatshepsut opgevolgd werd door Thutmose II, en hij door Thutmose III. Eusebius kan Hatshepsut ovet het hoofd hebben gezien, omdat ze de regel van Thutmose II deelt met Thutmose III. Dat Amenhotep II gemist wordt is mogelijk als zijn gegevens in het verhalende deel over Thutmose III stond, dat overgeslagen werd door de kopiïsten omdat ze het niet interessant vonden en alleen de regeringslengte aan het eind ervan overnamen.

Eenzelfde constructie geldt voor koningen tussen Neferneferuaten en Horemheb. Dat zij en Neferneferuatens drie voorgangers de goede plek hebben kan betekenen dat ze meer waren dan alleen een naam en een regeringslengtes, en de verwarring ligt dan in het deel ertussen. In de nummering van Josephus:

Ay wordt overgeslagen door zowel Josephus als Africanus. Dat is opvallend, want zij zijn de meest nauwkeurige kopiïsten. Het is daarom mogelijk dat hij niet in de lijst stond, maar in een verhalend deel, mogelijk in een terugblik op de slechtheid van zijn voorgangers. Ay stond dan niet aan het begin van de regel en kon over het hoofd worden gezien. Maar zijn regel begon wel direct onder die van Tutankhamun, want het Book of Sothis heeft Ay tussen hem en Smenkhkare.

Regeringslengtes

Josephus’ versie van de dynastie is het meest interessant, want hij noemt zowel het aantal jaren als maanden dat iemand regeerde. Het aantal dagen ontbreekt, dus het is mogelijk dat het aantal maanden afrondingen waren.

Voor Horemheb, Ramses I en Ramses II passen die opgaves alleen bij de bronnen uit (ongeveer) hun tijd als er nog een aantal dagen, maar telkens minder dan een maand, bij opgetegeld moet worden. De periode tussen Amenhotep II’s troonsbestijging en die van Akhenaten past weer alleen als het aantal dagen naar boven is afgerond op een volledige maand. Hetzelfde geldt voor de periode tussen Amenhotep I’s troonsbestijging en die van Thutmose III.

Josephus noemt meestal het aantal jaren en maanden dat iemand regeerde, maar niet het aantal dagen. Bij de koningen waarvan hij alleen een jaartal noemt blijkt dat hij afrondt naar boven; zie Thutmose I en Tutankhamun. Ik ga er daarom vanuit dat het aantal maanden ook naar boven is afgerond en tel op een inclusieve manier.

Ahmose I

Nebpehtire Ahmose I
8 april/7 mei 1290-5 juli/3 augustus 1265

In Manetho:

  • Josephus: 1. Tethmosis, verdreef de stam van de Herders van Egypte naar Jeruzalem, 25 jaar 4 maand
  • Africanus: 1. Amos, in wiens regering Mozes uit Egypte vertrok
  • Eusebius: 1. Amosis, 25 jaar
  • Book of Sothis: 33. Amosis, ook Tethmosis genoemd, 26 jaar

Deze Herders zijn de Hyksos-koningen van dynastie XV, die meer dan 100 jaar het grootste deel van Egypte in hun macht hadden. Josephus noemt Ahmose Tethmosis, vast in verwarring met de latere koningen van die naam, en identificeert de Hyksos met de Israëlieten. Dat is onmogelijk: de Hyksos heersten over Egypte en de Israëlieten waren slaven.

Ahmoses hoogst gevonden jaar is 22 (1269/8), en wordt vermeld in de steengroeven van Tura 2. Zijn opvolger werd koning in I akhet, 5 juli/3 augustus 1265, dus Ahmose I zal begonnen zijn in II shemu, 8 april/7 mei 1290.

Relatie met Israël

Ahmose versloeg tussen 1275-1271, mogelijk in 1273, de laatste Hyksoskoning, Khamudi. Daarna voerde hij oorlog in het gebied van de Kanaänieten, en waarschijnlijk ook in Syrië; zie Exodus: de nasleep voor de details.

Israël lijkt hij volledig te hebben genegeerd. Tot aan de tijd van Hatshepsut (1228-1207) trokken de legers van Egypte alleen naar Djahy en Fenkhu, de landen van de Kanaänieten en Feniciërs (Richt 1:27-36), en door Syrië. Het lijken meer plundertochten dan veroveringen. In deze periode is in de volledige Levant maar weinig bewijs voor Egyptische garnizoenen of ambtenaren, buiten zuidwestelijk Israël om, en dan gaat het om Sharuhen, dat door Ahmose I was veroverd op Khamudi, en mogelijk Gaza, allebei in de tijd van Thutmose III (1229-1175). 3

Israël genoot op dit moment van de rust onder Ehud (1303-1223).

In Byblos is een kruik gevonden uit de vroege dynastie XVIII. Een vergelijkbaar type is gevonden in Ajjul, in de huidige Judea en Samaria, waar Israël toen woonde. 4 Deze kruik kan er gekomen door handel. In Libanon woonden Kanaänieten (Richt 3:3); de Israëlieten woonden te midden van de Kanaänieten, vermengden zich met hen en dienden hun goden (vers 5-6). Egypte uit de vroege XVIII importeerde, volgens het Egyptische aardewerk dat in Sidon en Byblos is gevonden, veel uit Libanon. 5

Hij was niet, zoals soms gezegd wordt, getrouwd met de Bijbelse koningin Tachpenes.

Amenhotep I

Djeserkare Amenhotep I
5 juli/3 augustus 1265-15 januari 1244

In Manetho:

  • Josephus: 3. Amenophis, 20 jaar 7 maand
  • Africanus: 3. Amenophthis, 24 (21) jaar
  • Eusebius: 3. Ammenophis (Jerome: Amenophis), 21 jaar
  • Book of Sothis: 35. Amemphis, 15 jaar

Amenhotep I had een co-regentschap met zijn vader. Zijn moeder, Ahmose-Nefertari, werd namelijk in een jaar 22 dat alleen van Ahmose I kan zijn (1269/8), vermeld als “moeder van de koning”. Voor de chronologie is dat niet belangrijk, want hij telde zijn jaren vanaf zijn vaders dood. 6 In dat geval is het wel opvallend dat Africanus hem 24 jaar geeft en het Book of Sothis 15, een decennium en een afronding minder, in plaats van 21. Mogelijk duurde de co-heerschappij 4 jaar. Het begon dan in zijn vaders jaar 22.

Amenhotep I zal een dag voor de kroning van zijn opvolger zijn gestorven 7, op III peret 20, 15 januari 1244. Van hem is gevonden IV akhet 19 in jaar 20, 17 oktober 1246, en astronoom Amenemhat diende 21 jaar onder hem, wat aansluit bij Manetho 6. Zijn 20 jaar en 7 maand begonnen daarom in I akhet, 5 juli/3 augustus 1276.

Op I shemu 1 in jaar 10, 28 februari 1256, was zijn oma van vaderskant, Ahhotep, nog in leven 8, wat iets zegt over de leeftijden van de mannen in de familie.

Papyrus Ebers

Van hem is het jaar 9 uit de bekende, of onder chronologen misschien wel beruchte, Papyrus Ebers. III shemu 9 in dat jaar, de bovenste datum op de achterkant, was bijna zeker die van een nieuwe maan 9. Deze datum is 7 mei 1256, de dag van nieuwe maan.

Een bespreking van de opkomsten van de ster Sothis die worden vermeld op de Papyrus Ebers, is een van de vele dingen die nog komen op dit blog. 29 oktober 2022: Voor zowel de Ebers Papyrus als de sothisdatums, zie hier.

Relatie met Israël

Amenhotep I zal plannen hebben gehad om zijn grenzen uit te breiden, want zijn Horus-naam was Kauaftau, Stier die de landen verovert, en zijn Nebty-naam Aaneru, Hij die grote angst inboezemt. Mitanni wordt een vijand van Egypte genoemd. 10 Delen van een deurpost uit Karnak die uit Amenhoteps tijd kunnen komen, noemen vijf Aziatische plaatsen, Kedem, Tunip, Djaiuny, Opper-Retjenu en Gods Land. Voor zover bekend ligt dit allemaal in Syrië of daarbuiten, maar niet in Israël. 11 Hij veroverde Cusj 12, maar zijn opvolger deed hetzelfde 13, dus Amenhotep zal slechts een deel onder zijn macht hebben gekregen.

Israël had in deze periode rust onder Ehud (1303-1223).

Thutmose I

Aakheperkare Thutmose I Khamyre
16 januari 1244-27 juni/26 juli 1232

In Manetho:

  • Josephus: 2. zijn zoon Chebron, 13 jaar
  • Africanus: 2. Chebros, 13 jaar
  • Eusebius: 2. Chebron, 13 jaar
  • Book of Sothis: 34. Chebron, 13 jaar

De naam Chebron zal zijn afgeleid van zijn prenomen, Ch-b-r- tegenover -kh-p-r-.

Hij werd gekroond op III peret 21 14, 16 januari 1244.

Zijn hoogst gevonden jaar is 8/9 in Karnak. Er is nog een jaar 11, dat zowel aan hem als zijn zoon wordt toegeschreven 15, maar zijn zoon zat in mijn chronologie nog geen 3 jaar op de troon en valt daarmee af.

Hij stierf in I akhet, 27 juni/26 juli 132, waarvoor zie Thutmose II. De 13 jaar van Manetho zullen een naar boven afgerond totaal zijn; als je naar de nieuwemaansdatums van Amenhotep I en Hatshepsut kijkt dat kan ook niet anders. Opvallend is dat Josephus hem ook de afronding geeft, terwijl Josephus bijna overal het aantal maanden noemt.

Relatie met Israël

Zijn noordelijke grens was het “omgekeerde water”. Dat is de Eufraat, die de andere kant op stroomt dan de Nijl. 16 In zijn Hymn of Victory claimt hij dat de Zuidelingen, die de Nijl afvaren, en de Noordelingen, die de Nijl opvaren, onder zijn heerschappij stonden. 13

In deze periode had Israël rust onder Ehud (1303-1223).

Thutmose I was niet de schoonvader van Salomo.

Thutmose II

Aakheperenre Thutmose II Neferkhau (Thutmose Nedjtyre)
3 augustus 1232-24 februari 1229

In Manetho:

  • Josephus: 5. haar zoon Mephres, 12 jaar 9 maand
  • Africanus: 5. Misaphris, 13 jaar
  • Eusebius: 4. Miphres (Jerome: Mephres), 12 jaar
  • Book of Sothis: 38. Misphres, 23 jaar

Mephres is denkelijk een samenraapsel van (Thut)m(ose N)efer(khau), met een Griekse eind-s; Africanus’ Misaphres neemt de extra -os- van Thutmose mee. Dat de naam eindigt op -phres maakt hem niet identificeerbaar met andere koningen uit het begin van de dynastie.

Hij werd gekroond op II akhet 8 17, 3 augustus 1232. Zijn zoon werd koning op I shemu 4, 25 februari 1229. Maar zelfs als Thutmose II in I shemu stierf en je inclusief rekent, verstreken vanaf zijn kroning in II akhet tot en met I shemu 8 maanden, in plaats van Manetho’s 9. De enige verklaring die ik kan bedenken is dat zijn vader kennelijk al in I akhet was gestorven. Waarom er gewacht werd met zijn kroning is me onbekend.

Thutmose II zal een dag voor de kroning van zijn opvolger zijn gestorven 7, dus op I shemu 3, 24 februari 1229.

3 of 13 jaar?

Als Manetho hem net als verschillende andere koningen een decennium extra gaf verklaart dat een hoop. Van hem zijn 65 zegelingen zijn gevonden, tegenover 241 van zijn vader en 463 van Hatshepsut 18. Van hem zijn 105 scarabeeën gevonden, tegenover zijn vaders 292, en met 13 jaar zitten er gaten in de carrières van zijn dienaren 15. Volgens Ineni was Thutmose “de havik in het nest” 19. Dat betekent niet dat hij, zoals wel gedacht wordt, als kind gekroond werd en daarom de volle 12 jaar en 9 maand nodig had om minstens twee 20 en waarschijnlijk drie 21 kinderen te krijgen. Seti I, die na 9 jaar op een goede leeftijd stierf, werd koning toen hij “in het nest” was, en ook Amenhotep II werd als 18-jarige “in het nest” gekroond. 22

Thomas Schneider heeft nog een aantal argumenten waarom Thutmose toch 13 jaar moet hebben geregeerd. 23 Het eerste, dat Manetho Thutmose 13 jaar geeft en het onwaarschijnlijk is dat al zijn kopiïsten het tiental hebben toegevoegd, weerlegt hijzelf. Voor Horemheb, die 14 jaar regeerde maar van al Manetho’s kopiïsten 4 jaar en 1 maand (of, afgerond naar boven, 5 jaar) meekreeg, voegt hij rustig een tiental toe. 24 Een aantal andere argumenten kan genegeerd worden omdat “de havik in het nest”, zoals boven beschreven, niet per se betekent dat hij een kind was.

Thutmose II nam waarschijnlijk niet deel aan de oorlog in jaar 1, wat juist wel gebruikelijk was: “his majesty dispatched a large army to Nubia”. Het was niet hij, maar zijn autoriteit die de expeditie leidde. Dat kan door Schneider komen doordat Thutmose een kind was, of in slechte gezondheid. Een slechte gezondheid is juist mogelijk als hij slechts 3 jaar regeerde. In ieder geval kennen we de reden niet waarom hij zijn leger niet aanvoerde, en met veronderstellingen is geen goede chronologie te bouwen.

Thutmoses weduwe, Hatshepsut, vierde een Heb Sed-festival in haar 16e jaar. Dat werd normaal gesproken alleen gevierd als een koning 30 jaar op de troon zat; dit was haar 30e als Thutmose 13 jaar regeerde. Maar dit zegt niks. Amenhotep I vierde een Heb Sed in jaar 21 25, Thutmose I ergens in zijn 13 jaar 26 en Akhenaten één in jaar 2 27. De co-heerschappij van Amenhotep I met zijn vader 6 kan 9 jaar hebben geduurd, maar voor Thutmose en Akhenaten is er niks wat verbonden kan worden met een jaar 30. Deze Heb Seds zullen een andere reden hebben gehad.

Schneiders laatste argument is dat Thutmose II weinig gebouwd lijkt te hebben. Hij noemt een flink aantal projecten die “proposed” en “suggested” oorspronkelijk van Thutmose waren. Thutmose wou twee obelisken oprichten in Karnak, wat uiteindelijk door Hatshepsut werd gedaan. Het enige wat met zekerheid van Thutmoses bouwprojecten bekend is, zijn een kapel en een ander heiligdom in Karnak, het decoreren van de tempel van Khnum in Semna en projecten in Elephantine. Zijn standbeeld daar kan gemaakt zijn door Hatshepsut. “Other buildings in his name seem to have been built by his successors.” Als dit allemaal van Thutmose was, moet hij wel 13 jaar geregeerd hebben – maar het is niet zeker. Dat Hatshepsut meerdere projecten afmaakte en zijn opvolgers in zijn naam bouwden, zegt naar mijn mening juist dat hij hoogstens aan deze projecten begon en stierf voor hij ze kon afmaken.

Thutmose zal daarom 2 jaar en 9 maand, niet 12 en 9, hebben geregeerd.

Relatie met Israël

Thutmose bezat een groot deel van het Midden-Oosten; de “moerassen van Azië”, ofwel de Eufraat, waren zijn noordelijke grenzen. De Aziaten brachten hem tribuut en hij werd erkend in de landen van de Fe[n]khu (Feniciërs). 17 In een campagne die hij of zijn vader uitvoerde in Opper-Retjenu (Syrië-Libanon) wordt het land Niy genoemd, en zal veroverd zijn. 28

Hij vocht ook tegen de Shasu, mogelijk in zuidelijk Syrië of noordelijk Israël. 11 Israël genoot in deze periode nog steeds van de rust onder Ehud (1303-1223). De Shasu kunnen daarom geen Israëlieten zijn.

Hatshepsut

Maatkare Khnumtamun Hatshepsut
21 december 1228-19 oktober/17 november 1208

In Manetho:

  • Josephus: 4. zijn zus Amessis, 21 jaar 9 maand
  • Africanus: 4. koning (koningin) Amensis (Amersis), 22 jaar
  • Eusebius: –
  • Book of Sothis: 36. Amensis, 11 jaar

Amensis is denkelijk een inkorting van haar volledige nomen, (Khnumt)amun (Hatshep)sut.

Hatshepsut was de regentes van Thutmose III, die later co-heerser werd. Ze telden dezelfde regeringsjaren; in de inscripties over haar co-heerschappij staat een enkele keer “jaar x van Hatshepsut en Thutmose III”. 29 Haar troonsbestijging was op II peret 29 in jaar 2, 21 december 1228. Dit was de tweede dag van het feest van Amun, dat in ieder geval meestal begon met nieuwe maan. 30 21 december 1228 was de tweede dag vanaf nieuwe maan. Volgens een inscriptie uit Deir el-Bahari werd ze gekroond op het nieuwjaarsfeest, I akhet 1. 31 Toeval of niet, de eerste I akhet 1 na haar troonsbestijging, 26 juni 1228, was precies de dag van nieuwe maan.

De eerste vermelding van Thutmose III als alleenheerser is van II peret 20 in jaar 22, 32 7 december 1208. Manetho’s 21 jaar en 9 maand zullen daarom zijn gerekend vanaf haar regentschap, dat begon met zijn kroning op I shemu 4. Dit plaatst haar overlijden in I peret, 19 oktober/17 november 1208.

Relatie met Israël

Ze vocht in Azië, waarschijnlijk tegen Samgar (1223). Ze was niet de koningin van Sjeba, zoals veel revisionisten denken.

Ze heerste over de landen Reshu en Yu. Reshu is te identificeren met de landen van Moab en de Ammonieten; voor de betekenis daarvoor voor Israël in deze tijd, zie hier.

Thutmose III

Menkheperre Thutmose III Neferkheperu
25 februari 1229-8 januari 1175

In Manetho:

  • Josephus: 6. zijn zoon Mephramuthosis, 25 jaar 10 maand (Theophilus: 20 jaar 10 maand)
  • Africanus: 6. Misphragmuthosis, 26 jaar, tijdens de vloed van Deucalion
  • Eusebius: 5. Misphragmuthosis (Jerome: Mispharmuthosis), 26 jaar
  • Book of Sothis: 37. Misphragmuthosis, 16 jaar

Misphragmuthosis zal een samenvoeging zijn van zijn prenomen en nomen, Me(nkhe)p(e)r(re Th)uthmosis, met de toevoeging en wisseling van een paar letters.

Manetho’s 26 jaar kloppen niet. Het was niet de periode van Thutmoses alleenheerschappij, want dan was Amenhotep II 7 jaar co-regent in plaats van 2. Zoals in de inleiding staat is het mogelijk dat Manetho’s kopiïsten Thutmoses regeringslengte en de naam van zijn zoon hebben gemist, want 25 jaar en 10 maand passen uitstekend bij Amenhotep II; zie onder.

Thutmose III werd koning op I shemu 4, 25 februari 1229, en stierf op III peret 30 in jaar 54, 8 januari 1175. 15 Hij was een van de belangrijkste koningen voor de oude Egyptenaren en werd nog lang herinnerd. Zelfs in de eerste eeuw v.Chr. wordt er nog een profeet (of profeten) van pr-‘3 Mnḫ-p3-r‘ Dḥwty-ms (farao Menkhpare Djehutymes) vermeld. 33

Astronomie

De Slag van Megiddo is gedateerd op I shemu 21 in jaar 23, de dag van het psdntyw-feest 34. Pesedjentyw was het nieuwemaansfeest en de datum vertaalt naar 8 maart 1207, precies nieuwe maan.

Op II peret 30 in jaar 24 werden voorbereidingen getroffen voor het stichtingsritueel van Akhmenu, een heiligdom in Karnak, terwijl werd gewacht op pesedjentyw voor de uitvoering van het ritueel; dat moet dezelfde dag zijn geweest. 35 Dit was 18 december 1206, opnieuw de dag van nieuwe maan.

In een onbekend jaar van Thutmose III wordt de opkomst van Sothis vermeld op III shemu 28. Voor deze datum, zie hier.

Relatie met Israël

Hij was geen tijdgenoot van David, niet Salomo’s schoonvader en niet Sisak. Wel was hij een tijdgenoot van Debora; zijn eerste veldslag wordt door haar genoemd.

Relatie met Assyrië

Uit Thutmoses tijd komt de eerste aan mij bekende Egyptische vermelding van Assyrië. Hij ontving in jaar 24 (1206/5) twee keer een groot tribuut van “the chief of Assur”. Voor de identificatie van deze chief met Assur-nadin-ahhe I (na 1225-1203), zie hier.

Amenhotep II

Aakheperure Amenhotep II Heqaiunu
12 september 1178-7 juni/6 juli 1152

In Manetho

Amenhotep II komt op het eerste gezicht niet voor in Manetho. Toch zijn er twee aanwijzingen dat hij wel in Manetho’s oorspronkelijke werk stond, maar er tussenuit is gevallen.

Als eerste zijn er de 25 jaar en 10 maand die Misphragmuthosis (Thutmose III) heeft. Die kloppen niet, want Thutmose regeerde 54 jaar. Ze passen veel beter bij Amenhotep, van wie een jaar 23 is gevonden en mogelijk een jaar 26; zie onder. In de kopie van Eusebius waaruit Syncellus kopieerde was hetzelfde gebeurd. Tussen koningin Achencherses (Neferneferuaten) en Chenchres (Ay) verdwenen twee namen, en Chenchres’ 16 jaar kwamen terecht bij Achencherses.

Als tweede is er de tussentijdse samenvatting van Africanus. Van Amos (Ahmose I) tot aan “Amosis, ook genaamd Misphragmuthosis” rekende hij 69 jaar. Thutmose III werd alleen nooit Amosis genoemd. Mogelijk is dit een hint naar Amenhotep II, die samen met hem genoemd kan zijn omdat ze een korte co-heerschappij hadden.

Chronologie

Hij kwam op de troon op IV akhet 1, terwijl zijn vader in IV peret stierf; ze heersten dus samen. Meestal wordt gedacht dat dit 2 jaar en 4 maand duurde. 36 Volgens Dodson is akhet per ongelijk geschreven in plaats van peret; in dezelfde tekst staat dat Amenhotep op de troon kwam de ochtend na Thutmoses dood, zonder iets te zeggen over een eerdere co-heerschappij 37.

Dodson heeft ongelijk, want IV akhet 1 wordt ook Amenhoteps kroningsdag genoemd in het verslag van zijn tweede oorlog. Het wordt bovendien bevestigd door Amenhoteps twee nieuwemaansdatums.

In jaar 19 of 20 werd ergens tussen III shemu 6-9 graan geselecteerd om bier van te brouwen; dat bier zou gedronken worden op de dag van nieuwe maan. Bier kon een dag na het brouwen al gedronken worden, en graan was beschikbaar tot en met mei (Gregoriaans) 38. De precieze datum is best onzeker, maar gebaseerd op Thutmose III’s jaren blijven er slechts twee mogelijkheden over: III shemu 6, 9 april 1156, en III shemu 9, 13 april 1159. Beide zijn drie dagen voor nieuwe maan.

De tweede datum is II shemu 30 in jaar 21, de viering van een psdntyw-festival 39. Plaatsing na 9 april 1156 geeft geen precieze match, want 3 april 1155 is twee dagen na nieuwe maan. Plaatsing na 13 april 1159 geeft wel een match. Dit is 4 april 1158. De Egyptische dag begon bij het krieken van de ochtend en toen die ochtend kriekte was de maan nog maar net onzichtbaar; de laatste sikkel was in Thebe, uitgaande van een wolkenloze hemel, die nacht voor het laatst te zien. II shemu 30 was dus nieuwe maan.

Amenhoteps troonsbestijging op IV akhet 1 is dus IV akhet 1 in 1178, 12 september 1178, 2 jaar en 4 maand voor Thutmose III stierf.

Net als bij de co-heerschappijen in dynastie XII komen vermeldingen van een levende Thutmose III en Amenhotep II samen alleen bekend uit privémonumenten. Een voorbeeld is de tombe van Neferrenpet, die offers brengt aan beiden. Ook komen ze samen voor op stelae en scarabeeën. Dat ze samen worden genoemd in de tempel van Amada is dan weer geen bewijs voor de co-heerschappij. Thutmose III begon met de bouw en Amenhotep II maakte deze af; Thutmose zal toen al dood zijn geweest, want hij staat vermeld aan de rechterkant, de minder belangrijke kant. Zo staan ze ook afgebeeld in schrijn no. 30 in Gebel es-Silsila. Op de privémonumenten staat Thutmose links. 40

Regeringslengte

Op een wijnamfora staat aan de ene kant de naam Amenhotep II, en op de andere kant het etiket “jaar 26” 41. Daarnaast is zijn hoogst gevonden datering IV akhet 1 in jaar 23 36. Als de 25 jaar 10 maand van Manetho echt van hem zijn plaatst dit zijn dood in I akhet, 7 juni-6 juli 1152. Dat sluit in ieder geval aan bij de maanden waarin zijn opvolgers gekroond werden.

Relatie met Israël

Hij noemt mogelijk Debora en Gideon als de sjeiks van het heuvelland.

In de post Amenhotep II’s oorlogen, Debora’s rust, Abimelech en Tola staat beschreven dat hij oorlog voerde in Juda, Silo liet plunderen en de hogepriester daar verving, mogelijk door een uit Eli’s familie (1 Sam 2:30). Een bevestiging hiervan zie ik in Psalm 78:59-69, die dan Amenhoteps plundering van Silo beschrijft. Wat voor deze conclusies nodig was is een herinterpretatie van de plaatsnamen uit zijn tweede oorlog, die uit jaar 9.

Hij was niet Sisak.

Thutmose IV

Menkheperure Thutmose IV
7 juni/6 juli 1152-1/30 januari 1142

In Manetho:

  • Josephus: 7. zijn zoon Thmosis, 9 jaar 8 maand
  • Africanus: 7. Tuthmosis, 9 jaar
  • Eusebius: 6. Tuthmosis, 9 jaar
  • Book of Sothis: 39. Tuthmosis, 39 jaar

Zijn vader stierf waarschijnlijk in I akhet, 7 juni-6 juli 1152; hij zal in die maand op de troon zijn gekomen.

Zijn hoogst gevonden jaar is 8. 41 Als Manetho gelijk heeft over zijn regeringslengte stierf hij in IV peret, 1-30 januari 1142. Dit sluit goed aan bij de gegevens van Manetho voor Amenhotep II en III.

Op een wijnetiket dat gevonden is in Deir el-Medinah staat: “Wijn van het Landgoed van Thutmose IV” met jaar 19. Ook een wijnetiket uit jaar 36, gevonden in Malkata, komt van het Landgoed van Thutmose IV. Jaar 36 zal van Amenhotep II zijn, wat betekent dat het landgoed van Thutmose dus ook na zijn dood nog wijn produceerde. 41 Het zal wel een lekkere wijn zijn geweest.

Thutmose had of een groot rijk, of grote wensen. De Hau Nebu worden namelijk genoemd op een steenblok uit Thutmoses deel van Karnak, en worden t3w nbw, “alle landen”, en ḫ3stw nbw, “alle woestijn- of heuvellanden”, genoemd.42 Dit zijn de noorderlingen van zuidelijk Turkije en Griekenland.43

Relatie met Israël

Thutmose IV veroverde Israël en begon daarmee een onderdrukking door de Filistijnen (Egyptenaren), die alleen in 1 Samuel 12:9-11 wordt genoemd, en eindigde toen Bedan de Filistijnen versloeg. Voor de argumenten, inclusief een bespreking van Thutmoses oorlogen in het gebied Syrië-Israël, zie hier.

In het noorden richtten op dit moment Tola (1169-1146) en Jaïr (1146-1124). Alleen van Tola is een oorlog bekend, maar dat was in 1169, niet onder Thutmose IV. Deze oorlog is juist een reden om Thutmoses verovering van Israël pas na Tola’s dood in 1146 te plaatsen (Richt 2:18).

Amenhotep III

Nebmaatre Amenhotep III Heqawaset
1/30 januari 1142-23/30 september 1105

In Manetho:

  • Josephus: 8. zijn zoon Amenophis, 30 jaar 10 maand
  • Africanus: 8. Amenophis, 31 jaar. Dit is de koning waarvan gezegd werd dat hij Memnon was en een sprekend standbeeld.
  • Eusebius: 7. Amenophis, 31 jaar. Dit is de koning waarvan gezegd werd dat hij Memnon was en een sprekend standbeeld (Jerome: de sprekende steen. Latere manuscripten van Jerome vervolgen dat zijn standbeeld met zonsopkomst een stem liet horen, tot de komst van Christus.).
  • Book of Sothis: 40. Amenophthis, 34 jaar. Dit is de koning die Memnon zou zijn en een sprekend standbeeld. Vele jaren later hakte Cambyses, de Perzische koning, het standbeeld in tweeën, omdat er naar zijn mening tovenarij in zat, zoals Polyaenus van Athene vertelt. De Ethiopiërs emigreerden van de Indus-rivier naar bij Egypte.

Het sprekende standbeeld is een van de Kolossen van Memnon. Dit waren twee grote standbeelden van Amenhotep III waarvan werd gedacht dat ze Memnon voorstelden, een Ethiopische koning die vocht in de Trojaanse Oorlog. Memnon werd eraan gelinkt omdat zijn moeder, de Griekse godin van het ochtendgloren, elke ochtend riep; na een aardbeving in 27 v.Chr. maakte het noordelijke beeld geluid. Of het toeval is of niet, de naam Memnon lijkt op het eerste deel van Amenhoteps prenomen, Menmaatre, en op een standbeeld van Amenhotep III in Kom el Hetan worden een paar plaatsen in Griekenland genoemd 44.

Amenhoteps vader stierf in IV peret, 1/30 januari 1142; hij zal in dezelfde maand gekroond zijn.

Op III shemu 1 in jaar 21 werd het Prachtige Feest van de Vallei gevierd. Dit werd gevierd tijdens nieuwe maan of de dag daarna. 45 Dit is 27 maart 1122, precies nieuwe maan.

Op monumenten is zijn laatst bekende jaar 36, terwijl in zijn paleis in Malkata wijnkruiketiketten zijn gevonden uit jaar 38, en ook een jaar 1 dat meestal wordt toegeschreven aan Akhenaten. 41 Amenhotep III zal tussen de wijnproductie van jaar 38 en die van Akhenatens jaar 1 zijn gestorven. De wijn uit Akhenatens jaar 1 werd in de herfst van 1105 in kruiken gedaan, zie onder, wat betekent dat dit van dezelfde oogst kan zijn gemaakt als die van Amenhotep III. De wijn uit jaar 1 was dan de oogst van 1142. Druiven werden in Egypte geoogst in juni-juli, wat past bij zijn kroningsmaand.

Manetho’s opgave van zijn regeringslengte klopt daarom niet. Opvallend is dat als hij 37 jaar en 10 maanden stierf hij in I peret stierf, 23 september-22 oktober 1105; Akhenaten begon te regeren tussen I peret 1-8. Het is daarom mogelijk dat in Manetho’s bron een lacuna stond. Van Amenhoteps 37 jaar was dan de 7 verdwenen. Omdat Akhenaten in I peret werd gekroond neem ik aan dat dat klopt. Anders is alleen zeker dat hij stierf tussen juni en 30 september 1105.

Co-heerschappij met Akhenaten

Er bestaat een hele discussie over de vraag of Amenhotep III aan het eind van zijn regering zijn zoon Akhenaten (toen nog Amenhotep IV) uitriep tot koning; zie bijvoorbeeld Wikipedia. De moeilijkheid is dat Amenhotep III dan nog leefde toen Akhenaten alle Egyptische goden aan de kant schoof voor één nieuwe zonnegod en een nieuwe hoofdstad bouwde. Drie aanwijzingen zeggen mij dat deze co-heerschappij wel bestond:

  • In de graftempel van de pyramide in Meidum staat een inscriptie uit jaar 30 van Amenhotep (1113/2): “causing the male to sit down upon the seat of his father and establishing his inheritance [in] the land.” “his father” is geschreven met het koninklijke determinatief. 46
  • In de tombe van vizier Amenhotep (Huy) zijn cartouches van zowel Amenhotep III als Akhenaten gevonden, en een vermelding van het Heb Sed-festival uit jaar 30; daarnaast zijn er scènes met vader en zoon samen.
  • In de Inscriptie van Mes wordt jaar 59 van Horemheb vermeld. 47 Meestal wordt gedacht dat in Ramses II’s tijd of later alle jaren vanaf Akhenaten bij Horemheb werden geteld; Horemheb regeerde dan 25-26 jaar. 48 Maar Horemheb regeerde slechts 14 jaar; zie onder. Gerekend vanaf zijn dood in 1054/3 begonnen deze 59 jaar in 1113/2.

Akhenaten was dan een co-heerser vanaf het jaar van het Heb Sed-festival, 30 (1113/2). Over blijven de chronologische problemen van Akhenatens radicale veranderingen. Hij zal daarom pas een eigen jaartelling zijn begonnen toen zijn vader was gestorven. Hij deed dan Amenhotep I (1265-1244) na. Amenhotep I’s moeder wordt in jaar 22 van zijn vader “moeder van de koning” genoemd, wat betekent dat hij toen al regeerde. Chronologisch gezien maakt dat alleen niet uit, want Amenhotep I telde zijn jaren pas vanaf de dood van zijn vader. 6 Ook Ramses II (1043-977) had een co-heerschappij met zijn vader, terwijl Ramses’ jaartelling pas na zijn vaders dood begon. 49

Relatie met Israël

Amenhotep III gaf Israël in 1124 in handen van de stadsvorsten uit de Amarnabrieven. Dit was in hetzelfde jaar waarin hij verslagen werd door richter Bedan; zie hier.

De tijd van de Amarnabrieven is te identificeren met de 40-jarige Filistijnse onderdrukking van Simson. In die tijd richtten ook Jefta en Eli. Alles wat over hen geschreven wordt past uitstekend in de tijd van de Amarnabrieven.

Relatie met Assyrië

Assur-uballit I (1136-1102) vocht volgens zijn achterkleinzoon Adad-nirari I tegen Musri (Egypte). Voor de mogelijkheid dat dat tegen Amenhotep III was, zie hier.

Akhenaten

Neferkheperure Waenre Akhenaten (oorspronkelijk Amenhotep IV Netjerheqawaset)
23/30 september 1105-17 januari/15 februari 1088

In Manetho:

  • Josephus: 9. zijn zoon Orus, 36 jaar 5 maand
  • Africanus: 9. Orus, 37 jaar
  • Eusebius: 8. Orus, 36 jaar (in een andere kopie, 38 jaar) (Jerome: 38 jaar)
  • Book of Sothis: 41. Orus, 48 jaar

De naam Orus zal afkorting zijn van W(aen)re, het tweede deel van zijn prenomen. Zijn opvolger, koningin Neferneferuaten, werd namelijk mery-Waenre, geliefde van Waenre, genoemd.

Hij werd gekroond tussen I peret 1 en 8 50, wat in 1105 23-30 september was.

Op monumenten wordt als Akhenatens hoogste jaar 16 vermeld, maar 17 staat op een wijnetiket uit zijn nieuw gebouwde hoofdstad, Akhetaten (Amarna). 51 Beide sluiten aan bij Manetho’s 36 jaar en 5 maand als hij twee decennia extra toebedeeld keeg. Hij stierf dan in I shemu, 17 januari-15 februari 1088. Druiven werden in Egypte geoogst in juni-juli. Jaar 17 past daarom alleen als de wijn uit jaar 1 in kruiken werd gedaan in de herfst van 1105 en die van jaar 17 in 1089. Voor zijn co-heerschappij met zijn vader, zie boven.

Voor zijn identificatie met Nibḫururiya, de koning van Egypte wiens weduwe Dakhamunzu wou trouwen met een prins van Hatti, zie hier.

Een nieuwe hoofdstad

Tussen III peret 19 en IV peret 13 in jaar 5 52, 9 en 31 december 1101, veranderde Amenhotep IV zijn naam in Akhenaten, en op zijn prenomen na al zijn titulatuur. Ook begon hij met de bouw van zijn nieuwe hoofdstad, Akhetaten, het tegenwoordige Amarna. Zijn redelijk plotselinge verering van alleen een zonnegod, in plaats van alle goden van zijn voorouders, vraagt om een verklaring. Een mogelijke is de zonsverduistering die zichtbaar was aan het begin van zijn regering:

Deze zonsverduistering lijkt op het eerste gezicht niet te passen, want de zon, de door Akhenaten aanbeden Aten, verdween voor slechts 70% in Thebe (en 75% in waar een paar jaar later Akhetaten zou verrijzen). Maar dat is juist de kracht hiervan. De zon toonde zijn macht en superioriteit door zelfs een verduistering, waar geen mens iets tegen kon doen, tegen te houden.

Op IV peret 13 in jaar 5, 31 december 1101, zwoor Akhenaten een eed tijdens de bouw van Akhetaten. Volgens Krauss kan dit de datum van een nieuwe maan zijn, want stichtingsceremonies van Thutmose III in Karnak en Ramses II in Luxor vonden plaats met nieuwe maan 53. In mijn chronologie is deze datum vijf dagen na nieuwe maan. Dat is geen match, maar daarentegen had Akhenaten zojuist alle oudere Egyptische goden vervangen door de zonnegod Aten en zal de datum eerder met de zon dan met de maan te maken hebben. 31 december 1101 is tien dagen na de winterzonnewende, het allereerste punt waarop je kan merken dat de dagen niet meer korter worden; het scheelt een paar minuten met de winterzonnewende. 23 oktober 2022: In het Egypte van Akhenatens tijd waren al klokken, waterklokken, maar die waren niet erg precies. Op elke 12 uur liepen ze makkelijk 10 minuten scheef. 54 Het is dan niet logisch dat een verschil van net geen twee minuten gemerkt zou zijn. De datum heeft dan alleen te maken met de kortste dag.

Volgens Luc Gabolde, in het al vaker geciteerde artikel van Krauss 55, was de Small Aten Temple gericht op de zonsopkomst die zichtbaar was in de kloof in de oostelijke bergrug op de datum dat Akhetaten werd gesticht. Juan A. Belmonte, nog steeds uit het artikel van Krauss, beweert dat die zonsopkomst zichtbaar geweest kan zijn “between 19-20 February in the proleptic Gregorian calendar, equivalent to the margin of a day to IV peret 13 of the year 1335 BC. In fact, considering the dynamics of the Egyptian calendar, in all the four years focused on 1335/36 BC …. If this is true, we would have a new key archaeoastronomic date that would fix year 5 Akhenaten in 1335 ± 4 BC.” In deze chronologie is dat niet true, maar ik kan het niet checken. Wat ik wel kan zeggen is dat de Small Aten Temple niet hoeft te zijn gebouwd tijdens de eerste bouwfase van de stad en dit argument daardoor niet hoeft te gelden.

Relatie met Israël

Akhenatens tijd is die van de stadsvorsten uit de Amarnabrieven. Het zuiden van Israël werd in deze periode onderdrukt door de stadsvorsten van de Filistijnen (1124-1084) en gericht door Simson (1104-1084). In het Overjordaanse werden binnenvallende Ammonieten verdreven door Jefta (1106-1100).

Waren de ‘Apiru (Ḫabiru) de Hebreeën?

Relatie met Assyrië

Akhenaten ontving brieven van koning Assur-uballit I van Assyrië (1136-1102); zie hier.

Neferneferuaten

Ankhkheperure-mery-Neferkheperure Neferneferuaten-mery-Waenre
5 juni/19 augustus 1089-17 januari/15 februari 1086

Haar prenomen, Ankhkheperure, had soms ook andere achtervoegsels: -mery-Waenre en -mery-Aten. Als het gaat over de naam van haar voorganger komt daar soms maatkheru (gerechtvaardigd, ofwel overleden) achteraan, dus Akhenaten zal tijdens haar koningschap zijn gestorven. Bij haar nomen, Neferneferuaten, zijn de andere achtervoegsels -mery-A[ten?], Ankhetenhes en De Heerser.

Manetho:

  • Josephus: 10. zijn dochter Acencheres, 12 jaar 1 maand
  • Africanus: 10. Acherres, 32 jaar
  • Eusebius: 9. Achencherses (Jerome: Achencheres), [12 jaar]. De 12 jaar komen uit Jerome. Eusebius gaat zowel in de Armeense versie als in Syncellus van Achencherses direct naar 16 jaar, wat Jerome twee koningen verder plaatst.
  • Book of Sothis: 42. Achencheres, 25 jaar

Neferneferuaten was Akhenatens co-heerser. 56 Deze co-heerschappij startte na I akhet 15 in jaar 16 van de laatste, 5 juni 1089, want toen werd hij niet vermeld met Neferneferuaten, maar met haar moeder Nefertiti 57.

Als Manetho alleen haar alleenheerschappij telde, zoals bij Amenhotep I en III, en haar een decennium extra gaf zoals bij haar vader, Thutmose II en Smenkhkare, regeerde ze tot in I shemu, 17 januari-15 februari 1086. Haar hoogst gevonden datering is III akhet 10 uit jaar 3 van Ankhkheperure mery […] Neferneferuaten mery […] 58, wat dan 30 juli 1087 moet zijn. Het begin van haar co-heerschappij is zo te plaatsen tussen I akhet 15 en III akhet 30, 5 juni en 19 augustus 1089. Wijn met de vermelding van de anonieme jaren 2 en 3 werden samen geleverd in Akhetaten (Amarna), wat betekent dat deze jaartelling rond II akhet veranderde. 59 Voor deze wijnetiketten, zie haar opvolger Smenkhkare.

Neferneferuaten zal de koningin Dakhamunzu zijn, de weduwe van haar voorganger die naar Suppiluliuma I van Hatti schreef om een prins, om met hem te kunnen trouwen. Voor de details en de chronologische betekenis van de identificatie, zie hier.

Als dochter van Akhenaten

Josephus noemt haar de dochter van haar voorganger, Orus (Akhenaten). Dat is niet per se betrouwbaar; hij noemt bijvoorbeeld Ramses I en Horemheb de zonen van hun voorgangers, wat duidelijk niet klopt. Een en ander zal verward zijn geweest doordat Manetho de koningen niet op de juiste volgorde plaatste. Maar bij Neferneferuaten kan de familieband kloppen.

Akhenaten kreeg samen met zijn vrouw Nefertiti zes dochters: Meritaten (die trouwde met Smenkhkare), Meketaten, Ankhesenpaaten (die, als Ankhesenamun, getrouwd was met Tutankhamun), Neferneferuaten, Neferneferure en Setepenre. Daarnaast had hij nog een dochter met zijn tweede vrouw, Kiya. Zowel Meritaten en Ankhesenpaaten kregen een dochter, die naar hun moeders genoemd werden. Beide meisjes hebben de titels “King’s daughter of his body, his desired, (name) Jr., born of King’s daughter of his body, his desired”. De koning heeft in verschillende versies de naam Akhenaten en erachteraan komt soms “born of Chief Queen Neferneferuaten Nefertiti, alive” en varianten. Het meest logische is om te concluderen dat Akhenaten niet alleen hun opa, maar ook hun vader was. Mogelijk heeft hij geprobeerd om met zijn dochters toch nog een mannelijke erfgenaam te krijgen. Meketaten lijkt gestorven bij een bevalling; de meest waarschijnlijke identiteit van de vader is dan ook haar vader. De vierde dochter, Neferneferuaten, is dan de co-regent en latere farao van die naam. 56

Relatie met Israël

Zie onder haar opvolger.

Smenkhkare

Ankhkheperure Smenkhkare Djeserkheperu
17 januari/15 februari 1086-21 mei/19 juni 1084

In Manetho:

  • Josephus: 12. zijn zoon Acencheres, 12 jaar 5 maand
  • Africanus: 12. Chebres, 12 jaar
  • Eusebius: 10. Acherres, 8 jaar
  • Book of Sothis: 45. Acherres, 8 of 30 jaar

Manetho zal ook hem een decennium extra hebben gegeven.

Doordat Manetho de koningen van deze dynastie niet op de juiste volgorde zette, is het de vraag welke koning Acencheres Smenkhkare was; deze, of nummer 13 in Josephus’ lijst, die 12 jaar en 3 maand regeerde. Het verschil is twee maanden. Veel maakt het ook in een chronologische discussie niet uit, want koning(inn)en met de prenomen Ankhkheperure komen alleen voor tussen Akhenaten en Tutankhamun, zodat het geen twijfels oplevert voor de datering van hun opvolgers. Omdat ongetwijfeld nooit duidelijk zal worden wie welke Acencheres was heb ik de eerste in de lijst geïdentificeerd met de eerste die op de troon zat. Hij regeerde dan van I shemu tot in I akhet.

Tussen Akhenatens dood en het verlaten van Akhetaten zijn op wijnetiketten twee verschillende jaren 1, een jaar 2 en een jaar 3 gevonden. 48 Jaar 2 en 3 hoorden bij elkaar; ze werden samen geleverd. Deze jaartelling zal tijdens de productie zijn gewijzigd. Hier missen vele etiketten, want de gemiddelde opbrengst van een oogst is 50-60 kruiken. 59 De jaren 1 zullen van Smenkhkare, Saakare of Tutankhamun zijn, niet van Neferneferuaten, want in haar jaar 1 regeerde ze nog samen met Akhenaten. De jaren 2 en 3 kunnen alleen van Neferneferuaten zijn, want druiven werden in Egypte in juni-juli en Smenkhkare en Saakare kwamen voor de oogst op de troon.

Voor Smenkhkare als vader van Tutankhamun, zie hier.

Relatie met Israël

1084 is een jaar waarin veel gebeurde in Israël. Simson pleegde zelfmoord door de tempel met alle Filistijnse stadsvorsten in te laten storten (Richt 16:30), Israël verloor twee veldslagen tegen de Filistijnen (1 Sam 4:1-2, 10), Eli stierf (1 Sam 4:18) en een nieuwe periode van Filistijnse onderdrukking volgde (1 Sam 7:2-3, 1084-1064). Ik identificeer deze Filistijnen met Egyptenaren.

Hier is niks over te vinden in Egypte, want van Akhenatens eerste drie opvolgers is heel weinig bewaard gebleven. Wel duidelijk is dat het Egyptische deel van Azië in de Amarnatijd aan het afbrokkelen was. In 1087, onder Neferneferuaten, nam Ḫatti Amka in, een stad in het noordwesten van het huidige Israël. Neferneferuaten reageerde niet door een leger eropaf te sturen, maar met diplomatie. Toen zij gestorven was viel Smenkhkare de grenzen van Ḫatti aan. Volgens de latere koning van Ḫatti, Muršili II, viel zijn vader daarop Egypte aan op hun eigen grondgebied, en versloeg hen. Voor de details, zie hier.

Daarna raken de oorlogen in Retjenu uit beeld tot Tutankhamun. Hij kreeg tribuut van vier rijen Aziaten uit Opper-Retjenu (Syrië-Libanon): vaatwerk in zilver en goud, lapis lazuli en malachiet, en paarden. 60 Over Israël wordt niks gezegd.

Saakare

Ankhkheperure Saakare Djeserkheperu
21 mei/19 juni 1084-20 juli/18 augustus 1082

In Manetho:

  • Josephus: 13. zijn zoon Acencheres II, 12 jaar 3 maand
  • Africanus: 13. Acherres, 12 jaar
  • Eusebius: 11. Cherres, 15 jaar

Hij komt niet voor in het Book of Sothis, maar het is opvallend dat het Book voor Acherres (een Ankhkheperure die niet Neferneferuaten was) twee mogelijke regeringslengtes noemt, 8 en 30 jaar. Net als vele andere koningen zal de tweede mannelijke Ankhkheperure 10 jaar extra hebben gekregen van Manetho.

Een aanwijzing dat Acencheres II bestond is het jaar 59 van Horemheb dat vermeld wordt in de Inscriptie van Mes. 47 Meestal wordt gedacht dat in Ramses II’s tijd of later alle jaren vanaf Akhenaten bij Horemheb werden geteld; Horemheb regeerde dan 25-26 jaar. 48 Maar Horemheb regeerde slechts 14 jaar; zie onder. Gerekend vanaf zijn dood in 1054/3 begonnen deze 59 jaar in 1113/2. Dat is het jaar dat Akhenaten co-heerser werd; zie boven. Deze 59 jaar passen alleen als de 2 jaar van Acencheres II worden meegerekend.

Een tweede aanwijzing voor zijn bestaan is dat Manetho Tutankhamun (Rathotis in Josephus) de broer van zijn voorganger noemt. Volgens DNA-onderzoek was Tutankhamuns vader de man die begraven werd in tombe KV55; deze was 18-25 jaar. Het is daarom mogelijk dat Tutankhamun een jong overleden broer opvolgde.

Saakare?

Zijn Griekse naam vraagt om een derde Ankhkheperure, maar die is voor zover ik weet nooit geïdentificeerd. Het duurde volgens Wikipedia al meer dan een eeuw voordat duidelijk werd dat Neferneferuaten iemand anders was dan Smenkhkare. Dat ze dezelfde prenomen deelden maakt het er niet duidelijker op.

In de tombe van Meryre II in Akhetaten wordt Meritaten, de oudste dochter van Akhenaten, samen genoemd met een koning. Zijn naam is helaas verwoest door dieven, maar er zijn vier tekeningen van bewaard gebleven met evenveel spellingen. Toch is duidelijk dat zijn naam Ankhkheperure Saakare Djeserkheperu was, want de andere drie zijn daar imperfecte versies van. Saakare is dus een goede kandidaat voor de derde Ankhkheperure.61 Simons rekent hem mee, maar noemt Smenkhkare niet. 62 Saakare kan een leesfout zijn voor Smenkhkare. 63 Omdat Manetho niet twee, maar drie Ankhkheperures noemt, neem ik aan dat Saakare een aparte koningsnaam was.

Het is mogelijk dat Saakare verder gemist wordt als hij meestal niet voorkomt als Saakare, maar wel als Ankhkheperure en Djeserkheperu. Hoe dan ook, als Saakare de tweede mannelijke Ankhkheperure is regeerde hij van I akhet in 1084 tot III akhet in 1082.

Speculatie

Bij DNA-onderzoek werd ontdekt dat Tutankhamuns moeder de vrouw is die bekend staat als “The Younger Lady”; zie hier. Haar mummie werd gevonden in tombe KV35 in de Vallei der Koningen, samen met haar moeder, “The Elder Lady”, en een onbekende jongen. Hij was maximaal 11 jaar. Zijn DNA is helaas niet getest, maar als hij directe familie van beide vrouwen was, wat logisch lijkt omdat hij tussen hen in werd gelegd, is hij mogelijk de derde Ankhkheperure. Manetho noemt Tutankhamun de broer van zijn voorganger, en deze onbekende jongen lijkt op Tutankhamun.

Relatie met Israël

Zie onder Smenkhkare.

Tutankhamun

Nebkheperure Heqamaat Tutankhamun Heqaiunushemau (oorspronkelijk Tutankhaten)
20 juli/18 augustus 1082-31 januari/1 maart 1073

In Manetho:

  • Josephus: 11. haar broer Rathotis, 9 jaar
  • Africanus: 11. Rathos, 6 jaar
  • Eusebius: [9a. Athoris, 9 jaar], alleen in Jeromes kopie
  • Book of Sothis: Anchoreus, 9 jaar
    Voor deze identificatie, zie hier.
  • Book of Sothis: 43. Athoris, 29 jaar

Rathothis zal een serieuze inkorting zijn van (Nebkheperu)re Tut(ankhamun), met een Griekse eind-s. In Anchoreus is Tut- verdwenen en Amun vervangen door Re; beide goden werden later met elkaar geïdentificeerd.

Hij zal op de troon zijn gekomen in III akhet, na de dood van Saakare.

Hij werd begraven met wijnkruiken, waarop etiketten staan met de jaren 4 (6 keer), 5 (12 keer), 9 (6 keer), 10 (1 keer) en 31 (1 keer). Op geen van de etiketten wordt de koning genoemd, maar vier uit jaar 5 en een van jaar 9 zeggen dat de wijn komt van het Landgoed van Tutankhamun. Jaar 31 zal van Amenhotep zijn geweest. Tallet heeft aangetoond dat het jaar 10 van Akhenaten was. Dat sluit mooi aan bij de monumenten, want daarop is zijn hoogst gevonden jaar 8, op twee stelae die nu in Liverpool zijn. 48

Plantenresten uit zijn graf plaatsen zijn begrafenis in april, en zijn dood daarmee tussen 21 januari en 20 februari. 64 Dit zijn datums van de Gregoriaanse kalender, op de Juliaanse kalender stierf hij tussen 31 januari en 1 maart, en op de Egyptische tussen I shemu 18 en II shemu 20. Dat betekent dat Josephus hier net als Manetho’s andere kopiïsten de regeringstijd heeft afgerond, vanaf een oorspronkelijke 8 jaar en 7-8 maand. Dat past met het jaar 9 van de wijnetiketten. Druiven werden in het oude Egypte in juni-juli geoogst en jaar 1 begon tijdens de oogst, jaar 9 tijdens de oogst van 1074.

Voor Smenkhkare als zijn vader, zie hier.

Relatie met Israël

Na de aanval van Ḫatti op Amka in het laatste jaar van Neferneferuaten (1087), zijn zowel uit Egypte als Ḫatti geen oorlogen bekend in Syrië-Israël. Die stilte duurt tot helemaal tot het laatste jaar van Tutankhamun (1074/3). In dat jaar trok Tutankhamun ten strijde tegen Kadesh. Details zijn niet bekend, maar hierna ontstond de Second Syrian War, ook bekend als de Six-Year Hurrian War, die eindigde met de complete verwoesting van Mitanni. Tutankhamun vocht volgens de reliëfs tegen twee soorten Aziaten; de noordelijke Syriërs, of Mitanniërs, met kort haar, een lange baard en lange mantels, en de zuidelijke, “Canaanite”, met een korte baard en kortgeknipt kapsel dat samengebonden was met een haarband, en kilts droegen. 65

Tutankhamun keerde terug met een buit in Karnak, waaronder Aziatische gevangenen, die gebonden zitten aan touwen die de koning in zijn hand houdt. Aan hun kleding en kapsels te zien komen ze uit verschillende landen – sommigen van de binnenlanden van Syrië-Israël, en een komt misschien uit het gebied van de Egeïsche Zee. 66

In Israël was de tweede Filistijnse (Egyptische) onderdrukking begonnen, voor 20 jaar (1 Sam 7:2, 1084-1064). Een inval van Tutankhamun, verloren gevechten tegen hem en het afvoeren van gevangenen, past daar wel bij. De Israëlieten droegen soms touwen om hun hoofd en gewaden alleen om hun middel, als teken van rouw (1 Kon 20:31-32).

Ay

Kheperkheperure Irimaat Itinetjer Ay
31 januari/1 maart 1073-maart/april 1067

In Manetho:

  • Josephus: –
  • Africanus: –
  • Eusebius: [9b. Chenchres,] 16 jaar. Rond deze tijd leidde Mozes de Joden uit Egypte. Eusebius plaatst de 16 jaar bij de vrouwelijke Achencherses (Neferneferuaten), het is Eusebius’ kopiïst Jerome die tussen haar en de 16 jaar twee regeringslengtes en twee koningsnamen toevoegt.
  • Book of Sothis: 44. Chencheres, 26 jaar

Chenchres zal een inkorting zijn van zijn prenomen, Khe(per)khe(peru)re. Dat er in de Griekse versies van Egyptische namen soms extra letters verschijnen, hier een tussen-n en een eind-s, is niet vreemd. Dat Chenchres wel voorkomt in Jerome en het Book of Sothis, maar niet in de andere kopieën van Manetho (en zelfs niet in de twee andere versies van Eusebius’ werk), is opvallend. Voor een mogelijke verklaring, zie de inleiding op deze post.

Ays enige wijnetiketten zijn drie uit jaar 1 en één uit jaar 2, maar op monumenten staan zijn jaar 3 en 4 48. De datums van de laatste twee dateringen zijn III shemu 1 en IV akhet 1, 67 15 maart 1071 en 17 augustus 1070. Manetho zal hem een decennium extra hebben gegeven.

Ay zal gestorven zijn in maart of april 1067; op 3 april besteeg Horemheb de troon. Dat betekent dat hij 6 jaar regeerde en de laatste twee jaar niet vermeld zijn. Dat is niet vreemd, zoiets gebeurde vaker. Van bijvoorbeeld Thutmose IV, die 9 jaar en 8 maand regeerde, is het hoogst gevonden jaar 8. Een extra reden kan zijn dat na Ays dood zijn monumenten, en zelfs zijn graf, gemutileerd werden en spullen met zijn naam erop weggegooid. Hij en de Amarnakoningen werden vergeten; koningslijsten uit Ramses II’s tijd al sprongen van Amenhotep III direct naar Horemheb. 68

Relatie met Israël

Is mij onbekend, maar Tutankhamun had nog de macht over Israël en het is niet waarschijnlijk dat precies tijdens Ays regering Israël onafhankelijk was. De Bijbel heeft het over hun tweede onderdrukking (1084-1064).

Horemheb

Djeserkheperure Setepenre Horemheb Meryamun
3 april 1067-30 mei 1053

In Manetho:

  • Josephus: 14. zijn zoon Harmais, 4 jaar 1 maand
  • Africanus: 14. Armesis, 5 jaar
  • Eusebius: 12. Armais, ook Danaus genoemd, 5 jaar. Na 5 jaar werd hij verbannen uit Egypte. Vluchtend voor zijn broer Aegyptus arriveerde hij in Griekenland, en, nadat hij Argos innam, heerste hij over de inwoners daarvan.
  • Book of Sothis: 13. Armiyses, 4 jaar
    Voor deze identificatie, zie hier.
  • Book of Sothis: 46. Armaeus, ook Danaus genoemd, 9 jaar

Regeringslengte: 14 jaar

Er is discussie over of Horemheb 14 of 27 jaar regeerde. 67 Naar mijn idee was dat 14, of hooguit een paar jaar meer. Dat komt vooral omdat alle redenen om hem meer te geven te weerspreken zijn. Het verschil tussen 14 en Manetho’s 4 jaar is in het Grieks een iota, de kleinste letter. Zo’n verandering is meestal geaccepteerd als het gaat om de identificatie van Manetho’s Psinaches uit dynastie XXI met Siamun uit de archeologie. Psinaches regeerde 9 jaar en van Siamun is een jaar 17 gevonden; een kopiïst die de iota over het hoofd zag is een verklaring voor 10 missende jaren 69.

Wijnkruiken in Horemhebs tombe zijn gedateerd op de jaren 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12 en vooral 13 en 14, maar niet hoger. In Deir el-Medina wordt wijn vermeld uit jaar 34 van het Landgoed van Horemheb, maar het jaartal is gedeeltelijk een reconstructie. 70 Als jaar 34 klopt betekent het alleen dat in een jaar 34 op Horemhebs landgoed nog wijn werd gemaakt, en zal het jaartal van een opvolger zijn.

Hoofdbeeldhouwer van de heer van de Twee Landen Userhat (Hatiay) werkte onder Tutankhamun (1082-1073) en wordt nog vermeld in de tijd van Ramses II, op zijn vroegst in jaar 16 (1028/7). 71 Met een 14-jarige regering voor Horemheb leefde Userhat na het begin van zijn carrière nog minstens 54 jaar. Dat kan een paar jaar opgerekt worden als hij jong begon, maar met 13 jaar extra wordt die periode al minstens 67 jaar. Dat is in principe mogelijk, maar erg lang.

De periode I shemu 13 in jaar 26 tot IV peret 28 in jaar 27 op ostrakon IFAO 1254 wordt aan Horemheb toegeschreven, maar dat is niet zeker. De “day of entering of King Haremhab” wordt samen met de datum I shemu 9 in jaar 27 vermeld. 67 Het laatste staat op een verbrijzend standbeeld uit Medinet Habu. De tekst en de datering hebben alleen niet direct met elkaar te maken. Horemheb heeft geen titels voor zijn naam, wat betekent dat hij toen al was overleden. Het is geschreven in hiëratisch, in een vorm van na zijn tijd, mogelijk zelfs uit de tijd van Ramses III. 72 Horemheb begon waarschijnlijk pas in jaar 7 met het werk aan zijn tombe. Als hij 27 jaar regeerde is het vreemd dat hij deze niet heeft afgemaakt. 73

In de Inscriptie van Mes wordt jaar 59 van Horemheb vermeld. 47 Meestal wordt gedacht dat in Ramses II’s tijd of later alle jaren vanaf Akhenaten bij Horemheb werden geteld. 48 Dat past het beste bij een regering van 27 jaar, maar zie boven voor een reden waardoor de 14 jaar kan blijven staan.

Een inscriptie op een kom vermeldt Horemhebs jaar 16: “Year 16 under the Majesty of the Lord of the Two Lands Horemheb, the Sovereign, he returned victoriously from his first campaign from Byblos to the land of the wretched chief of Karkemish.” Meestal wordt gedacht dat deze kom een vervalsing is, maar soms gaat iemand uit van het tegenovergestelde. De tekst en spelling is hier en daar wat ongebruikelijk, vooral die van zijn naam, maar mogelijk en passend bij de tijd. Vergelijkbare kommen met inscripties komen uit ongeveer dezelfde tijd, uit het begin van dynastie XIX. 74 Het is mogelijk dat de kom later werd gemaakt en Horemheb deze oorlog wel voerde, maar het regeringsjaar van één van zijn voorgangers is. 75 Net als in de Inscriptie van Mes werd de tijd van zijn voorgangers dan voor hem gerekend.

Datering

Horemheb wordt in Deir el-Medina vermeld op I akhet 18 in jaar 15 van Ramses IX, maar de precieze context is onduidelijk. In Deir el-Medina werden de troonsbestijging en dood (“sailing”) van verschillende koningen gevierd; in één papyrus wordt III shemu 22 vermeldt als de d3 van Horemheb, mogelijk een foute spelling van “crossing”, wat een eerdere versie kan zijn van “sailing”. I akhet 18 kan dan de datum van Horemhebs troonsbestijging zijn. 76 Dit zijn veel mogelijkheden. Als het omgekeerd was is het verschil in datum bijna 2 maand en kan Josephus het aantal dagen hebben weggelaten in zijn <1>4 jaar en 1 maand.

Horemheb had een co-heerschappij met Ramses I, die de troon besteeg tussen 20-30 oktober 1054; het jaartal is gebaseerd op de dateringen van zijn nakomelingen. Horemhebs overlijden wordt dan de eerstvolgende I akhet 18, 30 mei 1053, en zijn troonsbestijging wordt III shemu 22 14 jaar eerder, 3 april 1067.

In Horemhebs Coronation Inscription schrijft hij dat koning Horus hem uitriep tot erfgenaam. Horemheb was lange tijd gouverneur van de Twee Landen (Egypte), voor hij in Thebe door Horus werd gekroond tijdens het Opet-festival. Het is alleen onduidelijk of “Horus” een koning was of de god. Was het een koning, dan werd Horemheb mogelijk co-regent. 77 Het woord Opet is de herkomst van paophi, de naam voor de maand II akhet. Onder Thutmose III begon het op II akhet 15 en duurde het 11 dagen; in de tijd van Ramses III begon het op II akhet 19 en duurde het 24 dagen. 78 Als Horus een koning was regeerde hij 9 maanden samen met Ay, als Horus de god was werd hij 3 maand na zijn troonsbestijging gekroond. Een keuze is op dit moment niet te maken.

Relatie met Israël

Toen Horemheb nog geen koning was, was hij volgens een inscriptie in zijn tombe de opperbevelhebber van een Egyptische koning wiens naam niet wordt genoemd. Hij was “Companion of the feet of his lord upon the battlefield on that day of slaying the Asiatics (sttyw)”. 79 Ergens anders in zijn tombe, op een steenblok dat in Breasteds tijd in Bologna stond, staat een tribuut van Israël. 80 Er zijn twee lijsten met plaatsnamen van hem bewaard gebleven, maar die liggen allen in Syrië, van Naharin (Mitanni) aan de Eufraat tot Kadesh aan de grens met Libanon. 81 Een van deze plaatsnamen is q-d-n, ofwel Qatna in het westen van Syrië. Hier is een zegeling van waarschijnlijk Horemheb gevonden in het koninklijk paleis van Qatna, in westelijk Syrië. 82 In zijn oorlogen in het noorden maakte hij Aziatische gevangenen buit, waaronder de “wretched princes of the Haunebu”. 83 Dit hoeven dus geen Israëlieten te zijn.

In Israël eindigde de tweede Filistijnse (Egyptische) onderdrukking in 1064, toen Samuel de Israëlieten leidde in de strijd en God door een machtige donder (1 Sam 7:7) de Filistijnen in verwarring bracht, zodat ze werden verslagen. Dit is tijdens Horemhebs regering, maar hij zal hier niet hebben meegevochten, want Israël streed tegen de Filistijnse stadsvorsten (1 Sam 7:7).

Horemheb zat in 1064 net een paar jaar op de troon. Het tribuut van Israël zal in die eerste jaren zijn betaald, want Israël bleef tot na Horemhebs dood vrij van de Filistijnen (1 Sam 7:3, 13-14); “zij kwamen niet meer in het gebied van Israël, want al de dagen van Samuel (1064-1052) was de hand van de HEERE tegen de Filistijnen.” (vers 13)

Horemheb had het druk met corruptie, die volgens hem welig tierde in Egypte. Bezit werd onteigend, slaven meegenomen om te werken voor belastinginners, soldaten verduisterden veehuiden, eten werd ogenschijnlijk in naam van de koning meegenomen. Horemheb probeerde dat tegen te gaan door straffen, zoals het afsnijden van de neus en verbanning naar de noodoostelijke grenszone Tjaru, het krijgen van honderd klappen en vijf open wonden, en de dood. 84 Daarnaast werd er geroofd uit de graven in de Vallei van de Koningen, wat moeilijk was zonder hulp van binnenuit 85 (waarmee Dodson vast niet van binnen uit de graven bedoelt).

Horemheb was niet Salomo’s schoonvader.

laatste wijzigingen:
15 januari 2023
18 juni 2023: fout in de datering van Horemheb hersteld
20 juni 2023: bijbehorende conclusie voor Ay’s sterfmaand gewijzigd
26 januari 2024: Horemhebs datering grondig herschreven. Chronologie van Amenhotep III en zijn co-heerschappij met Akhenaten herzien. Chronologie van de wijnetiketten vanaf Akhenaten tot en met Horemheb uitgewerkt.
27 januari 2024: verklaring voor Manetho’s volgorde van de koningen in deze dynastie toegevoegd
11 februari 2024: Horemhebs vermelding in Qatna toegevoegd, net als de mogelijkheid dat de kom uit jaar 16 echt was
23 maart 2024: betere bron voor Hatshepsuts regentschap, toevoeging van de datum van haar kroning, bewijs voor de co-heerschappij van Thutmose III em Amenhotep II toegevoegd
24 maart 2024: de datums van Horemhebs troonsbestijging en overlijden blijken bekend te zijn

  1. By Andrei nacu at English Wikipedia, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4531618 []
  2. AEC, p. 198-199 []
  3. James M. Weinstein, The Egyptian Empire in Palestine: A Reassessment, in Bulletin of the American Schools of Oriental Research, No. 241 (Winter, 1981), p. 6-7 []
  4. Irene Forstner-Müller en Karin Kopetzky, Egypt and Lebanon: New Evidence for Cultural Exchanges in the first half of the 2nd Millennium B.C., in BAAL Hors Series VI (2009), p. 147 []
  5. Irene Forstner-Müller en Karin Kopetzky, Egypt and Lebanon: New Evidence for Cultural Exchanges in the first half of the 2nd Millennium B.C., in BAAL Hors Series VI (2009), p. 154 []
  6. AEC, p. 199 [] [] [] []
  7. AEC, p. 216 [] []
  8. Ancient Records, deel II, § 49-53 []
  9. AEC, p. 422 []
  10. Grimal (1994), p. 202-203 []
  11. James M. Weinstein, The Egyptian Empire in Palestine: A Reassessment, in Bulletin of the American Schools of Oriental Research, No. 241 (Winter, 1981), p. 6 [] []
  12. Ancient Records, deel II, § 38-42 []
  13. Ancient Records, deel II, § 69-77 [] []
  14. Ancient Records, deel II, § 60 []
  15. AEC, p. 200 [] [] []
  16. Ancient Records, deel II, § 73 []
  17. Ancient Records, deel II, § 120 [] []
  18. Luc Gabolde, La Chronologie du règne de Thoutmosis II, ses conséquences sur la datation des momies royales et leurs répercutions sur l’histoire du développement de la Vallée des Rois, in Studien zur Altägyptischen Kultur. 14 (1987), p. 67-68, geciteerd op Wikipedia. Ik kan het niet checken, want ik spreek geen Frans. []
  19. Ancient Records, deel II, § 116 []
  20. Royal Families, p. 132 []
  21. Dina Metawi, A Brother for Thutmose III, in Journal of Egyptian Archaeology 99 (2013), p. 101-116 []
  22. Rolf Krauss, Zur Chronologie des Neuen Reiches, in Orientalistische Literaturzeitung, Band 90, Heft 3 (Mai/Juni 1995), p. 239 []
  23. Thomas Schneider, Contributions to the Chronology of the New Kingdom and the Third Intermediate Period, in Ägypte und Levante / Egypt and the Levant 20 (2010), p. 389-393 []
  24. Thomas Schneider, Contributions to the Chronology of the New Kingdom and the Third Intermediate Period, in Ägypte und Levante / Egypt and the Levant 20 (2010), p. 394 []
  25. Aston (2012), p. 299-300 []
  26. Ancient Records, deel II, § 89 []
  27. Aston (2012), p. 299 []
  28. Ancient Records, deel II, § 125 []
  29. Filip Taterka, The Co-Regency of Thutmose III and Amenhotep II Revisited, in The Journal of Egyptian Archaeology (2019), p. 2 en voetnoot 16 op p. 3 []
  30. Anthony Spalinger, Egyptian Festival Dating and the Moon, in Alter Orient und Altes Testament, Band 297, Under one Sky (2002), p. 391-395 []
  31. Filip Taterka, The Co-Regency of Thutmose III and Amenhotep II Revisited, in The Journal of Egyptian Archaeology (2019), p. 7 []
  32. AEC, p. 201 []
  33. Rolf Krauss, Ma-na-aḫ-pi-/ir-/ja = Mn-ḫpr-r‘, in Altoriental. Forsch., Akademie Verlag, 39 (2012), p. 77 []
  34. AEC, p. 421 []
  35. AEC, p. 420-421, en Gautschy (2014), p. 142 []
  36. AEC, p. 203 [] []
  37. Aidan Dodson, The Coregency Conundrum, in Kmt 252, p. 31 []
  38. AEC, p. 419-420 []
  39. Philip Derstine, The Start of the Egyptian Lunar Month in Light of Early Eighteenth Dynasty Sothic and Lunar Dates, in Göttinger Miszellen 249 (2016), p. 45 []
  40. Filip Taterka, The Co-Regency of Thutmose III and Amenhotep II Revisited, in The Journal of Egyptian Archaeology (2019), p. 9-13. Taterka denkt dat het bewijs van de privémonumenten geen waarde heeft, omdat hij als het gaat om co-heerschappijen alleen in die van Thutmose III en Hatshepsut gelooft. Voor redenen om de privémonumenten juist wel te accepteren als bewijs, zie het stukje Co-heerschappijen in de inleiding op deze post. []
  41. Aston (2012), p. 293 [] [] [] []
  42. Betsy Bryan, The Reign of Thutmose IV (1991), p. 346 []
  43. H. R. Hall, Keftiu and the Peoples of the Sea, in The Annual of the British School at Athens, Vol. 8 (1901/1902), p. 160 []
  44. Volgens Michael C. Astour, Aegean Place-Names in an Egyptian Inscription, in American Journal of Archaeology, Vol. 70, No. 4 (Oct., 1966), p. 313-317:

    [?]w-k’-a-nu, mogelijk pa-k’-a-nu: pa-ki-ja-ne in Linear B, het schrift dat ze in Griekenland gebruikten, een belangrijke stad in het koninkrijk Pylos.

    di-qa-‘: qa is in het Egyptisch geschreven met q3, de hiëroglief voor hoog zijn (A 28) en het determinatief hoog. Dit is di-ka-ta-de in Linear B, en de berg Dikte, waar Zeus verborgen zou zijn als baby. Op Kreta stond volgens Diodorus Siculus de stad Diktaia.

    mi-dja-na-‘: in vershillende Linear B-teksten uit Pylos wordt me-za-na genoemd, het latere Messene.

    nu-pi-ra-yi: in Linear B na-pe-re-wa, een plaats in het koninkrijk Pylos, mogelijk voor een district *na-pe-re-e (zoals e-re-e-we van e-re-e) een perfecte match met het Egyptisch. Pausanis noemt een rivier Naphilos of Naliphos in dit gebied.

    ku-ti-ra: Kythera, een eiland tussen Kreta en de Peloponnesus, ku-te-ra3 en ku-te-ra-o in Linear B uit Pylos. Op Kythera is een stenen kop gevonden met de Egyptische naam van een tempel uit dynastie V.

    wa-’i-r(a)-yi: wa-e-ro is een plaats in het koninkrijk Pylos.

    ku-nu-sha: Konoso in Linear B, ofwel Knossos, waar Minos regeerde.

    ’a-m-ni-sha: Amniso in Linear B, op Kreta. Het huidige Amnisos op Kreta.

    ri-ka-ta: ru-ki-to in Linear B, waarschijnlijk Lyktos op Kreta. Lyktos wordt al door Homerus genoemd in de Ilias. []

  45. Gautschy (2014), p. 142 []
  46. Aidan Dodson, On the alleged ‘Amenhotep III/IV coregency’ graffito at Meidum, in Göttinger Miszellen (2009), de tekst heeft hij gepubliceerd hier []
  47. AEC, p. 209. Hier staat 58 of 59, maar dit moet jaar 59 zijn, volgens Alan H. Gardiner, The Inscription of Mes, A Contribution to the Study of Egyptian Judicial Procedure (1905), p. 11 [] [] []
  48. Aston (2012), p. 294 [] [] [] [] [] []
  49. AEC, p. 212 []
  50. AEC, p. 206 []
  51. Aston (2012), p. 301 []
  52. Peter F. Dorman, The Long Coregency Revisited: Architectural and Iconographic Conundra in the Tomb of Kheruef []
  53. AEC, p. 419 []
  54. B. Cotterell, F. P. Dickson en J. Kamminga, Ancient Egyptian Water-clocks: A Reappraisal, in Journal of Archaeological Sicence 13 (1986), p. 49 []
  55. Krauss (2015), p. 356 []
  56. James P. Allen, The Amarna Succession, zonder paginanummers [] []
  57. Athena Van der Perre, The Year 16 graffito of Akhenaten in Dayr Abū Ḥinnis. A Contribution to the Study of the Later Years of Nefertiti, in Journal of Egyptian History 7 (2014), p. 72-73. De maand III akhet, zoals op Wikipedia, is ook een mogelijkheid, maar minder waarschijnlijk. []
  58. AEC, p. 207-208 []
  59. AEC, p. 208 [] []
  60. Ancient Records, deel II, § 1027-1033 []
  61. Norman de Garis Davies en Seymour de Ricci, The rock tombs of El Amarna (1903), p. 4344, met voetnoot 1 op p. 44 []
  62. Simons (1937), p. 50 []
  63. Histoire des grands prêtres d’Amon de Karnak jusqu’à la XXIe Dynastie. Avec 5 planches; Inscriptions concernant les grands prêtres d’Amon, Romê-Ro et Amenhotep. Avec deux planches by Gustave Lefebvre, Review by: Alan W. Shorter, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 16, No. 3/4 (Nov., 1930), (1930), p. 260 []
  64. AEC, p. 376 []
  65. John Coleman Darnell en Colleen Manassa, Tutankhamun’s Armies: Battle and conquest during ancient Egypt’s late 18th Dynasty (2007), p. 179 []
  66. John Coleman Darnell en Colleen Manassa, Tutankhamun’s Armies: Battle and conquest during ancient Egypt’s late 18th Dynasty (2007), p. 182 []
  67. AEC, p. 209 [] [] []
  68. Dodson (2009), p. 108 []
  69. TIP, § 9 []
  70. Aston (2012), p. 294, met voetnoot 46 []
  71. Jacobus van Dijk, Maya’s Chief Schulptor Userhat-Hatiay, With a Note on the Length of the Reign of Horemheb, in Göttinger Miszellen 48 (1995), p. 32-34. Op p. 34 trekt hij zijn conclusies voor de standaardchronologie. []
  72. Van Dijk, op. cit., p. 34, voetnoot 25 []
  73. Van Dijk, op. cit., p. 34, voetnoot 27 []
  74. Nicolas Grimal, L’offrande d’un vétéran de l’an 16 d’Ḥoremḥeb, in Comptes rendus des séances de l’Académie des Inscriptions et Belles-Lettres, 162e année, N. 1 (2018), p. 319-338. Met dank aan ChatGPT voor de vertaling van het Frans. []
  75. Alexander Ahrens, Pharao Haremhab und die nördliche Levante. Bemerkungen zu einem Skarabäenabdruck us Tall Mišrife / Qaṭna, in Ugarit-Forschungen, Internationales Jahrbuch für die Altertumskunde Syrien-Palästinas, Band 45 (2014), voetnoot 24 op p. 6-7 []
  76. Robert J. Demarée, Two Papyrus Fragments with Historically Relevant Data, in Rivista del Museo Egizio 7 (2023), p. 66-67 []
  77. Dodson (2009), p. 109-112 []
  78. John Coleman Darnell, Opet Festival, in UCLA Encyclopedia of Egyptology, 1(1) (2010), p. 1 []
  79. Ancient Records, deel III, § 20 []
  80. Ancient Records, deel III, § 21 []
  81. Simons (1937), p. 134-136 []
  82. Alexander Ahrens, Pharao Haremhab und die nördliche Levante. Bemerkungen zu einem Skarabäenabdruck us Tall Mišrife / Qaṭna, in Ugarit-Forschungen, Internationales Jahrbuch für die Altertumskunde Syrien-Palästinas, Band 45 (2014), p. 1-5 []
  83. Ancient Records, deel III, § 33-36 []
  84. Dodson (2009), p. 117 []
  85. Dodson (2009), p. 120 []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *