Mozes en zijn adoptiemoeder, de dochter van een farao 1
Inleiding
Hieronder volgt een overzicht van de koningen en farao’s die genoemd worden in het boek Exodus. Tijdens de exodus waren er meerdere koningen (Psalm 105:30), en ik ga ervanuit dat Mozes dat zo beschreef in zijn boeken. Dat is naar mijn theorie namelijk mogelijk als hij met “koning van Egypte” en “farao”, woorden die door elkaar heen worden gebruikt, twee verschillende mensen bedoelde.
Een deel van onderstaande identificaties staat voor mij vast, maar het is mogelijk dat toekomstige inzichten sommige identificaties weer veranderen. Dat komt omdat Mozes gewoon niet specifiek genoeg is over een aantal van hen en de identificatie volledig afhangt van de chronologie. Het was ook niet Mozes’ doel om specifiek te zijn over Egypte; de Bijbel gaat over God en de Israëlieten, zoals bijvoorbeeld de twee vroedvrouwen die met naam en geloof worden genoemd (Ex 1:15, 17), niet de eer en glorie van hun onderdrukkers.
18 oktober 2022: Naar aanleiding van een belangrijke rectificatie zullen een paar identificaties in deze post, die volledig afhankelijk zijn van de chronologie, worden gewijzigd.
Het begin van de onderdrukking
Een koning van Egypte besloot om de Israëlieten met herendiensten te onderdrukken (Ex 1:8-11a). In dienst van de farao bouwde Israël twee voorraadsteden, Pitom en Raämses (Ex 1:11b).
De geschiedenis van deze twee steden begon bij Amenemhat I (1640-1611) uit dynastie XII. Aan het eind van zijn regering kwam de burgeroorlog uit vers 10.
In de standaardchronologie regeerde Amenemhat I alleen. Het is pas dankzij een op de Bijbel en archeologie gebaseerde datering van het Oude Rijk dat naar voren komt dat dynastie VI ook in Amenemhats tijd heerste. De enige die kort na de burgeroorlog gekroond werd is Merenre I (1612-1605). Bij hem passen alle details uit Exodus 1:8-11a.
De moord op de Hebreeuwse baby’s
Een koning van Egypte gebood de Hebreeuwse vroedvrouwen om de pasgeboren jongens te vermoorden (Ex 1:15-18). Maar Sifra en Pua vreesden God en luisterden niet. Toen de koning hen ter verantwoording riep antwoordden ze de farao, die zei dat de Egyptenaren de Hebreeuwse jongens moesten doden (vers 1:19-22). Dit had volgens Stefanus het resultaat dat de Israëlieten vele kinderen te vondeling legden (Hand 7:19).
Er zijn twee aanwijzingen om deze heersers te kunnen identificeren, en dan nog hangt het af van de chronologie. Mozes is namelijk niet specifiek genoeg over hen. De eerste aanwijzing is dat de koning minder macht had dan de farao. De koning gaf wel het bevel, maar de vroedvrouwen durfden hem ongehoorzaam te wezen en er werd pas gemoord toen de farao ingreep. De tweede aanwijzing is een chronologische. Het bevel van de farao moet tussen 1529-1526 zijn uitgegaan. Bij Mozes’ geboorte in 1526 2 werd namelijk voor zijn leven gevreesd (Ex 2:2), maar zijn 3 jaar oudere broer Aäron (Ex 7:7) kon wel opgroeien bij hun ouders (Ex 4:14).
In de familie van Amenemhat I regeerde op dit moment Senusret II (1546-1527) samen met zijn zoon Senusret III (1537-1499). Merenre I van dynastie VI was inmiddels opgevolgd door zijn jongere broer, Pepi II (1605-1511). Pepi wordt niet meer vermeld na jaar 31 (1575/4) of mogelijk jaar 33 (1573/2) 3 en als mijn theorie over de plaatsing van zijn dynastie klopt, had de familie van Amenemhat hier de grootste macht in handen.
Het apocriefe Boek van Jasher identificeert deze koning met degene die 94 jaar op de troon zat. 4 Dit kan meer zijn dan zomaar een verhaal, want Jasher heeft veel gegevens over deze koning en zijn dynastie die pas herontdekt werden toen de hiërogliefen waren ontcijferd; zie hier. Voor deze dynastie is Jasher, mits geïnterpreteerd, betrouwbaar. Omdat de koning in de Bijbelse verzen minder macht had dan de farao, en Pepi II het grootste deel van zijn 94 jaar niet wordt vermeld, denk ik dat hij de koning is.
De farao was er logischerwijs een uit Amenemhats familie. Dat kan Senusret II zijn, omdat hij over de macht van de koning heen ging. Bij zijn piramide is bovendien is een baby begraven. 5 Het is alleen omdat hij in 1527 stierf, dat Senusret III niet helemaal uit te sluiten is.
Mozes’ adoptiemoeder
De dochter van de farao adopteerde Mozes (Ex 2:5-10) toen hij drie maand oud was (vers 2-3) in 1526. Het is niet precies te zeggen wie haar vader was, omdat niets gezegd wordt over haar leeftijd en of haar vader op dit moment nog regeerde. Als dat wel zo is kan zij niet de dochter van de koning, maar van de farao, ofwel Senusret III, zijn. Maar hier is meer onderzoek naar nodig.
Update 25 juli 2022: Het is niet meer met zekerheid te achterhalen, omdat Mozes niet specifiek genoeg is over zijn adoptiemoeder en er alleen legendes over haar bewaard zijn gebleven. Maar zij kan de dochter zijn van Pepi II (1605-1611) en getrouwd zijn met Senusret III (1537-1499); zie hier.
De farao die Mozes wou vermoorden
Deze farao (Ex 2:15) wou dat in 1486 (Hand 7:23, 29-30). In de familie van Amenemhat I regeerde toen Amenemhat III (1518-1470), waarschijnlijk een zoon van Senusret III 6, en als Mozes’ adoptiemoeder inderdaad een dochter (25 juli 2022: de vrouw) was van Senusret III was Amenemhat Mozes’ halfbroer.
De koningen en farao rondom de exodus
Vlak voordat God Mozes riep stierf de koning van Egypte (Ex 2:23). Op dit moment was dynastie XII uitgestorven nadat twee nieuwe dynastieën waren opgestaan, XIII en XIV. Ik denk dat deze koning de laatste uit de familie van Amenemhat I was, want toen Mozes zijn schoonvader meldde dat hij terugkeerde naar Egypte, zei God dat “al de mannen die u naar het leven stonden, zijn gestorven.” (Ex 4:18-19) Hij kan dan alleen Amenemhat Sobekhotep (1451-1447) uit dynastie XIII zijn.
Mozes werd door God niet alleen naar de farao gestuurd (Ex 3:10-11), maar ook naar de koning van Egypte (Ex 3:18). De koning zal de opvolger van Amenemhat Sobekhotep zijn, Khendjer (1447-ca.1442). De farao van de exodus was niet Ramses II, maar kwam naar mijn idee uit dynastie XIV, en was dan Nehesy (ca.1446-1445).
laatste wijziging: 25 juli 2022
- By Distant Shores Media/Sweet Publishing, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=18898434[↩]
- Hij was 80 jaar oud bij de exodus in 1446 (Ex 7:7).[↩]
- AEC, p. 153[↩]
- Jasher 66:23-31, deze farao was in 63:4, 9 aan de macht gekomen en stierf pas in 76:44-62.[↩]
- David (1996), p. 250[↩]
- Royal Families, p. 95[↩]