Het gebied van Assyrië. 1 Haran, links, is het Bijbelse Haran waar de familie van Abrahams broer Nahor neerstreek, en hij een tijd woonde.
Inleiding
Op het eerste gezicht lijken de oude Assyriërs perfecte chronologen. Ze hebben een hele lijst nagelaten van hun minstens 100 koningen waarop van bijna iedereen bewaard is gebleven hoe lang ze geregeerd hebben. Ook gaven ze elk jaar een naam, en er zijn lijsten met jaarnamen teruggevonden die honderden jaren terug gaan.
In de standaardchronologie worden al die koningen netjes achter elkaar gezet. Het resultaat daarvan past bij Egypte en Babylon, dus het zou goed moeten zijn. Voor het eerste millennium past het ook bij de Bijbel. Maar het loopt mis als je het tweede en derde millennium vergelijkt met de Bijbel en een op de Bijbel gebaseerde chronologie van Egypte. Hieronder volgt een opsomming van de aan mij bekende punten waarop de chronologie van Assyrië scheef loopt met, voor zover mijn onderzoek gaande is, een mogelijke verklaring,
Jona
De profeet Jona werd door God naar Ninevé gestuurd, “want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht.” (Jona 1:2) Toen Jona eenmaal aankwam in Ninevé en begon te prediken, geloofden de mensen en de koning van Ninevé in God en bekeerden zich. Daarom keerde God Ninevé niet ondersteboven. (Jona 3) Deze generatie Ninevieten bleef ook daarna in God geloven (Mat 12:41).
Het is misschien controversieel om Jona op te roepen als getuige voor Assyrië. Dat hij drie dagen en nachten in de buik van een grote vis zat klinkt ongeloofwaardig, maar het staat in de Bijbel en ook volgens Jezus is het echt gebeurd (Mat 12:40). Voor een God die zo groot is dat Hij het leven kan scheppen (Gen 1) is het sturen van twee levens, van de vis en Jona, een eitje.
Deze koning van Ninevé is niet goed te dateren. Het enige wat gezegd kan worden is dat Jona profeteerde in de tijd van Jerobeam II (785/4-745) (2 Kon 14:25); de koning die zich bekeerde regeerde, afhankelijk van of Jona jong of oud was aan het begin en eind van Jerobeams regering, tussen 825-700. Maar in deze periode hoorde Ninevé bij Assyrië en de Assyrische koningen waren oorlogszuchtig en wreed. Assurnasirpal II (883-859) schreef: “I threw down their corpses in the mountain, massacred 172 of their fighting men, (and) piled up many troops on the precipices of the mountain. … I hung their heads on trees of the mountain (and) burnt their adolescent boys (and) girls. I returned to my camp (and) spent the night.” 2
25 maart 2024: De koning van Ninevé zegt dat de chronologie van Assyrië in deze tijd goed zit. Jona schreef in het dialect van het tienstammenrijk, dat onder invloed stond van het Aramees; op een standbeeld uit Gozan werd het Assyrische šakin, gouverneur, vertaald met het Arameese mlk, koning. In ieder geval in de 8e eeuw viel het land rondom een stad ook onder de gouverneur; op stelae uit Asssur wordt de “gouverneur van de stad Ninevé” ook “gouverneur van de provincie Ninevé” genoemd. Jona’s Ninevé was drie dagreizen groot (Jona 3:3), net als het volledige land van Ninevé in de tijd voor de kroning van Tiglath-Pileser III (744-727). Voordat Tiglath-Pileser het Assyrische rijk weer sterk maakte was het opgesplitst in gebieden die bestuurd werden door een paar machtige edelen. Niet de koning, maar zij schreven decreten, zoals in Jona 3:7. De brieven van de Assyrische koningen uit de archieven van Gozan, ook in het westen van Assyrië, zijn geschreven in Kalaḫ of Aššur, niet in Ninevé. Jona’s koning van Ninevé was daarom mogelijk Ninurta-mukin-aḫi, gouverneur van Ninevé in 789, of Nabu-mukin-aḫi, gouverneur in 761. 3
Psalm 83
Asaf, een van de tempelzangers die door David was aangesteld, dichtte in Psalm 83 over een flinke lijst tegenstanders van Israël. Zij dreigden Israël te vernietigen tot zelfs de naam Israël niet meer zou bestaan. In deze psalm schrijft Asaf: “Ook Assyrië heeft zich bij hen aangesloten, zij zijn voor de zonen van Lot een sterke arm geweest.” (vers 9) Assyrië was rond Davids tijd dus groot genoeg om twee landen in het huidige Jordanië te ondersteunen. Maar volgens de standaardchronologie ging het toen erg slecht met Assyrië, en was het flink flink geslonken.
Verklaring: Psalm 83 kan alleen over het Assyrië van Tukulti-Ninurta I (1051-1016) schrijven. In de periode voor het Neo-Assyrische rijk is hij de enige die over de woestijnen ten zuiden van Mesopotamië heerste en een sterke koning was, èn in zijn tijd behandelden de Assyriërs de zonen van Lot, ofwel de Suteeërs, bijzonder goed. Ook was er contact met Kanaän. Dit is 200 jaar na zijn datering in de standaardchronologie. Veel van zijn opvolgers heersten tegelijk met elkaar; zie hier.
Assur-uballit I
Assur-uballit I was een koning van Assyrië die schreef met Akhenaten (1105-1088). Dat geldt in elke chronologie, want twee brieven van Assur-uballit aan hem zijn bewaard gebleven. Maar omdat Akhenaten door mijn op de Bijbel gebaseerde chronologie 250 jaar later leefde dan in de standaardchronologie, wordt in één klap duidelijk dat er na Assur-uballit maar liefst 250 jaar van de Assyrische geschiedenis samengevouwen moet worden.
Verklaring: Assur-uballit I regeerde 1136-1102. De inkorting van 250 jaar bleek mogelijk te zijn en past bij mijn chronologie van Egypte; zie hier.
Tribuut aan Egypte
Thutmose III ontving in jaar 24 (1206/5) een tribuut van “the chief of Assur”, waaronder 5,625 kilo lapis lazuli, mooi lapis lazuli uit Babylon, vaten uit Assyrië van steen met kleur, en iets wat niet meer leesbaar is, maar heel veel was. 4 Datzelfde jaar kreeg hij een tweede tribuut van “the chief of Assur”, waaronder paarden, een dierenhuid die bedoeld was om een strijdwagen te beschermen, en minstens 190 wagens met hout. 5
Dit hoofd van Assur kan of gehandeld hebben met Babylon, of Babylon in bezit hebben. In de standaardchronologie zou mijn jaartal voor het tribuut wel uitkomen; Tukulti-Ninurta I, die zowel over Assyrië als Babylon heerste, was net gestorven, en alhoewel Babylon daarna weer onafhankelijk was kan zijn opvolger het lapis lazuli uit Babylon naar Egypte hebben opgestuurd. Maar Tukulti-Ninurta regeerde bijna 200 jaar later, dus hier moet een andere invulling voor worden gevonden.
Verklaring: Dit tribuut werd ontvangen toen Assur-nadin-ahhe I (na 1225-1203) regeerde. Volgens één van de brieven van Assur-uballit I aan Akhenaten schreef zijn voorouder Assur-nadin-ahhe met Egypte. 6
De Hyksos
Toen ca.1276 Ahmose I (1290-1265) de Hyksos uit Egypte verdreef, vluchtten ze volgens Manetho naar het noorden. Ver naar het noorden durfden ze niet te gaan, omdat ze bang waren voor de macht van de Assyriërs, die in die tijd de meesters waren van Asia. Ze bleven daarom in het zuiden van Israël. 7
Dit is op zich geen probleem, want als je de standaardchronologie vergelijk met mijn herziene chronologie van Egypte, klopt dat. Maar het loopt scheef omdat Assur-uballit I 250 jaar later moet worden gedateerd, en als Manetho gelijk heeft kan dit alleen over het Oud-Assyrische rijk gaan.
Cusjan Risjataïm
Cusjan Risjataïm was de eerste onderdrukker van Israël in Kanaän (1369-1361). Josephus noemt hem een koning van de Assyriërs; de enige naam op de Assyrische koningslijst die op Cusjan lijkt, is Kidin-Ninua. Risjataïm bekent “dubbele verdorvenheid” en Ninua kan een naam van een god zijn.
Het is alleen niet duidelijk of Josephus gelijk heeft over de Assyriërs. Of Cusjan Risjataïm Kidin-Ninua kan zijn, of eventueel een andere koning, hangt daarom volledig af van een Bijbelse versie van de chronologie van Assyrië.
Verklaring: Cusjan Risjataïm kan niet Kidin-Ninua zijn geweest. Hij was waarschijnlijk Muti-Chursjana, een koning die in 1376 door Samsu-iluna van Babylon (1402-1365) werd verslagen. Als Josephus gelijk heeft over de Assyriërs past Cusjan Risjataïm in de breuk in de bekende koningslijst. Voor de details, zie hier.
Salitis
Salitis (1445-1436) was de eerste Hyksos-koning in Egypte van dynastie XV. Hij is voor zover ik weet alleen bekend uit de bewaard gebleven fragmenten van Manetho, maar daarin wordt over Assyrië gesproken. Salitis verstevigde zijn meest oostelijke district “foreseeing that the Assyrians, as they grew stronger, would one day covet and attack his kingdom.”
In de standaardchronologie is dit een periode van verval, die meer dan een halve eeuw aan zou houden. Dat is absoluut geen periode waarin Assyrië sterker werd. Door de opmerking van Manetho bij de verdreven Hyksos kan dit alleen over het Oud-Assyrische rijk gaan.
Verklaring: Dit is de tijd van Samsi-Adad I (1445-1413), de machtigste Oud-Assyrische koning, wiens rijk na zijn dood al snel uit elkaar viel. Voor zover mij bekend heeft hij Egypte nooit aangevallen en was Salitis’ angst ongegrond. 25 maart 2024: Inmiddels heb ik mijn chronologie herzien en regeerde Salitis ca.1402-1384 en Samsi-Adad I 1461-1429. Voor een nieuwe mogelijke verklaring, zie Salitis.
Samsi-Adad I
Samsi-Adad I was de machtigste koning van het Oud-Assyrische rijk. Hij was een tijdgenoot van Hammurabi (1445-1403) en stierf in het tweede decennium van diens regering. Over het wanneer precies zijn de experts het niet eens, maar het was wel die regio. 8
Hammurabi’s datering is uiteindelijk gebaseerd op de Bijbel; vanuit zijn tijd zijn verschillende linken bekend met Egypte, waarvan de chronologie weer te koppelen is aan de Bijbel. Het gevolg is dat Samsi-Adad Assyrië uitbreidde in de periode dat Salitis voorzag dat de Assyriërs sterker werden.
Verklaring: Samsi-Adad I kan dankzij een zonsverduistering worden gedateerd op 1461-1429.
Abraham
Abraham streed ergens tussen 2091-2081 tegen een coalitie van vier Mesopotamische koningen, die zijn neef Lot gevangen hadden genomen. Abraham overwon hen en bevrijdde Lot. Wanneer Josephus hierover schrijft begint hij met “At this time, when the Assyrians had the dominion over Asia”. Volgens hem waren de vier koningen generaals van de koning van Assyrië. Hij noemt hun legers Assyriërs. 9
Als dit waar is en Samsi-Adad I in de 15e eeuw thuishoort, kan dit alleen gaan over een van de eerste koningen op de Assyrische koningslijst. Helaas is van hen weinig tot niks bekend. Ik heb ook niet eerder gelezen over een Assyrische overheersing van Asia in deze vroege periode, behalve in legendes over Ninus, die volgens de Grieken de stichter was van Ninevé. Als daar ook maar iets van waar is en Josephus gelijk heeft, leefde Abraham in de eerste eeuwen waaruit teksten bewaard zijn gebleven. De eerste koning na de zondvloed was namelijk Nimrod, een kleinzoon van Cham, in Sumerië, in wiens tijd Assur, een zoon van Sem en stamvader van de Assyriërs, in Assyrië verschillende steden bouwde, waaronder Ninevé (Gen 10:8-12).
Hoe dan ook, de naam van een van Abrahams tegenstanders, Tideal, de koning van de volken (Gen 14:1), lijkt op de eerste naam uit de Assyrische koningslijst, Tudiya. Tudiya was de eerste van 17 koningen die in tenten woonden. Meer wordt over hem niet gezegd. Maar als Samsi-Adad I de zoon was van de eerder genoemde Ila-kabkabi op de koningslijst en Ila-kabkabi en zijn voorgangers elk 25 jaar regeerden, regeerde Tudiya ergens tussen 2100-2050. Dit is erg speculatief en vraagt net als de vermelding van Assyrië als de oppermacht in Asia om veel meer onderzoek (als dat überhaupt mogelijk is, er is zo weinig bewaard gebleven).
Conclusie
De chronologie van Assyrië past in het eerste millennium uitstekend naast de Bijbel; er is een uitstekende match. Maar in de periode voor het jaar 1000 zit dat anders. Bij Assur-uballit I wordt al duidelijk dat de periode tussen hem en het jaar 1000 met maar liefst 250 jaar moet worden ingekort. De enige oplossing is dat verschillende koning tegelijk regeerden, mogelijk over verschillende delen van Assyrië.
Voor Assur-uballit moet Assyrië met nog eens 100 jaar worden ingekort. In de meest gebruikte versie van de standaardchronologie voor Mesopotamië stierf Samsi-Adad I namelijk in 1776, ruim 350 jaar voordat hij in een op de Bijbel gebaseerde chronologie gedateerd kan worden. Ik hoop ooit te kunnen bloggen hoe dat mogelijk is. Dat is een flinke puzzel die flink wat tijd vraagt, maar omdat dit vanuit de Bijbel te concluderen is ga ik ervanuit dat het klopt.
laatste wijzinging: 14 mei 2022
25 maart 2024: verklaring toegevoegd voor het tribuut van Thutmose III. Een paar dingen aangepast aan mijn nieuwe chronologie van Mesopotamië.
- Public Domain, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=16566644[↩]
- RIMA 2, p. 204[↩]
- Paul Ferguson, Who was the ‘King of Nineveh’ in Jonah 3:6? in Tyndale Bulletin 47.2 (Nov. 1996), p. 301-314[↩]
- Ancient Records, deel II, § 446[↩]
- Ancient Records, deel II, § 449[↩]
- Amarna, p. 39[↩]
- Flavius Josephus, Against Apion, 1.1.14[↩]
- Gojko Barjamovic, Thomas Hertel en Mogens Trolle Larsen, Ups and Downs at Kanesh. Chronology, History and Society in the Old Assyrian Period (2012), p. 24-25[↩]
- Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, 1.9[↩]