Categorieën
Babylon

Babylon I: Hammurabi

Het land van deze dynastie: vanaf het begin tot Hammurabi’s troonsbestijging (middelste versie van de standaardchronologie 1792) en het resultaat van zijn verovering bij zijn dood (middelste versie van de standaardchronologie 1750). Zijn zoon Samsu-iluna raakte het grootste deel van deze veroveringen weer kwijt. 1

Intro

De beroemdste koning van Babylons eerste dynastie is ongetwijfeld Hammurabi. Hij was de eerste in een aantal eeuwen die heel Mesopotamië veroverde en is bekend van een lange serie wetten. Hij was niet de eerste wetgever, maar wel de eerste waarvan de wetten bewaard zijn gebleven.

De datering van Hammurabi’s dynastie is in de standaardchronologie erg onzeker. Er zijn meerdere standaardopties, en allemaal hebben ze hun voors en tegens. Afhankelijk van de optie leefde Hammurabi 250-400 jaar voor Mozes (1446-1406). Mijn chronologie is een stuk korter en daardoor wat dwingender. Van de dynastie zijn een aantal linken bekend met Egypte, en een met de Bijbel, en dat is genoeg om hem precies te kunnen dateren.

Jabin als Ibni-Addu

In Hammurabi’s tijd regeerde Ibni-Addu over Hazor, een stad in het noorden van Israël. Uit alles wat over Ibni-Addu bekend is blijkt dat het mogelijk is om hem te identificeren met Jabin, de koning van Hazor die tegen Jozua streed (Joz 11:1) en tussen 1406-1401 door hem werd verslagen (vers 11). Voor de details, en de archeologische connectie tussen Avaris en Hazor, zie hier. Dit plaatst Hammurabi’s kroning uiterlijk omstreeks 1400.

Linken met Egypte

Verschillende uit andere bronnen bekende linken tussen Hammurabi en de chronologie van Egypte, zijn nogal vaag. Maar samen zegt het genoeg om het jaar van zijn kroning te kunnen plaatsen omstreeks 1470-1420. Dat past bij de bovenstaande identificatie van zijn tijdgenoot Ibni-Addu met Jabin.

Uit opgravingsgebied A/II in Avaris, een stad in het noordoosten van Egypte, komt een Akkadische zegelindruk. Hierop stonden de naam en titels van een hoge ambtenaar uit de tijd van Hammurabi tot het einde van zijn dynastie. Bij welk stratum in Avaris het zegel hoorde is onduidelijk. Een Oud-Babylonische zegelindruk uit hetzelfde gebied, gebruikt tijdens dynastie XXVII, komt waarschijnlijk ook uit het tempelgebied van area A/II. 2 Dit tempelgebied werd gebouwd tijdens strata F (ca.1410-1390)-E/2 (ca.1370-1345) en bleef in gebruik tot het eind van de Hyksosperiode. 3 Hammurabi werd bijna 200 jaar voor het eind van zijn dynastie gekroond en de Hyksostijd eindigde ca.1276. Dit is nogal vaag, want de periode van Hammurabi’s kroning komt uit op omstreeks 1610-1275.

In stratum G/4 in Avaris (ca.1460-1440) is een cilinderzegel gevonden dat gedateerd kan worden op de eeuw van Hammurabi. Dit is de 18e eeuw in de middenversie van de standaardchronologie, waarin Hammurabi 1792-1750 wordt gedateerd, ofwel vanaf vroeg in de 18e eeuw. Voor de details, zie hier. Hammurabi’s kroning is dan omstreeks 1560-1420 te dateren.

Uit opnieuw Avaris komt een fragment van een kleitablet. Het is slechts 2 x 1,1 x 1,1 centimeter, maar door de kwaliteit en de manier van schrijven is te concluderen dat dit kleitablet uit zuidelijk Mesopotamië komt, uit de tijd van Hammurabi’s opvolgers. De schrijfwijze, een cursief en heel klein geschreven steno, lijkt in Sippar vooral gebruikt te zijn in de late tijd van Ammi-saduqa (21 jaar) en in de tijd van Samsu-ditana (26 jaar), de laatste twee koningen van de dynastie. Het fragment komt uit stratum D/2 (ca.1305-1275). 4 In de put lag ook aardewerk uit de midden- en de late Hyksos-periode. 5 De Hyksostijd eindigde met de val van dynastie XV ca.1276. Internationale correspondentie werd waarschijnlijk na 20-40 jaar weggegooid, 6 wat de brief omstreeks 1320-1290 plaatst. Omdat Hammurabi bijna 200 jaar voor het eind van de dynastie werd gekroond kan dat op zijn vroegst omstreeks 1520 zijn geweest.

Een gefragmenteerd kruikje, beschilderd in de White Painted Pendant Line Style, komt uit Kültepe in Turkije. Het is gevonden in stratum Ib, dat dateert uit de tijd van Samsi-Adad I, een vroege tijdgenoot van Hammurabi, tot jaar 10 van Samsu-iluna, Hammurabi’s opvolger. 7 In Avaris komt dit type beschildering voor vanaf stratum G/1-3 (ca.1440-1410, het laatste uit de Midden-Bronstijd IIA) tot en met D/2 (ca.1305-1275). 8 In Kahun, Egypte, is een niet-late versie van deze beschilderingsstijl gevonden met aardewerk uit dynastie XII (1590-1412). 9 In onder andere Sirkeli Höyük in Turkije, Ras Shamra (Ugarit) in Syrië en verschillende sites in de zuidelijke Levant komt het voor in de Midden-Bronstijd IIA tot en met IIC. 10 Hammurabi regeerde dus op zijn vroegst aan het eind van de Midden-Bronstijd IIA, zodat zijn kroning in combinatie met de vorige alinea’s omstreeks 1470-1420 te plaatsen is.

Hammurabi was een tijdgenoot van Zimri-Lim van Mari, die weer een tijdgenoot was van Yantin-Ammu van Byblos, die weer een tijdgenoot was van Neferhotep I (ca.1386-1375) van de Egyptische dynastie XIII. 11 Hammurabi regeerde 43 jaar; als hij omstreeks 1470-1420 gekroond werd stierf hij omstreeks 1430/25-1380/75. Omdat onbekend is hoelang Yanti-Ammu regeerde is dat ongeveer genoeg.

Hammurabi en C14

C14-datering levert jaartallen op die niet passen bij de meeste chronologieën die gebaseerd zijn van de Bijbel, waaronder de mijne. Het enige wat ik er daarom van meeneem is de volgorde van verschillende koninkrijken en strata, want deze klopt duidelijk. 12 (De reden dat deze manier van dateren eeuwen afwijkt ken ik niet.)

Twee vondsten van hout uit ongeveer Hammurabi’s tijd kunnen gedateerd worden met de C14-methode. Het oudste hout komt uit Kültepe, uit het bovengenoemde stratum Ib, en werd gebruikt bij de bouw van het Warshama-paleis. Dit is gebouwd voor het jaar REL 142 (dat is 39 jaar voor Hammurabi’s kroning; Samsi-Adad stierf in REL 197, ofwel in jaar 17 van Hammurabi). In Acemhöyük, in het Sarıkaya-paleis, zijn zegels gevonden uit Samsi-Adads regering en kleitabletten uit zijn laatste decennium. Höflmayer en Manning komen met een op C14-gebaseerde dendrologie uit op een datering van het Warshama-paleis op ongeveer 1837-1826 en voor het Sarıkaya-paleis op ongeveer 1778-1767. Ze hebben het hout niet met C14 gedateerd, maar de ringen van de gebruikte bomen vergeleken met de bekende dendrologie. 13 In een eerdere paper kwamen Manning en anderen met dezelfde methode uit op 1855-1839 voor het Warshama-paleis en 1797-1781 voor het andere. 14

De connectie tussen het Warshama-paleis en de kleitabletten met de REL-jaartallen is alleen niet zo precies. De kleitabletten komen uit de benedenstad, het paleis stond ergens anders. Het is waarschijnlijk dat ze tijdgenoten waren, maar niet zeker. 15 Er wordt vanuit gegaan dat de vorige benedenstad en het aan het Warshama-paleis voorafgaande Old Palace tegelijk verbrandden, maar het kunnen ook twee verschillende vuurzeeën zijn. 16 Ook is de dendrologische chronologie in de Midden-Bronstijd niet precies aan te haken aan latere periodes, omdat er uit sommige periodes te weinig bomen zijn overgebleven om een stevige tijdschaal te kunnen neerzetten. Daarom is de dendrologische chronologie gedateerd met C14. 17 Er zijn redenen om voorzichtig te zijn met dendrologie. 18 Door dit alles neem ik deze dateringen van Hammurabi met een korreltje zout.

Klopt de dendrologische C14-datering, dan was Hammurabi’s kroning rond 1800-1790, of 1820-1810. 1800-1790 is in C14-termen in Avaris ongeveer de tijd van stratum E/3 (ca.1390-1370); 1820-1810 is in het laatste deel van stratum F (ca.1410-1390). 19 Het hierboven genoemde cilinderzegel uit stratum G/4 (ca.1460-1440) plaatst Hammurabi’s kroning daarentegen uiterlijk rond 1420. Van de periode 1470-1420 blijft in combinatie met de C14-dateringen daarom alleen het eind van die periode over, zeg omstreeks 1440-1420.

Observaties van Venus

Enuma Anu Enlil is een serie kleitabletten, waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen astronomie en astrologie. Aan de hand van serieuze observaties werden toekomstvoorspellingen gedaan. Het 63e kleitablet hiervan bevat een serie observaties van de planeet Venus. Het tiende voorteken is: “If Venus sets in the east on the 25th of Addaru, it is the year of the golden throne”. Een gouden troon, dúr-gar, wordt vermeld in zowel jaarnaam 8 van Ammi-saduqa als jaar 21 van Samsi-ditana, maar het kleitablet wordt vrijwel altijd toegeschreven aan Ammi-saduqa’s tijd. Deze observaties worden zowel gebruikt om hem te dateren als opzij geschoven, omdat veel van de datums niet kunnen kloppen. 20

Worden de observaties serieus genomen, dan zijn er door de combinatie van de Babylonische maankalender met de vermelde data in heel de periode 1961-1192 slechts 10 mogelijke jaren waarin begonnen kan zijn met observeren; zie de rode M’en in deze tabel. Met Hammurabi’s kroning rond 1440-1420 blijft alleen het jaar 1299 over als jaar 1 van Ammi-saduqa. Omdat de interne chronologie van de dynastie goed bekend is kan nu worden berekend dat Hammurabi regeerde in 1445-1403.

Voor de details van de observaties, zie onder, Ammi-saduqa.

Controle: 9 scarabeeën uit Syrië

Met dank aan de plaatsing van de Venusobservaties kunnen alle koningen van de dynastie tot op het jaar precies gedateerd worden. Voor de periode van Hammurabi’s opvolger Samsu-iluna (1402-1365) tot en met Ammi-saduqa (1299-1279) is daar een controle op: een extra connectie met Egypte.

Samsu-iluna versloeg in jaar 27 (1376) Yadiḫ-abu, de koning van Ḫana. Kleitabletten van Yadiḫ-abu’s opvolger, Kaštiliašu, zijn gevonden in de tempel van Ninkarrak in Terqa, een stad in het oosten van Syrië die bij zijn rijk hoorde. Hier lag ook een groep van maar liefst 6637 kralen met 9 scarabeeën. Scarabeeën zijn een uitvinding van Egypte, maar deze werden gemaakt in de Levant. 8 scarabeeën zijn slechts 1 centimeter en komen uit de Midden-Bronstijd IIB. De laatste is groter, 2,1 centimeter, en komt uit de transitieperiode Midden-Bronstijd IIB naar IIC. 21

In Avaris kwam de transitie Midden-Bronstijd IIB-IIC tegelijk met het begin van stratum D/3 (ca.1325), wat in C14-termen 1750-1700 is. In Tel Kabri in het noorden van Israël kwam diezelfde transitie in dezelfde termen iets later, omstreeks 1700. 22 1325 is zo’n 50 jaar na de vermelding van Yadiḫ-abu. Een deel van het verschil kan worden verklaard omdat de Midden-Bronstijd zich in fases vanuit Mesopotamië in de richting van Egypte verspreidde; zie hier. Dat waren alleen geen stappen van 50 jaar. De duur van een stratum in Avaris, ongeveer 20 jaar, is een logischer stap; zie de inleiding van deze post. Dat plaatst de grote scarabee op zijn vroegst ca.1350-1340.

Na het verslaan van Yadiḫ-abu kreeg Samsu-iluna zijn koninkrijk in handen, want op zijn regering is een kleitablet gedateerd. Hierna werd het land opnieuw zelfstandig onder Kaštiliašu, Šunuḫru-Ammu en diens zoon Ammi-madar, waarna Ammi-saduqa van Babylon (1299-1279) het koninkrijk inlijfde; zijn naam is in Terqa gevonden. 23 Dit is 77-97 jaar na Yadiḫ-abu’s oorlog met Samsu-iluna (1376). De laatste stierf in 1365 en als Kaštiliašu op dat moment aan de macht kwam, regeerden hij en zijn twee opvolgers gemiddeld 25-32 jaar per persoon. Kaštiliašu’s tijd en die van de scarabeeën kan dan worden geschat op 1365-1340/35. Dat lost het probleem van de vorige alinea op èn laat de chronologie van Hammurabi’s dynastie opnieuw passen bij die van Egypte.

Maans- en zonsverduistering in Babylon

Op kleitablet 20 van de Enuma Anu Enlil staat een maansverduistering in maand XI (januari/februari) beschreven, die 14 dagen later gevolgd werd door een zonsverduistering. De bijbehorende voorspelling is dat Babylon verwoest zal worden, de koning zijn regering zal eindigen en Ur de macht van Babylon zal stelen. 24

Een eerste gedachte is dat dit gaat over het einde van Hammurabi’s dynastie, omdat Babylon eerder niet belangrijk genoeg lijkt. Babylon werd daarentegen niet verslagen door Ur, maar door de Hethieten. In mijn chronologie levert het extra problemen op. Zowel rond 1279, toen Babylon viel, als 1253, toen de dynastie eindigde, is deze combinatie van eclipsen niet te vinden. Voor beide jaartallen, zie onder, Samsu-ditana. Ur was vier eeuwen eerder wèl belangrijk genoeg om Babylon te veroveren. Voor mmijn plaatsing van deze verduisteringen in de tijd van Shulgi van Ur III, zie hier.

Sumu-abum

Sūmû-abum
1542/33-1529/0

King List B 25: Sumuabi, koning, 15 jaar. Deze koningslijst is niet erg betrouwbaar en staat er alleen bij voor de volledigheid. Uit een analyse van de regeringsjaren door Poebel bleek dat de schrijver kopieerde van een beschadigd origineel en die op een wiskundige manier herstelde. Het is ook mogelijk dat de schrijver de afkomsten van de koningen invulde waar deze niet meer leesbaar was.26

Kleitablet P365131 noemt al Sumu-abums 14 jaren. Daarnaast wordt hij onder andere vermeld op een cylinderzegel van zijn dienaar Daganīila. 27

Hij komt niet voor in kleitabletten uit Babylon, maar wel op kleitabletten uit Dilbat, Kisurra, Sippar en Der. 28

Sumu-abum heerste samen met zijn zoon, Sumu-la-El. In Sippar wordt Sumu-la-El namelijk als koning vermeld met een variant op jaarnaam 9 van zijn vader. Sumu-abum was belangrijker; volgens IM 4922 kreeg Sumu-abum [x] sjekel goud en een kruik wijn, maar Sumu-la-El alleen een kruik wijn. 29 Ze regeerden dus minimaal 5 volledige jaren samen, in de jaren 10-14 van Sumu-abum.

Sumu-abum zou Suabu zijn, een tijdgenoot van Ilu-shuma van Assyrië; zie Ilu-shuma voor de chronologische reden waarom dat onmogelijk is.

Oorlog

Sumu-abum veroverde gebieden van Sumu-El van Larsa (1547-1519), die Sumu-El nog maar kort geleden had veroverd. Voor de details, zie hier.

Sumu-la-El

Sūmû-la-El
1533-1498

King List B: Sumulail, 35 jaar

Al zijn 36 jaar staan op kleitablet P365131. Hij wordt vermeld op drie zegels van zijn dienaren. 30 Zijn nakomeling Samsu-iluna herstelde zes forten die door Sumu-la-El waren gebouwd, en vanzelf ruïnes waren geworden.31

Zijn dochter Šallurtum was getrouwd met koning Sîn-kāšid van Uruk. 32

Oorlog

Sumu-la-El nam zijn vaders oorlog tegen Sumu-El van Larsa (1547-1519) over, en als je hun jaarnamen vergelijkt won Sumu-la-El. Voor de details, zie hier.

Zijn jaarnaam 18 (1516) was “the year Iahzir-El was driven out of Kazallu”. Dit is rond de tijd dat een jaar van Erra-imitti van Isin (1522-1516) “the year the wall of Kazallu was destroyed” heette. 33

Jaarnaam 4 van Sin-iddinam van Larsa (1500): “Year the army of Babylon was smitten by weapons”.34 Varianten van jaarnaam 5 van Sin-iddinam (1499) zeggen dat hij Babylon versloeg. 35 Jaarnaam 34 van Sumu-la-El (1500) is “Year Sumulael … (and) … was smitten by the weapons …” en jaarnaam 35 (1499) is “Year in which (Sumulael) brought 2 daises for Enki in the house of his father”.

Sabium

Sābium
1497-1484

King List B: Sabu, zijn zoon, hetzelfde (koning), 14 jaar

Zijn 14 jaar stonden ooit allemaal op kleitablet P365131, maar van de eerste 6 is de naam niet bewaard gebleven. De optelling 14 wel. Ook op P491358 is de optelling 14 bewaard gebleven.

Van zegels zijn een zoon, Ibbi-Sîn, en vier dienaren bekend. 36 Zijn dood wordt vermeld in een jaarnaam van koning Immerum van Sippar. 37

Oorlog

Jaarnaam 7 (1491) van Sabium is: “Year the army of Larsa was smitten by weapons”. 35 Sin-iqisham van Larsa meldt in jaarnaam 5 (1489) dat hij onder andere Babylon versloeg met wapens, 38 maar Babylon moet ook een overwinning hebben behaald, want het enige kleitablet uit Nippur dat gedateerd is op een jaarnaam van een koning van Babylon, komt uit maand IX van jaar 9 van Sabium (1489).39

Sabiums jaar 12 (1486) was hetzelfde jaar als nummer 2 van Warad-Sin (1487-1476) van Larsa; zie hier.

Apil-Sin

Apil-Sîn
1483-1466

King List B: Apil-Sin, zijn zoon, hetzelfde, 18 jaar

Zowel P365131 als P491358 geven voor hem 18 jaarnamen. Naast die lijsten is van hem niks bekend. 40

Zijn jaarnamen gaan bijna alleen over wat hij deed voor zijn goden en het bouwen van stadsmuren. Een verfrissende uitzondering hierop is: “Year in which Apil-Sin washed himself / shaved himself”.

Sin-muballit

Sîn-muballiṭ
1465-1446

King List B: Sinmuballit, zijn zoon, hetzelfde, 30 jaar

Zowel P365131 als P491358 noemen voor hem 20 jaarnamen. Zijn zoon Hammurabi noemt zich “machtige erfgenaam van Sin-muballit”, 41, zijn kleinzoon Samsu-iluna meldde dat de muur van Nippur door Sin-muballit was gebouwd.42

Oorlog

Jaarnaam 13 (1453) is: “Year the troops and the army of Larsa were smitten by weapons”. Dit is in het midden van een serie oorlogen van Rim-Sin I van Larsa (1475-1416). Jaarnaam 16 (1450) is: “Year the city of Isin was seized”. Rim-Sin had Isin volgens jaarnaam 30 (1446) overwonnen volgens zowel jaarnaam 25 (1451) en 30 (1446), wat betekent dat hij de stad kort kwijtraakte aan Sin-Muballit.

Hammurabi

Ḫammu-rāpi
1445-1403

King List B: Hammurabi, zijn zoon, hetzelfde, 55 jaar

Kleitablet BM96695 noemt zijn jaren 30-43, gevolgd door jaar 1-6 van Samsu-iluna. Het totaal van deze periode was 20 jaar. 43 P513457 is gebroken, maar de jaren 5-43 zijn bewaard gebleven en worden gevolgd door de vermelding dat [Hammurabi] 43 jaar [regeerde], en de jaren 1-13 van Samsu-iluna. Ook P365131 heeft voor Hammurabi 43 jaar.

Assyrië en Larsa

Er is veel over Hammurabi’s tijd te vertellen, maar het is voor mijn chronologie niet nodig om daar veel over uit te wijden. Ik hou het bij twee punten:

  • Assyrië: vanuit kleitabletten in Mari kan berekend worden dat Samsi-Adad I van Assyrië stierf in Hammurabi’s jaar 17. Hierdoor kunnen Samsi-Adads dynastie en hun voorgangers worden gedateerd; zie hier.
  • Larsa: Hammurabi trok in jaar 30 op tegen Rim-Sin I van Larsa. Larsa werd ingelijfd in het Babylonische rijk en Rim-Sin naar Babylon gebracht. Hierdoor kunnen Rim-Sin en zijn voorgangers gedateerd worden; zie hier.

Maansverduistering van Mari

In het eponiem (de jaarnaam) Asqûdum, wat jaar 11-12 van Hammurabi is (1435-1434), schreef de waarzegger Asdûqum naar wie het jaar genoemd was, over een maansverduistering: “To my lord speak thus: Thus (speaks) your servant Asqûdum. On the 14th day (of the month), an eclipse of the moon took place. The taking place of this eclipse was evil, (but) the omen for my lord was good and the omens were good for the upper district (meaning the upper part of the Euphrates river valley). Now (from) where my lord is, he should take these omens for his own good and for the good of the city of Mari, and let not the heart of my lord be troubled. Also, would that my lord sends me a response to my tablet so that he will put my heart at ease.” 44 De verduistering was volledig, en niet, zoals weleens verkeerd gelezen is, gedeeltelijk. 45

Mari ligt aan de oostgrens van Syrië. In 1435-1434 waren daar twee volledige maansverduisteringen, 13 januari 1434 en 9 juli 1434.

Helaas blijkt deze informatie lang niet zo precies te zijn als gedacht. Na een controle van Asqûdums brieven bleek geen daarvan gedateerd te zijn, inclusief degene over de maansverduistering. Bovendien is niet eens duidelijk aan welke koning van Mari Asqûdum deze brief schreef. 45

Relatie met Israël

Hammurabi was een tijdgenoot van Ibni-Addu, de koning van Hazor. Het is mogelijk om hierin koning Jabin van Hazor te herkennen, een van Jozua’s tegenstanders (Joz 11:1).

Samsu-iluna

Samsu-ilūna
1402-1365

King List B: Samsiiluna, zijn zoon, hetzelfde, 35 jaar

Hij regeerde 38 jaar, volgens kleitabletten P513457 en P365131.

Na Hammurabi’s dood kreeg hij te maken met vele opstanden. Eén daarvan werd geleid door Rim-Sin II (1395-1389), de koning van Larsa, maar Samsi-iluna kreeg hem eronder.

Relatie met Israël

Hij versloeg Muti-Chursjani, een koning die mogelijk in Syrië of omgeving regeerde. Muti-Chursjani is te identificeren met Cusjan Risjataïm, de eerste onderdrukker van Israël in het Beloofde Land (1369-1361).

Abi-eshuh

Abī-ešuḫ
1364-1337

King List B: Ebishum, zijn zoon, hetzelfde, 25 jaar

P513457 geeft hem 28 jaar.

Ammi-ditana

Ammī-ditāna
1336-1300

King List B: Ammiditana, hetzelfde, 25 jaar

P513457 is voor hem gebroken, wel bewaard zijn de jaren 31-37, gevolgd door de vermelding dat [Ammi-ditana] 37 jaar [regeerde] en de jaren 1-7 van Ammi-saduqa. Aan het eind staat 37 jaar voor Ammi-ditana vermeld. P513455 noemt al zijn 37 jaarnamen, gevolgd door de eerste 16 van Ammi-saduqa.

Ammi-saduqa

Ammī-ṣaduqa
1299-1279

King List A: [x (jaar) Ammi-saduqa]
King List B: Ammisaduga, hetzelfde, 22 jaar

P513457 eindigt met jaar 17 van zijn regering. Uit de periode daarna komen nog 4 jaarnamen. De Venusobservaties uit de Enuma Anu Enlil lopen door tot het eind van jaar 21. Hij zal daarom 21 jaar hebben geregeerd.

Voor de schatting dat hij op kleitabletten uit Hana, een koninkrijk in Syrië, ongeveer 190-225 jaar voor Tukulti-Ninurta I van Assyrië (1051-1016) wordt vermeld, zie hier.

Venus

Deze observaties van Venus werden gedaan om de toekomst te voorspellen; elke observatie werd gezien als een voorteken. Het originele kleitablet met deze observaties, nummer 63 uit de serie Enuma Anu Enlil, bestaat niet meer, in plaats daarvan moeten we het doen met kopiën die honderden jaren later werden gemaakt. En daarbij zijn behoorlijk veel overschrijffouten gemaakt. Volgens Peter J. Huber is zelfs zo’n 20-40% van de observaties fout. Ze wijken namelijk regelmatig af van wat door astronomen verwacht kan worden. 46

Voor de onderstaande tabel heb ik de datums van het kleitablet vergeleken met de datums waarop Venus volgens Stellarium in Babylon uit de hemel verdween en weer zichtbaar werd. Ik heb Stellarium ingesteld op een vlakke horizon, zodat in alle gevallen de maximale datums naar boven kwamen. De datums van het kleitablet hoeven namelijk niet precies te zijn. Een en ander aan zichtbaarheid wordt ongetwijfeld beïnvloed doordat ten westen van Babylon een woestijn was, en ten oosten bergen. 47 Er zit speling in de observaties en de werkelijke zichtbaarheid van Venus. Dat heeft te maken met refractie, licht dat gebogen wordt bij de horizon. Dit verschil kan 1 dag zijn, maar oplopen tot 4. 48 Ook in het eerste millennium v.Chr. zijn er verschillen tussen de in Babylon gedane observaties en de berekende datums. Dat heeft te maken met hoe dicht Venus vanaf de Aarde gezien naast de Zon staat. Voor de dagen waarop Venus verdween in het westen en opkwam in het oosten wijken de observaties zo’n 3 dagen af, voor de dagen waarop Venus verdween in het oosten en opkwam in het westen wijkt het zo’n 6-7 dagen af. 49 De Babylonische kalender werd gaandeweg de eeuwen steeds nauwkeuriger. Afhankelijk van hoe nauwkeurig de kalender was in Ammi-saduqa’s tijd is het mogelijk dat de datums nog een dag scheef kunnen zitten. 50

Hunger en Pingree schrijven dat iedereen die voorspellingen 11-21, ofwel de observaties over de jaren 9-17, en voorspellingen 34-37, over de jaren 19-21, gebruikt, de tekst flink moet wijzigen. Gurzadyan neemt zelfs aan dat alleen de relatieve opvolging van de boven- en benedenconjuncties bewaard is gebleven op het kleitablet, en niet de precieze maankalender. 51 Ik heb ze er voor de volledigheid toch hieronder bijgezet.

Geen enkele kopie van dit kleitablet is volledig bewaard gebleven, maar doordat er minstens 15 fragmenten bekend zijn is het mogelijk om de volledige lijst te reconstrueren. Voor een chronologie voegen de bijbehorende voorspellingen niets toe, op de vermelding van het jaar van de gouden troon na. Wel interessant zijn de vermeldingen van de periodes waarin Venus onzichtbaar bleef, waaruit het bestaan van verschillende verder onbekende schrikkelmaanden afgeleid kunnen worden. 52 De observaties met een * kloppen volgens Huber waarschijnlijk niet, en dat geldt voor elke chronologie. 53 Een + betekent dat dit verschil met de observaties ook in andere chronologieën voorkomt. 54 In jaar 14 zou een schrikkelmaand VIb hebben bestaan, maar dat is onzeker. Als deze bestond moet er een (extra) fout in de tekst zitten. 55 De observaties in de jaren 14-16 passen het beste zonder deze schrikkelmaand, dus ik heb hem genegeerd.

In de onderstaande tabel betekent WS het verdwijnen van Venus uit de westelijke hemel, ER is het weer zichtbaar worden in het oosten, ES het verdwijnen in het oosten en WR het weer zichtbaar worden in het westen. De uit Stellarium gehaalde datums van laatste zichtbaarheid liggen als het goed is na de opgeschreven datums, en de datums van eerste zichtbaarheid na de opgeschreven datums. Het resultaat is vergelijkbaar met de meeste standaardchronologieën.

JaarDatumGebeurtenisEerste zichtbaarheid (Stellarium) Laatste zichtbaarheid (Stellarium)
1XI 15WS9 feb 1298 = XI 17
XI 18 (of 28)ER7 feb 1298 = XI 15
2VIII 11ES13 nov 1298 = VIII 27
X 19WR17 dec 1298 = X 3
3VI 23WS31 aug 1297 = VI 24
VII 13ER15 sep 1297 = VII 9
4VII (sic, IV) 2ES17 jun 1296 = IV 19
VI 3WR11 jul 1296 = V 14
5II 2WS18 apr 1295 = I 29 +
II 18 (of 28)ER21 apr 1295 = II 2
IX 25 (of 12)ES21 jan 1294 = X 11
IX 29 (of 16, of 28)WR24 feb 1294 = XI 15
6VIII 28WS24 nov 1294 = VIII 23
IX 1ER29 nov 1294 = VIII 28
7V 21ES28 aug 1293 = VI 6
VIII 2WR22 sep 1293 = VII 2
8IV 25 *WS25 jun 1292 = IV 11
V 2 *ER6 jul 1292 = IV 22
XII 25ES26 mrt 1291 = I 19 in jaar 9
9III 11 *WS4 mei 1291 = II 297 feb 1290 = XII 13
XII 15 (of 16)ER5 feb 1290 = XII 11
10VIII 10ES11 nov 1290 = VIII 24
X 16WR14 dec 1290 = IX 27 +
11VI 26WS29 aug 1289 = VI 20 +
VIb 7 (of 8)ER13 sep 1289 = VIb 6
12I 9 (of 8) *ES14 jun 1288 = III 15
VI 25 (of 24) *WR9 jul 1288 = IV 10
13II 5 *WS16 apr 1287 = I 25
[II] 12 (of III 12) *ER18 apr 1287 = I 27
X 20 (of 21, of 24)ES19 jan 1286 = XI 7
XI 11 (of 28) *WR22 feb 1286 = XII 12
14VII 10 (of 11, of 3) *WS21 nov 1286 = VIII 17
VIII 26 (of 28, of 27)ER27 nov 1286 = VIII 23
15V 20 (of 21)ES26 aug 1285 = VI 2
VIII 5 (of IX 5)WR21 sep 1285 = VI 28
16V 5 (of VIII 5)WS22 jun 1284 = V 7
V 20 (of IV 20)ER3 jul 1284 = V 18
XII 15 *ES24 mrt 1283 = I 16 in jaar 17
17III 25 (of 4)WR1 mei 1283 = II 24
XII 10WS4 feb 1282 = XII 8 +
XII 14ER3 feb 1282 = XII 7
19VIb 1 *WS27 aug 1281 = VIb 17
VIb 17 (of 14) *ER11 sep 1281 = VII 1
20III 25ES11 jun 1280 = IV 9
VI 24 (of “14 or x“)WR7 jul 1280 = V 6
21I 27 (of 28, of 26) *WS14 apr 1279 = I 22
II 3 *ER16 apr 1279 = I 24
[X] 28ES16 jan 1278 = XI 16 +
XII 28WR20 feb 1278 = XII 9

Samsu-ditana

Samsu-ditāna
1278-1253

King List A: [x (jaar) Samsu-ditana]
King List A: [x (jaar)] Eleven king(s), […] Dyn[asty]
King List B: Samsuditana, hetzelfde, 31 jaar

Van hem zijn 26 jaarnamen bekend, plus een paar fragmenten van jaarnamen.

Zijn jaren 1-5 worden genegeerd op de gevonden kleitabletten uit Babylon, en jaar 6 wordt slechts één keer vermeld. Jaar 8 is genoemd naar zijn koningschap in Babylon. Alleen in de latere Babylonian King List B wordt hij de zoon van Ammi-saduqa genoemd. Heel ongebruikelijk is dat geen enkele tekst uit zijn tijd een voorbij gegane jaarnaam uit de tijd van zijn drie voorgangers noemt. 56 Jaar 8 heet “Year (Samsu-ditana made) for Enlil the lord of Babylon a statue of his lordship / representing him like a lord”. Hij was mogelijk een rebel. 57 Als dit geen toeval is regeerde hij in zijn eerste jaren niet over Babylon.

Babylon lijkt ten onder te zijn gegaan door een opstand van haar eigen soldaten. Samsu-ditana’s macht werd steeds kleiner. Hij verloor Dilbat en Kish in jaar 14 en Sippar in jaar 19, en zijn laatste documenten uit Babylon komt uit jaar 26. De laatste documenten uit Sippar en Babylon gaan over hoge zilverleningen om per rivier graan te kopen, en tol- en losgeld. De enige reden om hem 31 jaar te geven is de vermelding daarvan op de Babylonian King List B. 58 Omdat deze King List vaker onbetrouwbaar is eindig ik zijn regering met 26 jaar.

De val van Babylon

In de Babylonische ABC 20, de Chronicle of Early Kings, staat: “At the time of Samsuditana the Hittites marched against Akkad.” In de Hethitische Telepinu Proclamation staat: “Later he (Muršili I) went to Babylon, he destroyed Babylon, he repulsed the Hurrians, and he kept the civilian captives of Babylon and its goods in Ḫattuša (zijn hoofdstad in Turkije).”

De Babyloniërs schrijven niet dat de Hethieten Babylon hebben ingenomen en Telepinu niet dat dit het Babylon van Samsu-ditana was, maar beide teksten passen bij elkaar. Muršili maakte dus een einde aan Hammurabi’s dynastie. Hij zou niet terugkeren naar Babylon; bij thuiskomst in Ḫattuša werd hij vermoord door zijn zwager en diens schoonzoon. 59

In de archeologie gevonden verwoestingen komen daarentegen niet uit Samsu-ditana’s tijd, maar kunnen met dank aan kleitabletten gedateerd worden op het laatste jaar van Ammi-saduqa. Het is dus mogelijk dat Muršili niet Samsu-ditana, maar Ammi-saduqa aanviel. 60 Als ABC 20 gelijk heeft dat de Hethieten in Samsu-ditana’s tijd aanvielen is dit een aanwijzing dat de laatste in 1279 al regeerde.

Maansverduistering van Tell Muḥammad

Deze verduistering wordt vermeld in Tell Muḥammad, in de buurt van Bagdad. Het eerste kleitablet, gedateerd op dag 10 van maand V (begon in juli/augustus), vermeldt de maansverduistering en de ander is gedateerd op maand I van het jaar “38th year after Babylon was resettled”. Op een maankalender is dag 10 onmogelijk voor een eclips, dag 14-15 is wel mogelijk. 61 Zowel Banjevic als Gurzadyan denken kennelijk dat dag 10 geen fout was, maar dat de verduistering op die dag 10 in maand V al voorbij was. Banjevic vindt namelijk de verduistering van 26 mei 1506 een goede kandidaat 62 en Gurzadyan die van 16 mei 1459. 63

Het is niet duidelijk hoelang Babylon na de verwoesting verlaten was, maar er zijn grenzen aan te stellen. Als de Hethieten zoals in het stukje hiervoor staat Babylon verwoestten in 1279, is jaar 38 op zijn vroegst 1241. Later dan 1235 is weer onmogelijk. Volgens ABC 20 kwamen de Hethieten in Samsu-ditana’s tijd en jaar 6 is zijn eerste dat vermeld wordt in Babylon. 1278 is daarom de laatst mogelijke datering van jaar 1. Jaar 6 is dan 1273, jaar 1 sinds Babylon opnieuw bevolkt werd is omdat de Babyloniërs vanaf het volgende nieuwjaar begonnen met tellen 1272 en jaar 38 is 1235. Tussen 1241-1235 is de enige volledige maansverduistering in Bagdad die van 1 mei 1235. Dit is tijdens maand II of III en kan vermeld zijn op 10 V. Ik plaats jaar 1 van Samsu-ditana daarom in 1278.

laatste wijziging: 24 mei 2022
december 2023: chronologie 16 jaar opgeschoven, zodat de Venusobservaties uit Ammi-saduqa’s tijd nu wel passen
21 januari 2024: fout in de dateringen van de Venusobservaties uit jaren 14-15 hersteld, sterren toegevoegd aan de observaties van jaar 19 omdat die volgens Huber niet kunnen kloppen. Samsu-ditana 7 jaar opgeschoven.
22 januari 2024: Maansverduistering van Tell Muḥammad een betere datering gegeven. Samsu-ditana moet daarom worden teruggeschoven.
23 januari 2024: fout in de interpretatie van de C14-dateringen hersteld
2-3 februari 2024: het stukje over de 9 scarabeeën uit Terqa toegevoegd
16 februari 2024: C14-dateringen bleken niet zo zeker te zijn als ik dacht
-25 februari 2024: synchronisaties van oorlogen met Larsa en Isin I aangepast aan mijn nieuwe chronologie van Mesopotamië

  1. CC BY-SA 4.0 []
  2. Thomas Schneider, Contributions to the Chronology of the New Kingdom and the Third Intermediate Period, in Ägypte und Levante / Egypt and the Levant 20 (2010), p. 401 []
  3. Manfred Bietak, Houses, Palaces and Development of Social Structire in Avaris, in Cities and Urbanism, International Workshop in November 2006 at the Austrian Academy of Sciences Vienna (2010), p. 23-24 []
  4. Manfred Bietak und Irene Forstner-Müller mit einem Beitrag von Frans van Koppen und Karen Radner, Der Hyksos-Palast bei Tell El- Dabca. Zweite und Dritte Grabungskampagne (Frühling 2008 und Frühling 2009), in Ägypten und Levante / Egypt and the Levant 19 (2009), p. 116-117, met p. 108 voor de datering van het dempen []
  5. Bietak (2013), p. 84 []
  6. Schneider, op. cit., p. 401 []
  7. Paul Åström, Implications of an Ultra Low Chronology, in Ägypten und Levante / Egypt and the Levant, Vol. 3 (1992), p. 20 []
  8. Özlem Oyman-Girginer, A White Painted Pendant Line Style Jug Fragment from Tatarlı Höyük, in Questions, Approaches, and Dialogues in Eastern Mediterranean Archaeology Studies in Honor of Marie-Henriette and Charles Gates, p. 232, met voetnoot 15. Stratum G/1-3 wordt hier alleen G genoemd, maar er staat ook dat dit het laatste stratum was voor F. []
  9. Oyman-Girginer, op. cit., p. 232 []
  10. Oyman-Girginer, op. cit., p. 234 en 236, met voetnoten []
  11. K. A. Kitchen, Byblos, Egypt, and Mari in the Early Second Millennium B.C., in Orientalia, NOVA SERIES, Vol. 36, No. 1 (1967), p. 40, 43 []
  12. Uwe Zerbst en Peter van der Veen, Does Radiocarbon Provide the Answer?, in Solomon and Shishak: BICANE Colloquium (Cambridge 2011) (2015), p. 215-217 []
  13. Felix Höflmayer en Sturt W. Manning, A Synchronized Early Middle Bronze Age Chronology for Egypt, the Levant, and Mesopotamia, in Journal of Near Eastern Studies 81(1) (April 2022), p. 16-18 []
  14. Sturt W. Manning, Carol B. Griggs, Brita Lorentzen, Gojko Barjamovic, Christopher Bronk Ramsey, Bernd Kromer en Eva Maria Wild, Integrated Tree-Ring-Radiocarbon High-Resolution Timeframe to Resolve Earlier Second Millennium BCE Mesopotamian Chronology, in PLoS ONE 11(7) (2016), p. 16 []
  15. Manning et al., op. cit., p. 6 []
  16. Manning et al., op. cit., p. 19 []
  17. Manning et al., op. cit., p. 7-8 []
  18. Zerbst en Van der Veen, op. cit., p. 220, met voetnoot 15 []
  19. Walter Kutschera, Manfred Bietak, Eva Maria Wild, Christopher Bronk Ramsey, Michael Dee, Robin Golser, Karin Kopetzky, Peter Stadler, Peter Steier, Ursula Thanheiser en Franz Weninger, The Chronology of Tell el-Daba: A Crucial Meeting Point of 14C Dating, Archaeology, and Egyptology in the 2nd Millennium BC, in Radiocarbon 54(3-4) (2013), p. 416 []
  20. Leonhard Sassmannshausen, Babylonian Chronology of the 2nd Half of the 2nd Millennium B.C., in Contributions to the chronology of the Eastern Mediterranean 6 (2004), p. 65 []
  21. Alexander Ahrens, The Scarabs from the Ninkarrak Temple Cache at Tell ‘Ašara/Terqa (Syria): History, Archaeological Context, and Chronology, in Ägypten und Levante / Egypt and the Levant 20 (2010), p. 431-436 []
  22. Felix Höflmayer, Assaf Yasur-Landau, Eric H. Cline, Michael W. Dee, Brita Lorentzen en Simone Riehl, New Radiocarbon Dates from Tel Kabri Support a High Middle Bronze Age Chronology, in Radiocarbon, Vol. 58, Nr. 3 (2016), p. 611 []
  23. Armanda H. Podany, Hana and the Low Chronology, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 73, No. 1 (April 2014), p. 52, 54, 70 []
  24. F. N. H. Al-Rawi en A. R. George, Tablets from the Sippar Library XIII: “Enūma Anu Enlil” XX, in Iraq, Vol. 68 (2006), p. 32-33 []
  25. ANET, p. 271 []
  26. Seth Richardson, Trouble In the Countryside ana tarṣi Samsuditana: Militarism, Kassites, and the Fall of Babylon I, in Ethnicity in Ancient Mesopotamia (2005), voetnoot 60 op p. 285-286 []
  27. RIME 4, p. 324 []
  28. Wu Yuhong en Stephanie Dalley, The Origins of the Manana Dynasty at Kish, and the Assyrian King List, in Iraq, Volume 52, January 1990, p. 163 []
  29. Yuhong en Dalley, op. cit., p. 162-163 []
  30. RIME 4, p. 325-326 []
  31. RIMA 4, p. 381-382 []
  32. Fitzgerald (2002), p. 97 []
  33. Fitzgerald (2002), p. 98 []
  34. Fitzgerald (2002), p. 107-108 []
  35. Fitzgerald (2002), p. 119 [] []
  36. RIME 4, p. 327-329 []
  37. Fitzgerald (2002), p. 34 []
  38. Fitzgerald (2002), p. 122 []
  39. Fitzgerald (2002), p. 125 []
  40. RIME 4, p. 330 []
  41. RIME 4, p. 346 []
  42. RIME 4, p. 373 []
  43. Malcolm J. A. Horsnell, Two New Date-Lists of the First Dynasty of Babylon, in Orientalia, NOVA SERIES, Vol. 53, No. 1 (1984), p. 21-24 []
  44. Boris Banjevic, Ancient Eclipses and Dating the Fall of Babylon, p. 9 []
  45. Teije de Jong, Astronomical fine-tuning of the chronology of the Hammurabi age, in Jaarbericht “Ex Oriente Lux” 44 (2012-2013), p. 158 [] []
  46. Peter J. Huber, Astronomy and Ancient Chronology, in Akkadica 119-120 (2000), p. 159-176, p. 3-4 in de pdf []
  47. John D. Weir, The Venus Tablets: A Fresh Approach, in Journal for the History of Astronomy, Vol. 13 (1982), p. 30 []
  48. V.G.Gurzadyan, The Venus Tablet and Refraction, in Akkadica, v. 124 (2003), p. 13-17 []
  49. Teije de Jong, Astronomical fine-tuning of the chronology of the Hammurabi age, in Jaarbericht “Ex Oriente Lux” 44 (2012-2013), p. 152 []
  50. De Jong, op. cit.. p. 153-155 []
  51. Boris Banjevic, Ancient Eclipses and Dating the Fall of Babylon, p. 4 []
  52. Erica Reiner in collaboration with David Pingree, Babylonian Planetary Omens, Part One, Enūma Anu Enlil, Tablet 63: The Venus Tabet of Ammiṣaduqa (1975), p. 7-10, 17-20 []
  53. Huber, op. cit., p. 2-4 in de pdf []
  54. Huber, op. cit., p. 7 in de pdf. Hierbij is de ultralage chronologie genegeerd, met jaar 1 van Ammi-saduqa in 1550, want deze zit meestal ongeveer een halve maand scheef. En dat is onmogelijk. []
  55. Huber et al. (1982), p. 60 []
  56. Seth Richardson, Trouble In the Countryside ana tarṣi Samsuditana: Militarism, Kassites, and the Fall of Babylon I, in Ethnicity in Ancient Mesopotamia (2005), p. 285-286, met voetnoten 57-58 []
  57. Richardson, op. cit., p. 286, met voetnoot 64 []
  58. Richardson, op. cit., p. 284-285 []
  59. Trevor Bryce, The Kingdom of the Hittites (2005), p. 98 []
  60. Richardson, op. cit., p. 286 []
  61. Boris Banjevic, Ancient Eclipses and Dating the Fall of Babylon, p. 12 []
  62. Banjevic, op. cit., p. 17 []
  63. V. G. Gurzadyan, Astronomy and the Fall of Babylon, in Sky and Telescope (2003), p. 11 []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *