Categorieën
5. Tweede Tussenperiode

De Tweede Tussenperiode: 136 jaar, niet 265

Ahmose I slaat een Hyksos, een afbeelding op zijn bijl 1

Inleiding

In de Tweede Tussenperiode was het ooit verenigde Egypte verdeeld over meerdere dynastieën. Door deze dynastieën net wat dichter op elkaar te zetten dan meestal wordt gedaan is het ook een periode waar “winst” te behalen is om de chronologie in te korten. In totaal gaat het om ruim een eeuw.

In deze post geef ik eerst mijn chronologie van de verschillende dynastieën, en in de verschillende alinea’s daarna de bevestigingen die ik kon vinden. Omdat dit een nogal complexe discussie is waar veel tekst voor nodig is, verwijs ik in deze post naar verschillende pagina’s op dit blog, waar meer uitleg staat.

Deze post is geschreven voor mijn nieuwe chronologie van de Tweede Tussenperiode. Her en der op het blog kan de oude versie nog staan, omdat ik (nog) niet alles heb gewijzigd; dat is een flinke klus. Mijn excuses voor de verwarring.

Mijn chronologie

In mijn chronologie begon de Tweede Tussenperiode in de chaos die ontstond na de exodus (1446). Deze chaos werd pas definitief opgeruimd toen met Ahmose I (1290-1265), de eerste koning van XVIII, voor het eerst in ongeveer 200 jaar weer een alleenheerser opstond over Egypte. De dynastieën uit deze tijd zijn:

  • XII (1590-1412)
  • XIII (ca.1445-1292)
    Voor de overlap van ca.33 jaar met XII, zie hier.
  • XIV (ca.1476-1292)
  • XV (ca.1402-1276), de dynastie van de Hyksos
  • XVI, staat (nog) niet op mijn blog, omdat er heel weinig van bekend is. Ze bestond naar Ryholts constructie van een dynastie in Abydos en één tegelijkertijd in Thebe, waarschijnlijk gedeeltelijk naast XVII, en als ze een halve eeuw duurde was dat mogelijk omstreeks 1380-1330.
  • XVII, staat (nog) niet op mijn blog om dezelfde reden. Deze dynastie eindigde rond de kroning van Ahmose I. Als de eeuwen uit Manetho’s tijd voor XVII geschrapt kunnen worden regeerden deze koningen 51 of 50 jaar, ca.1340-1290.

Het verschil met bijvoorbeeld de chronologie van Kim Ryholt, een expert als het gaat om deze periode, is groot. Volgens hem begon de periode na het einde van dynastie XII met het aantreden van XIII en XIV 2 in respectievelijk 1803 en 1805 3 en eindigde deze met het eind van dynastie XV rond 1540 4. Dit is 265 jaar, en gerekend vanaf het eind van XII blijft daar in mijn chronologie slechts zo’n 136 jaar over.

Byblos

In de standaardchronologie zit er een gat van zo’n 30 jaar voor de handel met Byblos. Tussen Amenemhat IV (1425-1416) van XII en Horus Seusekhtawy van XIII wordt daar geen Egyptische koning vermeld. In mijn chronologie is Seusekhtawy degene die als Sehotepibre (II) in de Turin Canon wordt vermeld, en kort voor ca.1415 regeerde.

Edfu: Khyan, Khaneferre Sobekhotep en Amenemhat III

Sekhemre Sewadjtawy Sobekhotep (ca.1390-1386), Neferhotep I (ca.1386-1375) en Khaneferre Sobekhotep (ca.1375-1366) zijn in mijn chronologie (bijna-)tijdgenoten van Khyan van dynastie XV (ca.1381-1345). In Edfu zijn zegelingen van Khyan en Khaneferre samen gevonden en in Avaris, de hoofdstad van XV, zijn zegelingen van Khyan in hetzelfde stratum gevonden als die van Sekhemre Sewadjtawy en Neferhotep I. Voor de details, zie hier.

Bij de zegelingen van Khaneferre en Khyan lagen een paar scherven aardewerk die gedateerd kunnen worden op XVII. 5 Als XVII ruim 40 jaar duurde – Ryholt schat XVII op zo’n 31 jaar 4, maar aan zijn lijst moeten een paar koningen worden toegevoegd 6 – begon ze tussen ca.1335-1330, slechts een paar decennia na Khaneferre en Khyan. Het zijn dan vroege exemplaren van het aardewerk uit XVII en niet voor niets slechts een paar scherven tegenover het grote geheel, dat alleen een datering op Khaneferres tijd oplevert 7.

In een langere datering van de Tweede Tussenperiode moet worden verondersteld dat het totaal voor dynastie XV in de Turin Canon, dat tot deze eeuw altijd gelezen is als 108, 140+x, 160+x of 180+x jaar was. Voor de afwijzing van de reden daarvoor, en het behoud van de 108 jaar die al in 1827 werd gelezen, zie hier.

Tegelijk is Edfu belangrijk omdat het een minimumlengte betekent voor het eerste deel van de Tweede Tussenperiode. De zegelingen van Khaneferre en Khyan lagen in de opgravingslaag US 2654, de laatste periode voordat het gebouw werd verlaten. In een ander deel van dit gebouw is dit laag US 2079. Hieronder lagen achtereenvolgens de vloeren Fl 356 a, Fl 356 b, Fl 356 c en Fl 356 d. Onder vloer Fl 356 d lagen tien zegelingen van Amenemhat III (1468-1420), samen met aardewerk uit de late dynastie XII en de vroege dynastie XIII; ze komen dus uit zijn tijd. 8 Als Amenemhats zegelingen uit ongeveer 1450 komen en die van Khaneferre en Khyan uit ongeveer 1370, werd de vloer eens in de ongeveer 20 jaar vernieuwd. Ook de strata van Avaris duurden gemiddeld 20 jaar; zie het stuk over de duur van deze strata in de inleiding op deze post.

Archeologie

Op het Sinaï-schiereiland komen de eerste Egyptische vondsten na het begin of midden van dynastie XIII, uit de tijd van de late Hyksos-heerschappij, of zelfs pas aan het begin van dynastie XVIII. Bietak en Kopetsky koppelen dit aan het verdwijnen van het administratieve systeem van XIII. 9 Dit systeem verdween aan het eind van de regering van Ay (ca.1346-1323). 10 Apepi (ca.1326-1286) van XV, die in mijn chronologie direct na hem regeerde, leefde aan het eind van de Hyksos-heerschappij.

De archeologie van Avaris, een grote stad in het noordoosten van Egypte, wordt door onder andere Manfred Bietak gebruikt als reden voor een langere chronologie. Voor de manier waarop de verschillende strata Avaris in een kortere chronologie passen, zie hier.

Een inkorting van de Tweede Tussenperiode, van de ooit gedachte ruim 300 jaar naar omstreeks 200, is vanuit het archeologische perspectief op Edfu een goed idee. In Edfu is net als in Avaris een complete stratigrafie gevonden van het Middenrijk en de Tweede Tussenperiode. 200 jaar past beter bij de levensduur van grote gebouwen van lemen bakstenen en de gevonden culturele ontwikkelingen, zoals het aardewerk. Dit staat nog los van de ontdekking dat dynastieën XIII en XV niet na elkaar, maar tegelijk over Egypte heersten (zie boven, het stuk over Khyan en Khaneferre Sobekhotep). 11 Als als beginpunt van de Tweede Tussenperiode de start van XIV wordt genomen, duurde de periode in totaal zo’n 200 jaar.

Scarabeeën

De laatste koning die vermeld wordt in Kahun is Neferhotep I (ca.1386-1375), op één scarabee. 12 Niet-koninklijke scarabeeën uit Kahun komen uit de tijd van Senusret II tot de late dynastie XIII. 13 Eén scarabee heeft daarentegen eenzelfde design als exemplaren uit Tell el-‘Ajjul, Level II, Rm. Q, dateerbaar op de tijd van Auserre Apepi (ca.1326-1286). Verder is in Kahun niks gevonden dat rond deze tijd gedateerd kan worden. 14 (De Apepi die wordt genoemd op een houten stempel was waarschijnlijk een eerdere naamgenoot. 15 ) In Ryholts chronologie regeerde Neferhotep I ca.1742-1731 16 en Apepi ca.1581-1541, 4 ofwel bijna 200 jaar na elkaar. Dat een scarabee met een design uit Apepi’s tijd opduikt in Kahun zal daarentegen betekenen dat ze niet veel in tijd verschillen.

In Uronarti is weinig bewijs uit dynastie XII gevonden. Een duidelijker datering is een groep zegelingen van Horus Khabau (ca.1412-1408) en Horus Djedkheperu (ca.1408-1404). Hun zegelingen zijn samen gevonden en werden verzameld in slechts een korte tijd. De ene zegeling van Maaibre (Sheshi, ca.1435/0-1403) wordt gebruikt voor de conclusie dat het fort doorlopend tot in zijn tijd in gebruik was, tot minstens het begin van dynastie XV. 17 Tussen de duizenden(!) zegelingen die naast die van Khabau en Djedkheperu lagen, lag er één van Senusret II (1496-1477), in wiens tijd Uronarti nog niet was gebouwd. De andere hebben geen koninklijke namen en komen uit dynastieën XII en XIII. 18 Het is daarom logischer als Sheshi uiterlijk rond de tijd van Khabau en Djedkheperu regeerde. Opnieuw in Ryholts chronologie regeerde Khabau ca.1775-1772 en Djedkheperu ca.1772-1770, 16 en Sheshi ca.1745-1705. 19

El-Kab

Een genealogie die in deze periode moet passen, is die van de gouverneurs van El-Kab. Deze begint bij Neferhotep I (ca.1386-1375) van dynastie XIII en loopt via dynastie XVI naar Hatshepsut (1228-1208) van XVIII. In tegenstelling tot wat in de standaardchronologie wordt beweerd, is de genealogie met twee generaties in te korten door een identificatie van de gouverneur Sobekn[akht] die de vader was van gouverneur Reni met Sobeknakht I in plaats van III, en met nog twee generaties door een andere identificatie van de gouverneur Ay die vermeld wordt in de tombe van Renseneb. Voor de details, zie hier.

Nubkhas

In de genoemde tombe van Renseneb wordt ook een koningin Nubkhas genoemd. Door de vele gegevens over haar familie en verwanten kan haar geboorte omstreeks 1380 worden geschat; zie de vorige link. Met welke koning ze getrouwd was wordt nergens losgelaten, maar het was logischerwijs Merneferre Ay (ca.1346-1323) of een van zijn voorgangers. Er zijn theorieën dat zij de koningin Nubkhas is die getrouwd was met Sobekemsaf II. In de standaardchronologie levert dat flinke problemen op. 20

Sobekemsaf II komt waarschijnlijk uit het midden van XVII, 21 de directe voorgangers van XVIII. Hoelang deze dynastie duurde is onduidelijk. Als Manetho ook maar een beetje betrouwbaar is kunnen de eeuwen geschrapt worden en blijft er 51 jaar over (Africanus) of 50 (Eusebius). Met 1290 als het beginjaar van XVIII regeerde Sobekemsaf II dan omstreeks 1320-1310 – wat keurig op tijd is om met een weduwe geworden Nubkhas uit XIII te trouwden.

Handel

Zegels van verschillende Egyptische ambtenaren, en van koningen Neferhotep I (ca.1386-1375) en Ibiau (ca.1356-1346) uit dynastie XIII, zijn gevonden in Tell el-‘Ajjul, Lachis, Jericho, Megiddo en Byblos. Een flink aantal van deze zegels, die vooral van schatbewaarders en rentmeesters zijn, kan worden gedateerd op Neferhotep I en Khaneferre Sobekhotep (ca.1375-1366). 22 De laatste vermelding van hout uit Byblos komt uit de tijd van Khaneferre. 23 Gebaseerd op de zegels kan je zeggen dat de handel met dit deel van Israël en Libanon stopte. Dit is de tijd van richter Othniël (1361-1321), in wiens tijd de handel van de Levant met Avaris grotendeels stopte; zie hier. Deze connectie is alleen mogelijk in een ingekorte chronologie.

Grammatica

Toen Useribre Senebkay sneuvelde regeerde hij nog niet erg lang. In alle haast werd een tombe voor hem gemaakt in zuidelijk Abydos, die in 2013-2014 is ontdekt. Voor de grafkamer werden steenblokken gebruikt uit de kapel van de tombe van Ibiau, een hoge ambtenaar uit XIII. Op één van deze stenen staat een Laat-Egyptische grammaticale constructie, de “first present”, waarvan de details mij ontgaan, maar Kevin M. Cahail niet. De oudste vermelding van deze grammaticale vorm kwam tot 2013-2014 van een stela van Intef VII uit het midden van XVII; de volgende vermelding komt pas uit een tekst van Kamose (de voorganger van Ahmose I, 1290-1265). 24

Ibiau is te dateren met dank aan verschillende familielden. Zijn broer Neferhotep wordt vermeld op papyrus Boulaq 18 (ofwel onder Amenemhat Sobekhotep, 1401-1396). Volgens Cahails schattingen werd Ibiau geboren rond de regering van Hor I (ca.1415-1412) en hij leefde mogelijk nog in de tijd van koning Ibiau (ca.1356-1346). De bedoelde tekst werd waarschijnlijk geschreven in de tijd van Neferhotep I (ca.1386-1375) en Khaneferre Sobekhotep (ca.1375-1366). In de standaardchronologie is het verschil tussen Khaneferres tijd en het midden van dynastie XVII minstens 150 jaar. In mijn chronologie kan XVII, als ze 50 jaar duurde, op ca.1340-1290 gedateerd worden. Gerekend vanaf Khaneferre is het midden van XVII slechts ruim een halve eeuw later.

Zoals wel vaker is ook dit niet onomstreden. Andreas Stauder kon zijn eigen paper hierover 25 door copyright(!) niet uploaden, maar volgens zijn samenvatting en die van Robert Porter levert Ibiau’s tekst het oudste bewijs voor twee andere grammaticale constructies. Maar ook de tweede vermeldingen van deze constructies komen pas uit dynastie XVII. Wat voor grammaticale constructie hier ook bedoeld werd, de tekst maakt het logischer om Khaneferres tijd een stuk dichter in de buurt van XVII te plaatsen dan in de standaardchronologie gebeurt.

laatste wijzigingen:
4 januari 2024: de alinea over Byblos toegevoegd
15, 18 maart 2024: toegevoegd de alinea over Amenemhat III’s zegelingen in Edfu en het stukje over de scarabeeën

  1. Public Domain[]
  2. Ryholt (1997), p. 5[]
  3. Ryholt (1997), p. 408-409[]
  4. Ryholt (1997), p. 410[][][]
  5. Manfred Bietak, The End of the High Chronology in the Aegean and the Levant? Recent Discussions about the Chronology of the Middle and the Late Bronze Ages in the Eastern Mediterranean, Part II, in Bibliotheca Orientalis LXXVII/3/4 (2021), kolom 28, 29-30[]
  6. Siesse (2015), p. 86[]
  7. Natasha D. Ayers, Pottery from the Late Middle Kingdom through the Second Intermediate Period at Tell Edfu, The Broader Archaeological Context of the Khyan Sealings, in The Hyksos Ruler Khyan and the Early Second Intermediate Period in Egypt: Problems and Priorities of Current Research, Proceedings of the Workshop of the Austrian Archaeological Institute and the Oriental Institute of the University of Chicago, Vienna, July 4-5, 2014 (2018), p. 77-78[]
  8. Nadine Moeller, Gregory Marouard en Natasha Ayers, Discussion of Late Middle Kingdom and Early Second Intermediate Period History and Chronology in Relation to the Khayan Sealings from Tell Edfu, in Ägypten und Levante / Egypt and the Levant, Vol. 21 (2011), p. 91-95[]
  9. Manfred Bietak en Karin Kopetsky, The Egyptian Pottery of the Second Intermediate Period from Northern Sinai and its Chronological Significance, in Orbis Biblicus et Orientalis 255, All the Wisdom of the East (2012), p. 114[]
  10. Ryholt (1997), p. 298[]
  11. Robert K. Ritner en Nadine Moeller, The Ahmose ‘Tempest Stela’, Thera and Comparative Chronology, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 73.1 (2014), p. 17[]
  12. Olga Tufnell, Seal Impressions from Kahûn Town and Uronarti Fort: A Comparison, in The Journal of Egyptian Archaeology, vol. 61 (1975), p. 68-69[]
  13. Daphna Ben-Tor, The Historical Implications of Middle Kingdom Scarabs Found in Palestine Bearing Private Names and Titles of Officials, in Bulletin of the American School of Oriental Research 294 (1994), p. 9[]
  14. Tufnell, op. cit., p. 71, voetnoot 20, met p. 69 voor de vermelding van Neferhotep I[]
  15. David (1996), p. 196-197[]
  16. Ryholt (1997), p. 408[][]
  17. Tufnell, op. cit., p. 69[]
  18. Ben-Tor, op. cit., p. 9[]
  19. Ryholt (1997), p. 409[]
  20. Bennett (2002), p. 134[]
  21. Siesse (2015), p. 91[]
  22. Ryholt (1997), p. 85-86[]
  23. Ryholt (1997), p. 89[]
  24. Kevin M. Cahail, The Earliest Attestation of the Late Egyptian tw=j ḥr sdm Construction in the Second Intermediate Period Tomb of Seneb-Kay at South Abydos: Evidence of a Residence Sociolect?, in Revue d’égyptologie 69 (2019), p. 15-34[]
  25. Andreas Stauder, Senebkay, Block R 11, an Alternative Reading. With a Note on Bare Initial tw and pre-New Kingdom Instances of the Late Egyptian Subject Pronoun twi, twk, sw…,, in Revue d’égyptologie 70 (2020), p. 211-216[]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *