Pepi II, de langstregerende koning van dynastie VI en van heel Egypte – 94 jaar! -, als kind op schoot bij zijn moeder, Ankhesenpepi II. 1
Inleiding
Dynastie VI was de laatste van het Oude Rijk. Ze begon groots, maar eindigde in de schaduwen. Vanaf ongeveer het midden van Pepi II’s regering, omstreeks 1625-1600, verdwijnt de dynastie bijna volledig uit de in hun tijd geschreven bronnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat aan Pepi II’s 94 jaar meestal wordt getwijfeld. Maar dat is wat alle oude bronnen onafhankelijk van elkaar zeggen, dus daar hou ik het bij.
Het voortbestaan van VI was niet vanzelfsprekend. Teti werd vermoord door zijn bodyguard. Diens zoon Pepi I liet zijn koningin verhoren en de naam van zijn toenmalige vizier uitwissen. Wat ze samen hadden gezworen wordt niet duidelijk, maar Pepi hertrouwde met Ankhesenpepi I en riep als eerste van het Oude Rijk zijn zoon met haar, Merenre I, al tijdens zijn leven uit tot koning, dus mogelijk had het te maken met de opvolging. Volgens Griekse schrijvers eindigde ook het leven van de laatste koning(in) door een samenzwering.
Bijbels gezien is deze dynastie erg belangrijk. Hier hoort de koning uit Exodus 1:8-10 thuis (maar niet de farao uit vers 11): Pepi II was verantwoordelijk voor het begin van de Israëlitische slavernij.
Chronologie
Er is een heleboel te zeggen over de chronologie van deze dynastie. Dat is zo veel, dat ik het heb opgesplitst in een post over de gegevens uit de Turin Canon en een post over de dynastie in Joodse bronnen. Die laatste bron past bij mijn interpretatie van de snippers die nog over zijn van de Turin Canon en verklaart onder andere de aanwezigheid van Userkare, de tweede koning van VI, die meestal genegeerd of uit de herinnering gewist werd door zijn tijdgenoten.
De dynastie kan heel precies worden gedateerd dankzij een datum van nieuwe maan en een datum van volle maan uit de tijd van Pepi II, en twee nieuwemaansdatums die toegeschreven kunnen worden aan Teti.
Sothisdatum
De oudst bekende datering van de opkomst van de ster Sirius, IV shemu 1, staat op een kruik. Een koningsnaam of regeringsjaar wordt niet genoemd, maar de kruik is van een type uit het latere deel van dynastie V of het begin van VI. In mijn chronologie is deze datum te herleiden tot 19 september 1708, de dag van nieuwe maan en laat in dynastie V; zie hier.
Teti
Horus Sehoteptawy
1718-1698
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 34. Teti
- Karnak-lijst: 14. Teti?
- Saqqara-lijst: 26. Teti
- Turin Canon: […] 20 jaar
- Manetho: Othoes, for 30 jaar: he was murdered by his bodyguard.
- Eratosthenes: mogelijk 18. Mosthes, 33 jaar
De identificatie van Teti met Mosthes is onzeker. Mosthes staat tussen Menkaure (1798-1780) uit dynastie IV (nummer 17) en Pepi II (nummer 20). Zolang Mo- genegeerd wordt lijkt zijn naam ongeveer op Teti. Nummer 19, Pammes, is dan logischerwijs Pepi I. Dat bleek niet alleen mijn idee te zijn. 2
Het jaar van de 2e veetelling is bekend van bronnen uit zijn eigen tijd, net als de jaren na de 1e en 6e veetelling. In een anoniem jaar 11 werd op I akhet 20 de schatbewaarder van Beneden-Egypte, Nikau-Isesi, begraven bij Teti’s tombe in Saqqara. De koning wordt niet genoemd, maar “all arguments favour the reign of Teti”. 3 Dat klinkt logisch. Nikau-Isesi is waarschijnlijk de ambtenaar van die naam die afgebeeld is op de toegangsweg naar Unas’ piramide en wordt nog vermeld in een koninklijk decreet van Teti, maar niet later. 4 Hesi, een schrijver en uiteindelijk vizier die schrijft dat zijne majesteit zijn naam kende en dingen met hem besprak, bouwde zijn tombe tussen die van Nikau-Isesi, Hefi en Shepsipuptah in; hij gebruikte een muur van elk van deze tombes, zodat hij maar één extra muur hoefde laten bouwen. Hij diende Djedkare (1742-1714) en Unas (1714-1684), de laatste twee koningen van V, en Teti. 5
Unas
Een aantal van Teti’s andere ambtenaren schrijven ook dat ze eerst Unas dienden en daarna Teti. Sabu, ook Ibebi genaamd, bijvoorbeeld vertelt in veel woorden die weinig zeggen dat hij hogepriester van Ptah in Memphis was, eerst onder Unas en nu onder Teti. 6 Kagemni diende achtereenvolgens Djedkare, Unas en Teti, en werd door de laatste tot vizier aangesteld. 7 Neferseshemptah diende Unas en Teti, en Unas’ dochter Hemetre was “priesteres van de Meret van Teti.” 8
Het is daarom opvallend dat de Turin Canon Teti niet als directe opvolger van Unas ziet, maar als hoofd van een nieuwe groep koningen. Ik denk daarom dat het begin van zijn regering niet aansluit op V en hij op een gegeven moment de macht van Unas overnam. Dat kan verklaren waarom Unas 30 jaar regeerde, maar zijn hoogst gevonden jaar dat van de 8e veetelling is. 9 Meestal wordt dan ook gedacht dat Unas veel korter regeerde. 10 Een andere aanwijzing is Teti’s Horus-naam, Sehoteptawy. Deze betekent “Hij die vrede brengt in de Twee Landen (Egypte)” en was, soms in varianten, een naam van latere koningen die de Twee Landen verenigden of een onafhankelijk deel onderwierpen – Mentuhotep II, Horus Sematawy (1647-1596), Amenemhat I, Horus Sehotepibtawy (1590-1561), Apepi, Horus Sehoteptawy (ca.1326-1286) en Piye, Horus Sehoteptawyfy (743-712). 11
Een derde aanwijzing is de South Saqqara Stone, de annalen van de dynastie. Deze werd gemaakt in de tijd van Merenre I of Pepi II en voor Teti is er geen plek voor 20 kolommen, maar slechts 5 met elk een onbekend aantal jaren. 12 Het is nogal opmerkelijk om de regering van de stamvader in te korten. Hierom, en om de bovenstaande redenen, heb ik het idee dat Teti alleen in zijn laatste jaren de hoofdmacht van Egypte in handen had. Chronologisch gezien past dat. Van Teti is het jaar na de 6e veetelling bekend, hij begon daar dus uiterlijk in 1704 mee, en het hoogst bekende jaar van Unas is rnpt zp 8 13, op zijn vroegst 1707.
Nieuwemaansdatum
Op een papyrus uit het archief van de dodentempel van Neferirkare, uit dynastie V, worden de dag van nieuwe maan en de dag daarna vermeld, IV shemu 17 en 18, in het jaar voor rnpt zp 4 dat op de achterkant staat. 14 Volgens Krauss was de bijbehorende koning Djedkare of Unas. 15
Deze datum past niet bij Unas en Djedkare en ik zoek hem daarom bij hun tijdgenoot Teti. Gebaseerd op de maandateringen van Pepi II was jaar 3 van Teti 1716/5; het nieuwe maan op IV shemu 17, 7 oktober 1715. Met rnpt zp 4 wordt dan niet het jaar van een veetelling bedoeld, maar regeringsjaar; dat kan. Pepi I rekende naast het aantal veetellingen ook met regeringsjaren.
Userkare
1698-1693
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 35. Userkare
Hij is vooral bekend van zegelindrukken, en wordt opvallend genegeerd in de biografieën van de niet-koninklijke Egyptenaren. 16 De paar hoge ambtenaren die hem waarschijnlijk noemden in hun tombes deden grote moeite om daar weer vanaf te komen. 17 In Userkares tijd liepen de dingen niet zoals ze gewoonlijk liepen. Kaaper is een van de ambtenaren die in de transitieperiode tussen Teti-Userkare-Pepi I leefden, en vermeldt geen enkele titel die te maken had met een koninklijke piramide, zoals anders wel gebeurde. 18
Voor het idee dat zijn regering de eerste 5 jaar van Pepi I’s regering is, zie hier.
Pepi I
Nefersahor, later Meryre Pepi I
Horus Merytawy
1698-1654
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 36. Meryre
- Karnak-lijst: 15. Pepi?
- Saqqara-lijst: 25. Pepi
- Turin Canon: […] 44 jaar
- Manetho: Phius, for 53 years.
- Eratosthenes: mogelijk 19. Pammes, 35 jaar
De mogelijke identificatie met Pammes is gebaseerd op het feit dat 20, Apappus, alleen Pepi II kan zijn, en 18, Mosthes, mogelijk Teti is; zie bij Teti.
Het verschil tussen de 44 jaar uit de Turin Canon en de 53 van Manetho, is een decennium dat Manetho graag toevoegde aan vele koningen, en een afrondingsverschil vanaf *43 jaar en X maand. De rest van het jaar werd gevuld door zijn opvolger, Merenre I, die in hetzelfde jaar stierf.
Er is weinig gedateerd op zijn regering. Jaren 18, 21 en 25 worden vermeld, net als de jaren 18, 23 en 25 van de veetelling. Een jaar 32 is vermeld in een vroege fase van de bouw van zijn piramide. Zowel het jaar 18 van de veetelling als het gewone jaar 25 worden vermeld met zijn Heb Sed-festival. 19 Voor de in totaal drie verschillende manieren om zijn Heb Sed-festival te dateren, zie hier.
Nieuwemaansdatum
In een ongepubliceerd manuscript van Klaus Baer las Patrick O’Mara een datum van nieuwe maan, III peret 3 uit jaar 11. Baer dacht dat dit de jaartelling van Unas was. 20 Deze datum komt uit de tombe van Rawer II in Gizeh. Hier werd een zegeling van Djedkare gevonden; de tombe komt waarschijnlijk uit de tijd van Djedkare of Unas. 21
In mijn chronologie past deze datum niet bij Djedkare (1742-1714), niet bij Unas (1714-1684) en hun tijdgenoot Teti (1718-1698). Wel past het, dankzij mijn inkortingen van het Oude Rijk in verhouding tot de standaardchronologie, bij Pepi I. In Pepi’s tijd was het nieuwe maan op III peret 3, ofwel 18 april 1683, wat betekent dat het jaar 11 dat van de 11e veetelling was.
Ebla
Pepi I wordt vermeld in Ebla, een stad in het noordwesten van Syrië. Zijn naam staat op het deksel van een albasten kom. Deze kom werd gevonden in ruimte L.2913 van het koninklijk paleis. 23 Ook uit Ebla komen de vele fragmenten van een diorieten lamp, waar op twee fragmenten in hiërogliefen twee namen van Khafre (1824-1798) van dynastie IV staan. 24
L.2913 was een kleine binnenplaats in het administratieve deel van Royal Palace G. Het had een veranda op de begane grond en op de eerste verdieping een open galerij. Op deze binnenplaats zijn gedeeltes van versierde wandpanelen gevonden, fragmenten van twee steatieten hoofden van een koning en een koningin, en een grote hoeveelheid diorieten en albasten vazen uit Egypte. 25 Paolo Matthiae bespreekt de vondst van Khafres naam tussen de vondsten uit L.2913, waaronder de vondst van Pepi’s naam 26, dus alle drie de fragmenten met hiërogliefen werden gevonden in L.2913.
Royal Palace G is een deel van het Ebla dat uiteindelijk door Sargon van Akkad (1943-1888) werd verwoest; Sargon schreef dat Ebla hem in handen was gegeven. 27 Dat het deksel van Pepi I in dit paleis werd gevonden wordt daarom aangedragen als een bewijs dat Sargon van Akkad, Ishar-Damu van Ebla en Pepi I tijdgenoten waren. Dat Khafres naam ook in Ebla gelezen is wordt soms zelfs overgeslagen. 28 De lamp van Khafre kan in de standaardchronologie alleen bijna 200 jaar voor Sargons verwoesting van Ebla worden geplaatst, wat onwaarschijnlijk is, want Ebla was toen nog niet bekend en machtig. De lamp wordt dan verklaard als een gift van Pepi I, of een deel van een oorlogsbuit uit een andere stad – wat alleen Byblos kan zijn. 24 In mijn chronologie leefden beide koningen lang na Sargon. Khafre regeerde ruim 50 jaar later, Pepi zelfs 200 jaar later. Zoals het in de standaardchronologie nodig is om een verklaring te hebben voor de aanwezigheid van Khafres namen, is het in mijn chronologie nodig om de namen van beide koningen te verklaren. Want zowel Pepi I als Sargon zijn uiteindelijk gedateerd aan de hand van de Bijbel.
L.2913 is een deel van Ebla dat later bijna niet meer bewoond werd; grote andere delen van Royal Palace G zijn in de loop der millennia verwoest of afgevlakt. 29 L.2913 was een niet-overdekte binnenplaats en bleef een deel van de stad; de stadsmuren van het derde en laatste Ebla, dat in de standaardchronologie verwoest werd rond 1600 (in de middenchronologie 30, hier 1250-1200), hadden hetzelfde patroon als het Ebla van Ishar-Damu 31. Als er dus nooit iets over de binnenplaats heen is gebouwd zijn de Egyptische vondsten daar gedumpt, tussen het puin dat er al lag na de eerste twee verwoestingen.
Er is een vergelijkbare situatie. In kamer SW 37 van Fort Shalmaneser in Calah, het huidige Nimrud in Irak, zijn een aantal ivoren stukken gevonden, die mogelijk komen uit Assyrië’s westelijke campagnes in de jaren 720. Verschillende ivoren stukken uit mogelijk dezelfde set zijn gevonden in Samaria, dat toen door Assyrië werd veroverd. Deze stukken komen alleen uit bewoningslagen uit de late hellenistische periode, toen ze kennelijk zijn gedumpt. 32 Een andere vergelijking is te maken met de vermeldingen van Nehesy I (1446-1445) in Avaris. Twee steenblokken met zijn naam erop komen uit bijna de laatste strata (bewoningslagen), A/2 en B, maar het enige belangrijke bouwwerk in dit gebied was Temple III uit het veel eerdere stratum F. 33
In de Bijbel
In Joodse legendes wordt Pepi I herinnerd als Melol en Magron. De eerste naam zal afgeleid zijn van zijn prenomen, Meryre, en de tweede van zijn Nebty-naam, Merykhet.
Merenre I
Merenre Nemtiemsaf I
Horus Ankhkhau
1661-1654
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 37. Merenre
- Karnak-lijst: 16. Merenre
- Saqqara-lijst: 24. Merenre
- Manetho: Methusuphis, for 7 years.
Voor de redenen om hem een co-heerser van zijn vader te maken, die zijn vader minder dan een jaar overleefde, zie hier.
Voor Weni’s datum van laagwater uit zijn regering, die een argument vormt tegen de standaardchronologie, zie hier.
In Joodse legendes
In Joodse legendes wordt Merenre herinnerd als Meror en Adikam. Deze namen zullen verbasteringen zijn van Merenre en Ankhkhau, zijn Horus- en Nebty-naam.
Pepi II
Neferkare Pepi II
Horus Netjerikhau
1654-1560
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 38. Neferkare
- Saqqara-lijst: 23. Neferkare
- Turin Canon: […] 90[+x] jaar
- Manetho: Phiops, who began to reign at the age of six, and continued until his hundredth year.
- Eratosthenes: 20. Apappus, 100 jaar min een uur
Hij regeerde het langst van alle koningen van Egypte; maar liefst 94 jaar! Toch wordt hij maar in een een gedeelte van deze jaren vermeld.
Volle en nieuwe maan
Patrick O’Mara selecteerde twee dateringen uit Pepi II’s regering, die “appear to meet the criteria for lunar dates”. De eerste, I shemu 20 in het jaar na de 31e telling, wordt samen met de naam Neferkare in een cartouche vermeld in Hatnub. O’Mara denkt dat het op die dag nieuwe maan was. De tweede datum is III akhet 15 uit het jaar van de 2e telling, uit de “pygmy letter”, wat volgens hem de datum van volle maan lijkt te zijn. 34
Het was nieuwe maan op I shemu 20, ofwel 18 juni 1618, en volle maan op III akhet 16, 24 december 1653; de maan een dag eerder al voor vol zijn aangezien. Het betekent dat Pepi in deze 35 regeringsjaren 29 veetellingen had, ofwel in 82,7%. Dat is net iets meer dan zijn vader. Pepi I sloot zijn 32-jarige alleenheerschappij volgens de South Saqqara Stone af met 25 veetellingen 35, wat 78,1% oplevert.
In Joodse legendes
De namen van een paar van Pepi II’s gezinsleden, van zijn vrouwen, zonen en dochters, zijn bewaard gebleven in Joodse legendes. Daarin horen die gezinsleden bij een koning die precies 94 jaar regeerde en dus alleen Pepi kan zijn, genoemd als degene die de slavernij begon.
Merenre II
Merenre Nemtiemsaf II
1560-1559
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 39. Merenre Saemsaf
- Turin Canon: […] 1 jaar, 1 maand
- Manetho: Menthesuphis, for 1 year.
- Eratosthenes: 21. Echeskosokaras, 1 jaar
Netjerkare
Netjerkare Siptah
1559-3 februari 1556
In de koningslijsten:
- Abydos-lijst: 40. Netjerkare
- Abydos-lijst van Ramses II: 1. Netjerka
- Turin Canon: Netiqerty Siptah, [2 jaar, 5 maand, 21 dagen]
- Manetho in Africanus: Nitocris, the noblest and loveliest of the women of her time, of fair complexion, the builder of the third pyramid, reigned for 12 years.
- Manetho in Eusebius: There was a queen Nitôcris, the noblest (Armeense vertaling: braver than all the men of her time) and loveliest of the women of her time; she had a fair complexion (Armeens: fair-skinned with red cheeks), and is said to have built the third pyramid (Armeens: with the aspect of a mountain). These rulers (or this ruler) reigned for three years: in another copy (volgens Syncellus, die overschreef uit Eusebius’ werk), 203 years.
- Eratosthenes: 22. Nitocris, een koningin, niet een koning, 6 jaar
Manetho breidde de geschiedenis van Egypte regelmatig uit met decennia. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij Netjerkare volgens Eusebius 3 jaar gaf, maar volgens Africanus 12 jaar. Netjerkares regeringslengte kan dan worden gereconstrueerd als 2 jaar en een aantal maanden, dat door Eusebius naar boven werd afgerond.
Als de reconstructie 5 maand en 21 dagen in de Turin Canon klopt, stierf hij op I peret 21, wat na zijn twee volledige jaren 3 februari 1556 was.
Voor de latere identificatie van Netjerkare met koningin Nitocris en de bouwer van de derde piramide, zie dynastie VII.
laatste wijziging:
29 januari 2023: fout in de sothisdatum hersteld
6 februari 2023: Merenre I’s datum van laagwater verplaatst
2 januari 2024: niet meer passende delen van mijn chronologie verwijderd
13 januari 2024: Merenre II’s identificatie met Adikam verwijderd
- By Keith Schengili-Roberts – Own work (photo), CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1625218[↩]
- Eduard Meyer, Aegyptische Chronologie (1904), Comparison of the king lists. Sixth Dynasty., gedeeltelijke vertaling-samenvatting op https://pharaoh.se/library-vol-22[↩]
- AEC, p. 145-146[↩]
- Naguib Kanawati, Conspiracies in the Egyptian Palace, Unis to Pepy I (2003), p. 114[↩]
- Naguib Kanawati, Conspiracies in the Egyptian Palace, Unis to Pepy I (2003), p. 57-59[↩]
- Ancient Records, deel I, § 283-285[↩]
- Naguib Kanawati, Conspiracies in the Egyptian Palace, Unis to Pepy I (2003), p. 87[↩]
- V. G. Callender, Princess Inti of the Ancient Egyptian Sixth Dynasty, in Journal of Near Eastern Studies, vol. 61, no. 4 (okt. 2002), p. 271, voetnoot 20[↩]
- AEC, p. 139[↩]
- AEC, p. 429, 483[↩]
- Grimal (1994), p. 80[↩]
- Michel Baud en Vassili Dobrev, De nouvelles annales de l’Ancien Empire égyptien. Une “Pierre de Palerme” pour la VIe dynastie, in Bulletin de l’Institut français d’archéologie orientale 95 (1995), p. 23-63. Ik speek geen Frans en heb de Engelse samenvatting en gedeeltelijke vertaling gebruikt van Francesco Rafaelle, Sixth Dynasty Annals: The South Saqqara Stone (2001).[↩]
- AEC, p. 143[↩]
- AEC, p. 429[↩]
- Rolf Krauss, Ein Versuch zur Chronologie des späten Alten Reiches im Anschluss an die Monddaten im Neferirkare-Archiv, in Orientalia, NOVA SERIES, Vol. 77, No. 4 (2008), p. 377[↩]
- AEC, p. 146[↩]
- Naguib Kanawati, Conspiracies in the Egyptian Palace, Unis to Pepy I (2003), p. 170[↩]
- Naguib Kanawati, Conspiracies in the Egyptian Palace, Unis to Pepy I (2003), p. 85[↩]
- AEC, p. 148-149[↩]
- Patrick O’Mara, Can the Gizeh Pyramids be Dated Astronomically? Logical Foundations for an Old Kingdom Astronomical Chronology, in Discussions in Egyptology 33 (1995), p. 76[↩]
- AEC, p. 142, met voetnoot 150[↩]
- By Gianfranco Gazzetti / GAR, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=50465074[↩]
- Alfonso Archi en Maria Giovanna Biga, A Victory over Mari and the Fall of Ebla, in Journal of Cuneiform Sources, Vol. 55 (2003), p. 1-44[↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 35[↩][↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 56-57[↩]
- Paolo Matthiae, Recherches archéologiques à Ébla, 1977 : le quartier administratif du palais royal G (1978), p. 229-231[↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 38-41[↩]
- Alfonso Archi en Maria Giovanna Biga, A Victory over Mari and the Fall of Ebla, in Journal of Cuneiform Sources, Vol. 55 (2003), p. 35[↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 47-48[↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 366[↩]
- Paolo Matthiae, Ebla: Archaeology and History (2021), p. 30[↩]
- Eckhart Frahm, Samaria, Hamath, and Assyria’s Conquests in the Levant in the Late 720s BCE. The Testimony of Sargon II’s Inscriptions, in Beihefte zur Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft, Band 511, The Last Days of the Kingdom of Israel (2019), p. 55[↩]
- Manfred Bitak, Egypt and Canaan During the Middle Bronze Age, in Bulletin of the American Schools of Oriental Research, No. 281, Egypt and Canaan in the Bronze Age (Feb., 1991), p. 51[↩]
- Patrick O’Mara, Can the Gizeh Pyramids be Dated Astronomically? Logical Foundations for an Old Kingdom Astronomical Chronology (1995), in Discussions in Egyptology 33 (1995), p. 76-77[↩]
- Michel Baud en Vassili Dobrev, De nouvelles annales de l’Ancien Empire égyptien. Une “Pierre de Palerme” pour la VIe dynastie, in Bulletin de l’Institut français d’archéologie orientale 95 (1995), p. 23-63. Ik kan nauwelijks Frans lezen en heb de Engelse samenvatting en gedeeltelijke vertaling gebruikt van Francesco Rafaelle, Sixth Dynasty Annals: The South Saqqara Stone (2001).[↩]