Koeien, ingezet voor de landbouw. 1 Niet alleen koeien werden geteld, al het vee: “The year after the fourth occurence of the numbering of all large and small cattle”. 2
Inleiding
Belangrijk voor de chronologie van het Oude Rijk zijn de veetellingen die werden uitgevoerd. Deze werden keurig genummerd, en van die nummers is regelmatig wat van bewaard gebleven. Het is alleen onduidelijk hoe vaak er een veetelling werd gehouden. Was het eens per twee jaar, eens per jaar, of werd er alleen af en toe een jaar overgeslagen? De mening onder de egyptologen is flink verdeeld. 3
In tegenstelling tot in de standaardchronologie heeft een Bijbelse datering van het Oude Rijk duidelijke kaders, en duurde het ongeveer 1910-1500. In de standaardchronologie wordt juist meestal gedacht dat het Oude Rijk tegen de 500 jaar duurde. 4 Het is dus nodig dat het Oude Rijk met zo’n 75 jaar wordt ingekort – en een deel van de sleutel daartoe zit bij de veetellingen. Naar mijn idee loopt de interpretatie van de tellingen namelijk fout op het punt waarop alle veetellingen van alle heersers over dezelfde kam worden geschoren.
In deze post volgen de voorbeelden van vijf koningen waarbij, als je alle nog beschikbare gegevens bij elkaar zet, duidelijk wordt dat de veetellingen in totaal op vier verschillende manieren behandeld werden. Die alle gegevens bevatten ook de Turin Canon. Deze wordt vaak opzij gezet in het voordeel van de huidige interpretaties van de veetellingen, maar ook regelmatig als bewijsmateriaal aangedragen voor andere onderdelen van de Egyptische chronologie. Eigenlijk is de vraag van deze post dan ook: bewijzen de veetellingen dat de Turin Canon het raam uit kan?
Sneferu: de verwarring
Sneferu was de eerste heerser van dynastie IV. Naast dat hij voor zover bekend de eerste koning in Egypte was die veetellingen liet uitvoeren, is hij een van de interessantsten als het om veetellingen gaat. Zijn hoogst bekende telling, 24, heeft hetzelfde nummer als zijn laatste regeringsjaar in de Turin Canon, en dat is bij niemand anders het geval.
Sneferu heeft in de Turin Canon 24 jaar, in Manetho 29 jaar. Manetho’s getallen zijn meestal niet direct toe te passen. Hij hield ervan om de geschiedenis langer te maken en als je zijn opgaves vergelijkt met de andere beschikbare gegevens, blijkt dat hij vaak decennia toevoegde of juist wegliet. Dynastie IV is zo ongeveer het hoogtepunt van de verlenging en als je vergelijkt met de Turin Canon, zit er een patroon in. De dynastie kreeg dan in totaal 180 jaar extra. 20 hiervan vormen de 5 jaar die hij aan 4 koningen toevoegde – waaronder Sneferu. Manetho’s bronnen kunnen dus *24 hebben gemeld voor Sneferu, hetzelfde als de Turin Canon.
Als de tellingen strict om het jaar waren kan Sneferu een regering van 50 jaar krijgen, zoals volgens Dodson. In slechts 24 jaar had Sneferu elk jaar een veetelling nodig om tot 24 tellingen te komen. Toch is dat niet waarschijnlijk. Op de Palermo Stone zijn drie complete jaarhokjes van hem bewaard gebleven. De eerste zegt niks over een telling, de andere twee hebben (vee)tellingen 7 en 8, direct na elkaar. 5 Ook wordt vier keer een jaar van na de veetelling genoemd. 6 Dat is duidelijk minder dan de 52 vermeldingen van een veetelling 7, maar de Palermo Stone is het bewijs dat er wel degelijk minstens één jaar was zonder een telling.
Tijdens de bouw van Sneferu’s piramide in Meidum houwden steenhouwers soms datums in de steenblokken. Deze datums komen vooral uit de tellingsjaren 13-17, en soms uit 7-8, 12, 18 en 23; van de jaren na de veetellingen zijn alleen 10, 13 en 18 gevonden. Posener-Kriéger, die deze data publiceerde, schreef erover: “As it is rather unlikely that work was conducted on the royal pyramids only every two years, we have to accept, it seems to me and until proof of the contrary is produced, that it was only rarely that a distinction was made between the years rnpt sp (veetelling) and rnpt (m-)ḫt sp (na de veetelling).” Dat wordt tegengesproken door Verner, die zegt dat de steenblokken bewaard kunnen zijn tot ze uiteindelijk gebruikt werden. 8 Verner verlegt alleen het probleem. Het is net zo onwaarschijnlijk dat de blokken alleen om het jaar werden gehouwen. De aantallen – op de jaren 13-17 wordt 26 keer gedateerd, mogelijk zelfs 34 keer, tegenover slechts 4 vermeldingen van minstens 3 verschillende jaren na de veetelling 7 – doen juist denken dat er tijdens de bouw nauwelijks jaren na de veetellingen waren. Verschillende egyptologen zijn het dan ook met Posener-Kriéger eens. 9
Sneferu: de ontwarring
Het is John S. Nolan opgevallen dat er, naast alle vermeldingen van de veetellingen, nergens het resultaat ervan gevonden is. Er is zelfs geen fragmentje van een lijst ontdekt met het aantal runderen en kleinvee van bijvoorbeeld de boeren van Memphis. Volgens hem werd de telling nooit echt uitgevoerd en was het een ritueel. 10 Dat kan, maar dan moeten de veetellingen nog wel een plek krijgen in mijn chronologie.
De oplossing voor Sneferu ligt naar mijn idee bij de veetellingsjaren. Deze worden rnpt zp genoemd, wat ook regeringsjaar betekent 11. Als het mogelijk is dat in dynastie IV net als onder Pepi I regeringsjaren werden bijgehouden of op een andere manier een rol speelden, Sneferu zoals volgens de Turin Canon en de mogelijke bron van Manetho 24 jaar regeerde en hij toch een 24e veetelling had, is de enig mogelijke conclusie dat er met dat wat als de 24e telling wordt geïnterpreteerd, het 24e jaar of de telling in het 24e jaar wordt bedoeld.
Dat kan worden gecontroleerd. Een van de piramides die Sneferu bouwde is de Red Pyramid in Dahshur, waar het 24e jaar is gevonden. Net als bij zijn piramide in Meidum zijn hier op een paar steenblokken de datum van het houwen of plaatsen geschreven. De oudste twee gedateerde stenen werd geplaatst in het jaar van de 15e telling, waarvan een op II shemu 14, de jongste heeft het jaar van de 24e telling (ergens in peret 12 ). Dit is ongeveer 9 jaar. Rolf Krauss schat dat de bouw van de Red Pyramid ongeveer 10-11 jaar duurde. In zijn berekening zitten een paar onbekende waarden en daarom ook aannames, dus het is alleen een ongeveer, 13 maar het past. Het betekent dat in ieder geval vanaf de 15e telling al de telling uit dat regeringsjaar wordt bedoeld.
Voor de betekenis hiervan voor de jaren na de veetellingen, zie onder.
1 februari 2022: Na het schrijven hiervan ontdekte ik dat ook Anthony Spalinger in 1994 al tot de conclusie kwam dat, als de Turin Canon gelijk heeft over dat Sneferu 24 jaar regeerde, het jaar van de 24e keer een simpel regeringsjaar is. 14 21 november 2022: Daarnaast is er al in dynastie III bewijs voor een datering aan de hand van regeringsjaren, in plaats van veetellingen. 15
Sahure
De verwarring tussen de traditionele interpretatie van de om het jaar gehouden veetellingen en de uit de Turin Canon en Manetho bekende regeringsperiode, geldt niet voor alle koningen. Sommigen passen uitstekend bij de traditionele interpretatie, èn bij het idee dat in het eerste jaar geen veetelling werd gehouden. Dat laatste werd altijd gedacht tot de South Saqqara Stone werd gepubliceerd, waarop staat dat Merenre I juist dat deed. 16 Het duidelijkste en onbetwiste voorbeeld dat de traditionele interpretatie in ieder geval soms klopt is Sahure, de tweede heerser van V.
Sahure regeerde volgens de Turin Canon 12 jaar, volgens Manetho 13 jaar; het verschil kan een afronding zijn van 12 jaar en een aantal maanden. De Palermo Stone sluit zijn regering, in hiërogliefen die niet helemaal duidelijk te lezen zijn, af met het “year after the sixth? occasion of the census” en het aantal maanden en dagen dat hij in dat jaar nog regeerde. Het volgende deel op de Stone vermeldt jaar 1 van Neferirkare. Wilkinson schrijft hierbij dat de veetellingen aan het begin van dynastie V regelmatig en om het jaar lijken te zijn. 17
Als het verschil tussen 12 en 13 jaar inderdaad een afronding was, past deze lezing van de Palermo Stone volledig bij de traditionele interpretatie. Het 6e tellingsjaar wordt dan uitgelegd als jaar 13, en de (minder waarschijnlijke) lezing van dat jaar als 7 als jaar 15. 18 Het is daarom des te opmerkelijker dat de veetellingen van Sneferu en een aantal andere koningen hier niet bij passen. Zolang alle gegevens ergens moeten kloppen, ook de Turin Canon, wat gezien de nodige inkorting van de chronologie van het Oude Rijk om het naast de Bijbel te kunnen leggen wel nodig is, kan het niet anders dan dat verschillende koningen verschillend omgingen met het tellen van de veetellingen. Een oplossing voor Sneferu’s veetellingen heeft daarom geen gevolgen voor àlle moeilijkheden en niet-moeilijkheden.
Djedkare en Unas
Djedkare en Unas zijn de laatste twee koningen van Sahures dynastie. Veel van hun tellingsjaren zijn vooral bekend uit de archieven van de dodentempels van Neferirkare en Neferefre, twee andere koningen uit deze dynastie. Eerst Djedkare. Een jaar van de veetelling wordt 23 keer vermeld, mogelijk 24; het hoogste jaar is 21, of 22, afhankelijk van de lezing. Een jaar na de telling is 13 jaren genoemd. 3 extra jaren van de telling zijn of van Djedkare, of van Unas. 19
Over Djedkares regeringsduur is veel te zeggen. De Turin Canon geeft hem 28 jaar, Manetho heeft 44 jaar. Dat is geen afrondingsverschil of het toevoegen van een of twee decennia, zoals Manetho deed bij de eerdere koningen van deze dynastie. Als de 44 jaar meer is dan een random verhoging is hier iets anders aan de hand.
Een argument voor een langere regering dan 28 jaar is Djedkares Heb Sed-festival, een koninklijk jubileum. Een van zijn voorbereidingen was een decreet schrijven voor de vizier, opzichter van alle werken van de koning, Senedjemib Inti, om het ontwerp dat Senedjemib had gemaakt te realiseren. Hij had veel bewondering voor Senedjemib; “I do love you and it is known that I love you.” Het decreet is gedateerd op het jaar van de 16e telling, IV shemu 28. 20 In een tweejaarlijkse telling is dit ongeveer jaar 30, wat meestal als de perfecte timing voor een Heb Sed wordt gezien. Hij krijgt dan ook meestal meer dan 28 jaar.
Dat een Heb Sed pas in jaar 30 kwam klopt iets later in het Oude Rijk, maar dat is niet bepalend voor Djedkare. Pepi I, die zo’n 50 jaar later regeerde, verbond zijn Heb Sed-festival met jaar 30. 22 Ook tijdens dynastie XII (1590-1408) was het gebruikelijk dat een Heb Sed pas met jaar 30 werd gevierd. 23 Maar slechts een paar decennia eerder was dat nog anders. Aan het eind van dynastie XI vierde Mentuhotep III (1596-1584) in zijn 12 jaar al een Heb Sed 24, en het Heb Sed van Mentuhotep IV (1584-1577) wordt vermeld op II akhet 3 in jaar 2 25. Djedkare hoeft zijn Heb Sed dus niet hebben gevierd in jaar 30.
Manetho hield zich voor Djedkares voorgangers op ongeveer dezelfde lengte als de Turin Canon, maar bij Djedkare en Unas is dat anders. Djedkare is sowieso anders. Zijn ideeën gingen een een andere kant op dan die van zijn voorgangers. Om te beginnen bouwde hij een graf bij hen vandaan, in het zuiden van Saqqara. 26 Uit zijn regering komt de eerste vermelding van een overleden koning als Osiris. Zijn naam komt niet voor in een lijst van zonnetempels uit dynastie V, dus in tegenstelling tot zijn voorgangers van V zal hij er geen gebouwd hebben. 27 Het is daarom mogelijk dat hij ook anders met de veetellingen omging.
Manetho hield ervan om de geschiedenis van Egypte op te rekken. Als hij met een reden precies 16 jaar extra aan Djedkare gaf en 3 aan diens opvolger Unas, zijn het mogelijk de jaren na de veetelling die hij optelde bij hun regeringsjaren. Voor Djedkare klopt in ieder geval het percentage. De extra 16 jaar zijn 57,14% van de 28 uit de Turin Canon; zijn 13 jaren na de tellingen zijn 54,17% van het aantal jaren van de telling. Dat is ongeveer hetzelfde.
Voor de betekenis hiervan voor de jaren na de veetellingen, zie onder.
Voor het idee dat Djedkare pas na 6 jaar begon met zijn veetellingen en ze nummerde vanaf dat moment (zodat veetelling 1 in jaar 7 werd gehouden, veetelling 2 in jaar 8, enzovoort), zie hier.
Unas had in deze berekening slechts 3 jaren na de telling – en ook dat past. Van hem zijn de jaren 3, 6 en 8 van de telling gevonden, en het jaar na de 4e telling. 28 Zelfs in de standaardinterpretatie met het vermoeden waarbij is het eerste jaar geen veetelling werd gehouden, is dit nog maar jaar 17. Er wordt dan ook meestal aangenomen dat hij veel minder dan 30 jaar regeerde. 29 Voor de betekenis van de 30 jaar uit de Turin Canon, zie hier.
Pepi I
Het vierde voorbeeld om op deze pagina te laten zien, omdat zijn manieren van tellen weer afwijken van de andere drie, is Pepi I, de tweede van dynastie VI. Zijn Heb Sed-festival wordt op meerdere manieren gedateerd. In de Wadi Hammamat en het Sinaïschiereiland wordt het vermeld met het jaar na de 18e veetelling, maar in Hatnub weer met het jaar van de 25e veetelling. 30 Er zijn meer problemen met de datering van dit festival, maar zolang alle gegevens ergens een plek moeten hebben kan er geconcludeerd worden dat in Pepi’s 25e regeringsjaar de 18e veetelling net geweest was. 31
Pepi I had dan zowel een jaartelling als een telling van veetellingen.
De jaren na de veetelling
Vijf koningen, vier verschillende manieren van veetellingen tellen. Toch kan bij allemaal een jaar na de veetelling precies dat zijn hoe het heet, een jaar, na de veetelling. Voor iemand als Sneferu, die de veetellingen telde aan de hand van zijn regeringsjaren, is er een andere mogelijkheid dan de traditionele interpretatie. Van Sneferu zijn bijvoorbeeld de jaren 1, 3 en 5 van de veetelling bekend, en de jaren 1, 3 en 4 daarna, wat betekent dat er ook een 4e veetelling was. Het jaar na de 4e telling zou dan hetzelfde moeten zijn als telling 5. Het is daarom interessant dat de jaren na de veetelling zo weinig voorkomen.
Zoals geschreven komen Sneferu’s jaren 13-17 maar liefst 26 keer voor, mogelijk zelfs 34 keer, tegenover slechts 1 vermelding van het jaar na de 13e telling. Ik heb daarom het idee dat het jaar na de veetelling ook kan slaan op het gedeelte van het jaar, dat overbleef nadat de telling afgerond was. Als het slechts een fractie van een jaar was zou dat verklaren waarom de jaren na de veetelling sowieso minder worden vermeld.
Zeven keer in het Oude Rijk is over een bepaalde veetelling zowel een datum van de telling, als na de telling bekend. Deze keren spreken in ieder geval niet tegen deze mogelijkheid:
- Sneferu jaar 18: telling op I peret 21, na de telling op IV shemu 5. 32
- Khafre jaar 5: telling op III peret 22, na de telling op III peret 22 en II shemu 8, alle drie uit dezelfde tombe in Helwan. 33
- Menkaure jaar 2: telling op II peret 22 en IV shemu 22, na de telling […] akhet 20. 34
- Shepseskaf jaar 1: telling op I shemu 21, na de telling ipt ỉḥ ‘wb nbt, maar behalve dat het kennelijk een datum is heb ik geen idee wat het betekent. Jaar 1 was ook rnpt sm3 t3wy, het jaar van de vereniging van de Twee Landen (Egypte) ofwel het jaar waarin hij de troon besteeg. Dit wordt zonder veetellingen vermeld met de datums II shemu 10, III shemu […] en IV shemu 4. 35 De laatste datums zouden in de theorie na de telling zijn.
- Sahure jaar 5: telling in I akhet, III peret en III shemu, na de telling in II peret. 36 Er is geen ruimte voor II peret na de telling in het jaar van de 5e telling. Dat past bij de chronologie van Sahures veetellingen zoals geschreven op de Palermo Stone.
- Niuserre jaar 2: telling op III shemu 10, na de telling III akhet 24. 37 Hij was een opvolger van Sahure; voor zijn tellingen, idem als Sahure.
- Djedkare jaar 1: telling in II akhet, na de telling IV akhet en IV shemu 1. 38
Het Oude Rijk duurde ongeveer 350 jaar. In die tijd zijn honderden veetellingen gehouden en zullen er honderden jaren na de veetellingen zijn geweest. Omdat het maar 7 keer mogelijk is om een jaar van en een jaar na de telling aan elkaar te linken, moet je hier voorzichtig mee zijn. Ondanks dat levert dit wel een conclusie op die past bij mijn theorie dat de veetellingen per heerser anders werden uitgevoerd, of minstens anders genummerd.
Conclusie
Is er bewijs voor mijn conclusies te vinden? Is er bewijs voor de verschillende meningen van de egyptologen? Vanuit alleen Egypte is dat bewijs niet te krijgen, anders was er wel een duidelijke consensus.
Op dit blog draait het om de combinatie van de Bijbel met Egypte. Vanuit de Bijbel kunnen de aartsvaders gelinkt worden aan dynastieën I-III en de exodus aan het eind van dynastie VI, wat het Oude Rijk in een redelijk duidelijk kader plaatst. Het is daarom dat de opgaves van de Turin Canon, die in de standaardinterpretatie waarin een veetelling om de twee jaar werd gehouden vaak te kort zijn, wel moeten passen – en dat heeft bovenstaande gevolgen voor de veetellingen.
Het past. Alle gegevens kunnen een plek krijgen (alhoewel ik erbij moet zeggen dat die gegevens, in welke interpretatie ook, mager zijn), en zelfs Manetho’s vreemde opgaves voor Djedkare en Unas kunnen een uitleg krijgen. Het is daarom dat ik voor de koningen van het Oude Rijk de Turin Canon aanhou, zonder daar vanaf te wijken.
laatste wijziging: 21 december 2021
- By Painter of the burial chamber of Sennedjem, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=154346[↩]
- Ancient Records, deel I, § 266[↩]
- AEC, p. 124[↩]
- Vergelijk de verschillende dateringen van Nebka, aan het begin van III, met die van Netiqerty, aan het eind van VI.[↩]
- Wilkinson (2000), p. 141-144[↩]
- AEC, p. 131[↩]
- AEC, p. 128-131[↩][↩]
- Verner (2001), p. 369[↩]
- Rolf Krauss, The Length of Sneferu’s Reign and How Long It Took to Build the ‘Red Pyramid’, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 82 (1996), p. 47[↩]
- Nolan (2003), p. 80[↩]
- Krauss (2015), p. 344[↩]
- AEC, p. 130[↩]
- Rolf Krauss, The Length of Sneferu’s Reign and How Long It Took to Build the ‘Red Pyramid’, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 82 (1996), p 48-50[↩]
- Anthony Spalinger, Dated Texts of the Old Kingdom, in Studien zur Altägyptischen Kultur, Bd. 21 (1994), p. 283[↩]
- Anthony Spalinger, Dated Texts of the Old Kingdom, in Studien zur Altägyptischen Kultur, Bd. 21 (1994), p. 277-278[↩]
- AEC, p. 125[↩]
- Wilkinson (2000), p. 171-173[↩]
- AEC, p. 137, voetnoot 123[↩]
- AEC, p. 140-142[↩]
- Strudwick (2005), p. 313-314[↩]
- By Iry-Hor – Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=23509623[↩]
- Volgens decreet Coptos A, AEC, p. 150. Voor het auteurschap van Pepi I hiervan zie William C. Hayes, Royal Decrees from the Temple of Min at Coptos, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 32 (Dec., 1946), p. 4[↩]
- Edward F. Wente, Review van The Third Intermediate Period in Egypt (1100-650 B.C.) van Kenneth A. Kitchen, in Journal of Near Eastern Studies, Vol. 35, No. 4 (Oct., 1976), p. 278[↩]
- Arnold (2008), p. 93[↩]
- Ancient Records, deel I, § 425[↩]
- Grimal (1994), p. 78-79[↩]
- Massimiliano Nuzzolo, The Sun Temples of the Vth Dynasty: A Reassessment, in Studien zur Altägyptischen Kultur, Bd. 36 (2007), p. 217-247[↩]
- AEC, p. 143[↩]
- AEC, p. 483[↩]
- AEC, p. 148-151[↩]
- Zoals Spalinger ook denkt. AEC, p. 149[↩]
- AEC, p. 130-131[↩]
- AEC, p. 133-134[↩]
- AEC, p. 134-135[↩]
- AEC, p. 136[↩]
- AEC, p. 137[↩]
- AEC, p. 139[↩]
- AEC, p. 140-141[↩]