Categorieën
2. Oude Rijk

Dynastie IV

Sneferu, gekleed in de mantel van het Heb Sed-festival 1

Inleiding

De koningen van dynastie IV zijn de bouwers van de grootste piramides die ooit in Egypte zijn gebouwd. Ze zijn de opvolgers van de schaduwkoningen aan het eind van dynastie III. Sneferu bouwde Egypte na een onduidelijke periode weer op en zijn opvolgers brachten vrede en welvaart, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun volk.

Voor de Bijbel is deze dynastie belangrijk voor de chronologie, en voor de wederopbouw van Egypte na de hongersnood. Omdat Jozef gedateerd kan worden aan het begin van dynastie III moet de schaduwtijd aan het eind van III de periode zijn waarin Egypte na de 7-jarige hongersnood verwoest was (Gen 41:30). Het was Sneferu, de eerste koning van IV, die de Twee Landen weer opbouwde. Zijn opvolgers zouden de Twee Landen leiden naar wat misschien wel haar grootste bloeiperiode was. De voorspoed van zijn opvolgers is de tijd van Genesis 47:27: “Zo woonde Israël in het land Egypte, in de landstreek Gosen. Daar verwierven zij bezit. Zij werden vruchtbaar en werden zeer talrijk.” “Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd.” (Ex 1:7)

Chronologie

Het begin van een chronologie voor dynastie IV lijkt misschien verwarrend. De juiste volgorde van de koningen is onduidelijk, verschillende lijsten hebben andere aantallen en soms koningen die nergens anders voorkomen. Over de regeringsperiodes bestaat discussie, net als over de interpretatie van hun aantallen veetellingen. Op de fragmenten van de Turin Canon staat bijna alleen een versie van de regeringsjaren. Manetho’s weergave van de dynastie is om het zacht te zeggen bijzonder en wordt vaak terzijde geschoven. Verschillende egyptologen komen dan ook met verschillende reconstructies.

In de standaardchronologie zijn er weinig duidelijke tijdskaders voor de dynastie, een logische reden voor verwarring en onduidelijkheid. Dat is anders in het licht van de Bijbel. De periode van de aartsvaders kan gedateerd worden in de tijd van dynastieën I-III, en het begin van de slavernij onder dynastie XII; voor een overzicht, zie hier. Dan blijkt dat het Oude Rijk minder lang duurde dan in de meeste huidige reconstructies.

Mijn interpretatie van de koningslijsten en regeringsjaren van IV werd zo lang dat er een andere post voor is geschreven. Deze interpretatie:

  • past bij de Bijbelse plaatsing van dynastieën I-III en XII,
  • spreekt geen van de bekende koningslijsten tegen,
  • wat ook geldt voor de regeringslengtes uit de Turin Canon, en
  • levert een logische verklaring voor Manetho’s op het eerste gezicht bijzondere weergave van de dynastie.

Precieze chronologie

Een tot op het jaar nauwkeurige chronologie van dynastie IV kent nog een beginpunt. Dit is Djedkare, aan het eind van dynastie V. Hij kan worden gedateerd aan de hand van twee datums waarop het nieuwe maan moet zijn geweest. Door de verhouding van de Egyptische kalender met de huidige, is er ongeveer elke 25 jaar een match tussen de datums en de stand van de maan. Maar als je dynastieën III-V maximaal inkort, zoals ik doe, moet er nog ergens 12 jaar verwijderd worden om de nieuwemaansdatums te kunnen plaatsen.

III, IV en V zijn elk als geheel niet verder in te korten dan ik al doe. De enige mogelijkheid is daarom dat er een korte overlap tussen de dynastieën was. Zo’n overlap is eigenlijk alleen mogelijk voor Sneferu, de eerste koning van IV. Door hem 12 jaar eerder te plaatsen begint hij in 1871, het sterfjaar van Djoser (1890-1871), de farao van Jozef. In dat geval maken meerdere gegevens deze verschuiving van 12 jaar interessant:

  • Jozefs hongersnood, die eindigde in 1871, zou het land verwoesten (Gen 41:30). In het Hebreeuws staat hier het werkwoord kalah, dat naast verwoesten ook beëindigen betekent. Als in 1871 het koninkrijk van Djoser werd beëindigd kan het zijn opgedeeld onder Djoserti (1871-1865) en Sneferu.
  • Huni (1859-1835) wordt normaal gesproken gezien als degene die de weg bereidde voor de grote bouwprojecten van IV en de bijbehorende administratie, maar van Huni is juist erg weinig bekend. Ondanks zijn 24 jaar is er zelfs onduidelijk of hij wel een piramide bouwde. 2 Sneferu bouwde na de hongersnood het land weer op en gebruikte daarvoor de steden (ḥwts) waar Jozef de Egyptenaren tijdens de hongersnood in had geplaatst (Gen 47:22). Sneferu bouwde nog veel extra ḥwts. Uit zijn tijd dateert bovendien het eerste bewijs van de belasting die Jozef aan het eind van de hongersnood instelde (Gen 47:26).
  • Als Sneferu niet direct na Djoser kwam moet uitgelegd worden waarom deze steden pas 42 jaar na de hongersnood belangrijk werden, en de belastingen ook pas 42 jaar na de hongersnood opduiken. Tijdens de hongersnood werden de Egyptenaren en hun land eigendom geworden van de farao (Gen 47:20-21); ze waren dankbaar dat Jozef hen in leven had gehouden en onderwierpen zich volledig aan het gezag (vers 25). Van zo’n situatie is heel goed te profiteren door hen in te zetten als vrijwillige werkkrachten.
    Bijbels gezien is er geen ruimte om 42 jaar te wachten met het opnieuw opbouwen van Egypte. Als Sneferu direct na Djoser kwam verklaart het waarom het tussen het eind van de hongersnood (1871) en het overlijden van Jakob (1859) goed ging met Israël in Egypte (Gen 47:27, 50:20). Door hun bezittingen werden ze een deel van de elite (Gen 47:20). Het ging dus goed met Egypte, terwijl er van Djosers opvolgers uit III nauwelijks iets bekend is 3.
  • Mesochris (Khaba) (1865-1859), de tweede opvolger van Djoser, is vlak bij Sneferu’s regering te dateren 4, ook al zit er in de standaardchronologie 30 jaar tussen hen.
  • De piramide in Meidum wordt normaal toegeschreven aan Huni, maar volgens graffiti uit het Middenrijk en het Nieuwe Rijk was deze gebouwd door Sneferu. 5

Er zijn uiteraard ook tegenpunten te bedenken. Huni was de voorganger van Sneferu, in zowel de Papyrus Prisse (in de Instructies voor Kagemni) als de autobiografie in de tombe van Metjen in Saqqara. 5 Verderop in mijn chronologie is net zo’n situatie; Unas (1714-1684) stierf na Teti (1719-1699), maar werd Teti als zijn opvolger gezien door onder andere verschillende ambtenaren uit hun tijd. Net als bij Teti zal het betekenen, waarvoor zie hier, dat Sneferu op een gegeven moment de grootste macht van Huni overnam.

Er is een duidelijke bouwperiode die gedateerd kan worden op het eind van dynastie III, in plaats van begin III en begin IV. 6 Het ontwerp van bijvoorbeeld de Layer Pyramid van Zawyet el-Aryan, mogelijk van Mesochris (Khaba), lijkt erg op de trappenpiramides van Djoser en Djoserti (Sekhemkhet), maar is heel anders dan het ontwerp van de eerste fase van Sneferu’s piramide in Meidum. 7 Dit is te vergelijken met de situatie aan het begin van dynastie XIII, toen in Opper-Egypte nog de materiële cultuur van eind XII-begin XIII dominant was, maar in Beneden-Egypte de materiële cultuur van XV. Uit opgravingen in Edfu bleek dat deze culturen tegelijk bestonden. 8 Mesochris zette dan de bouwstijl van Djoser door en Sneferu experimenteerde met iets nieuws.

Sneferu

Horus Nebmaat
1871-1847

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 20. Sneferu
  • Karnak-lijst: 2. Sneferu
  • Saqqara-lijst: 43. Sneferu
  • Turin Canon: Snefer, 24 jaar
  • Manetho: 1. Soris, 29 jaar

Voor de onduidelijkheid rondom de nummering van zijn veetellingen, zie hier. Voor een verklaring van deze nummering die past bij de hierboven uitgezette datering van de dynastie, zie hier.

Sneferu’s tijd was er een van grote voorspoed. Deze voorspoed kan alleen worden gedateerd na de hongersnood van Jozef; zie hier. Voor de redenen om Sneferu direct na de hongersnood te dateren, zie boven.

Zijn vrouw, Hetepheres, was “dochter van de god”, wat betekent dat ze een dochter van een koning was 9, in mijn chronologie mogelijk Djoser.

Een aantekening van een arbeider op Sneferu’s noordelijke piramide in Dahshur, is het oudste onbetwistbare bewijs van het bestaan van de Egyptische civiele kalender, die 365 dagen in een jaar had. 10 Deze kalender loopt elke vier jaar een dag achter op de Juliaanse; na 1640 Juliaanse jaren waren er 1641 Egyptische jaren verstreken. Deze kalender zou in deze vorm bestaan tot 23 v.Chr., toen er voor het eerst een schrikkeldag werd geïntroduceerd en nieuwjaarsdag voortaan op ongeveer dezelfde dag in het zonnejaar viel.

Khufu

(Cheops, Khnum-Khufu)
Horus Medjedu
1847-1824

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 21. Khufu
  • Saqqara-lijst: 42. Khufu
  • Wadi Hammamat-lijst 11: (1.) Khufu
  • Turin Canon: […], 23 jaar
  • Manetho: 2. Suphis, 63 jaar
    Volgens Africanus: “He reared the Great Pyramid, which Herodotus says was built by Cheops. Suphis conceived a contempt for the gods: he also composed the Sacred Book, which I (Africanus) acquired in my visit to Egypt because of its high renown.”
    Volgens Eusebius: “Of these (de koningen van IV) the third was Suphis, the builder of the Great Pyramid, which Herodotus says was built by Cheops. Suphis conceived a contempt for the gods (Armeense vertaling: behaved arrogantly towards the gods themselves), but repenting of this, he composed the Sacred Book, which the Egyptians hold in high esteem (Armeens: in which the Egyptians believe they possess a great treasure).”
  • Eratosthenes 15. Saophis, 29 jaar
  • Diodorus Siculus: Chemmis, 50 jaar. Chemmis’ piramide werd gebouwd door 360.000 arbeiders en werd in 20 jaar voltooid. 12
  • Herodotus: Cheops, 50 jaar. Hij werd opgevolgd door zijn broer Chephren (Khafre). 13 Herodotus schildert Cheops af als een tiran die de Egyptenaren dwong om de piramide voor hem te bouwen. Toen hij geen geld meer had gebood hij zijn dochter om zich te prostitueren en zich te laten betalen met stenen, om verder te kunnen bouwen. 14

Bekende jaren van de veetelling zijn 4(?), 5, 8, 10 en 12; van de jaren na de veetelling is alleen 13 bekend. 15 Zijn tellingsjaar 17 zou volgens Petrie vermeld zijn in rode verf op steenblokken uit zijn piramide, maar dat is nergens teruggevonden. 16 Of de veetellingen nou om het jaar kwamen of eens per jaar of ergens daartussenin, voor de chronologie maakt het weinig uit.

Vanuit de archeologie kan niks worden gezegd over zijn regeringsduur. 17

Voor de datum van laagwater in de Papyrus Westcar, die een argument vormt tegen de standaardchronologie, zie hier.

De schacht van Djedefres piramide. Van het bovengrondse deel van de piramide is tegenwoordig nog nauwelijks meer iets over omdat de stenen hergebruikt zijn. 18

Djedefre

Horus Kheper
1824-1816

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 22. Djedefre
  • Saqqara-lijst: 41. Djedefre
  • Wadi Hammamat-lijst: (2.) Djedefre
  • Turin Canon: […], 8 jaar
  • Diodorus Siculus: Cephren (Khafre) volgde zijn broer op en regeerde 56 jaar, maar volgens anderen werd Chemmis niet opgevolgd door zijn broer, maar zijn zoon, Chabryes.

Chabryes zal Djedefre zijn geweest; Djedefre was de zoon van Khufu en de vader van Khafre. 19 Djedefre wordt in latere bronnen vaker overgeslagen, waaronder in de Papyrus Westcar en Manetho. Voor de redenen om te denken dat Djedefre vrijwel direct na zijn kroning zijn broer Khafre aanstelde als co-heerser, zie hier. Dat Djedefre zijn piramide niet bij de drie bekendste piramides in Gizeh bouwde, maar in Abu Rowash, is geen argument om hem in een zijlijn te plaatsen, want Gizeh was op dat moment alleen nog door zijn vader gebruikt. 20

Jaar 1 van de veetelling is van hem bekend. Een jaar 11 (of 10?) wordt vermeld op een steenblok uit het dak van de bootkuil ten zuiden van Khufu’s piramide, samen met een aantal teksten op andere steenblokken waarin Djedefre word vermeld. Toch kan het jaar ook van Khufu zijn geweest; het steenblok met het jaartal kan al in Khufu’s tijd zijn geplaatst. 21 Als de Turin Canon gelijk heeft over zijn regeringsduur zal het van Khufu zijn.

Ondanks dat hij maar 8 jaar regeerde was zijn piramide wel afgemaakt. 22

Khafre

(Chephren)
Horus Userib
1824-1798

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 23. Khafre
  • Saqqara-lijst: 40. Khafre
  • Wadi Hamammat-lijst: (3.) Khafre
  • Turin Canon: Kha[fre], 20[+x jaar]
  • Manetho: 3. Suphis, 66 jaar
  • Eratosthenes: 16. Saophis II, 27 jaar
  • Diodorus Siculus: Cephren volgde zijn broer op en regeerde 56 jaar. Hij bouwde de tweede piramide. Beide piramides werden gebouwd als graftombe, maar er werd niemand begraven, want de Egyptenaren waren wreed en met geweld behandeld tijdens de bouw en dreigden om hun lichamen uit elkaar te rijten en hen uit de tombes te werpen. Daarom werden de koningen na hun dood in het geheim door hun familieleden begraven, op een ongemarkeerde plek. 23
  • Herodotus: Chephren, 56 jaar, de broer van Cheops die de tweede piramide bouwde. Deze piramide was kleiner en heeft geen ondergrondse kamers. Hij wordt niet, zoals die van Cheops, bereikt door een kanaal van de Nijl, maar de rivier gaat via een gebouwde doorgang en omcirkelt een eiland waar, “they say”, Cheops ligt. 13
    De piramides werden in 106 jaar gebouwd, wat voor de Egyptenaren ellende betekende en voor de tempels dat ze gesloten waren. De mensen verafschuwden de herinnering aan deze koningen zo, dat ze de piramides noemden naar de herder Philition, die toen zijn vee weidde op die plek. 24

Alleen een jaar van de 1e veetelling is zeker van hem. 5, 7, 10, 12 en 13 zijn dat waarschijnlijk. De jaren na de 4e en 5e veetelling komen uit de tombe waar zijn 1e tellingsjaar vermeld wordt, en zijn daarom waarschijnlijk ook van hem. De veetellingen lijken in deze periode onregelmatig te zijn gehouden. 25

Hordjedefre

1798-1793

In de koningslijsten:

  • Saqqara-lijst: (mogelijk een van de onleesbare cartouches, nr. 39-35)
  • Wadi Hammamat-lijst: (4.) Hordjedefre
  • Turin Canon: […, …] jaar
  • Manetho: 5. Ratoises, 25 jaar
  • Eratosthenes: 13. Rayosis, 13 jaar (aan het begin van zijn lijst met koningen van IV)

Met hem begon een zijlijn van de dynastie. Voor de redenen om Hordjedefre en Baka (Baufre) niet in de hoofdlijn te plaatsen, en om Manetho’s opgaves voor beiden met de volle twee decennia te verlagen, zie zie hier.

Baka

1793-1791

In de koningslijsten:

  • Saqqara-lijst: (mogelijk een van de onleesbare cartouches, nr. 39-35)
  • Wadi Hammamat-lijst: (5.) Baufre
  • Manetho: 6. Bicheres, 22 jaar
  • Eratosthenes: 14. Biyres, 10 jaar

Ik identificeer Baufre met Baka (Bicheres) om verschillende redenen. Daar staat ook uitgelegd dat de naam Baka niet zeker is; het is een van de mogelijke lezingen van de hiërogliefen die iemand lang geleden onduidelijk heeft overgeschreven. Maar de lezing Baka past bij Manetho’s Bicheres, was de naam van een zoon van Djedefre en kan in verband worden gebracht met de namen Baufre en Biyres. Setka, een van de andere mogelijke lezingen, was net als Baka de naam van een zoon van Djedefre 26.

Het enige wat in de post achter de link niet is uitgelegd is het verschil in de namen. Het kan een simpele overschrijffout zijn. Daar werden meer vergissingen mee gemaakt. Neferefre (1750) bijvoorbeeld heet Neferkhare in de Saqqara-lijst en Cheres in Manetho, Menkauhor (1750-1742) is Menkahor in de Saqqara-lijst en Mencheres in Manetho, en Djedkare (1742-1714) heet Maatkare in de Saqqara-lijst, Djedu in de Turin Canon en Tancheres in Manetho. De namen betekenen in ieder geval ongeveer hetzelfde. Baka is ba en ka, twee elementen van de ziel in de Egyptische ideeën, de persoonlijkheid en de geest; Baufre is zijn ba’s zijn die van Ra.

De Wadi Hammamat-lijst komt uit het Middenrijk, mogelijk uit de tijd van dynastie XII (1590-1412). 11 Wat de reden was om juist toen die lijst op te schrijven, is onduidelijk.

Menkaure

(Mycerinus)
Horus Kakhet
1798-3 april 1780

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 24. Menkaure
  • Saqqara-lijst: (mogelijk een van de onleesbare cartouches, nr. 39-35. Op plek 39 werd Menkaure alleen gelezen door Mariette in 1864 n.Chr.. De volgende 4 cartouches zijn verwoest of volledig onleesbaar, en gevolgd worden door Userkaf.)
  • Turin Canon: […], 18/28/38 jaar, waarschijnlijk 18 27
  • Manetho: 4. Mencheres, 63 jaar
  • Eratosthenes: 17. Moscheres, 31 jaar
  • Diodorus Siculus: Mycerinus, door sommigen Mencherinus genoemd, was een zoon van de bouwer van de eerste piramide (Khufu). Hij bouwde de derde piramide, maar stierf voor deze af was. Hij was verontwaardigd over de wrede manier waarop zijn voorgangers de Egyptenaren behandelden en besteedde zijn regering aan het welvaren van zijn onderdanen. Hij luisterde goed naar hen. 28
  • Herodotus: Mycerinus volgde zijn vader Cheops op. Hij opende de tempels weer en gaf de Egyptenaren toestemming om terug te keren naar hun bedrijven en offers; “and he was the justest judge among all the Greeks.” De eerste ramp die hem overkwam was de dood van zijn dochter, zijn enig kind. Hij begroef haar in een holle koe die overtrokken was met goud, en in Herodotus’ tijd nog steeds in Saïs ontstond; er was een hele godsdienst omheen ontstaan. 29
    Mycerinus’ tweede ramp was de voorspelling dat hij nog maar 6 jaar te leven had, en zou sterven in het 7e jaar, juist omdat hij goed was voor zijn mensen. De Egyptenaren zouden volgens een voorspelling namelijk 150 jaar onderdrukt moeten worden. In tegenstelling tot zijn twee voorgangers wist Mycerinus dat niet. 30

Zijn 2e en 11e veetellingen worden vermeld. De jaren na de 2e, 3e en 11e veetellingen, uit de papyri van Gebelein, zijn mogelijk ook van hem. 31

Volgens de Palermo Stone regeerde hij […] maanden en 24 dagen in zijn laatse jaar; zijn opvolger heerste […] maanden en 11 dagen. 32 Strudwick reconstrueert hier respectievelijk [4] en [7] maand. 33 Menkaure stierf dan op I peret 24, wat in 1780 3 april was.

Menkaures piramide was niet afgemaakt. Dat is opvallend, want Djedefres piramide was dat wel, en dat in 8 jaar. Verner zoekt het probleem bij Menkaure in een kortere regering of een slechte economie, maar voor dat laatste zijn weinig aanwijzingen, zoals hij zelf aangeeft. 34

Shepseskaf

Horus Shepseskhet
4 april 1780-1778

In de koningslijsten:

  • Abydos-lijst: 25. Shepseskaf
  • Saqqara-lijst: (mogelijk een van de onleesbare cartouches, nr. 39-35)
  • Turin Canon: […], 2 jaar
  • Manetho: 7. Sebercheres, 7 jaar

Voor de datum waarop hij gekroond werd, zie zijn voorganger.

Voor de reden om hem de 2 jaar uit de Turin Canon te geven, in plaats van de 4 jaar uit de regel daarvoor die hij meestal krijgt, zie hier.

Zijn rnpt sm3 t3wy, het jaar van de vereniging van de Twee Landen (Egypte), ofwel het jaar waarin hij koning werd, is gevonden. Het jaar 1 dat vermeld wordt in de tombe van Meresankh III, een nichtje en vrouw van Khafre 19, is mogelijk ook van hem. 35 Een stela uit de piramide van Shepseskafs vader, Menkaure, is gedateerd op het “Year after the first occasion of accounting oxen and sm[all cattle]” van Horus Shepseskhet, en vermeldt Shepseskafs besluit om de piramide vrij te stellen van belasting. 36

Een jaar 2 wordt vermeld in de mastaba van Seshemnefer II, G 5080 in Gizeh. Shepseskafs zegeling is gevonden in de grafkamer, maar dat betekent niet dat het jaar van hem was. De mastaba was namelijk gebouwd en gedecoreerd in de tijd van Niuserre (1750-1736), dus dit jaar was waarschijnlijker van Niuserre. 37

De drieling uit de Papyrus Westcar

In de Papyrus Westcar wordt voor Khufu voorspeld dat een drieling, de eerste drie koningen van V, aan de macht zullen komen. Na Khufu zal eerst zijn zoon aan de macht komen (Khafre), daarna diens zoon (Menkaure) en dan de eerste van de drieling. 38 Voor de redenen waarom Djedefre wordt overgeslagen, zie hier.

Traditioneel wordt gedacht dat deze drieling de eerste drie koningen van V waren, Userkaf, Sahure en Neferirkare, maar Neferirkare lijkt al een zoon van een van zijn voorgangers te zijn. 39 Zolang Djedefre werd overgeslagen voor de achter de link vermelde redenen, is de drieling Shepseskaf, Thamphthis en Userkaf, de eerste koning van V.

Thamphthis

1778-1774

In de koningslijsten:

  • Saqqara-lijst: (mogelijk een van de onleesbare cartouches, nr. 39-35)
  • Turin Canon: […], 4 jaar
  • Manetho: 8. Thamphthis, 9 jaar

Voor de reden om hem de 4 jaar uit de Turin Canon te geven, in plaats van de 2 jaar uit de regel daarna die hij meestal krijgt, zie hier.

Van hem zijn geen veetellingen bekend. 40 Van hem is sowieso niets bekend naast de vermeldingen in de koningslijsten.

laatste wijzigingen:
6 februari 2023: Khufu’s datum van laagwater verplaatst

  1. By Juan R. Lazaro, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=26254320[]
  2. Wilkinson (1999), p. 87[]
  3. Royal Families, p. 44, 48[]
  4. Wilkinson (1999), p. 85-86[]
  5. Wilkinson (1999), p. 88[][]
  6. AEC, p. 120[]
  7. AEC, p. 119[]
  8. Nadine Moeller, Gregory Marouard en Natasha Ayers, Discussion of Late Middle Kingdom and Early Second Intermediate Period History and Chronology in Relation to the Khayan Sealings from Tell Edfu, in Ägypten und Levante / Egypt and the Levant, Vol. 21 (2011), p. 87-121[]
  9. Royal Families, p. 51[]
  10. Nolan (2003), p. 83[]
  11. https://pharaoh.se/other-king-lists, met bronnen E. Drioton, Une Liste des Rois de la IV Dynastie dans l’Ouadi Hammamat (1954), waar op p. 6 de lijst preciezer wordt gedateerd dan op pharaoh.se, en P. Janosi, Gaza in der 4. Dynastie. Die Baugeschichte und Belegung einer Nekropole des Alten Reichs (2005) [][]
  12. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 63.2, 63.9[]
  13. Herodotus, Histories, boek II, 127[][]
  14. Herodotus, Histories, boek II, 124, 126[]
  15. AEC, p. 131-132[]
  16. Verner (2001), p. 373[]
  17. Verner (2001), p. 374[]
  18. By Roland Unger, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6591947[]
  19. Royal Families, p. 52[][]
  20. Royal Families, p. 55[]
  21. Verner (2001), p. 375-376, met voetnoot 108[]
  22. Verner (2001), p. 377[]
  23. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 64.1-6[]
  24. Herodotus, Histories, boek II, 128[]
  25. Verner (2001), p. 377-379[]
  26. Royal Families, p. 52-53[]
  27. AEC, p. 127[]
  28. Diodorus Siculus, Library of History, boek I, 64.6-9[]
  29. Herodotus, Histories, boek II, 129-132[]
  30. Herodotus, Histories, boek II, 133[]
  31. AEC, p. 134-135[]
  32. Wilkinson (2000), p. 149[]
  33. Strudwick (2005), p. 68[]
  34. Verner (2001), p. 382[]
  35. Verner (2001), p. 383[]
  36. Nolan (2003), p. 80[]
  37. Anthony Spalinger, Dated Texts of the Old Kingdom, in Studien zur Altägyptischen Kultur, Bd. 21 (1994), p. 292[]
  38. Miriam Lichtheim, Ancient Egyptian Literature, Volume I: The Old and Middle Kingdoms (1973), p. 219[]
  39. Royal Families, p. 62, 64[]
  40. AEC, p. 135-136[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *