Categorieën
Exodus

Exodus: herkomst van de tien plagen

De eerste plaag, uit de Sister Haggadah van omstreeks 1350 n.Chr. 1

De herkomst van de eerste negen plagen

Barbara J. Sivertsen heeft een boek geschreven over de plagen waarmee God Egypte trof vlak voor de exodus. 2 Ze legt daarin uit hoe de eerste negen plagen kunnen zijn veroorzaakt door de uitbarsting van de vulkaan van Thera (Santorini), in Griekenland. Ze gelooft niet dat alles in de Bijbel gebeurd is zoals opgeschreven, maar wel dat de plagen echt gebeurd zijn en een duidelijke oorsprong hebben. Ze schrijft bijvoorbeeld dat de verschillende stadia van de asval pas in hervertellingen uit elkaar gehaald werden, en plagen werden. 3

Thera’s uitbarsting was de op een na grootste explosie in de laatste vier millennia (van de standaardchronologie); voor zover bekend was alleen de uitbarsting van Tambora in Indonesië, in 1815, groter. Deze zorgde voor het “jaar zonder zomer” op het noordelijke halfrond. 4

Sivertsen heeft een bijzondere kijk op de Bijbel. De eerste negen plagen neemt ze aan zoals ze er staan, maar in de rest van Mozes’ boeken verandert ze vanalles en schuift evenveel opzij, om na de ontdekking dat haar aannames en ideeën niet kloppen met de rest van Mozes’ tekst te concluderen dat hij het mis heeft. Dat juist iemand die zo denkt de plagen serieus neemt spreekt in het voordeel van Mozes.

Plaag 1: Water in bloed

“En al het water dat in de Nijl was, werd in bloed veranderd. De vissen in de Nijl stierven en de Nijl stonk, zodat de Egyptenaren het water uit de Nijl niet konden drinken. Er was bloed in heel het land Egypte.” (Ex 7:20-21)

De tweede fase van Thera’s uitbarsting bestond uit tsunami’s, die binnen een uur de Nijldelta bereikten. De golven waren 7 tot 12 meter hoog; 3-4 keer hoger dan de golven die daar normaal waren. De tsunami stroomde waarschijnlijk door tot in de stromen, rivieren en poelen, die allen werden gesmet, en het zuurstofgehalte van het water werd verstoord door de troebelheid. Dat is genoeg om een hoop vissen te laten sterven. 5

Een paar maanden voor de tsunami was er al asstof met ijzeroxide en zwavelzuur gevallen vanuit Thera. Het is de combinatie met zwavelzuur die zorgt dat de ijzeroxide wordt opgenomen door trichodesmium, een klein organisme, dat vervolgens een grote hoeveelheid stikstof produceert. Die stikstof jaagt weer de groei van giftige dinoflagellaten aan, een soort plankton, die een paar maanden na de asval weer zorgen voor “rode getijden”. Dat kan het tsunamiwater rood hebben gemaakt. 6

Plaag 2: Kikkers

“Zo gingen zeven dagen voorbij, nadat de HEERE de Nijl geslagen had.” (Ex 7:25) “Toen strekte Aäron zijn hand uit over de wateren van Egypte, en er klommen kikkers uit en zij bedekten het land Egypte.” (Ex 8:6)

Deze week kan de tijd zijn tussen de aankomst van de tsunami en de rest van de plagen. De invasie van de kikkers kan zijn gebeurd kort na de besmetting van hun woonwater door puin en de tsunami’s, gevolgd door een massale sterfte toen de kikkers te lang uit het water bleven. 7

Plaag 3: “Muggen”

“Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zeg tegen Aäron: Strek je staf uit en sla het stof van de aarde, zodat het tot muggen wordt in heel het land Egypte.” (Ex 8:17)

De eerste as van Thera’s uitbarsting bereikte de Delta in 8-32 uur na het geluid van de uitbarsting, de schokgolf en de tsunami. Alleen de fijnste stofdeeltjes zouden zo ver komen, en die vormden een wolk zo dun dat de as werd gezien als stof, irritant voor de huid van mens en dier, net als muggenbeten. 7

De HSV zegt in een voetnoot bij Exodus 8:16: “De exacte betekenis van het Hebreeuwse woordje ken is niet helemaal duidelijk. Er wordt o.m. gedacht aan muggen, luizen (SV), maden en teken. De HSV heeft voor het eerste gekozen omdat het aannemelijk is dat het aantal muggen in het land explosief toenam toen alle kikkers dood waren.”

ken kan dus de verzameling van stofdeeltjes van de uitbarsting zijn.

Plaag 4: Steekvliegen

“Toen zei de HEERE tegen Mozes: Sta morgen vroeg op en ga voor de farao staan. Zie, wanneer hij naar het water toe gaat, moet u tegen hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Laat mijn volk gaan, zodat zij Mij kunnen dienen. Want als u Mijn volk niet laat gaan, zie, dan zal Ik steekvliegen op u, uw dienaren, uw volk en uw huizen afzenden, zodat de huizen van de Egyptenaren, en zelfs de grond waarop zij staan, vol steekvliegen zullen zijn.” (Ex 8:20-21)

Insecten zijn behoorlijk gevoelig voor tefra, het materiaal dat valt na een vulkaanuitbarsting. Toen het begon te vallen zochten de insecten uit de Delta een veilig heenkomen, net als vogels onderzak zochten in huizen in Nieuw-Guinea in de 17e eeuw. 8

Plaag 5: Pest

“zie, dan zal de hand van de HEERE tegen uw vee zijn dat in het veld is, tegen de paarden, tegen de ezels, tegen de kamelen, tegen de runderen en tegen het kleinvee, met een zeer zware pest.”

Dit kan veroorzaakt zijn doordat de dieren op het veld de zure stof inademden, of de gevallen as opaten tijdens het grazen, net zoals rendieren werden getroffen bij de uitbarstingen van Unimak (1825) en Katmai (1912) in Alaska. 8

Plaag 6: Zweren

“Toen zei de HEERE tegen Mozes en tegen Aäron: Neem voor uzelf uw handen vol as uit de oven, en laat Mozes die voor de ogen van de farao hemelwaarts uitstrooien. Dan zal het over heel het land Egypte worden tot stof en bij de mensen en de dieren in heel Egypte zweren veroorzaken, die als puisten openbreken.” (Ex 9:8-9)

Het Hebreeuwse woord voor “zweer” is verwant aan het Ugaritische woord “brandwond”. Net als bij de veepest is dit het gevolg van de doorgaande, steeds erger wordende asval in de noordoostelijke Delta. 8

Plaag 7: Hagel

Twee dagen later (Ex 9:13-18) gaf “de HEERE … donder en hagel”. “Er viel hagel en er flitste vuur te midden van de hagel, een zeer zware bui. Iets dergelijks was er in heel het land Egypte nooit gebeurd, sinds het een volk was geworden.” De mensen en dieren op het veld werden neergeslagen, inclusief het veldgewas, en de bomen versplinterd. (Ex 9:23-26)

Onweersbuien verergeren het samenklonteren van deeltjes in een uitbarstingswolk, waardoor een tweede asregen kan voorkomen op grote afstand van een uitbarsting. Een woeste wervelstorm kan de ijzige asballen van de elektrisch geladen Thera-uitbarsting hebben samengevoegd en over de Delta hebben gestrooid, wat vanaf de Aarde gezien kan worden als hagel met bliksems, gevolgd door de regen van de storm zelf. 9

Plaag 8: Sprinkhanen

“Toen strekte Mozes zijn staf uit over het land Egypte, en de HEERE bracht die hele dag en die hele nacht een oostenwind in het land. En het gebeurde, toen het morgen geworden was, dat de oostenwind de sprinkhanen meevoerde. De sprinkhanen kwamen op over heel het land Egypte en streken neer op heel het gebied van de Egyptenaren, een zeer grote zwerm. Nooit eerder is er zo’n zwerm sprinkhanen geweest, en hierna zal er nooit weer zo een zijn” (Ex 10:13-14). “En de HEERE keerde de wind en liet een zeer sterke westenwind opsteken. Die tilde de sprinkhanen op en wierp ze in de Schelfzee.” (Ex 10:19)

Volgens Sivertsen is dit een uitstekende beschrijving van de tegen de klok in draaiende winden aan de zuidelijke grens van een cycloonachtige storm die uit de Middellandse Zee komt. Daarnaast kan je sprinkhanen verwachten in de Delta aan het eind van de winter of het begin van de lente 9; de exodus was op 15 nisan (Num 33:3), 25 maart 1446, aan het begin van de lente. Het kan de staart van de hagelstorm zijn geweest die dit veroorzaakte.

Plaag 9: Duisternis

“Toen Mozes zijn hand uitstrekte naar de hemel, kwam er een dikke duisternis in heel het land Egypte, drie dagen lang. Zij zagen elkaar niet, en drie dagen lang stond niemand op van zijn plaats. Voor alle Israëlieten echter was het licht in hun woongebieden.” (Ex 10:22-23) Gosen, het gebied waar de Israëlieten woonden, bleef hiervan gespaard.

Dit is de grootste aanwezigheid van de aswolk in Egypte. Het was ook drie dagen donker in Nieuw-Guinea na de vulkaanuitbarsting in de 17e eeuw. 9

Plaag 10: Dood van alle eerstgeborenen

“En het gebeurde te middernacht dat de HEERE alle eerstgeborenen in het land Egypte trof, vanaf de eerstgeborene van de farao, die op zijn troon zou zitten, tot aan de eerstgeborene van de gevangene, die zich in de gevangenis bevond, en alle eerstgeborenen van het vee. Toen stond de farao ’s nachts op, hij en al zijn dienaren en alle Egyptenaren. En er was een luid geschreeuw in Egypte, want er was geen huis waarin geen dode was.” (Ex 12:29-30)

Deze laatste plaag, de reden dat de farao de Israëlieten eindelijk liet gaan, had niks met vulkaanuitbarstingen te maken. Het was God zelf die door Egypte ging en alle eerstgeborenen trof (Ex 12:12). Dit klinkt heel wreed, zeker van een liefdevolle God (Rom 8:38-39). Maar God is ook rechtvaardig (Rom 3:25-26). De Egyptenaren hadden de Israëlieten lang en hard onderdrukt, en dat nam Hij niet licht op. Tegen Abraham had Hij gezegd: “Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken.” (Gen 14:14) Hij had rechtgesproken over Egypte en deze tiende plaag was een deel van Zijn oordeel.

Is dit mogelijk?

De vraag of dit een mogelijk verklaring voor de tien plagen is, van de natuurkrachten die God ervoor gebruikte, is afhankelijk van de datering van de uitbarsting van Thera (Santorini). Daarover bestaat helaas veel discussie. Het vaakst wordt het begin van het Nieuwe Rijk (hier 1290) genoemd. Dat blijkt te komen uit onvolledige gegevens over aardewerk dat gevonden is op Santorini en vergeleken met vergelijkbaar aardewerk uit Egypte, levert dat alleen een datum op dat de uitbarsting al had plaatsgevonden. Andere manieren van dateren komen ongeveer 100 jaar eerder uit, soms nog eerder, soms iets later. 10 De uitbarsting kan worden gedateerd op Late Minoan IA; dit is vlak na Middle Minoan IIIA, waarin een potscherf met de naam Khyan, uit de Egyptische dynastie XV, is gevonden. 11

De exodus was ongeveer 150 jaar voor het Nieuwe Rijk. Khyan regeerde in de eerste 50 jaar daarvan (dat komt nog) en dit zou betekenen dat God de uitbarsting van Thera niet heeft gebruikt voor de tien plagen. Dit gaat er wel vanuit dat de datering van de uitbarsting klopt; zelfs over de precieze datering van Khyans naam op Kreta is niet iedereen het eens. Zie het artikel uit de voetnoot. In ieder geval is het laatste woord over Thera’s datering ongetwijfeld nog niet geschreven, en is het een interessante mogelijkheid voor de plagen.

laatste wijziging: 28 maart 2021

  1. Unknown author, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=76798179[]
  2. Barbara J. Sivertsen, The Parting of the Sea: How Volcanoes, Earthquakes, and Plagues Shaped the Story of Exodus (2009) []
  3. Sivertsen (2009), p. 40-41[]
  4. Sivertsen (2009), p. 25[]
  5. Sivertsen (2009), p. 38[]
  6. Sivertsen (2009), p. 38-39[]
  7. Sivertsen (2009), p. 39[][]
  8. Sivertsen (2009), p. 40[][][]
  9. Sivertsen (2009), p. 41[][][]
  10. Felix Höflmayer, The Date of the Minoan Santorini Eruption: Quantifying the “Offset”, in Radiocarbon, Volume 54 (2012), Issue 3-4, p. 435-448[]
  11. Felix Höflmayer, An Early Date for Khyan and Its Implications for Eastern Mediterranean Chronologies, in The Hyksos Ruler Khyan and the Early Second Intermediate Period in Egypt: Problems and Priorities of Current Research, Proceedings of the Workshop of the Austrian Archaeological Institute and the Oriental Institute of the University of Chicago, Vienna, July 4-5, 2014 (2018), p. 151-153, 160-164[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *