Categorieën
1. Vroeg-dynastiek Aartsvaders

Abraham en dynastie I

Abraham met staf. Tekening van onbekende herkomst, gepubliceerd in de 19e eeuw. 1

Inleiding

In de tijd van de aartsvaders stonden de grenzen van Egypte open om in tijden van hongersnood buitenlanders van eten te voorzien. Niet alleen Abraham (Gen 12:10) en Jakobs familie (Gen 42:1-3) reisden tijdens een hongersnood naar Egypte, Izak was het van plan (Gen 26:1-2) en tijdens Jozefs grote hongersnood kwamen de inwoners van alle landen koren kopen in Egypte (Gen 41:57). Het lijkt heel normaal dat als er geen weidegrond meer was voor het kleinvee, het naar Egypte werd gebracht, waar de eigenaren als vreemdeling verbleven (Gen 47:4).

Naar aanleiding van een eerdere post kan Jozef worden gedateerd in het Oude Rijk. Dit past bij de reizen van Abraham en Jakobs familie; in de tijd voor dynastie VI verwelkomden de Egyptenaren Aziatische stammen. 2 Later werden de Egyptenaren vijandig. In de Instructies voor Merikare, uit dynastieën IX-X, die ten einde kwamen tussen 1684-1656: “the Asiatic is a crocodile on his riverbank; he snatches a lonely serf, but he will never rob in the vicinity of a populous town.” Volgens De profetie van Neferty bouwde Amenemhat I (1640-1611) de Muren-van-de-Heerser om de gewelddadige Aziaten tegen te houden die water vroegen voor hun vee.

In die eerdere post kwam ook naar voren dat Abraham aan het begin van dynastie I kan worden gedateerd. Deze post is een verkenning van wat er gebeurt als Abraham in dynastie I wordt geplaatst, en rekent dat door naar Izak en Jozef.

Abraham en dynastie I

Om te beginnen met het Egypte van Abrahams farao. Toen er een hongersnood kwam ging Abraham, tussen tussen 2091-2081, naar Egypte om er als vreemdeling te verblijven (Gen 12:10). In deze tijd ging het goed met Egypte; er was eten genoeg om ook de vreemdelingen daarvan te geven (Gen 12:10) en toen Abraham en Lot uit elkaar gaan, in dezelfde periode, koos Lot voor de Jordaanvallei, die zo rijk was als Egypte (Gen 13:10-11). Egypte komt nog een keer voor, wanneer Izak al geboren is, dus na 2066; Hagar haalde voor haar zoon Ismaël een vrouw uit Egypte (Gen 21:21).

Het is mogelijk dat Abraham naar Egypte trok aan het begin van dynastie I, voordat het paard in Egypte bekend raakte. Op dat moment ging het daar goed en was er, zoals de Bijbel beschrijft, contact met de regio Syrië-Kanaän. Uit de tijd van Aha, Djers voorganger, komt een potscherf uit die regio 3, en Semerkhet, de een-na-laatste van de dynastie, handelde nog met Syrië-Kanaän, maar op kleinere schaal dan zijn voorgangers. 4 De Palermo Stone vermeldt voor Djer: “smiting (the land of) Setjet”. Setjet is in Egyptische inscripties meestal een naam voor de regio Syrië-Kanaän. 5 Fragmenten van minstens een dozijn vazen uit Syrië-Kanaän zijn gevonden in Djers tombe in Abydos, maar ondanks dat is zijn naam niet buiten Egypte gevonden. 6

Abraham leefde al zijn tijd in vrede (Gen 15:15). Het land van de Filistijnen (Avvieten) waar hij jarenlang woonde (Gen 20:1, 21:34) lijkt ook vrede te hebben gehad. Dat wil niet zeggen dat er geen oorlog was in de buurt (Gen 14), maar dat was precies buiten Kanaän (vers 5-8) 7. Als Abraham inderdaad aan het begin van dynastie I in Egypte was, kan dat daarom alleen na de inval van Djer in Setjet zijn geweest.

Djer werd opgevolgd door Djet en Den. Over Den wordt op Cairo 1, een fragment van de koninlijke annalen waar ook de Palermo Stone bij hoort, gezegd: “smiting the Asiatics”. Dit zijn hier de bewoners van Setjet, ofwel het gebied Syrië-Kanaän. Hoewel Den volgens vier gevonden jaarnamen inderdaad oorlog voerde, noemt geen van deze vier de vijand Setjet. Volgens Toby Wilkinson kan Setjet daarom een interpretatie van de schrijver van de annalen zijn. 8 Deze oorlog hoeft daarom niet in Setjet te zijn geweest.

22 januari 2022: Abrahams farao was mogelijk Djer. Dat valt te concluderen uit een verhaal over Abraham dat niet in de Bijbel staat, in combinatie met een onduidelijke tekst die opgegraven is uit Djers tijd. Dit is uitgewerkt in een andere post.

Izak en Qa‘a: onrust in Egypte

Toen er tussen 1986-1966 hongersnood kwam zei God dat Izak niet naar Egypte moest trekken, maar in Kanaän moest blijven, waar God hem zou zegenen (Gen 26:1-6). Izak werd dus niet gezegend in Egypte, wat kan betekenen dat het daar onrustig was.

22 januari 2022: Dit is uitgewerkt in een andere post, waar een connectie met Qa‘a, de laatste koning van I, wordt gelegd. In of aan het eind van Qa‘a’s tijd was het namelijk onrustig in Egypte.

Izak en Peribsen: oorlog in Kanaän

Uit een paar verzen (Ps 105:14b-16) kan je concluderen dat een van de aartsvaderen overvallen werd door een koning van Egypte. Deze aartsvader kan alleen Izak zijn, want Abraham leefde in vrede (Gen 15:15) en Jakob en zijn gezin werden, waar ze ook naartoe reisden, door God beschermd (Ps 105:10-14a).

22 januari 2022: Dit is uitgewerkt in een andere post, waar een connectie wordt gelegd met Peribsen, de enige koning na Djer van wie zeker is dat hij oorlog voerde in Setjet.

Jozef en dynastie III/IV

Jozef werd in 1898 verkocht aan Midianitische kooplieden die hem in Egypte verkochten (Gen 37:2, 28, 36). Tijdens de hongersnood (1878-1871) kwamen de inwoners van alle landen naar Egypte om koren te kopen (Gen 41:57). Kort daarvoor ging het uitstekend met Egypte; er werd gehandeld in specerijen, balsem en mirre (Gen 37:25), luxeproducten, en er was vrede in het land (Gen 39:5).

Als Abraham aan het begin van dynastie I leefde en Izak aan het eind van I en tijdens II, kan, afhankelijk van de precieze dateringen, Jozef hebben geleefd toen het na de onduidelijkheden uit dynastie II weer beter ging met Egypte – onder Khasekhemwy, de laatste van II en een van de grootste bouwers uit de eerste dynastieën 9, of in III. Het is onduidelijk hoe II duurde; als het erg kort was kan Jozef ook aan het begin van IV worden geplaatst, tijdens de eerste grote piramidenbouwers.

22 januari 2022: Dit is uitgewerkt in een andere post. Jozef kan uitstekend worden geplaatst aan het begin van dynastie III.

laatste wijziging: 22 januari 2022

  1. Door Humbert de Superville, David (1770-1849), CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=99577060 []
  2. Anati (2001), hoofdstuk 6 []
  3. Wilkinson (1999), p. 59 []
  4. Wilkinson (1999), p. 66 []
  5. Toby A.H. Wilkinson, Royal Annals of Ancient Egypt, The Palermo Stone and its Associated Fragments (2000), p. 190 []
  6. Wilkinson (1999), p. 60-61 []
  7. Beitzel (2009), kaart 31, p. 103 []
  8. Wilkinson (2000), p. 241-242 []
  9. Wilkinson (1999), p. 79 []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *