Categorieën
Koningstijd

Saul

Saul op een schilderij van Ernst Josephson (1878) 1

Intro

De datering van Saul is een ingewikkelde. De twee belangrijkste Bijbelverzen voor de duur van zijn koningschap lijken elkaar grondig tegen te spreken. Paulus zegt dat hij 40 jaar gegeven was aan Israël (Hand 13:21). In een van de chronologisch gezien meest raadselachtige verzen uit de Bijbel staat letterlijk: “Saul was een jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde twee jaar over Israël.” (1 Sam 13:1) Dit was de officiële formule om aan te geven hoe lang iemand regeerde; ze wordt ook gebruikt voor Isboseth (2 Sam 2:10), David (2 Sam 5:4) en Rehabeam (1 Kon 14:21).

De oude schrijvers zeggen weer wat anders. Josephus geeft Saul 20 jaar, waarvan 18 met Samuel en 2 zonder. 2. Eupolemus, geciteerd door Eusebius, schreef dat Saul 21 jaar regeerde. 3

Voor wie alleen al bedenkt wat David meemaakte onder Saul is al duidelijk dat Saul meer dan 2 jaar moet hebben geregeerd. Het duidelijkst is dan ook Paulus’ 40 jaar. Saul werd aan Israël gegeven toen de Ammonieten Israël binnen dreigden te vallen (1 Sam 8:5, 12:12), 40 jaar voor David koning werd.

Maar hoe zit het dan met 1 Samuel 13:1? Kan je dat verschil zomaar wegvertalen, zoals de laatste eeuw veel gebeurt? En wat moet je denken van Josephus en Eupolemus?

De slag van Michmas

Voor een interpretatie waarin al deze verschillende getallen een plek hebben, gaan we naar de slag van Michmas (1 Sam 13-14). Dit was een keerpunt in Sauls leven, en ook chronologisch is het een interessant punt.

De slag van Michmas wordt direct na Sauls overwinning op de Ammonieten (1 Sam 11-12) beschreven, maar in de tussentijd was er veel veranderd. Hij had de Ammonieten verslagen met een leger van 330.000 mannen (1 Sam 11:8); bij Michmas had hij er slechts 3.000 (1 Sam 13:2). In dit kleine leger had niemand een zwaard of speer, behalve Saul en Jonathan (1 Sam 13:22). De eerste conclusie die je kan trekken is dat tussen de strijd met de Ammonieten en Michmas, de Filistijnen het land (weer) onder de voet liepen. Tijdens Michmas hadden de Filistijnen de smeden uit Israël gehaald, zodat er geen speren of zwaarden werden gemaakt. Heel Israël moest naar de Filistijnen gaan om hun ploegen en bijlen te laten slijpen. (1 Sam 13:19-21) Maar toen Saul koning werd was Israël nog zelfstandig. Samuel had de Filistijnen verdreven (1 Sam 7:10) in 1064 en “zij kwamen niet meer in het gebied van Israël, want al de dagen van Samuel (1064-1052) was de hand van de HEERE tegen de Filistijnen.” (1 Sam 7:13) 4

Michmas is niet gedateerd, maar het was minstens 20 jaar voor Sauls dood. Die conclusie kan je trekken uit de gegevens van Sauls kinderen.

Na Michmas worden ze opgesomd: drie zonen, Jonathan, Jisvi en Malchisua, en twee dochters, waarvan de oudste Merab was en de jongste Michal (1 Sam 14:49). Zijn dochters staan op volgorde van leeftijd, dus zijn zonen waarschijnlijk ook. Jisvi kan dan alleen Isboseth zijn, die 40 was toen hij koning werd in 1006 (2 Sam 2:10-11). Wanneer Saul sterft tijdens een veldslag met de Filistijnen, in 1011, sneuvelt ook een vierde zoon, Abinadab (1 Sam 31:2). Doordat 1 Samuel 14:49 maar drie zonen noemt kan Abinadab alleen na Michmas zijn geboren. Israëlieten mochten pas het leger in als ze 20 waren (Num 1:3), dus Abinadab werd uiterlijk in 1031 geboren.

Michmas was ook niet snel na Sauls kroning. Hij was “jong” toen hij koning werd (1 Sam 9:2), maar minstens 20, want eerder mocht hij het leger niet in. Bij Michmas vocht zijn oudste zoon, Jonathan, mee, dus was Saul minstens 40. Mogelijk was hij al minstens 50; sommige versies van de Septuagint schrijven dat Saul 30 was toen hij koning werd 5. Veel ouder dan 50 kan niet: toen hij stierf, minstens 60 en misschien 70 jaar oud, was hij nog fit genoeg voor oorlog (1 Sam 31:3).

Samengevat kan Michmas worden geplaatst in het tweede decennium van Saul (1041-1031). Dat dit mogelijk is blijkt uit Psalm 83 en Psalm 79, die de onveiligheid van die tijd beschrijven. Als Jonathan nog niet geboren was toen hij koning werd, wat mogelijk is omdat Saul “jong” was in 1051, blijft alleen het jaar 1031 over voor Michmas.

De hamvraag: een eerste antwoord

We gaan terug naar Paulus. Hij zegt letterlijk: “God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam van Benjamin, gedurende veertig jaar.” (Hand 13:21) Hij zegt niet dat Saul 40 jaar regeerde, alleen dat Saul hen 40 jaar gegeven was. De 40 jaar zullen begonnen zijn tijdens de dreigende inval van de Ammonieten. De komende (derde) Filistijnse onderdrukking werd dus meegerekend in de 40.

Michmas was het tweede begin van Sauls koningschap. Toen de oorlog aflopen was staat er namelijk: “Saul nam het koningschap over Israël op zich” (1 Sam 14:47). Dankzij de datering van Michmas kan als eerste Josephus’ 20 jaar worden ingevuld. Gerekend vanaf Sauls dood in 1011 geeft dit het jaar 1031 voor de slag van Michmas. Jonathan was dan net 20 en Abinadab nog niet geboren.

De voorlopige conclusie is dus:

  • 1051: Saul wordt koning doordat de Ammonieten dreigen binnen te vallen
  • 1031: de slag van Michmas maakt een einde aan de derde onderdrukking door de Filistijnen. Saul neem het koningschap op zich, voor 20 jaar
  • 1013: Samuel sterft, Saul regeert alleen voor 2 jaar
  • 1011: Saul sterft

1 Samuel 13:1

Nu is het tweede deel van 1 Samuel 13:1 te verklaren: “Saul was een jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde twee jaar over Israël.” Hij regeerde twee jaar over Israël na de dood van Samuel, 1013-1011. Het ene jaar is naar mijn mening de reden waarom Eupolemus hem 21 jaar geeft: dat is precies de 20 jaar sinds Michmas, en 1 jaar.

Voor een uitleg van dit ene, eerste, jaar is een iets technischer verhaal nodig. Iemand die het niet interesseert hoe koningen en richters zo lang geleden hun jaren telden kan dit stuk het beste overslaan. Ik plaats het toch, want een heel precieze chronologie voor Saul is belangrijk voor een connectie met Egypte.

De latere koningen van het tienstammenrijk begonnen hun jaren met 1 nisan, in maart. In Juda werd begonnen met 1 tisjri, in september. Het huidige Israël heeft nog steeds twee nieuwjaarsdagen, 1 nisan en 1 tisjri 6. Voor een heel precieze datering van Sauls koningschap is het de vraag vanaf wanneer hij zijn jaren telde. Ik denk dat dat 1 nisan was, om twee redenen.

Reden 1: Davids 7 jaar en 6 maand

David, wiens dynastie vanaf 1 tisjri telde 7, werd na Sauls dood koning in Hebron en regeerde daar 7 jaar en 6 maand (2 Sam 2:11). Zijn nakomelingen telden (meestal) exclusief; als een koning gedurende een jaar stierf werd de periode tot nieuwjaar bij de overleden koning geteld, niet bij de nieuwe. De regeringen van alle koningen werden afgerond op hele jaren, uitgezonderd degenen die minder dan een jaar op de de troon zaten. Dat David 7 jaar en 6 maand regeerde, en niet precies 7 jaar, heeft naar mijn mening met de start van Sauls jaar te maken. Het halve jaar is de overgang van nisantelling naar tisjritelling.

Reden 2: De richters

Dat ook de richters exclusief telden kan worden beredeneneerd. Alle periodes uit Richteren passen uitstekend achter en naast elkaar als het jaar waarin een onderdrukking eindigde en een richter begon te richten, niet voor beiden werd gerekend, maar als het laatste jaar van de onderdrukking. Hezelfde geldt voor richters die elkaar opvolgden, zoals bijvoorbeeld Jefta en Ebzan.

Het is uit te puzzelen met welke datum Eli en Samuel hun jaren begonnen. Samuel bevrijdde Israël in 1064 van de Filistijnen na een volksvergadering (1 Sam 7:5-6). De Filistijnen hadden Israël 20 jaar onderdrukt, en Eli stierf in of rond december 1085. Dat past alleen als het begin van het jaar 1 nisan was voor in ieder geval Eli en Samuel:

Eli’s laatste jaar als rechter liep van 1 nisan (9 maart) 1085, tot 1 nisan (28 maart) 1084. Hij maakte het niet vol omdat hij rond december stierf, maar het werd volledig voor hem gerekend. Het eerste getelde jaar van de tweede Filistijnse onderdrukking begon op 1 nisan (28 maart) 1084 en eindigde de dag voor 1 nisan (18 maart) 1083. In hun laatste jaar, tussen 1 nisan (28 maart) 1065 en 1 nisan (18 maart) 1064, werden ze verslagen door Samuel. Dit moment is zelfs tot op het halve jaar te berekenen. Vlak voor hij de Filistijnen versloeg riep hij namelijk een volksvergadering uit (1 Sam 7:5-6).

Als je doortelt met de volksvergaderingen die in Jozua’s dagen werden gehouden, was deze volksvergadering in het sabbatsjaar dat begon op 1 tisjri (22 september) 1065 en de dag voor 1 tisjri (11 september) 1064 eindigde. Als je dat samenvoegt met het jaar uit de nisantelling kom je uit op de periode 1 tisjri (22 september) 1065 tot 1 nisan (18 maart) 1064, voor de dag waarop Samuel de Filistijnen verjoeg.

Samuels eerste jaar liep van 1 nisan (18 maart) 1064 tot 1 nisan (6 april) 1063. Volgens Josephus richtte hij twaalf jaar, dus zijn laatste jaar liep van 1 nisan (16 maart) 1053 tot 1 nisan (4 april) 1052.

Met de nisantellingen èn de opmerking dat David na Sauls dood 7 jaar en 6 maand regeerde in Hebron, kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat Saul net als Eli en Samuel zijn jaren vanaf 1 nisan telde.

Over de andere richters zegt het helaas niets. Zij kunnen daarin hebben afgeweken, net als het tienstammenrijk daarin afweek van Juda. Over Tola, en mogelijk over zijn hele groep, is wel wat te zeggen. Als hij inderdaad Israël verloste van Amenhotep II, telde hij vanaf tisjri. Amenhotep II werd dan in september 1169 door hem verslagen, en 1 tisjri begon dat jaar op 1 oktober, hoogstens een paar weken later.

Het seizoen waarin Saul koning werd

Als Saul dus vanaf 1 nisan telde, begon zijn eerste jaar op 1 nisan (24 maart) 1051. Op dat moment was hij al koning, dus hij werd op zijn vroegst gekroond op 2 nisan (5 april) 1052.

Saul werd tot koning gekozen als direct gevolg van de angst van de Israëlieten voor de dreigende inval van de Ammonieten (1 Sam 12:12). Die inval kwam in de tijd van de tarweoogst (1 Sam 12:17). Tarwe werd in Israël geoogst in midden mei-midden juni 8 op de huidige kalender; op de Juliaanse kalender is dat in deze eeuw 10 dagen later, 25 mei en 25 juni. Saul werd dus tot koning gekozen tot ergens tussen 2 nisan (5 april) en 25 juni 1052.

Dit is de meest precieze datering die voor hem te geven is. Het is ook precies wat nodig is voor een herziening van de jaren van Seti I. Hij onderwierp namelijk Israël, in een periode die te dateren is kort na 18 maart 1051.

1 Samuel 13:1: conclusie

“Saul was een jaar oud toen hij koning werd,” Hij regeerde een jaar voor hij door de Filistijnen werd verslagen. Pas aan het eind van hun onderdrukking nam hij het koningschap op zich (1 Sam 14:47, 15:1), dus het ene jaar werd op een andere manier geteld. Het was een jaar sinds Sauls zalving tot koning (1 Sam 10:1).

Saul is niet de enige wiens leeftijd niet vanaf zijn geboorte wordt gerekend. Ahazia van Juda (841) was 22 jaar toen hij koning werd (2 Kon 8:26), maar ook 42 (2 Kro 22:2). Zijn vader was op dat moment 40 (2 Kon 8:16-17), dus zijn fysieke leeftijd was 22. Hij gold als een familielid van Achab (2 Kon 8:26-27), wiens dynastie toen 42 jaar op de troon zat. Op deze manier was Saul een jaar oud toen hij in 1031 het koningschap op zich nam.

“en hij regeerde twee jaar over Israël.” Hij regeerde twee jaar na de dood van Samuel, 1013-1011.

Tussen Samuel en Saul

Samuels richterschap eindigde voor 1 nisan in 1052, maar Saul werd op zijn vroegst op 2 nisan in 1052 koning. Tussen hen in richtten Joël en Abia, Samuels twee zonen, die hij aanstelde als richters toen hij oud geworden was (1 Sam 8:1-2). Toen gingen de oudsten van Israël naar Samuel met de vraag om een koning. Ze gaven als reden dat zijn zonen corrupt waren (vers 4-5), maar waren eigenlijk bang omdat de Ammonieten dreigden binnen te vallen en er geen menselijke koning over hen heerste (1 Sam 12:12).

Wat er daarna met Joël en Abia gebeurde is onbekend.

De hamvraag: het volledige antwoord

Na deze hele post zijn Saul en zijn kinderen als volgt te dateren:

  • 1081?: Saul geboren
  • 5 april/25 juni 1052: Saul wordt koning doordat de Ammonieten dreigen binnen te vallen, en verslaat hen
  • 1051: de Filistijnen overheersen Israël
    Jonathan wordt geboren. Dit is op voorwaarde dat hij nog niet geboren was toen Saul koning was. Dat is mogelijk, want de tweede zoon werd pas in 1046 geboren.
  • 1046: Isboseth geboren
  • 1045/33: Malchisua geboren
  • 1044/32: Merab geboren
  • 1043/31: Michal geboren
  • 1031: de slag van Michmas maakt een einde aan de derde onderdrukking door de Filistijnen. Saul neem het koningschap op zich, voor 20 jaar.
    Abinadab geboren
  • 1013: Samuel sterft, Saul regeert alleen voor 2 jaar
  • 1011: Saul sterft

laatste wijziging: 13 mei 2021

  1. Foto van Shakko []
  2. Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, 6.14.9 en 10.8.4. In 6.14.9 staat: “Now Saul, when he had reigned eighteen years while Samuel was alive, and after his death two [and twenty]…” Als de “and twenty” erbij horen moeten ze eerder bij de 18 worden opgeteld, want Samuel stierf pas aan het eind van Sauls regering. David vluchtte namelijk op dat moment al voor Saul (1 Sam 25:1) en was pas 30 toen hij koning werd (2 Sam 5:4). []
  3. Eusebius, Praeparatio Evangelica, boek 9, XXX []
  4. Met dank aan Leslie McFall, The chronology of Saul and David, p. 478 []
  5. Cambridge Bible for Schools and Colleges, commentaar op 1 Samuel 13:1 []
  6. https://en.wikipedia.org/wiki/Rosh_Hashanah []
  7. Roger C. Young, Table 1 []
  8. Ellicott’s Commentary for English Readers, 1 Samuel 12:17 []

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *