Categorieën
Aartsvaders

Ismaël in Genesis 28:9

Ismaël als jager in de woestijn (Gen 21:20), door James Tissot (1836-1902) 1

Inleiding

Bij het opstellen van een Bijbelse chronologie hoort ook het aankaarten van verzen die niet bij de chronologie passen, of lijken te passen. Een van deze verzen is Genesis 28:9. Toen Jakob de eerstgeboortezegen had genomen en naar Laban was gegaan “ging Ezau naar Ismaël en nam hij Machalath, de dochter van Ismaël, de zoon van Abraham, de zuster van Nebajoth voor zich tot vrouw, naast zijn andere vrouwen.” (Gen 28:9)

Het probleem: Jakob vertrok in 1929, maar Ismaël was al gestorven in 1943. Dat is maar liefst 14 jaar eerder.

De Joden in de eeuwen voor Jezus’ lijden waren zich bewust van deze 14 jaar. In de Seder Olam Rabbah en het Boek van Jasher staat dat Jakob na het nemen van de eerstgeboortezegen eerst 14 jaar bij zijn voorvader Heber doorbracht, voordat hij naar Laban ging. 2 In andere boeken werd het verschil weer genegeerd. In het Book of Jubilees, dat een samenvatting is van de oudste boeken uit de Bijbel waar hier en daar gewijzigd of uitgebreid is, wordt dit huwelijk van Ezau zelfs genegeerd (hoofdstuk 27).

De vermelding van Ismaël in Genesis 28:9 is voor zover ik weet onopgelost. Onder andere door Andrew Steinmann, de schrijver van een boek over de Bijbelse chronologie die Abraham in dezelfde jaren dateert als ik doe, laat het open. 3 Ik denk dat met Ismaël in Genesis 28:9 niet de man Ismaël wordt bedoeld, maar het land waar zijn nakomelingen woonden.

Het land Ismaël

Een oplossing zou zijn dat Jakob niet 20, maar 40 jaar bij Laban doorbracht. 4 In dat geval vertrok Jakob al in 1949 en toen was Ismaël nog in leven. Deze oplossing gaat uit van het idee dat Lea niet genoeg tijd had om al haar kinderen te baren èn een tijd onvruchtbaar te zijn, maar dat is geen probleem. Het is prima mogelijk om 12 kinderen te krijgen in 20 jaar; zie hier.

Mijn idee is dat Ismaël in Genesis 28:9 niet stamvader Ismaël is. De Bijbel gebruikt de naam van de stamvader vaker als naam voor het volk dat van hem afstamt. Het bekendste voorbeeld is Israël, het land waarvan de bewoners afstammen van Israël (Jakob). Het land Edom is genoemd naar stamvader Edom (Ezau). Een ander voorbeeld is Genesis 10:2: “De zonen van Jafeth zijn: Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en Tiras.” Gomer is een land (Ez 38:6), Magog is een land (Ez 38:2) en een volk (Ez 39:6), de Meden (2 Kon 17:6, etc.) heten in het Hebreeuws Madai, Javan is de Hebreeuwse naam voor Griekenland (Dan 8:21), Mesech en Tubal waren landen van handelaren (Ez 27:13, 39:1).

Omdat Ismaël in 1929 al was gestorven is het mogelijk om zijn naam in Genesis 28:9 te lezen als het land waar zijn nakomelingen woonden dat naar hem genoemd is. Het was mogelijk een naam voor alle gebieden ten oosten van de Jordaan; Ismaëls nakomelingen verspreidden zich van Egypte tot de richting van Assyrië (Gen 25:13-16, 18). Het verklaart waarom Genesis 28:9 specifiek Machalaths broer Nebajoth noemt; hij kan haar aan Ezau hebben gegeven. Ook verklaart het waarom de kooplieden die Jozef van zijn broers kochten zowel Ismaëlieten als Midianieten worden genoemd (Gen 37:25, 27-28, 36, 39:1), en de Midianitische tegenstanders van Gideon Ismaëlieten worden genoemd (Richt 8:22, 24, 26). Deze Midianieten kwamen dan uit het gebied van de Ismaëlieten.

Conclusie

Als de naam Ismaël in Genesis 28:9 gelezen kan worden als het land Ismaël, het land waar zijn nakomelingen woonden, verdwijnt het probleem uit de inleiding. Ezau bezocht dan het land Ismaël en kreeg zijn vrouw uit handen van haar broer, een zoon van Ismaël.

laatste wijziging: 21 augustus 2022
19 oktober 2023: toegevoegd de Ismaëlieten die Midianieten worden en vice versa

  1. Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7721488[]
  2. Seder Olam Rabbah, Tractate 2, en Jasher 29:11[]
  3. Rodger Young, Book review of Andrew Steinmann, From Abraham to Paul: A Biblical Chronology (Concordia, 2013), p. 12 in de pdf[]
  4. Charles L. Zimmerman, The Chronology and Birth of Jacob’s Children by Leah and her Handmaid, in Grace Journal 13.1 (Winter 1972), p. 3-12[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *