Inleiding
Na de tiende plaag gebood de farao de Israëlieten om te vertrekken (Ex 12:31). Daar kwam hij al snel van terug, en hij achtervolgde Israël met zijn leger om het terug te halen. De verschillende onderdelen van dit leger worden duidelijk beschreven door Mozes, in Exodus 14-15. Een van de opvallende dingen eraan is dat er met paarden werd gewerkt (Ex 14:9, 23, 15:1, 19, 21) en strijdwagens. Toch wordt meestal gedacht dat beide pas in Egypte geïntroduceerd werden toen de Hyksos het land onder de voet liepen. 2 De grote Hyksos, ofwel dynastie XV, kwamen juist ná de exodus.
Deze post is niet alleen een onderzoek naar paarden in Egypte en in het Egyptische leger. Uit mijn bronnen haal ik ook conclusies voor de identiteit van de farao van de exodus, die misschien wel een van de eerste Egyptische koningen met paarden en strijdwagens in het leger was, en de periode waarin de exodus plaatsvond.
De paarden
Het eerste wat over Egyptische cavalerie te lezen is, past niet bij de Bijbel. Cavalerie was nog onbekend in Egypte tijdens Shoshenq I (819/8-797), net als in het grootste deel van het Midden-Oosten. Uit het Nieuwe Rijk, dat begon met Ahmose I (1290-1265), zijn boodschappers te paard bekend, maar tot in dynastie XXVI, in de 7e eeuw, is er geen bewijs voor cavalerie in Egypte. Een onbekend gebleven koning uit de Derde Tussenperiode bevoorraade een stad met onder andere ssmw wrrt, “horses and chariot<s>”, maar dan lijkt het nog niet over cavalerie te gaan. 3
Toch moeten er al eerder paarden in Egypte zijn geweest. In 2014 werd in zuidelijk Abydos het graf gevonden van Useribre Senebkay, een koning uit de tweede Tussenperiode; in mijn chronologie regeerde hij mogelijk aan het begin van dynastie XVII, in het midden van de 14e eeuw. Dat is een eeuw na de exodus. Zijn onderlichaam heeft de sporen van iemand die al sinds kinds af aan op een paard reed. Een paar graven verderop lag iemand die volgens zijn onderlichaam ook jarenlang paard had gereden. Als Senebkay aangevallen werd terwijl hij op een paard reed is het mogelijk om de wonden op zijn lichaam te verklaren. Hij had sneden in zijn enkels, knieën en achterwerk. Toen hij op de grond landde kan hij kort hebben geprobeerd om zich te verdedigen, hij had sneden in zijn handen en vingers, maar de bijlslag in zijn schedel werd te veel voor hem. 4
Ook in de eeuw daarvoor waren er paarden bekend in Egypte. In Buhen, een Egyptisch fort in Cusj, is een paardenskelet gevonden waar zelfs nog wat vlees aan zat. Het paard is gedateerd aan het eind van het Mdidenrijk, ergens na Neferhotep I (ca.1428-1417). 5
In 2009 werd het skelet van een vijf tot tien jaar oude merrie gevonden in Avaris, in een gebouw uit de tijd van Khyan (1422-1385). In de oorlogen van Kamose en zijn opvolger Ahmose I tegen de Hyksos, werd aan beide kanten gestreden met paarden en strijdwagens. Het is erg onwaarschijnlijk dat alles wat nodig is om paarden in het leger te krijgen, plotseling verscheen. Er is bovendien een verschil tussen cavalerie, wat pas ontstond na de Late Bronstijd, en het inzetten van paarden in het leger. Schulman (1957) vond indicaties dat paarden mogelijk al aan het eind van het Middenrijk aanwezig waren in het Egyptische leger, voor verkenningen en snelle bewegingen. Volgens Miriam Bibby (2013) kan paardrijden zijn gebruikt in militaire tactieken, en bij de elite onder de militairen. 6
Het is mogelijk om op die laatste manier over de paarden van de farao van de exodus te lezen. In zijn leger waren paarden iets van de elite; zijn eigen paard was een speciale trofee onder het verdronken leger (Ex 15:19). Hij nam “zeshonderd van de beste strijdwagens mee, ja, alle strijdwagens van Egypte,” (14:7) met daarop de “besten van zijn officieren” (15:4).
Daarnaast is er de chronologie. Khyan werd slechts 26 jaar na de exodus gekroond en het paard van Buhen leefde tijdens zijn regering; Senebkay, wiens lichaam het eerste bewijs is voor gevechten op een paard, regeerde een halve eeuw of meer later; maar het volgende bewijs komt uit de tijd van Ahmose I, weer (ruim) een halve eeuw later. Paarden kunnen daarom makkelijk al een halve eeuw eerder aanwezig zijn geweest in Egypte.
Het is ook mogelijk dat, naar Schulmans conclusie, de paarden in het leger van de farao alleen voor transport bedoeld waren. Hij was nog niet begonnen met vechten, hij was alleen onderweg om de Israëlieten in te halen en zal tempo hebben gemaakt. God lijkt de strijdwagens en de ruiters te rekenen naast de farao en “heel zijn leger”, waarmee de soldaten die te voet gingen bedoeld zal zijn: “Ik zal geëerd worden ten koste van de farao en ten koste van heel zijn leger, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters.” (Ex 14:17) Deze ruiters kunnen verkenners zijn.
Paarden en strijdwagens
Er is genoeg te zeggen over de theorie dat de Hyksos het paard naar Egypte brachten, dus ik hou het hier bij een conclusie. Toen A. Maeir en Bibby een connectie tussen de Hyksos en paarden onderzochten, kwamen ze tot de conclusie dat de Hyksos niets bijzonders hadden met paarden. Paarden en strijdwagens waren niet eens belangrijk voor de komst van de Hyksos. Dat was 70 jaar eerder al geconcludeerd door Friedrich Wilhelm von Bissing. 7 Maar de Hyksos hadden wel degelijk paarden, zoals blijkt uit opgravingen in Avaris, Tell Jemmeh (zuidelijk Israël) en Tell Haboua (Sinaï). Peter Rauwling en Juliet Clutton-Brock nemen aan dat de meeste Egyptenaren ooit weleens een paard hadden gezien, maar er verder niet veel van wisten. Eigenlijk vinden ze het onmogelijk te zeggen wanneer het paard precies naar Egypte kwam. Al die eerste keren dat iemand een paard zag lieten meestal niets na op schrift of in de archeologie. Het beste wat gezegd kan worden is dat paarden en strijdwagens bekend waren in de Tweede Tussenperiode, en beperkt lijken tot de elite. 8
De strijdwagen was, voor zover bekend is uit de geschreven teksten en reliëfs, nieuw in het leger van het Nieuwe Rijk. 9 Volgens Moorey arriveerden de eerste door paarden getrokken strijdwagens in de Tweede Tussenperiode in Egypte, beginnend met de periode na het einde van dynastie XII; de eerste strijdwagens van dit type in het Midden-Oosten reden rond in Turkije en Syrië. 10
Dit is de situatie uit het leger van de farao van de exodus: alleen de besten van zijn officieren zaten op de strijdwagens (Ex 15:14).
Een kenmerk van juist de Tweede Tussenperiode is dat weinig tot geen teksten bewaard zijn gebleven uit de gebieden waar de Hyksos regeerden. De paar fragmenten zijn eerder uitgehongerd dan mager. De Hyksos-koningen van dynastie XV waren Feniciërs en vochten, in ieder geval tegen Ahmose I, met strijdwagens; de koning van Hazor, die in de buurt van de Sidoniërs woonde, kon in ieder geval zo’n 40 jaar na de exodus aan strijdwagens en paarden komen. Als er dus paarden waren in de tijd van Khyan, die slechts 26 jaar na de exodus aan de macht kwam, is het mogelijk dat in de decennia daarvoor strijdwagens voor het eerst op het Egyptische toneel verschenen.
De farao van de exodus was tijdens de exodus de enige koning in Egypte met paarden. Toen hij de Israëlieten achterna joeg nam hij “zeshonderd van de beste strijdwagens mee, ja, alle strijdwagens van Egypte” (Ex 14:7). Hij moet dan aan het begin van de Tweede Tussenperiode, in de richting van de Hyksos, worden gezocht.
Conclusie
Er zijn twee conclusies die ik uit deze post haal.
Als eerste dat de farao van de exodus, doordat hij een van de eerste koningen van Egypte met paarden en strijdwagens kan zijn geweest, geen inheemse Egyptenaar hoeft te zijn, maar een heel vroege Hyksoskoning. In de Delta woonden al minstens tientallen jaren voor de exodus een grote groep Kanaänieten en Amorieten. Dit is, met de weinige aanwijzingen waardoor hij misschien te identifieren is, een ontzettend belangrijke aanwijzing.
Ten tweede is dit een bevestiging dat niet het Oude Rijk, maar het Middenrijk eindigde door de exodus, juist omdat paarden en strijdwagens niet in het Egyptische leger niet voor lijken te komen tijdens het Middenrijk en daarvoor. Er is zo weinig bekend is over strijdwagens in de vroegste periode waarin ze naar Egypte kunnen zijn gekomen, en toch duiken ze op in het leger van de farao van de exodus. Hij leefde daarom op zijn vroegst aan het eind van het Middenrijk.
laatste wijziging: 6 juni 2021
- By Fefa Koroleva – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=47276376[↩]
- David W. Anthony, Horses, ancient Near East and Pharaonic Egypt (2013), p. 66-68[↩]
- Troy Leiland Sagrillo, Šîšaq’s Army: 2 Chronicles 12:2-3 from an Egyptological Perspective, in The Ancient Near East in the 12th-10th Centuries BCE, Culture and History, Proceedings of the International Conference held at the University of Haifa, 2-5 May, 2010, Band 392 van Altes Orient und Alttes Testament (2012), p. 436-437[↩]
- Josef Wegner, A royal necropolis at South Abydos – New Light on Egypt’s Second Intermediate Period, in Near Eastern Archaeology, Vol. 78, No. 2 (June 2015), p. 74-75[↩]
- Peter Rauwling en Juliet Clutton-Brock, The Buhen Horse: Fifty Years after Its Discovery (1958-2008), in Journal of Egyptian History, Vol. 2 (2009), Issue 1, p. 1-106. Ze dateren het op ca.1675 (p. 2), vlak voor het begin van dynastie XV ca.1648. Het paard lag op een stoep uit het Middenrijk (p 36) en het fort werd ingenomen en afgebrand door Cusjieten aan het eind van het Middenrijk (p 37). Tot in de tijd van Kamose, de broer en voorganger van Ahmose I, landde er allemaal puin op het paard, dat niet werd verwijderd (p 38).
Als ca.1675 in de standaardchronologie nog het Middenrijk is, werd in ieder geval een groot deel van XIII meegerekend. Door mijn inkorting van de Tweede Tussenperiode met 100 jaar is het de vraag of het paard van Buhen kort voor XV = einde van XII kan worden gedateerd, of zo’n 100 jaar na het begin van XIII. Wikipedia schrijft dat juwelen uit Buhen ooit toegeschreven zijn aan Amenemhat III (1518-1470), maar later aan Neferhotep I (ca.1428-1417), maar niet waarom. Het boek dat deze naam publiceerde (twee scarabeeën van Maatenre (Nimaatre Amenemhat III) p. 192 en p. 201) komt uit 1911. Volgens Daphna Ben-Tor werd Buhen door de Cusjieten overgenomen in de late dynastie XII (Daphna Ben-Tor, Scarabs, Chronology, and Interconnections: Egypt and Palestine in the Second Intermediate Period (2007), p. 54).[↩]
- Josef Wegner, A royal necropolis at South Abydos – New Light on Egypt’s Second Intermediate Period, in Near Eastern Archaeology, Vol. 78, No. 2 (June 2015), p. 75-76[↩]
- Peter Rauwling en Juliet Clutton-Brock, The Buhen Horse: Fifty Years after Its Discovery (1958-2008), in Journal of Egyptian History, Vol. 2 (2009), Issue 1, p. 66-68[↩]
- Peter Rauwling en Juliet Clutton-Brock, The Buhen Horse: Fifty Years after Its Discovery (1958-2008), in Journal of Egyptian History, Vol. 2 (2009), Issue 1, p. 68, 73, 76-77[↩]
- R. O. Faulkner, Egyptian Military Organization, in The Journal of Egyptian Archaeology, Vol. 39 (Dec., 1953), p. 43[↩]
- P. R. S. Moorey, The Emergence of the Light, Horse-Drawn Chariot in the Near East c. 2000-1500 B.C., in World Archaeology, Vol. 18, No. 2, Weaponry and Warfare (Oct., 1986), p. 208, 211[↩]