Categorieën
7. Derde Tussenperiode

Osorkon III

Een verweerd reliëf van Osorkon III 1

Intro

Osorkon III was een koning uit de tweede fase van dynastie XXIII, nadat de familie van Pedubast I het veld had geruimd. Van Osorkon is redelijk wat bekend, maar zijn koningschap is niet zomaar te dateren.

Hij was de laatste grotere koning van zijn dynastie. Kort na zijn aantreden al werd hij onderworpen door de Cusjiet Piye (743-712) van dynastie XXV, en kregen de Cusjieten de overmacht in Egypte. Osorkon regeerde minstens tot in jaar 28, het langst van de hele dynastie. Volgens Manetho noemden de Egyptenaren hem (de Egyptische variant van) Heracles.

De kroning: ca. september 727/ca. september 726

Osorkon was nog hogepriester, geen koning, op I shemu 26 in jaar 39 van Shoshenq III, 13 december 728. Op dat moment had hij samen met zijn broer, generaal Bakennefi, “iedereen” verslagen of zou hij ze verslaan. 2 Een van deze tegenstanders zal Shoshenq VI zijn geweest, de laatste koning uit de familie van Pedubast I. Maar Osorkon werd niet meteen koning. Hij wachtte tot ook Shoshenq III was gestorven 3.

Nile Level Record no. 2 vermeldt de hoogte van de vloed uit jaar 39 van Shoshenq III, wat alleen 727 kan zijn. Shoshenq leefde dus nog rond september 727.

Nile Level Record no. 13 vermeldt de vloed in jaar 28 van Usermare Setepenamun Osorkon (III) Si-Ese, dat is jaar 5 van zijn zoon en co-heerser [Userma]re Setep[enamun] Takelot (III) Meryamun Si-Ese. 4 Volgens een nieuwemaansdatering was Takelot III gekroond tussen I shemu 2, 15 oktober 705, en I shemu 1, 14 oktober 704. De vloed uit jaar 28 = jaar 5 was daarom die van 700 of 699. Als je vervolgens terugrekent naar het begin van Osorkons regering was zijn eerste vloed als koning die van 727 of 726. Maar doordat 727 volgens Nile Level Record no. 22 al geregistreerd werd door Shoshenq III, en Osorkon pas na zijn dood koning werd, blijft alleen 726 over. Osorkon werd daarom koning tussen ongeveer september, de tijd van de vloed, in 727 en 726.

Voor een verfijning gaan we naar het verhaal Naneferkasokar en de Babyloniërs.

De kroning: 17 november/17 december 727

Het verhaal Naneferkasokar and the Babylonians 5 is alleen bekend van een papyrus uit Tebtunis uit de derde of tweede eeuw, en van een paar regels op een ostrakon uit de eerste eeuw n.Chr.. Wat bewaard is gebleven is maar een deel van een veel groter verhaal, maar geeft naar mijn mening een redelijk precieze datum voor Osorkons troonsbestijging.

In het verhaal staat de Egyptenaar Naneferkasokar voor een Babylonische koning wiens naam niet wordt genoemd. Naneferkasokar zegt van zichzelf dat hij een machtige strijder is en vertelt de koning over een verschrikkelijke gebeurtenis in Egypte. Het is helaas niet duidelijk of dat “nu” gebeurde of (kort) daarvoor. In ieder geval was iemand vermoord, kennelijk een heerser, en de Egyptenaren werden “hard van hart”. Ze offerden niet meer aan hun goden en stopten met werken. Uiteindelijk zochten de generaals “de sterkste onder hen” uit; de volgende regel vermeldt een farao die wordt gekroond en verrijkt met iemands bezittingen. Een expeditie wordt uitgezet naar de zuidelijke grens van Egypte, maar dan “de lucht maakte …” en het fragment eindigt. In voetnoot 82 van Ryholts vetaling staat dat Spiegelberg suggereert dat het gaat over regen, een zeldzaamheid in Egypte, of een eclips.

In een ander fragment van dit verhaal wordt gesproken over jaar 15 van farao Pi3 (Pia), na een of meer lege regels, en begint kennelijk een nieuw deel. Pi3 kan een Demotische versie zijn van de naam Piye; zie het artikel uit de vorige voetnoot. Als dat zo is moeten de ramp en de mogelijke eclips kort voor of na jaar 15 (729/8) hebben plaatsgevonden. Dit is de tijd van Osorkons troonsbestijging.

Zoals hierboven al gemeld versloegen in jaar 39 van Shoshenq III (728/7) twee van zijn generaals, hogepriester Osorkon en diens broer Bakenptah, “iedereen die tegen hen had gevochten”. Tussen de vloed van 727 en die van 726 kwam Osorkon op de troon en zal Shoshenq zijn gestorven. Als hij de vermoorde was is Osorkon de sterkste generaal die koning werd. Manetho schrijft tenslotte dat de Egyptenaren hem Heracles noemden.

Als dat klopt moet er een eclips zijn geweest na zijn troonsbestijging. De enige mogelijke eclips is eenzelfde als die uit jaar 15 van Takelot II, waarbij de maan door de schaduw van de aarde ging zonder erachter te verdwijnen. In de beschrijving van Osorkon III, toen nog als hogepriester, zelf: “the sky did not swallow the moon (in an eclipse), although a great(?) convulsion occured in this land”. 6 De maansverduistering van de generaal-koning is dan die van 17 december 727:

Gezien de angst van de Egyptenaren voor het verdwijnen van de maan is het goed mogelijk dat de, verder onbekende, expeditie naar de zuidelijke grens werd afgebroken. Osorkon zal slechts kort daarvoor gekroond zijn.

De enige voorwaarde hiervoor is dat het verhaal over Naneferkasokar klopt. Het is vier tot vijf eeuwen na de gebeurtenissen geschreven, maar kan een kopie zijn geweest van een eerdere, misschien toen al eeuwenoude, papyrus. Dat is alleen niet te controleren. Naar mijn mening pleit het precieze jaar van Piye voor de historiciteit van het verhaal.

Het einde: ca. september 699/ca. september 698

Het bovengenoemde Nile Level Record no. 13 vermeldt de vloed in jaar 28 van Osorkon III, wat dankzij de dateringen van Takelot III en Shoshenq III alleen 699 kan zijn. Dit is het hoogst gevonden jaar dat met zekerheid van Osorkon bekend is.

Nile Level Record no. 14 meldt de hoogte van de vloed uit jaar 29 van een Usermare Setepenamun. 7 Wie deze koning was is onbekend, maar met de lengte van deze regering komen alleen Osorkon II (787/6-minstens 758) en Osorkon III in aanmerking; het is III die meestal naar voren geschoven wordt. 8 Maar Osorkon III is weg te strepen door Nile Level Record no. 4. Deze noemt de vloed uit jaar 6 van Takelot III. 7 Dit zou jaar 29 van Osorkon III zijn, en als record 14 van hem was is deze vloed twee keer bijgeschreven. Dat kan. Zoiets was minstens twee keer eerder gebeurd, in jaar 12 van Osorkon (II) en jaar 6 van Taharqa. Maar het is vreemd als Osorkon en zijn zoon apart vermeld staan. De stijl van record 14 past volgens Broekman bovendien niet bij Osorkon III. 9 Osorkon III zal daarom tussen de vloed van 699 en 698 gestorven zijn.

Africanus geeft Osorcho 8 jaar, Eusebius geeft Osorthon 9 jaar. Manetho speelde met decennia; Akhenaten (1105-1088) kreeg twee decennia extra, Seti I (1052-1043) maar liefst vijf, en Horemheb (1068-1054) weer een decennium minder. Als Osorkon III twee decennia minder kreeg past het uitstekend bij Osorkons 28-29 jaar. Hier valt tegenin te brengen dat Manetho voor dynastie XXIII met periodes leek te werken. Pedubast I kreeg van Africanus 40 jaar, in plaats van 25; 40 was naar mijn mening het totaal van Pedubast en zijn twee co-heersers. De 8 of 9 jaar zijn dan gerekend tot Psammus koning werd, Osorkons opvolger.

Volgens Africanus gaf Manetho dynastie XXII 120 jaar, maar als je Africanus’ versie van de koningslijst optelt kom je tot slechts 116. De dynastie begon met Shoshenq I, tussen II shemu 2, 12 december 819, en IV peret 25, 5 november 818; het 120e jaar eindigde daarom tussen II shemu 2, 22 november 699, en IV peret 25, 6 oktober 698.

Osorkon III was de opvolger van zowel Shoshenq III als de familie van Pedubast I, en verenigde zo de twee takken van de koninklijke familie van Shoshenq I, en was de laatste koning voor de Cusjieten Egypte onderwierpen. Osorkons dood is dan een logisch einde van de 120. Hij stierf daarom tussen ongeveer september 699 en ongeveer september 698, en zeker voor 6 oktober, wat goed aansluit bij Takelot III’s eerste jaar als alleenheerser uit de Nile Level Records. Helaas is Shoshenq I niet preciezer te dateren.

laatste wijziging: 3 mei 2021

  1. By Juan R. Lazaro, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=26259555[]
  2. Karnak Priestly Annals, fragment 7, Ritner (2009), p. 53[]
  3. Thijs (2010), 176, 182[]
  4. Ritner (2009), p. 39-40[]
  5. Ryholt (2004), p. 502-504[]
  6. Ritner (2009), p. 363[]
  7. Ritner (2009), p. 40[][]
  8. Ritner (2009), p. 40; TIP, § 314[]
  9. Broekman (2002), p. 174[]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *